Marcel Proust / Gerhard L. Durlacher

Marcel Proust werd geboren op 10 juli 1871. Hij was een Franse intellectueel, romanschrijver, essayist en criticus. Zijn vader was een bekende hoogleraar in de medicijnen. Zijn moeder kwam uit een rijke Joodse familie. Vanaf zijn negende levensjaar heeft hij last gehad van astma. Op zijn 51ste stierf hij, nadat hij kou had gevat.

Zijn belangrijkste werk is À la recherche du temps perdu (Op zoek naar de verloren tijd). Proust begon het werk in 1909 en eindigde vlak voor zijn dood in 1922. De laatste drie delen zijn geredigeerd door zijn broer Robert. A la recherche du temps perdu beslaat met zeven delen zo’n 3000 pagina’s en bevat meer dan 2000 figuren. Proust wordt dankzij dit werk gerekend tot de grootse romanschrijvers van de twintigste eeuw.

Uit: Du côté de chez Swann

« Longtemps, je me suis couché de bonne heure. Parfois, à peine ma bougie éteinte, mes yeux se fermaient si vite que je n’avais pas le temps de me dire: -Je m’endors.- Et, une demi-heure après, la pensée qu’il était temps de chercher le sommeil m’éveillait; je voulais poser le volume que je croyais avoir encore dans les mains et souffler ma lumière; je n’avais pas cessé en dormant de faire des réflexions sur ce que je venais de lire, mais ces réflexions avaient pris un tour un peu particulier; il me semblait que j’étais moi-même ce dont parlait l’ouvrage: une église, un quatuor, la rivalité de François Ier et de Charles Quint. Cette croyance survivait pendant quelques secondes à mon réveil; elle ne choquait pas ma raison mais pesait comme des écailles sur mes yeux et les empêchait de se rendre compte que le bougeoir n’était plus allumé. Puis elle commençait à me devenir inintelligible, comme après la métempsycose les pensées d’une existence antérieure; le sujet du livre se détachait de moi, j’étais libre de m’y appliquer ou non; aussitôt je recouvrais la vue et j’étais bien étonné de trouver autour de moi une obscurité, douce et reposante pour mes yeux, mais peut-être plus encore pour mon esprit, à qui elle apparaissait comme une chose sans cause, incompréhensible, comme une chose vraiment obscure. Je me demandais quelle heure il pouvait être; j’entendais le sifflement des trains qui, plus ou moins éloigné, comme le chant d’un oiseau dans une forêt, relevant les distances, me décrivait l’étendue de la campagne déserte où le voyageur se hâte vers la station prochaine; et le petit chemin qu’il suit va être gravé dans son souvenir par l’excitation qu’il doit à des lieux nouveaux, à des actes inaccoutumés, à la causerie récente et aux adieux sous la lampe étrangère qui le suivent encore dans le silence de la nuit, à la douceur prochaine du retour. «  

Marcel Proust (10 juli 1871 –18 november 1922)

 

Gerhard L. Durlacher werd geboren in Baden-Baden op 10 juli 1928. Hij was een schrijver van Nederlandstalige romans. In 1937 kwam hij met zijn Joodse ouders naar Nederland toe. Gerard Durlacher werd op 3 oktober 1942 gearresteerd en via Theresienstadt naar Auschwitz gevoerd. Op 8 mei 1945 werd hij er door de Russen bevrijd. Zijn vader kwam om in Bergen-Belsen en zijn moeder in Stutthof. Hij was van 1964 tot eind 1983 docent sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Durlacher schreef verscheidene andere boeken over zijn persoonlijke ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. Als joods jongetje in Baden-Baden in het boek ‘Drenkeling’, en als kampgevangene in dit boek, ‘Strepen aan de hemel’. In 1994 ontving Durlacher de AKO literatuurprijs voor zijn boek ‘Quarantaine’.

Citaten:

‘In de kleine, bescheiden Rabbijn zou ik nooit de orthodoxe jongen uit het Männerlager herkend hebben. Zijn verlegenheid maakt ook mij verlegen. […] “Ik heb iets voor je meegebracht: een boekje over ons en hoe – Zijn Naam zij geprezen – ons gered heeft”. / Op de gele omslag zie ik een tekening waarin ik Yehuda’s hand herken. De tekst kan ik niet lezen, evenmin als de zinnen die hij op het schutblad heeft geschreven. / De woorden die wij wisselen zijn moeizaam. De stiltes zijn lang. Onze werelden liggen ver van elkaar en toch is er een oude band. Na nog geen uur vertrekt hij, omdat, zoals hij verontschuldigend zegt, de sabbat niet meer ver is en hij zijn plichten wil vervullen. Met gemengde gevoelens van genegenheid en twijfel kijk ik hem na. Het boekje over ons en “hoe – Zijn Naam zij geprezen – ons gered heeft” weegt zwaar in mijn hand. / Waarom ons en niet de anderen?’ (De Zoektocht, Verzameld Werk, blz. 208 -209)

‘Ik wilde – en wil – het “waarom” en het “hoe” van onze catastrofe weten en daarmee mijn eigen coördinaten leren kennen. Hoe hadden wij geleefd en overleefd, hoe was onze bevrijding, hoe onze thuiskomst? En waarom hield de wereld zich blind en doof tijdens de zwartste uren in de oorlog en daarna? Onderzoek in bibliotheken en archieven liet heel veel vragen open en heel veel antwoorden deden pijn’. (Strepen aan de hemel, Verzameld Werk, blz. 89)

Gerhard L. Durlacher (10 juli 1928 – 2 juli 1996)