De Nederlandse dichter en vertaler Menno Wigman werd geboren in Beverwijk op 10 oktober 1966. Zie ook alle tags voor Menno Wigman op dit blog.
Tot de bodem
Een kroeg bezoeken en naar glazen grijpen,
je geest, een luchtballon, van zandzakken bevrijden,
steeds hoger stijgen en blijmoedig verder hijsen,
de hoogste tijd, een nieuwe kroeg, je geld, je jas,
zo dweil je door de koude voorjaarsnacht en pist,
je bent een man of niet, schuimkringen in de gracht.
Ik las dat de politie bij elk waterlijk
(het gaat om meer dan vijftig doden in drie jaar)
sinds kort meteen naar open gulpen kijkt.
Hoe drank een vloek over de grachten verft.
Hoe water ’s nachts naar mensen grijpt.
Een flits van speelgoed, stranden, tuinen en tv.
Naar kades klauwen, in je kreten stikken, rond
die luchtbel, rond je hoofd, een engel die niet komt,
o de gestorven zomers in je mond.
Oropax
Zolang die beesten van hierboven in hun scheve
liefde blijven wonen, grendel ik mijn oren af.
Wat een valse oorlog druipt er uit hun bek!
Maar ook wanneer ze soms – zoals dat gaat –
alsnog in bed… Ik kan het niet meer horen.
En terwijl ik met mijn Oropax het hele pand
tot zwijgen dwing, schraap ik wat restjes
liefde bij elkaar en vraag me af hoe goed
ik at toen ik nog honger had. Ach,
laat hem barsten, breek haar botten,
maar bespaar me dat toneel. Al was het maar
omdat ik dagelijks het noodweer moet vergeten
dat tussen deze muren heeft gewoed.
Ik denk dat ik alleen weet hoe het moet.
Ergens was het zomer
Duizend geuren en geluiden geleden,
lang voor ik als een keizer
uit mijn moeder werd gesneden en druipend
aan het licht werd uitgeleverd,
hoorde ik een stem mijn komst bespreken.
Dat ik blond zou zijn en Mark zou heten,
Birthe, Lies of Bart, niets stond
nog vast. Maar buiten hing een rode zon
te bloeden, er droop een geur van
bang geluk uit de seringen en de avondkrant
zag wit van Vietnam. – Ik weet van niks.
Ik heers en zeil en schop
in mijn volmaakt gevoerde envelop.
Nooit val ik samen met een naam.
Nooit spoel ik panisch in het daglicht aan.
De Poolse dichter en schrijver Tadeusz Różewicz werd geboren in Radomsko op 9 oktober 1921. Zie ook alle tags voor Tadeusz Różewicz op dit blog.
je leeft dus toch te lang als je gedichten schrijft
een dorre kracht overschaduwt
de gebieden van de taal
in een hoek liggen
op een krant tot moes gekookte gedichten
linguistische
didactische
patriottische
religieuze en andere
wat is de Weg terug
naar het dichterschap
na het verlaten van de wereld
na het heengaan
een hopeloze
reis
je leeft dus toch
te lang als je gedichten schrijft
verloren tussen de kletsers,
in het nachtelijk duister, kunnen we
de schijn van licht,
die hun gepraat vergezelt, slechts haten.
de woorden vallen onderweg
en de lange mars
naar de dood van de dichter
filosoof priester en nar
duurt voort
een marteling van taal
rad in de leegte
boeken slaan we open
op toevallige plaatsen
al kletsend hebben we de waardigheid
en ernst van de dieren verloren
verstoren de harmonie
tussen ding en woord
dat is de nieuwe liefde
die het hart niet ontroert
noch de zon noch de sterren
dat is de nieuwe poëzie
woorden zijn veranderd in woorden
en ‘de mogelijkheden van de mens’
zijn onbegrensd
het voorhoofd bedekt
met doodszweet
keren we terug naar ons vernielde huis
zoeken leven in de graven
boven ons
staat aan een vuile hemel
de zon
als een grote gele luis
Vertaald door Gerard Rasch
Zie voor nog meer schrijvers van de 10e oktober ook mijn blog van 10 oktober 2021 en ook mijn blog van 10 oktober 2018 en ook mijn blog van 10 oktober 2017 en eveneens mijn blog van 10 oktober 2015 deel 2 en eveneens deel 3.