Micha Hamel, Maria van Daalen, Peter Orlovsky, Walter Hasenclever

De Nederlandse dichter, componist en dirigent Micha Hamel werd geboren in Amsterdam op 8 juli 1970. Zie ook alle tags voor Micha Hamel op dit blog.

 

Overwinningslied

terwijl het mannetje langzaam
stram wordt en de boterhammen

de kinderen omhoogtrekken
compenseert de ongewenste

panoramablik de verliezen die
wij leden in de sectoren gras

en bloem. Of wij het voormalige
opperwezen kunnen overklassen

door onszelf te upgraden naar een
regeneratief organisme is een vraag

die vandaag het zicht beneemt
op deze smartelijke kwinkslag:

jouw paardenstaart herinnert ons
blijvend aan het veulen dat je was

 

Levenslust

Word eens schaamteloos voor eigen bloeddorst
gewoon knarf een hap uit billen nemen

Zwengel eens iemands arm uit de kom
tel de haren die je in één (speel niet
vals, een ruk uit één stuk) keer
trwak uit kunt trekken, leef

je flink uit, spreek eerlijke
vuistentaal, maak nieuwsgierig
– open vizier – je eigen stoffen aan,

onderzoek wat je bewustzijn van je
leert wanneer je bewustzijn
ophoudt het bewustzijn
wakker te houden op
weg naar de ijzerwinkel

(zaagblad, kofferbak, zakken zeulen bermparkeren
modder schoenen plons kanaal blub)

 

 
Micha Hamel (Amsterdam, 8 juli 1970)

 

De Nederlandse dichteres en schrijfster Maria van Daalen werd geboren op 8 juli 1950 in Voorburg. Zie ook alle tags voor Maria van Daalen op dit blog.

 

Zeg het eens, atoomnummer 12

De weg, de waarheid en het leven. Maar welk
leven: dat als een oordeel, zoals buiten
ons ontbrandt, eindejaars, in kleuren, kruit en
dampend licht magnesium, kortstondig? Melk-

wit is het fantoom, de weg bijna voor elk
vuur dat zichtbaar waar is, knalt langs de ruiten
om ons wakker te houden. We besluiten
het uur nu, de laatste seconde met kelk-

jes vol spattende drank. Gefeliciteerd!
Alles wordt nieuw! De toekomst! Het asfalt rood
van bloedend papier, de oprit vol rotjes,

brievenbus verzegeld, kerstboom met godjes,
wij argeloos kussend, de rug naar de dood-
gewoon tikkende tijd. Jongleren: geleerd.

 

De maker

In het zuiden breekt de geur los uit de citroen
wanneer zij een letter van de naam maakt,
wanneer zij haar vinger in het stof doopt en schrijft.

De eerste letter wordt in de armen gedragen,
de tweede letter is de poolster aan haar cirkelende kroon,
de derde en de vierde wisselen af als dag en nacht.

In de naam worden wij gloeiend licht.
Blauw branden onze handen en betasten
het nummer dat geschreven is in de huid.

Het heeft niet opgehouden met verbranden;
ook de levende lichamen in en gillend de oven in;
ook wat ik zeg heeft mij niet bewaard.

Maar de naam die wij zijn spreekt zich door in de tijd.
De letters van de naam zijn van as, blaas ons weg,
wij zijn het stof in de mond van de messias.

Zij veegt het bijeen, leem, en zij vormt ons.
Want haar voetafdruk verzamelt vocht,
in de afdruk van haar hiel borrelt water op.

Zo is mijn lichaam nat van haar aanraking
en alles bestaat in de naam
zelfstandig, lichaam zonder lidwoord.

 

 
Maria van Daalen (Voorburg, 8 juli 1950)

 

De Amerikaanse dichter Peter Orlovsky werd geboren in New York op 8 juli 1933. Zie ook alle tags voor Peter Orlovsky op dit blog.

Uit:My Dear Boy: Gay Love Letters Through the Centuries

“PETER ORLOVSKY TO ALLEN GINSBERG
[On board ship
returning to New York]
Jan 22, 58
Dear Allen:
On the ship, close to home, at night, full turky stomache sadness on my face but finally read through the brothers K[aramazov] & see the same madness in my famiely. Have been very quite, sick half the time from the bellybutton waves but eating marvously & to boot havent smoked much at all & to boot have this nice typewritter to type to yo . . . . I know I goofed with Bill being so silent as if crying inside my throught, yes I gess I am meek, like you say. But at the end of eternity theres nothing to be imbarresed about. . . . Love Bill like I love you, be a chair for him to sit on and for him to talk proudly from – Bill seems more like a brother now then a farther with stern eyes in Tangiers. Bill got roses in his teeth. I took a one hour shower yesterday & used to much water that the hall was soken wet twenty people nocked on my door in fright but I kept singing along till cleaned & wash all dirty clothes. Have had two wet dreams so far, did not masterbate once & feel good about that for I must stop that habit for its insulting to my cock. . . . On the frist day out I saw land in the sky & thought it was real. It was only till I left you & Bill to get on train did I feel lonely sadness pains and crying in my throught but now I feel better. tho when I left you I felt our friendship was like sunset dust floating & seperating away – young young young saw flying fish with red boots on. . . . Someone wants the typewritter so must move on off. I feel very good & confident things will work out well. . . . „

 


Peter Orlovsky (8 juli 1933 – 30 mei 2010)
Hier met Allan Ginsberg (links)

 

De expressionistische Duitse schrijver en dichter Walter Hasenclever werd op 8 juli 1890 in Aken geboren. Zie ook alle tags voor Walter Hasenclever op dit blog.

Uit:Der Bankier und der Dichter. Ein Gespräch über Dichtung

„Der Bankier und der Dichter treffen sich auf dem Flugplatz
bei einem Meeting.
Der Bankier: Es freut mich außerordentlich, Sie zu sehen. Seit wann sind Sie wieder in unserer Stadt?
Der Dichter: Seit vorgestern Abend. Ich war einige Wochen am Gardasee.
Der Bankier: War es nicht sehr heiß dort?
Der Dichter: Die Hitze war erträglich; man lag die Nächte still; am Tage badeten wir im See. Manchmal kamen Gewitter.
Der Bankier: Sie haben, wie ich höre, ein Buch veröffentlicht?
Der Dichter: Seit einiger Zeit. Jawohl.
Der Bankier: Ich erinnere mich, von Ihnen etwas in der Zeitung gelesen zu haben. Ich interessiere mich dafür. Haben Sie Gedichte veröffentlicht?
Der Dichter: Wenn Sie wollen – auch Gedichte. Ich selber neige der Ansicht zu, daß es eine Dichtung ist.
Der Bankier: Besteht eine Differenz dazwischen?
Der Dichter: Es ist leicht, in einem Zeitalter, wie dem unsrigen, Gedichte zu schreiben. Notwendig ist allenfalls die Brücke zum Publikum: Das hieße eine Dichtung der Gesellschaft. Sie werden bemerken, daß es heute kaum noch einen Poeten gibt, der nicht gute Gedichte schreiben könnte. Die Begabung ist in unserem Stande ebenso verbreitet, wie in dem Ihrigen. Doch werden Sie mir zugeben, daß ein Unterschied besteht zwischen dem, was man tun müßte, und dem, was man tun könnte.
Der Bankier: Verstehe ich recht, so sagten Sie Gesellschaftsdichtung? Mir scheint – verzeihen Sie – als läge darin eine Arroganz. Etwas, was gedichtet ist, gibt doch nur den Zustand des Einzelnen, kaum den der Gesellschaft. Ich würde mir die Verallgemeinerung eines Gedichtes verbitten, dessen Typus ich erkenne, von dem ich aber den Schluß auf mich unbedingt ablehne.“

 


Walter Hasenclever (8 juli 1890 – 21 juni 1940)
Aken, de dom

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e juli ook mijn blog van 8 juli 2017 deel 2.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *