Michael Ondaatje, James Frey, Louis MacNeice, Hannes Meinkema, Eduard Elias

De Canadese dichter en schrijver Philip Michael Ondaatje werd op 12 september 1943 geboren in Colombo, Ceylon (nu Sri Lanka). Zieook mijn blog van 12 september 2010 en eveneens alle tags voor Michael Ondaantje op dit blog.

 

 

Notes For The Legend Of Salad Woman

Since my wife was born
she must have eaten
the equivalent of two-thirds
of the original garden of Eden.
Not the dripping lush fruit
or the meat in the ribs of animals
but the green salad gardens of that place.
The whole arena of green
would have been eradicated
as if the right filter had been removed
leaving only the skeleton of coarse brightness.

All green ends up eventually
churning in her left cheek.
Her mouth is a laundromat of spinning drowning herbs.
She is never in fields
but is sucking the pith out of grass.
I have noticed the very leaves from flower decorations
grow sparse in their week long performance in our house.
The garden is a dust bowl.

On our last day in Eden as we walked out
she nibbled the leaves at her breasts and crotch.
But there’s none to touch
none to equal
the Chlorophyll Kiss

 

 

Michael Ondaatje (Colombo, 12 september 1943)

 

De Amerikaanse schrijver James Frey werd geboren op 12 september 1969 in Cleveland. Zie ookmijn blog van 12 september 2010 en eveneens alle tags voor James Frey op dit blog.

 

Uit: My Friend Leonard

 

“I stand in the middle of the afternoon. I use the toilet and I drink a glass of water and I smoke a cigarette. I leave my cell and I walk to the outdoor recreation area. If the weather holds, there are prisoners in the area playing basketball, lifting weights, smoking cigarettes, talking. I do not mingle with them. I do not participate in their approved activities. I walk along the perimeter of the wall until I can feel my legs again. I walk until my eyes and my mind regain some sort of focus. Until they bring me back to where I am and to what I am, which is an alcoholic and a drug addict and a criminal. If the weather is bad, the area is empty. I go outside despite the weather. I walk along the perimeter until I can feel and remember. I am what I am. I need to feel and remember.
I spend my afternoons with Porterhouse. His real is name is Antwan, but he calls himself Porterhouse because he says he’s big and juicy like a fine-ass steak. Porterhouse threw his wife out the window of their seventh floor apartment when he found her in bed with another man. He took the man into a field and shot him twelve times. The first eleven shots went into the man’s arms and legs. He waited thirty minutes to let the man feel the pain of the shots, pain he said was the equivalent to the pain he felt when saw the man fucking his wife. Shot number twelve went into the man’s heart.

From three o’clock to six o’clock, I read to Porterhouse. I sit on my bed and he sits on the floor. He leans against the wall and he closes his eyes so he can, as he says, do some imagining. I read slowly and clearly, taking an occasional break to drink a glass of water or smoke a cigarette. In the past twelve weeks we have worked our way through Don Quixote, Leaves of Grass, and East of Eden. We are currently reading War and Peace, which is Porterhouse’s favorite. He smiled at the engagement of Andrei and Natasha. He cried when Anatole betrayed her”

.

 

 

James Frey (Cleveland, 12 september 1969)

 

 

 

De Ierse dichter en schrijver Louis MacNeice werd geboren op 12 september 1907 in Belfast. Zie ook ook mijn blog van 12 september 2010 en eveneens alle tags voor Louis MacNeice op dit blog.

 

 

The Sunlight on the Garden

The sunlight on the garden
Hardens and grows cold,
We cannot cage the minute
Within its nets of gold;
When all is told
We cannot beg for pardon.

Our freedom as free lances
Advances towards its end;
The earth compels, upon it
Sonnets and birds descend;
And soon, my friend,
We shall have no time for dances.

The sky was good for flying
Defying the church bells
And every evil iron
Siren and what it tells:
The earth compels,
We are dying, Egypt, dying

And not expecting pardon,
Hardened in heart anew,
But glad to have sat under
Thunder and rain with you,
And grateful too
For sunlight on the garden.

 

Louis MacNeice (12 september 1907 – 3 september 1963)

Portret door  Nancy Sharp, 1938

 

 

 

De Nederlandse dichteres en schrijfster Hannes Meinkema werd op 12 september 1943 geboren in Tiel. Zie ook mijn blog van 12 september 2010 en eveneens alle tags voor Hannes Meinkema op dit blog.

 

Uit: Een krokodil is een zeer eenzaam dier

“Haar moeder droeg de ochtendjas die van een oude deken was gemaakt. Ze kon er niet naar kijken en tegelijk haar ontbijt opeten. De kleur alleen al maakte je misselijk. Zo’n vaalgeelbruine kleur. Moederkleur. Haar keel slikte pijnlijk de keurig gesneden hapjes door (geen kritiek moeder, vanmorgen geen kritiek, ik heb haast).

‘Heb je je huiswerk voor morgen af?’

‘Ja’.

Haar moeder boog zich over de tafel heen om naar haar ogen te kijken. (Je hebt gejokt, ik zie een kruisje op je voorhoofd). Zure lucht. Volwassenen stonken erger als ze hun tanden nog niet hadden gepoetst. Ze rookte ook te veel. Oude zure asbak, laat me met rust.

‘Je moet nog een beker karnemelk drinken.’ Door de week nam ze gewone als haar moeder niet keek, lekker. Ze zei niets, klokte de zure karnemelk naar binnen.

‘Kan ik nu gaan?’

‘Niet voordat je een afspraak met je vader hebt gemaakt om je huiswerk vanavond te overhoren.’

‘Maar hij slaapt nog!’ Verontwaardiging in haar stem. Jammer, als haar moeder merkte dat ze popelde kwam ze nooit weg.

‘Nee hoor, ik hoor hem boven lopen.’

Ze liep de trap op.

Haar vader kwam de badkamerdeur uit op weg naar de slaapkamer. Naakt. Ze had er nooit over nagedacht. Het viel haar nu pas op dat hij het steels deed: hij draaide zich niet om toen ze hem riep, alleen zijn hoofd, houterig. ‘Ik kom zo.’

Wat doen we hier allemaal gewoon in huis, we hebben geen geheimen voor elkaar. Alsof ze had willen kijken. Honderden malen had ze hem naakt gezien, nooit bewust gekeken. Nu was het anders, nu zou ze willen dat ze niet wist hoe hij er daar uitzag. Ze schaamde zich voor hem. Haar naakte vader.

Hij kwam terug in onderbroek en overhemd. ‘U moet me vanavond mijn huiswerk overhoren, zegt moeder.’

 

 

Hannes Meinkema (Tiel, 12 september 1943)

 

 

 

De Nederlandse columnist, journalist en schrijver Eduard Maurits Elias werd geboren in Amsterdam op 12 september 1900. Zie ook mijn blog van 12 september 2010 en eveneens alle tags voor Eduard Elias op dit blog.

 

Uit: Hendrik Hagenaars Hoek

 

GODFRIED BOMANS, die wij gerust de grootmeester der Klazologie mogen noemen, heeft onlangs een fel en meewarig licht doen vallen op een der tragische aspecten van de persoon Sinterklaas. Hij deelde mede dat de Goedheiligman uiteraard de enige mens is die met zekerheid kan zeggen dat hij nooit iets in zijn schoen zal vinden, doch dat hij – om onverklaarbare reden -toch iedere morgen gaat kijken. Hij hoopt, de oude man, dat er toch eens een wonder zal geschieden en dat hij ook in zijn schoen nog eens een verrassing zal vinden. Op het grote gezag van Bomans dient men dit geval van schizophrenie te aanvaarden. Het is een meelijwekkend geval, dat overduidelijk aantoont dat de man, die zo talloos velen gelukkig maakt, zelf het volmaakte geluk niet vinden kan.

Het is trouwens eigenlijk géén baan; al dat telgaan over moeilijke daken moet voor een oude man een uiterst vermoeiend werkje zijn, dat de oude heer niet in de koude kleren gaat zitten. Laten wij hem er dubbel dankbaar voor zijn, dat hij telken jare weer bereid is het te doen.

Deze dankbaarheid dwingt mij er toe geen spelbreker te zijn en ieder jaar weer mee te doen, al gaat het mij langzamerhand wel een beetje de keel uithangen. Eerlijk gezegd heb ik niet de ware zielevreugde meer aan het feest, temeer omdat mijn uitgaven de inkomsten in steeds pijnlijker mate gaan overtreffen. Het vorig jaar heb ik voor ruim f 150 aan geschenkjes gestrooid en het enige dat ik gekregen heb was een (kunstzijden) das, die ik maximaal op f 4,50 schatte. Ik heb haar bovendien nooit gedragen, want zij is bruin met een oranje werkje, een kleurencombinatie die niet met de fraaie, matte, natuurzuivere tint van mijn huid harmonieert.”

 

Eduard Elias (12 september 1900 — 14 januari 1967)

 

 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 12e september ook mijn blog van 12 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2.