Muus Jacobse

De Nederlandse dichter, schrijver en taalkundige Muus Jacobse werd op 13 september 1909 als Klaas Hanzen Heeroma geboren op het waddeneiland Terschelling. In 1928 ging Heeroma in Leiden Nederlands studeren. In 1935 promoveerde hij bij G. Kloeke. Nadat hij korte tijd in Wassenaar en Leiden leraar was geweest, werd hij in 1936 benoemd tot medewerker aan het Woordenboek der Nederlandsche taal te Leiden, waar hij bleef werken tot zijn benoeming in 1948 tot hoogleraar in de Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Indonesië te Djakarta. In 1953 werd hij benoemd tot hoogleraar in de Nedersaksische taal- en letterkunde te Groningen. In 1952/1953 was hij een van de dichters die op de Pietersberg in Oosterbeek ging werken aan een nieuwe psalmberijming. Deze dichters gingen ook een groot aantal gezangen vertalen en schrijven om zo tot een nieuw liedboek te komen. Dit resulteerde in Liedboek voor de Kerken dat in 1973 verscheen en in veel kerkgenootschappen en kerken is ingevoerd.

Sonnet voor de vacantie

De zon is een goed ding op je gezicht,
En als de weg, die naar de droom moet leiden,
Te lang en loom wordt, zijn er dan geen weiden
Waar je kunt liggen met je ogen dicht?

Dan wordt de lucht een lichte zee. De stad
Ligt in de verte achter een paar bomen
Ook stil en heel genoegelijk te dromen:
Een bruinvis op een drooggevallen wad.

En het kan zijn dat jer er stil op zint
Nu in een zuidelijke zee te baden,
Of hoog te klimmmen op een blauwe klip,

Zodat het lichaam feest viert in de wind
Onder de speelse tooi van de gewaden,
Waaiende vlaggen op een zeilend schip.

 

Lazarus

Toen hij weer thuis tussen zijn zusters zat,
Dacht hij: nu zit ik als een kind te prijken.
Want alle mensen kwamen naar hem kijken,
Of hij het heus wel was, en hoe hij at.

En droef zochten zijn ogen God, als vroeger,
Tot in de laatste zon, toen God niet kwam,
Maar in zijn schaduw hem van achtren nam:
Was God geweken tussen nu en vroeger?

Wie van de doden keert, wordt als een kind
Herboren: het gelaat der eeuwigheid
Is een vergeten droom bij het ontwaken.

Als een stem roept om hem wakker te maken,
Een hand tast die de doeken openwindt,
Is hij verschrikt te leven, en hij schreit.

Muus Jacobse (13 september 1909 – 21 november 1972)