Nazomers Intermezzo (Dolce far niente)

Wegens tijdgebrek een kort nazomers intermezzo met twee gedichten van Johan Daisne en van Albertina Soepboer uit de bundel Het broeien van de zomer. (Uitgeverij 521, Amsterdam 2001)

Oogst

De zon reeds niet meer op zijn hoogst,
maar altijd is augustus mij
bijzonder lief geweest: de oogst
wordt ingehaald van velerlei.

Van wat geborgen in de klei
begon als een midwinterdroom,
en toen een bloem werd en een bij,
en vruchten, van hun rijkdom loom.

Maar ook van wat nog komen zal:
de zachte zon, de trage val
van het vergulde groene blad –

al wat een mens nog mag verwachten,
ondanks de steeds langere nachten,
als loon voor alles wat

hij heeft gedaan en niet gehad.

Johan Daisne (2 september 1912 – 9 augustus 1978)

 

De aankondiging

Nog maar in de late namiddag
van de zomer. Jouw braamhanden
rood op mijn rug. De dag lijkt
breder dan het is. De bomen
waaien donkerdergroen voorbij.

Je zegt dat het augustus is.

Maar in je ogen lees ik glashelder
het oker en het koper. De aarde is al
zwanger van de geur van stormregen.
Het jaagt door dieperbruine bossen.
Smaller sluiten dagen om ons heen.

Ik voel dat het bijna oktober is.

 

Albertina Soepboer (Holwerd, 3 december 1969)