De Duitse schrijver, redacteur, lithograaf en schilder Otto Baisch werd op 4 mei 1840 in Dresden geboren als zoon van de lithograaf Wilhelm Gottlieb Baisch, die daar als artistiek directeur werkte bij de hofdrukkerij C.C. Meinhold. Baisch bezocht de Annenschule, een middelbare school in Dresden. In 1852 verhuisde het gezin naar Stuttgart. Zijn vader richtte een lithografisch bedrijf op in zijn eigen huis aan de Neckarstrasse 34b. Baisch ging naar de middelbare school in Stuttgart. Daarna voltooide hij een stage als lithograaf bij zijn vader en studeerde van het voorjaar van 1860 tot 1863 schilderkunst aan de kunstacademie van Stuttgart. Na de dood van zijn vader in 1864 nam Otto Baisch in naam en voor rekening van zijn moeder de leiding van het lithografische bedrijf over, terwijl zijn broer Hermann zijn leertijd nog aan het afronden was. Naast bloem- en fruitstukken leverde hij voor Amerika vooral genrestukken op groter formaat in kleurendruk. In zijn vrije tijd van 1865 tot 1868 volgde hij lezingen over literatuur- en kunstgeschiedenis van Friedrich Theodor Vischer en Wilhelm Lübke. In 1873 gaf hij het lithografische bedrijf op. Baisch besloot zich in de toekomst aan de schilderkunst te wijden en ging naar München, waar zijn jongere broer sinds 1870 woonde. Op 1 mei 1873 begon Baisch schilderkunst te studeren aan de Academie voor Schone Kunsten in München. In tegenstelling tot zijn succesvolle broer Hermann Baisch was hij echter niet succesvol als schilder. Baisch verhuisde naar Berlijn, waar hij redacteur werd van de “Tägliche Rundschau”, opgericht in 1881. Vanaf juni 1885 werkte Baisch als redacteur van het tijdschrift “Über Land und Meer” in Stuttgart. Tegelijkertijd werd hij redacteur van de tijdschriften “Illustrirte Welt” en “Deutsche Romanbibliothek”, eveneens uitgegeven door Deutsche Verlags-Anstalt. In 1886 trouwde hij met de schrijfster Amalie Baisch, geboren Marggraff. Het huwelijk resulteerde in hun zoon Hermann Baisch. Het gezin woonde in Stuttgart in een gehuurd appartement aan de Neckarstrasse 123 in het Deutsche Verlags-Anstalt-gebouw. Otto Baisch stierf op 18 oktober 1892 in Stuttgart op 52-jarige leeftijd als gevolg van pleuritis. Zijn broer Hermann vervulde de wens van zijn overleden broer en regelde een jaar voor zijn eigen dood de publicatie van een verzameling gedichten van Otto, die hij versierde met zijn eigen illustraties.
Schneeglöckchen
Sei gegrüßt, du zarte Blüte,
Unter Schnee und Frost
Mit prophetischem Gemüte
Still hervorgesproßt!
“Soll der Winter ewig dauern?”
Fragt es hier und da;
Sieh, da rufst du durch sein Schauern
„Heil, der Lenz ist nah!”
Bald nun nehmt ihr an den Hagen
Grüne Spitzen wahr,
Hört die Nachtigallen schlagen
Süß und wunderbar;
Frischbelaubte Wipfel geben
Dann den Ton zurück,
Und es labt sich alles Leben
An des Lenzes Glück.
Du jedoch, die ihn vor allen
Ahnend vorempfand,
Biegst dann welk dahingefallen
Auf dem grünen Land.
Rasch ist deine Zeit verronnen,
Holdes Lenzgedicht:
Künden darfst du Frühlingswonnen,
Sie genießen nicht.
Gruß in die Ferne
Mag die Sonne heiter sehen,
Mädchen, auf dein liebes Haupt,
Wenn Orangenblüten wehen,
Mädchen, auf dein liebes Haupt.
Fern von dir, wie sehnlich wünsch’ ich,
Dass ich nah’ dem Himmel stände,
Seinen Segen zu erstehen,
Mädchen, auf dein liebes Haupt.