De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.
Mametz Woods
For years afterwards the farmers found them –
the wasted young, turning up under their plough blades
as they tended the land back into itself.
A chit of bone, the china plate of a shoulder blade,
the relic of a finger, the blown
and broken bird’s egg of a skull,
all mimicked now in flint, breaking blue in white
across this field where they were told to walk, not run,
towards the wood and its nesting machine guns.
And even now the earth stands sentinel,
reaching back into itself for reminders of what happened
like a wound working a foreign body to the surface of the skin.
This morning, twenty men buried in one long grave,
a broken mosaic of bone linked arm in arm,
their skeletons paused mid dance-macabre
in boots that outlasted them,
their socketed heads tilted back at an angle
and their jaws, those that have them, dropped open.
As if the notes they had sung
have only now, with this unearthing,
slipped from their absent tongues.
Skirrid Fawr
Just like the farmers who once came to scoop
handfuls of soil from her holy scar,
so I am still drawn to her back for the answers
to every question I have never known.
To the sentence of her slopes,
the blunt wind glancing from her withers,
to the split view she reveals
with every step along her broken spine.
This edge of her cleft palate,
part hill, part field,
rising from a low mist, a lonely hulk
adrift through Wales.
Her east-west flanks, one dark, one sunlit,
her vernacular of borders.
Her weight, the unspoken words
of an unlearned tongue.
*************************
In de tweede helft van de jaren negentig werkte Frans Roumen aan een roman die de titel “Vriendschappelijke brieven” had moeten krijgen. Het manuscript gold na een verhuizing jarenlang als zoekgeraakt. Onlangs werden er echter toch flinke delen van bij een grote opruimactie ontdekt in een oude doos in de kelder. Romenu heeft de toestemming gekregen om er regelmatig fragmenten uit te publiceren. Vandaag volgt het zevende van een nog nader te bepalen aantal
Uit: Vriendschappelijke brieven
“Arnhem, 3 mei 1996
Lieve Arie,
Soms zou ik de hele dag liefdesliedjes willen zingen en dat uit zich bij mij in het schrijven van brieven tegenwoordig. Vroeger waren het gedichten, maar zoals hare majesteit laatst nog tegen Havel zei : “Nu is de tijd van poëzie voorbij en de tijd van proza aangebroken.” Nu zou ik geen dichter in hart en nieren zijn als ik dan niet tenminste dichterlijk proza zou willen schrijven.
Ik zit op dit moment – zo’n twintig minuten voordat ik met werken moet beginnen – het explosieve materiaal van de Aldi te drinken, en hoewel ik niet te klagen heb over de kwaliteit ervan realiseer ik mij toch dat ik soms liever Appelsientje had en dat ik dat alleen niet drink omdat het duurder is. En dan wordt die Goldhorn langzamerhand inderdaad explosief.
Dan is de noodzaak om jezelf eens te laten gaan dichtbij en daar ga je dan en de hele omgeving moet mee of ze wil of niet. De wijsheid in de kan. (Kenan, log eens in op die verdomde KUN – computer ) Arie, sorry, maar dat leg ik je een andere keer nog wel eens uit. Ik moet nu weg naar het crisiswerk onder de internationale jeugd van Arnhem.
Ik begon deze brief op 2 mei – gisteren dus – en zo zie je het nut van een tekstverwerker, want hij was nog niet af. En nu schrijf ik je gewoon door zonder ook maar een papiertje te hebben verspild.
Een vader zet zijn zoontje over de muur bij de school hierachter en heeft geen vermoeden hoe geruststellend dat elke dag terugkerende ritueel op mij inwerkt.
Dan is het 8.27 uur en zit ik al een hele tijd te mediteren. Op het HB werken, mijmer ik 25 man/vrouw aan de ELF. Dan stel ik mij zo’n rechercheur voor achter zijn beeldscherm, mogelijkheden overwegend, sympathiserend zelfs het ene moment en het andere moment weer denkend dat het niet mag en ik herinner mij een felle discussie onder het avondeten over de wet. Yarci : “Wie maakt die wet ? Wie heeft het recht om die wet te maken.” Wim : “Wij maken met zijn allen die wet en benoemen rechters om er op toe te zien dat hij wordt uitgevoerd.”
Eigenlijk vindt Yarci het leven nog te moeilijk om er aan te beginnen en kiest hij zijn niet geringe verstandelijke en verbale vermogens uit om die houding te verdedigen met rationeel lijkkende argumenten. Waarbij wij terug zijn bij het refrein over zelfvertrouwen.
(Als ik bij deze werkwijze ook twee pagina’s per dag ga produceren heb jij straks geen tijd meer om bij Samson to werken, Arie)
Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2018.