Xavier Roelens, Owen Sheers

De Vlaamse dichter Xavier Roelens werd op 21 september 1976 in Rekkem (Menen) geboren. Zie ook alle tags voor Xavier Roelens op dit blog.

 

Stormen, olievlekken, motetten

presley zong al hoe we wouden bepotelen, elk om de beurt,
we houden ons hoofd boven het oestrogeenrijke water.
en dylan zong al hoe we huilen en vrijen als een zeekoe
en als het ergens tussen rio en parijs niet anders kan,
verwijderen we elkaars blinde darm, desnoods met de tanden.
de beatles zongen al hoe we zullen dansen op krukken
en beck zong al hoe we liefde als zonlicht op ons door
kanker uitgedunde haar willen voelen, we houden adem in
wanneer we duiken naar omega-3-vetzuren op de zeebodem.
radiohead zong al hoe we vissen zijn die praten over wormen.
vandaag staan we rechtop, doorweekt en zingen we samen
met lou reed hoe we elkaars warmteregelaars besnuffelden.
hoe we niet meer hengelen. oogsten wat we zaaien.

 

Coda

     ze lepelt regenwater uit zijn hoofd, neemt hem
bij de polsen en voorkomt dat hij de trein opstapt;
vies wordt het perron.

dat hij zijn hersens blootgeeft, doet de omstanders
om de stationschef roepen. spikkels en stofjes
blijven
in de brij van zijn verstand kleven en hoe meer zij
  oogcontact probeert te maken, hoe meer haar nagels
spreken,
hoe meer hij rondkijkt op zoek naar iemand met
  blauwe sokken die hem de oplossing moet vertellen.
geroezemoes stijgt, de zon komt van achter
wolken, eerst op zijn linker- en dan op zijn
     rechterhersenhelft. hij droogt langzaam uit en
lekt en zij denkt dat hij om haar, dat hij naar haar
beeld zichzelf zal willen zijn.

 

1939

WE DACHTEN DAT DE KATTEN aan het aftrekken waren. we
dachten dat tom tot de achterhoede behoorde toen hij aan onze deur
klopte en om een boterham vroeg. wij zaten in het hol achter aan de
tuin dat vader gegraven had. moeders snuit ging piepen. ze
luisterde naar het verhaal van zijn negen levens en vier kittens in
zijn thuisland en gaf hem een boterham met strontjes.

      we dachten dat de katten druipstaartend afgetrokken wa-ren, maar
daar hoorden we de deur uit zijn hengsels gelicht worden. nog voor er
vijf siberische boskatten in onze tuin ston-den, was vader al
weggetrippeld; vader kon zich niet meer op het juiste verleden
beroepen. ze hebben dan maar in ruil moeder die hoogzwanger­
was, gearrangeerd.

      we dachten dat katten zich richtten op waarlijk universele en
transcendentale doelen, bedachten niet dat zakendoen met de
geschiedenis veel misdaden vergoelijkt. moeder beviel van een zus
met een hoek af. gelukkig heeft ze maar zes maanden moeten leven.

 

Xavier Roelens (Rekkem, 21 september 1976)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Zwaluwen

De zwaluwen zijn weer cursief,
snijden hun sky-jive
tussen de telefoondraden
vliegend in gekruiste lijnen.

Hun jaarlijkse regeneratie
zo onberispelijk voor menselijke ogen
dat er geen naad is
tussen ouder en kind.

Slechts altijd de zwaluwen
en hun script van afstammelingen,
die in hun inkt dippen om hun handtekening te zetten
dwars over de pagina van de hemel.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2021 en ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.

Owen Sheers

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Equation

He told me how, after soft afternoons
teaching logarithms and waving away
the blackboard’s hieroglyphics with a damp cloth
he’d return home to the sweet methane of the chicken sheds.

How he’d change from his suit into overalls
and how he dug his hand deep into the bucket
to draw out a leaking fist, which he opened,
a sail of grain unfurling to the birds beneath.

And how later that same hand would flatten
to find a way through the dark
under the sleeping weight of a hen, to bring out,
like a magician whose tricks are just the way of things,

one egg, warm and bald in his brown palm

 

Night Windows

That night we turned some of them off
but left the hall bulb bright,
sending one bar of light into the living room,
so we could see.

Which of course meant they could too —
us impressionist through the thin white drapes
as you lowered yourself to me,
the curves of a distant landscape

opening across your pelvis,
your body slick and valleyed
in the August heat
and your back arching like a bow

drawn by an invisible tendon
strung from the top of your head
to the end of your toes,
loading you with our meeting.

The night windows opposite performed
their Morse codes,
side-swipes of curtains,
until eventually every one of them went dark

and the only light left was a siren’s,
sending its blue strobe across the rooftops
like lightning in the corner of my eyes,
somewhere far away yet near,

as with a sigh you rose from me
and walked into the lit hallway,
trailing the dress of your shadow behind you.

 

Skirrid Fawr

Net als de boeren die ooit een handvol aarde
kwamen scheppen van haar heilige litteken,

zo voel me nog steeds tot haar aangetrokken voor de antwoorden
op elke vraag die ik nooit heb gekend.

Tot het oordeel van haar hellingen,
de stompe wind die langs haar schoft waait,

tot de gespleten visie die ze onthult
bij elke stap langs haar gebroken ruggengraat.

Deze rand van haar gespleten gehemelte,
deels heuvel, deels veld,

uit een lage mist oprijzend, een eenzame schuit,
op drift door Wales.

Haar oost-westflanken, één donker, één zonovergoten,
haar landstaal van grenzen.

Haar gewicht, de onuitgesproken woorden
van een ongeletterde tong.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2022 en ook mijn blog van 20 september 2021 en ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.

Koen Stassijns, Owen Sheers

De Vlaamse dichter, schrijver en vertaller Koen Stassijns werd geboren op 18 september 1953 in Ninove. Zie ook alle tags voor Koen Stassijns op dit blog.

 

De werkster

Moeder, aanrecht en dweil
zoals zij door de kamers dwaalt
van het belommerd huis de gang
doorkruist en mompelend de ramen aait.

Zij spreekt de kasten dierbaar aan
of zij hun sleutel goed bewaren
en van elke lade het geheim dat
zij ooit dierbaar samen waren.

Zij boent haar angst voor slechte
tijden met het bergkristal en
zilver op, en veegt de vloer aan
met de twijfel dat wie eenmaal
liefheeft meermaals achterblijft.

Wie haar niet kent zal zwijgen
en haalt het stof onder de nagels weg
vóór hij haar aanraakt met het hard
verwijt dat zij slechts aanrecht was
en dweil. Terwijl zij veeleer aaide.

 

De krant

Het sneeuwt. Op het plein worden de sporen
gewist. De man zoekt in zijn krant wat hij mist,
wat hem stoort, boven het hoofd hangt en wie
zich vergist. De vrouw slaapt, wordt niet gehoord.

De torenklok, op de tijd achteruit, slaat geloofd
zij de heer om zich heen en de huizen rollen
als egels op elkaar in. Een schoorsteen hoest,
werpt een koord, sputtert tegen. Het dorp dooft.

Nog steeds zet de man geen voet aan de trede,
hij volhardt in de krant die hij vreest. Nog steeds
dat litteken tussen de kaken, niets dat geneest.

Nog steeds geen krakende trap naar beneden.
De vrouw slaapt, de man ontleedt het weerbericht.

Hij vindt haar, boven een plas, ijs op het gezicht.

 

Dit huis

Laat hier geen twijfel over bestaan, dit huis
zal bouwval worden met de grond gelijk
ook dit gedicht. Omdat ik stenen met een zin
en met cement elk voegwoord vergelijk,

de gangen met mezelf en daar dan in
verdwalen. Ramen, trappen, deuren, in en uit
van kinderen die bij hun moeders blijven
zwijgen, in de tuin een schrikbewind van kruid.

Geef dit huis geen uitstel meer,
het denkt zo lang al aan een landschap
toe te horen dat hij blijven zal. Ik keer

terug tot een boom, in de aarde, meet omvang
van woorden aan restwarmte af en beken dat
ik nog droom van een gedicht. Pijnbanken lang.

 

Koen Stassijns (Ninove, 18 september 1953)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

De visboer

Dit is dus het tijdperk van de visboer, niet van de visser –
zijn pet schuin als die van een sergeant, wankel op zijn gewatteerde hoofd
terwijl hij duikers schat en hun bewegingen meet.

Hij grijpt net zo gemakkelijk naar een karper als jij of ik
onze hand in een emmer appels zouden dompelen,
tast naar de vis, zijn ingegroeide nagel doet pijn in het zoute water,

en tilt hem eruit, vol begrip, zoals alleen hij dat kan.
de folieschijf van het zilveren oog. het gewicht van het mes,
de motorslag van zijn hart. fijn afgestemd op deze wrede vriendelijkheid!

Vol begrip, zoals alleen hij dat kan, de plek tussen de knokkels
waar een nagel zou kunnen binnendringen als door boter,
hoe vlees te snijden zoals anderen selderij snijden.

hoe hij zijn toespraak zou inkorten zoals hij dat bij mannen zou doen
ware hij gewond geraakt en gedwongen om te vechten.
Maar zoals bij een door de bliksem getroffen boom, is er geen genezende bast

rond zijn getroffen hart en het hout in het midden van de stam
pulseert en snakt naar groei als een vis
die vecht voor zijn laatste adem, alsof hij in de lucht hapt naar water.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18september 2020 en ook mijn blog van 18 september 2018 en ook mijn blog van 18 september 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en eveneens deel 3.

Xavier Roelens, Owen Sheers

De Vlaamse dichter Xavier Roelens werd op 21 september 1976 in Rekkem (Menen) geboren. Zie ook alle tags voor Xavier Roelens op dit blog.

Uit: Stormen olievlekken motetten

iii
wat de zee opwerpt is wat we oprapen voor onze uitzet:
een bloempot, een breezer, een gloeilamp, een tetrabrik
met frambozensmaak, een plastic zak, een fles ketchup,
een ijzersponsje, brandhout in cellofaan, een schroefdop,
een jerrycan, bekers, een vuilniszak om alles te bewaren
en voor ‘s middags wier op een bedje van tamponhoesjes

wat de zee verzwijgt op zolder ingeduffeld tot wandaad
rusten onze slapen tegen elkaar in een afzetgebied
nemen onze lusten een onzichtbare hand te grazen
geen koehandel geen doelgroep zijn wij
wij schitteren in knulligheid leren we van ruis
te houden vandaag zijn wij twee dolfijnen

de sneeuw die we smelten op ons dak
sijpelt aan de voordeur tot ijs

ii

uit de trevifontein stijgt stank van muntstukken;
een in flarden aan elkaar genaaide profeet wenst dat geen vreemde mogendheid
zijn geboorteland binnenvalt deze zomer;
zijn geluiden absorberen permanent metalen zoals lood, koper en aluminium;
het neusje van de zalm dat de vent is, huilt dat het nog goed komt tussen hem en
haar;
hij bevochtigt wat plooibaar aan hem is: oksel, binnenelleboog, binnen elleboog,
halsputje, oogholte, binnenelleboog, oksel, halsputje;
hij vermindert chloor en kalk voor een heerlijke, natuurlijke smaak,
puur en helder gefilterd;
het 5 km lange droomstrand met zijn exotische palmbomen doet
zich als absoluut highlight kennen en biedt optimale omstandigheden voor
ultimatief badplezier;
we zijn allemaal toeristen bij zijn welzijn;
een hand, losgeslagen van haar alledaagse, functionele context, op zoek naar
het vergetene, het afwezige, het anders onzichtbare, het sociaal plooibare;
Onder plaatselijke verdoving wordt de zwelling geopend en de aanwas
verwijderd, waarna pijn en zwelling snel afnemen;
Door de tropische warmte gaan de poriën wijd openstaan;
zij ligt met haar ene been uit de bank na te hijgen van de opgedane indrukken;

 

Xavier Roelens (Rekkem, 21 september 1976)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

De zingende mannen

Het zijn de zingende mannen. Elke stad heeft ze,
zingend voor hun avondeten of gewoon voor de lol.

Hoeken en open deuren zijn goede plaatsen om ze aan te treffen,
aan de randen van de dingen, neuriënd, neuriënd.

Of uit volle borst zingend om de maan op te slokken,
de pezen in hun nek maken valleien in hun stoppels

en de liedjes uit het geheugen,
uit een tijd dat ze niet slechts de zingende mannen waren,

maar levens hadden waarin ze, als ze geluk hadden, een beetje muziek
persten, tussen de geliefden, de kinderen, de vrouwen door.

Maar nu zijn het alleen nog de liedjes die overblijven
om ze geketend te houden aan de aarde,

’s werelds grootste groep, die liefdesballaden op de veerboot van Staten Island meeneemt,
slavenliedjes in New Jersey, folk in Moskou, blues in Leeds

en natuurlijk hier, aan de rand van de metro,
opera zingend op de trappen van Balham-station,

de solo’s weergalmend tot aan de controlepoortjes van de Greyhound haltes
en perfect gekleed— een gouden blikje Extra,

de baard over zijn kin gekrabbeld, vuil als nerven in het hout,
terwijl hij daar zit, benen gespreid, en de forenzen welkom heet.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2021 en ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.

Owen Sheers, Joseph O’Connor

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Last Act

Don’t be surprised it has taken so long
to show you these:
the gaps like missing teeth
in the face of my speech,
the silent mouthing 0,
the stuck record of my tongue
and the countdown through the page
to the zero of the word
failing to catch. Because
isn’t this always the last act?
The drawing back of the curtain
to show the parts we’ve played.
The previous scenes stacked in the wings
and at the centre, under the spotlight,
the actor, bowing as himself
for the first time all night.

 

Marking Time

That mark upon your back is finally fading
in the way our memory will,
of that night our lust wouldn’t wait for bed
so laid us out upon the floor instead
where we worked up that scar —
two tattered flags flying from your spine’s mast,
a brand-burn secret in the small of your back.

I trace them now and feel the disturbance again.
The still waters of your skin broken, the volte engaging
as we make our marks like lovers who carve trees,
the equation of their names equalled by an arrow
that buckles under time but never leaves,
and so though changed, under the bark, the skin,
the loving scar remains.

 

The Singing Men

They are the singing men. Every city has them,
singing for their supper or just for the hell of it.

Corners and doorways are good places to find them,
on the edges of things, humming, humming.

Or full-throated, singing to swallow the moon,
the tendons in their necks making valleys in their stubble

and the songs from memory,
from a time when they weren’t just the singing men

but had lives, in which, if they were lucky, they’d squeeze
a little music in, between the lovers, the kids, the wives.

But now it’s just the songs that are left
to keep them threaded to the earth,

the world’s greatest group, toting love ballads on the Staten Island ferry,
slave songs in New Jersey, folk in Moscow, blues in Leeds

and of course here, on the edge of the underground,
singing opera on the steps of Balham tube,

his solos resounding down to the ticket barriers’ greyhound stalls
and his costume perfect — one gold can of Extra,

beard scribbled over his chin, dirt like grain in the wood,
as he sits there, legs open, welcoming the commuters home.

 

Bomen

Je zegt me dat je een eik hebt geplant
In het midden van het bovenste veld.

Als ik vraag hoe lang het duurt voordat
hij zal zijn uitgegroeid, knik je met je hoofd

en zegt ‘wel even’
en ik besef dat ik dat had kunnen weten.

Je plantte tenslotte bomen voor onze aankomsten,
één voor elk van ons in het noorden, zuiden en westen van het huis,

en nu heb je deze geplant —
een vingerdikke jonge boom, door de wind in een lange boog getrokken,

geladen met de belofte van wat hij zal worden,
afgetekend tegen een rood wordende lucht

die de ondergang of opkomst van een zon zou kunnen zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

De Ierse schrijver Joseph Victor O’Connor werd geboren op 20 september 1963 in Dublin. Zie ook alle tags voor Joseph O’Connor op dit blog.

Uit: De verkoper (Vertaald door Aad van der Mijn)

“Proloog. Glen Bolcain Dalkey Avenue November 1994.

Lieveling, als ik in mijn dagboek die laatste, vreselijke maanden van vorig jaar opsla, lees ik weer dat ik Donal Quinn voor het eerst heb gezien op die ochtend in oktober in zaal 29 van de Four Courts, waar het stonk naar schimmel en oude, stoffige, in leer gebonden boeken. Ik was verbaasd toen hij binnenkwam. Ik had waarschijnlijk verwacht dat iedereen toch minstens stil zou worden en op zou kijken op het moment dat de drie bewakers hem de zaal in brachten en naar de beklaagdenbank leidden; maar zo was het niet, er werd gewoon doorgepraat. De gerechtsbeambten en de advocaten gingen verder met het uitwisselen van paperassen en dikke mappen, de eerstaanwezende advocaat verboog met zijn tanden al grinnikend een paperclip, de agenten in de zaal lachten zachtjes, knikten of liepen drukdoende en gewichtig heen en weer alsof zij door een belangrijk persoon opgemerkt wilden worden. Daar kwam hij, brutaal haast en met een houding alsof de hele zaak van hem was, terwijl de potige mannen in donkere uniformen meer een vorstelijk gevolg dan een stel gevangenbewaarders leken. De eerwaarde Seánie legde zijn vingertoppen op de bovenkant van mijn pols en zei dat ik moest proberen kalm te blijven. Het eerste wat me geloof ik aan hem opviel toen hij de treden van de beklaagdenbank op liep, was dat hij zo klein was. Hij had tengere handen en bevallige voetjes. Hij bewoog snel en schoksgewijs, als een schuw wintervogeltje. Hij droeg een blauwe das met een vaag zwart-wit ruitjesmotie zo’n pak uit een winkelketen dat er in de etalage mooi uitziet,  maar dat bij daglicht goedkoop, kleurloos en slobberig blijkt te zijn, en verder een paar versleten sportschoenen, wat mij onder deze omstandigheden een beetje vreemd voorkwam. Hij had bakkebaarden. Zijn armen waren kort en dik. Hij had iets weerzinwekkend efficiënts over zich. Hij had zo voor een bokser kunnen doorgaan. Zijn haar was veel lichter van kleur dan het op de krantenfoto’s leek: rossig, slecht geknipt in een ouderwets bloempotmodel en al wat dun op de kruin. Het leek of hij het zelf had geknipt. Hij reageerde nauwelijks toen de drie andere beklaagden werden binnengebracht en naast hem in de beklaagdenbank werden gezet. Ik heb hem geen moment naar de juryleden — acht mannen en vier vrouwen — zien kijken. Hij zat er verveeld bij, met afhangende schouders en zijn hoofd een beetje schuin, de lusteloosheid in persoon. Het had bijna een hele week onafgebroken geregend, maar toch was het warm voor oktober. In de rechtszaal hing een benauwde, bedompte lucht, het leek een plek die in feite al niet meer van deze wereld was. De gezette gerechtssecretaris zat achter zijn lessenaar voor de rechter hevig te zweten, en ik kreeg de stellige indruk dat de gerechtsdienaren bij de zijdeur gewoon zaten te slapen. Ik herinner me dat een van de advocaten aan de rechter vroeg of er iets gedaan kon worden aan wat zij de atmosfeer in de rechtszaal noemde en de rechter begreep niet meteen wat zij bedoelde.

 

Joseph O’Connor (Dublin, 20 september 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2021 en ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.

Michael Deak, Owen Sheers

De Nederlandse dichter, journalist en docent Michael Deak (pseudoniem van Simon Kapteijn) werd geboren op 18 september 1920 in Alkmaar.  Zie ook alle tags voor Michael Deak op dit blog.

 

Vraag om antwoord

Als je dit leest – in het geheim wellicht,
want liefdes rijkste is zonder rijk gebleven –
moet je maar denken dat dit klein gedicht
alleen voor jou vanavond is geschreven.

En sidderen straks je spiegelborsten even,
op vingertoppen uit hun kleed gelicht,
dan is ’t van zonden, allereerst bedreven,
die je mij schenken zou om dit gedicht.

Ik wil wel weten wat een lied aanricht
in ’t meisjeshart met zijn verborgen leven,
en waar de brand woedt die ik heb gesticht.

Schrijf mij vannacht een brief van geen gewicht,
wat woorden die op de avondwind aandreven:
een billet doux dat ons tot niets verplicht.

 

Odysseus

Odysseus op de rede van een bed
en zonder zeil en zonder z’n gezellen,
met enkel avonturen te vertellen
en door de ziekte Circe zeer besmet.

De nacht is een zwart venster met één ster
en ’t eiland is zo ver en onbevaren
en elke droom bedrog die doortocht ware
en elke dag de dag van maanden her.

Soms spoelen hoge meisjesstemmen aan
die in het voorjaar zijn op drift geraakt –
dan gaat de wind geruisloos over zee.

En helder treedt in een kristallen traan
die van heur haren het hecht vlechtwerk slaakt,
eeuwig en eenzaam als Penelope.

 

Lorelei

…………………voor Li

Lilorelei, brocaten siergewaden
benijden het geheimere batist:
uw heupvaas stemt een streelhand tot verraden,
jaloerser hand tot zijn batisten list,

strelenderwijs, o hand op heterdaden,
die wil onder brocaat zijn uitgewist
om met een vingerlid het rag te raden
waarin de spin over het spel beslist.

Lilorelei, ik zie wat gij niet ziet:
de vijver en de vis erin geschapen
en man en muis en wier en waterkant.

Elkander is een land zonder verschiet
als heup en hand niet meer onenig slapen
zó weelderig en warm en clairvoyant.

 

Michael Deak (18 september 1920 – 5 september 2016)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Kielwater

Hij kijkt me recht in de ogen,
negentig jaar oud,
dubbelgevouwen in zijn favoriete stoel,

en zegt dat hij dit niet wil,
zichzelf te zien sterven, de dokter verder
te zien peilen naar de diepte van zijn gehavende longen.

Hij, die zelf zoveel jaren de borst
van anderen tegen het licht heeft gehouden
om de stormen te voorspellen die zich daar verzamelden,

de rukwinden en depressies
die de twee bleke oceanen vervuilden,
stijgend en dalend in de romp van de ribbenkast.

Hier is dan de oude vloek
van te veel kennis, drijfhout
verzameld langs de kust van een eeuw.

Hij nestelt zich in de stoel
en ik zeg wat ik wil, maar mijn woorden zijn gesproken
tegen een kustwind in lang nadat het schip is weggevaren.

Later brengt hij me naar de deur
en terwijl hij in de opening staat om me uit te zwaaien
weten we allebei dat er al een overlijden is geweest,

een dat kielwater heeft achtergelaten als van een groot schip,
dat de zee kilometers aan weerszijden verstoort,
maar dat het water direct achter zijn achtersteven achterlaat,

vreemd tot bedaren gekomen, gekeerd, vers,
en hoe dan ook nieuw,
als de eerste zee die er ooit was

of er ooit zal zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18september 2020 en ook mijn blog van 18 september 2018 en ook mijn blog van 18 september 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en eveneens deel 3.

Leonard Cohen, Owen Sheers

De Canadese dichter, folk singer-songwriter en schrijver Leonard Cohen werd geboren op 21 september 1934 te Montréal. Zie ook alle tags voor Leonard Cohen op dit blog.

Uit: The favorite game

“8
His father decided to rise from his chair.
“I’m speaking to you, Lawrence!”
“Your father’s speaking to you, Lawrence,” his mother interpreted.
Breavman attempted one last desperate pantomime.
“Listen to your father breathing.”
The elder Breavman calculated the expense of energy, accepted the risk, drove the back of his hand across his son’s face.
His lips were not too swollen to practise “Old Black Joe.”
They said she’d live. But he didn’t give it up. He’d be one extra.

9
The Japs and Germans were beautiful enemies. They had buck teeth or cruel monocles and commanded in crude English with much saliva. They started the war because of their nature.
Red Cross ships must be bombed, all parachutists machine-gunned. Their uniforms were stiff and decorated with skulls. They kept right on eating and laughed at appeals for mercy.
They did nothing warlike without a close-up of perverted glee.
Best of all, they tortured. To get secrets, to make soap, to set examples to towns of heroes. But mostly they tortured for fun, because of their nature.
Comic books, movies, radio programmes centred their entertainment around the fact of torture. Nothing fascinates a child like a tale of torture. With the clearest of consciences, with a patriotic intensity, children dreamed, talked, acted orgies of physical abuse. Imaginations were released to wander on a reconnaissance mission from Calvary to Dachau.
European children starved and watched their parents scheme and die. Here we grew up with toy whips. Early warning against our future leaders, the war babies.”

 

Leonard Cohen (21 september 1934 – 7 november 2016)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Onderbreking
Voor L.

Een nacht lang oostenwind en een kastanjeboom
die zijwaarts tegen de hoogspanningslijnen veegt
heeft het huis tot dit verstild:

bronnen van duisternis in de gang,
deuren die uitkomen op mijnschachten van de nacht
en wij,

bij het vuur zittend,
whisky nippend
tegen de vlammen en het stof.

Een avond van onbekende obstakels,
kamers gekrompen tot de halo van de kaars,
de wereld verkleind.

Je spreekt vanaf de oever van de andere stoel,
zegt dat je alleen maar lang genoeg
wilt leven om goed te worden op de hobo

en ik herinnerde me een vlieg die ik die ochtend zag,
trillend tegen een raam als de naald van een tatoeëerder
richting de strook die lucht was en geen glas,

ik denk dat ik het begrijp.
Dat het tot slot om de kleine overwinningen gaat,
Die, uiteindelijk, genoeg zijn
.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2020 en eveneens mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.

Owen Sheers, Joseph O’Connor

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Intermission
For L.

A night-long easterly and a chestnut tree
side-swiping the power lines
has stilled the house to this:

wells of darkness in the hallway,
doors opening onto mine shafts of night
and us,

sitting by firelight,
tipping heels of whisky
against the flames and the dust.

An evening of unfamiliar obstacles,
rooms shrunken to the candle’s halo,
the world lessened.

You speak from the shore of the other chair,
saying all you really want is to live
long enough to be good at the oboe

and remembering a fly I saw that morning,
vibrating across a window like a tattooist’s needle
towards the slip of space that was air not glass,

I think I understand.
That it is after all the small victories that matter,
that are In the end, enough.

 

Winter Swans

The clouds had given their all –
two days of rain and then a break
in which we walked,

the waterlogged earth
gulping for breath at our feet
as we skirted the lake, silent and apart,

until the swans came and stopped us
with a show of tipping in unison.
As if rolling weights down their bodies to their heads

they halved themselves in the dark water,
icebergs of white feather; paused before returning again
like boats righting in rough weather

‘They mate for life’ you said as they left,
porcelain over the stilling water. I didn’t reply
but as we moved on through the afternoon light,

slow-stepping in the lake’s shingle and sand,
I noticed our hands, that had, somehow,
swum the distance between us

and folded, one over the other;
like a pair of wings settling after flight.

 

Nog niet mijn moeder

Gisteren vond ik een foto
van jou op je zeventiende,
met een paard aan je hand en lachend,
nog niet mijn moeder.

De strakke rijpet verborg je haar,
en je benen waren nog de lange schenen van een jongen.
Je hield het paard aan de halster vast,
je hand een vuist onder zijn enorme kaak.

De omgewaaide bomen lagen nog op de achtergrond
en de lucht was korrelig door ‘t oude fotorolletje,
maar wat me opviel was je gezicht,
dat van mij was.

En ik dacht, een seconde lang, dat jij mij was.
Maar toen zag ik het damesjasje,
nauw in de taille, de ballonvormige rijbroek,
en natuurlijk de datum, gekrast in de hoek.

Dat alles vertelde me nog eens,
dat jij het was op je zeventiende, met een paard aan je hand
en lachend, nog niet mijn moeder,
hoewel ik duidelijk al je kind was.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

 De Ierse schrijver Joseph Victor O’Connor werd geboren op 20 september 1963 in Dublin. Zie ook alle tags voor Joseph O’Connor op dit blog.

Uit: The Thrill of it All

“Who was this wraith? Whence had he come? My classmates traded theories about his birthplace. China was a candidate, as were Laos and Malaysia. Oddly, I don’t remember anyone ever suggesting Vietnam, his long-departed actual motherland. What was certain was that he’d been adopted in South Yorkshire as a child, looked fabulous and didn’t talk much. What Fran had wasn’t confidence. It was a million miles from flounce. The closest I can come is ‘dignity’. And you want to watch out when you’ve dignity in England because it can look like you’re taking yourself seriously.
Our first conversation took place on the afternoon of Good Friday 1982, which fell on April 9th. The holy day tended to unleash a viral panic through the undergraduate body, for it was one of only two throughout the entire year when the student bar, The Trap, being administered by an observant Irish Catholic landlord, was closed. The unease would commence at the start of Easter Week, rising to full-blown hysteria as Spy Wednesday approached. There would be no drink. What would we do? By Holy Thursday night, you could have sodomised anyone in the college in return for a six-pack of Harp.
The form was to stockpile and repair to someone’s flat, in one of the many crumbling old houses partitioned into bedsits for students or the not-quite-destitute. There, the Zeppelin wailed and the wallpaper peeled as Christ’s tears spattered the windows. A nice girl studying Accountancy would end up weeping into the communal toilet on the landing, puking like a fruit machine, her hair held aloft by some monster out of Poe, his other paw working its way into her tights. Scholars in a wardrobe chewed at one another under damp coats. The corrugated kacks of the lessee or his cousin dried by an electric fire. Some wurzle would start a fisticuff and get kicked down the stairs, only to return, an hour later, eyes raging for forgiveness, the bottle of Blue Nun he’d stolen from the 24-hour minimart in the town his passport back into the pleasure-dome.
Rebel-yells, drunken gropes. Lachrymose talk. Backroom fingerings, declined lunges, Black Sabbath’s ‘Paranoid’, stale bread in the toaster at dawn. My Purgatory will be a thousand years of Good Friday, circa 1982, reeking of chips, old carpet, crushed sexual hopes and unlaundered nylon bed-sheets sprinkled with Brut aftershave by a student of Agricultural Science.”

 

Joseph O’Connor (Dublin, 20 september 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 20e september ook mijn blog van 20 september 2020 en eveneens mijn blog van 20 september 2019 en ook mijn blog van 20 september 2018.

Michaël Zeeman, Owen Sheers

De Nederlandse dichter, schrijver, journalist en literair criticus Michaël Zeeman werd geboren op Marken op 18 september 1958. Zie ook alle tags voor Michaël Zeeman op dit blog.

 

Othello’s klacht

I.
Als een mantel lag ik op haar armen en
als een kat heb ik geslapen in haar schoot.

Ja: begraaf haar in het laken van haar bruidsbed
wikkel haar haastig in die groezelige oude krant,
maak kort het knisteren van de zijde, gesteven
als een doodshemd, bijna stijver dan haar lijk
.

Laat al die uitgelopen regels zich bijten in de
bleke lijnen die ik zo doelloos heb gestreeld.

En leg haar dan onder de zilverwilg: dompel haar
in de kille en vochtige schaduw en laat de takken
de handen van wie ze wil buigen bespugen met hun
ranzige schuim – om waar zij mijn liefde voor hield.

Werp haar weg. Als het dagen oude nieuws, als het
gesprek van weken her. Laat het water haar gisten
tot de vette was waarvan men grove kaarsen draait.

II.
Het beest met brede klauwen: het scheurde mij.
Een uitgeputte vogel die landde op mijn borst,
met mij naar zee vertrok en terug mij niet
alleen liet in de storm noch in het vuur.

Een kind verstijfd op mijn rug bij
het doorwaden van een oeverloze stroom.
Mijn adem schuurde langs zijn handen
mijn liefde vijlde aan mijn hart.

Mijn moeders stervensdoek in haar hand
geklemd maar in haar bed gelaten en het
geile zweet dat in de droge doodsangst drong:

mijn machteloze tederheid versmaad tot sentiment
mijn ernst haar tijdverdrijf – dat ik haar liefhad
een vergeten knikker in het verregende zand.

III.
Ik drink uit een gebroken glas
een rand van tanden dringt zich
in mijn woorden ik scheer het bloed
van mijn lippen als het stolsel
van een rubberboom.

Toen sloegen er vlammen uit de muur
gebaarden van achter mijn boekenkast:
in ruggen staat de halve as bijeen
als een leger van dorre bedienden.

Ik zal mij voortaan tooien met een glazen kroon
rood is het schuim van mijn oor tot mijn mond en
er groeien grauwe takken aan mijn hand. Als er
kaarslicht door mijn ramen valt vindt men geen
hond die harder schreeuwt dan ik.

 

Michaël Zeeman (18 september 1958 – 27 juli 2009)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Oriëntatiepunt

Achteraf waren ze tijdloos
en bleven zo even liggen voordat ze opstonden,
zich aankleedden, hun kleren weer van

de witbloeiende takken van de sleedoornboom haalden.
En ze maakten al weer deel uit van de dingen:
zijn horloge, haar oorbellen, hun lompe schoenen.

Ze merkten de telefoondraden op, de tijd,
zelfs de kapotte vacht van een al lang dood schaap
opgevouwen onderaan de bank.

Weglopend stopten ze en draaiden zich om, keken achterom,
hielden elkaar vast alsof loslaten voor altijd zou betekenen,
en ze zagen waar ze vandaan kwamen —

een dubbele schaduw van groen geperst gras, gewichtsafdruk.
Een sarcofaag, ondiep tussen de lange halmen
en compleet zonder hen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn blog van 18september 2020 en ook mijn blog van 18 september 2018 en ook mijn blog van 18 september 2016 deel 1 en eveneens deel 2 en eveneens deel 3.

Leonard Cohen, Owen Sheers

De Canadese dichter, folk singer-songwriter en schrijver Leonard Cohen werd geboren op 21 september 1934 te Montréal. Zie ook alle tags voor Leonard Cohen op dit blog.

Uit: The favorite game

“7
Come back, stern Bertha, come back and lure me up the torture tree. Remove me from the bedrooms of easy women. Extract the full due. The girl I had last night betrays the man who pays her rent.
That is how Breavman invoked the spirit of Bertha many mornings of his twenties.
Then his bones return to chicken-width. His nose retreats from impressive Semitic prominence to a childhood Gentile obscurity. Body hair blows away with the years like an ill-fated oasis. He is light enough for handbars and apple branches. The Japs and Germans are wrong.
“Play it now, Bertha?”
He has followed her to precarious parts of the tree.
“Higher!” she demands.
Even the apples are trembling. The sun catches her flute, turns the polished wood to a moment of chrome.
“Now?”

“First you have to say something about God.”
“God is a jerk.”
“Oh, that’s nothing. I won’t play for that.”
The sky is blue and the clouds are moving. There is rotting fruit on the ground some miles below.
“Fug God.”
“Something terribly, horribly dirty, scaredy-cat. The real word.”
“Fuck God!”
He waits for the fiery wind to lift him out of his perch and leave him dismembered on the grass.
“Fuck GOD!”
Breavman sights Krantz who is lying beside a coiled hose and unravelling a baseball.

“Hey, Krantz, listen to this. FUCK GOD!”
Breavman never heard his own voice so pure. The air is a microphone.
Bertha alters her fragile position to strike his cheek with her flute.
“Dirty tongue!”
“It was your idea.”
She strikes again for piety and tears off apples as she crashes past the limbs. Nothing of her voice as she falls.
Krantz and Breavman survey her for one second twisted into a position she could never achieve in gym. Her bland Saxon face is further anesthetized by uncracked steel-rimmed glasses. A sharp bone of the arm has escaped the skin.

After the ambulance Breavman whispered.
“Krantz, there’s something special about my voice.”
“No, there isn’t.”
“There is so. I can make things happen.”
“You’re a nut.”
“Want to hear my resolutions?”
“No.”
“I promise not to speak for a week. I promise to learn how to play it myself. In that way the number of people who know how to play remains the same.”
“What good’s that?”
“It’s obvious, Krantz.”

 

Leonard Cohen (21 september 1934 – 7 november 2016)

 

De Engelse (Welshe) dichter, schrijver en presentator Owen Sheers werd geboren op 20 september 1974 in Suva op de Fiji eilanden. Zie ook alle tags voor Owen Sheers op dit blog.

 

Winterzwanen

De wolken hadden alles gegeven –
twee dagen regen en dan een pauze
waar we doorheen gingen,

de drassige aarde
naar adem happend aan onze voeten
terwijl we langs het meer liepen, stil en apart,

totdat de zwanen kwamen en ons tegenhielden
met een show van trappelen in harmonie.
Alsof ze gewichten over hun lichaam naar hun hoofd rolden

halveerden ze zichzelf in het donkere water,
ijsbergen van witte veren, pauzeerden voordat ze weer terugkeerden
zoals boten die rechtop gaan staan bij ruw weer.

‘Ze blijven levenslang bij elkaar’ zei je toen ze weggingen,
porselein over het stille water. Ik antwoordde niet
maar terwijl we voortbewogen door het middaglicht,

langzaam stappend door het grind en zand van het meer,
merkte ik onze handen op die op de een of andere manier
de afstand tussen ons hadden gezwommen

en zich vouwden, de een over de ander,
als een paar vleugels dat na de vlucht tot rust komt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Owen Sheers (Suva, 20 september 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e september ook mijn blog van 21 september 2019 en ook mijn blog van 21 september 2018.