De Chileense dichter Pablo Neruda (eig. Ricardo Eliecer Neftalí Reyes Basoalto) werd geboren in Parral op 12 juli 1904. Zie ook alle tags voor Pablo Neruda op dit blog.
Uit: Honderd liefdessonnetten
XI
Ik honger naar je mond, je stem, je haren
En vasten en stom loop ik door de straten,
Het brood voedt me niet, de ochtend ontwricht me,
Ik zoek je voetgeklater in de dagen.
Ik honger naar je losgeslagen lach,
Je handen, als het razend graan gekleurd,
Ik honger naar je bleke stenen nagels
En wil je huid, gave amandel, eten.
Ik wil eten de straal door je schoonheid verbrand,
Je neus, de vorstin van je trotse gezicht,
Ik wil eten de vluchtige schaduw van je wimpers
En hongerig besnuffel ik de schemer
Jou zoekend, zoekend naar je bloedwarm hart
Als poema in ’t verlaten Quitratùe.
Vertaald door Catharina Blaauwendraad
Vannacht kan ik de treurigste verzen schrijven
Vannacht kan ik de treurigste verzen schrijven.
Bijvoorbeeld schrijven: ‘De nacht ligt aan stukken,
en blauw huiveren de sterren, in de verte.’
De nachtwind roert zich zingend in de hemel.
Vannacht kan ik de treurigste verzen schrijven.
Ik hield van haar en soms hield zij ook van mij.
In nachten als deze hield ik haar in mijn armen.
Zo vaak heb ik haar onder het eindeloze firmament gekust.
Zij hield van mij, soms hield ik ook van haar.
Hoe zou ik niet gehouden hebben van haar grote, stille ogen.
Vannacht kan ik de treurigste verzen schrijven.
Bedenken dat ik haar niet meer heb. Betreuren dat ik haar verloor.
Luisteren naar de onmetelijke nacht, onmetelijker zonder haar.
En het vers valt in de ziel als op het weiland dauw.
Wat geeft het dat mijn liefde haar niet kon behouden.
De nacht ligt aan stukken, en zij is niet bij mij.
Dat is alles. In de verte zingt een mens. In de verte.
Mijn ziel heeft met het verlies van haar geen vrede.
Alsof hij naar toe wil, zoekt mijn blik.
Mijn hart zoekt haar, maar zij is niet bij mij.
Dezelfde nacht maakt wit dezelfde bomen.
Wij, die van toen, zijn niet dezelfden meer.
Ik houd niet langer van haar, nee, maar wat hield ik van haar.
Mijn stem zocht naar de wind om aan haar oor te komen.
Een ander. Een ander zal ze toebehoren. Zoals ooit mijn lippen.
Haar stem, haar duidelijke lichaam. Haar oneindige blik.
Ik houd niet langer van haar, nee, maar misschien houd ik van haar.
De liefde duurt zo kort en zo lang duurt vergetelheid.
Omdat in nachten zoals deze ik haar in mijn armen hield,
heeft mijn ziel met het verlies van haar geen vrede.
Al is dit de laatste pijn die zij mij doet,
en al zijn dit de laatste verzen die ik voor haar schrijf.
Vertaald door Barber van de Pol
De Nederlandse dichteres en schrijfster Carla Bogaards werd geboren in Voorburg op 12 juli 1947. Zie ook alle tags voor Carla Boogaards op dit blog.
Vaarwel
De eerste, onrijpe sneeuw viel als zuivere kerstversiering
bedekte onmerkbaar de stationsgebouwen, de perrons,
de daken van de huizen in het noorden van Frankrijk,
er soesde een bodempje sneeuw op de landerijen.
De trein verwijderde zich schokkend van Parijs,
onwillig bemand door een man in uniform,
verstoten door de stad.
Ik liet me brood en wijn brengen in de restauratiewagen
en dankte god voor het grote geschenk,
Parijs, gedecoreerd met smaragden dennentakken,
fonteinen waar de os en de ezel gedrenkt worden,
bankovervallen, verkeersopstoppingen,
agenten met onbeschaamd witte handschoenen,
hoogmoedige jonge officieren, zeeschuimers
spektakel in het Cirque d’Hiver, spiegels in de zalen,
mijn borsten waren van mistletoe
de wildvreemde man met beeldhouwershanden,
zoete limonade in blikjes.
Vergeef me mijn leugenachtigheid, bad ik,
ik speel het spel van de liefde,
u bent de heerlijkheid van de liefde.
De Duitse dichter en schrijver Stefan George werd geboren op 12 juli 1868 in Büdesheim. Zie ook alle tags voor Stefan George op dit blog.
Auf das Leben und den Tod Maximins: Das Zweite: Wallfahrt
Im trostlos graden zug von gleis und mauer
Im emsigen gewirr von hof und stiege –
Was sucht der fremde mit ehrfürchtigem schauer?..
Hier · Bringer unsres heils! stand deine wiege.
Im längs umbauten viereck wo die flecken
Von gras durchs pflaster ziehen und verschroben
Bei magren blumen die verschnittnen hecken:
Hast du zuerst den blick im licht erhoben.
Wie staubt der platz! von welchem lärme pocht er!
Getrab von tritten und geroll von wagen …
Wie ihre last Maria Annens tochter
Hat hier die mutter dich verkannt getragen.
Nur einst als frühling war fiel grau und silbern
Vom himmel tau und sprühte duftige funken
Und allen kindern haben blau und silbern
Die magren blumen lächelnd zugewunken.
Dies allen gleiche haus ist ziel der reise.
Wir sehn entblössten haupts die nackte halle
Aus der du in die welt zogst … Sind drei weise
Doch einst dem stern gefolgt zu einem stalle!
Das Dritte
Du wachst über uns
in deiner unnahbaren glorie:
Schon wurdest du eins
mit dem Wort das von oben uns sprach.
Wir fragen bei all
unsren schritten des tags deine milde.
So macht ihr diener
das lächeln der könige reich.
Doch senkt sich der abend
in der dir geweihten memorie:
Dann zittert die sehnsucht
dann greifen die arme dir nach ·
Dann drängen die lippen
zu deinem noch menschlichen bilde
Als wärst du noch unter uns ·
wärst uns noch – Herrlicher! gleich.
Noch zwingt mich treue über dir zu wachen…
Noch zwingt mich treue über dir zu wachen
Und deines duldens schönheit dass ich weile
Mein heilig streben ist mich traurig machen
Damit ich wahrer deine trauer teile.
Nie wird ein warmer anruf mich empfangen
Bis in die späten stunden unsres bundes
Muss ich erkennen mit ergebnem bangen
Das herbe schicksal winterlichen fundes.
De Nederlandse dichter Driek van Wissen werd geboren in Groningen op 12 juli 1943. Zie ook alle tags voor Driek van Wissen op dit blog.
Schaapjes tellen
Uit Engeland bereiken ons berichten
Dat schapen minder dom zijn dan men meent:
Een beetje schaap herkent mits goedgetraind
Zo’n vijftigtal verschillende gezichten.
Ik dacht meteen jaloers: kon ik dat maar.
Ik houd geen vijftig schapen uit elkaar.
Warming-up
Op de planeet die ik sinds kort bewoon
Heb ik als mens het voor elkaar gekregen
Dat wereldwijd de warmte is gestegen,
Doch ondank is ook dit keer ’s werelds loon:
Ik doe mijn best de wereld warm te houden,
Maar telkens maakt de wereld mij verkouden.
De Poolse schrijver, schilder en graficus Bruno Schulz werd geboren op12 juli 1892 in Drohobycz, in Galicië. Zie ook alle tags voor Bruno Schulz op dit blog.
Uit: Augustus (Vertaald door Gerard Rasch)
“Heel de grote zomer trok elke dag dwars door de donkere woning die zich op de eerste verdieping van een huis op de markt bevond: de stilte van de trillende luchtlagen, de zonbeschenen vierkanten van het parket die vurig op de vloer lagen te dromen; de melodie van een straatorgel, gedolven uit de diepste goudader van de dag; twee, drie maten van een refrein die ergens keer op keer een piano werden gespeeld en, verloren in het vuur van de diepe dag, in de zon op de witte trottoirs bezwijmden. Wanneer Adela de kamers had gedaan, deed ze de linnen gordijnen dicht en hulde zo ons huis in het donker. Dan werden de kleuren een octaaf lager, de kamers, die weggezonken leken in het licht van het diepst van de zee en nog matter weerkaatst werden in de groene spiegels, vulden zich met schaduw, terwijl al de hitte van de dag neersloeg op de gordijnen die zachtjes golfden in de dromen van het middaguur
’s Zaterdagsmiddags ging ik altijd met moeder uit wandelen. Uit het halfduister van het voorhuis kwamen we meteen in het zonnebad van de dag. Wadend in goud knepen de voorbijgangers van de hitte hun ogen half dicht, alsof er honing aan kleefde, terwijl hun opkrullende bovenlip hun tandvlees en tanden ontblootte.”
De Amerikaanse dichter, schrijver en filosoof Henry David Thoreau werd geboren in Concord, Massachusetts op 12 juli 1817. Zie ook alle tags voor Henry David Thoreau op dit blog.
I am the Autumnal Sun
Sometimes a mortal feels in himself Nature
— not his Father but his Mother stirs
within him, and he becomes immortal with her
immortality. From time to time she claims
kindredship with us, and some globule
from her veins steals up into our own.
I am the autumnal sun,
With autumn gales my race is run;
When will the hazel put forth its flowers,
Or the grape ripen under my bowers?
When will the harvest or the hunter’s moon
Turn my midnight into mid-noon?
I am all sere and yellow,
And to my core mellow.
The mast is dropping within my woods,
The winter is lurking within my moods,
And the rustling of the withered leaf
Is the constant music of my grief…
Zie voor nog meer schrijvers van de 12e juli ook mijn drie blogs van 12 juli 2011.