De Vlaamse schrijver Peter Terrin werd geboren in Tielt op 3 oktober 1968. Zie ook alle tags voor Peter Terrin op dit blog.
Uit: Monte Carlo
“De prins glundert. De belangrijkste dag van het jaar verloopt helemaal volgens plan. Met het verplichte diner achter de rug, met de praatjes tot een bevredigend einde gebracht, zoekt hij de hand van zijn Amerikaanse vrouw. Ze is zo elegant als haar ouders met haar naam hebben voorspeld.
De sfeer is gemoedelijk, het gezelschap is inmiddels aan elkaar gewend. Door de grote glaspartijen van de ontvangstruimte stroomt het zonlicht naar binnen, in de verte weerkaatst door de azuurblauwe zee, een schittering die men bijna kan horen. Een vogel in zweefvlucht trekt zijn aandacht, hoog tegen de hemel maakt hij steeds opnieuw rondjes, glijdt hij met de luchtstroom mee en keert zich er weer tegenin, als naait hij met zijn scherpe snavel lus na lus een onzichtbare scheur in de luchtlagen. En de prins wordt die vogel, hij kijkt neer op dit lapje grond tegen de flank van een berg, als een adelaar, hij kijkt mee over Gods schouder naar de menselijke bedrijvigheid, deze concentratie van inspanning en energie en intellect, deze roemruchte opeenhoping van buitengewone welvaart en architectuur, het romantische rijm met de kleuren van het gesteente hogerop, het verblindende wit van de gerangschikte jachten in de haven eronder – een prinsdom, bedenkt hij ouder en wijzer, en nostalgisch door de wijn, als een voortdurende, nooit in te lossen belofte. Daar pal middenin, haarscherp afgetekend, het circuit voor de grand prix. Een grillige ring van geladen afwezigheid.
Hij neemt de trouwring van zijn vrouw tussen de vingers en spreekt in stilte de hoop uit dat er vandaag geen doden zullen vallen, niet zoals vorig jaar. Met zijn andere hand strijkt hij zijn snor. Daarna keert de prins zich om naar zijn genodigden, maar in gedachten is hij bij Deedee.
Jack Preston was dertien toen hij aan de tractor van boer Colin sleutelde. Het was een oude Massey Ferguson, uit de vroege jaren dertig. Hij stond tegen een van de monumentale loodsen die dwars op de weg waren gebouwd, sommige zonder muren om het hooi droog te houden, zes aan weerskanten van de straat, die daardoor toch de indruk wekte een privéweg te zijn door het landbouwbedrijf van boer Colin. Sinds twee jaar was Jack Preston een zwijgzame jongen geworden; hij stond naast zijn moeder toen een man van het leger, met zijn pet tegen de glimmende knopen van zijn uniform, over hun hoofden heen het huis in staarde en woordelijk herhaalde wat hem was opgedragen.”
Peter Terrin (Tielt, 3 oktober 1968)
De Amerikaanse schrijver, dramaticus en essayist Gore Vidal werd geboren op 3 oktober 1925 in West Point, New York. Zie ook alle tags voor Gore Vidal op dit blog.
Uit: Caligula
« CALIGULA: I’m going to marry you.
DRUSILLA: You can’t. We’re not Egyptians.
CALIGULA: I know. We are much more beautiful.
DRUSILLA: Rome is not Egypt, and stop looking at yourself like that.
CALIGULA: Let’s go to Egypt then.
DRUSILLA: You are a fool.
CALIGULA: Caesar cannot be a fool.
DRUSILLA: But he’s trying very hard.
CALIGULA: Caesar cannot be a fool!
DRUSILLA: “Little Boots”, they’ll throw you in the Tiber if you attempt to move the government. So, you’re going to marry a respectable Roman lady of the senatorial class.
CALIGULA: No, I’m not.
DRUSILLA: Yes, you are! You’ve got to have an heir.
CALIGULA: Who will kill me when he grows up!
(…)
CALIGULA: That will be my wife.
DRUSILLA: Oh no! Not Caesonia.
CALIGULA: You’re impossible!
DRUSILLA: She’s the most promiscuous woman in Rome.
CALIGULA: Perfect!
DRUSILLA: Caesonia’s been divorced. She’s extravagant, always in debt.
CALIGULA: I want her.
DRUSILLA: But not for a wife.
CALIGULA: Send her to me now.
DRUSILLA: No, “Little Boots”. I won’t let you do it. It wouldn’t be wise.
CALIGULA: Yet such is the will of the senate and the people of Rome.“
Gore Vidal (3 oktober 1925 – 31 juli 2012)
Scene uit de remake van Gore Vidal’s Caligula, 2005
De Nederlandse dichteres Kira Wuck werd geboren in Amsterdam op 3 oktober 1978. Zie ook alle tags voor Kira Wuck op dit blog.
Als het regent op zondag
regent het bij ons anders dan bij anderen
de lucht is droger en de kat laat zich niet aaien
Vroeger hadden we een kijkgat in de schutting
daarachter gebeurde het
Vanuit de achtertuin zie je waar de vaat zich opstapelt
wat de afstand is tussen geliefden
als ze elkaar net niet raken
Intimiteit is erachter komen dat je met iemand
naar hetzelfde punt staart
zoals naar mijn ouders
die voor de zoveelste keer de muren witten
Kira Wuck (Amsterdam, 3 oktober 1978)
De Engelse schrijver en dierenarts James Herriot (pseudoniem van James Alfred Wight) werd geboren op 3 oktober 1916 in Sunderland. Zie ook alle tags voor James Herriot op dit blog en ook mijn blog van 3 oktober 2010.
Uit: All Things Wise and Wonderful
« Maybe I could guide the conversation along more clinical lines. `Any more symptoms?’ I asked. ‘Any cough, constipation, diarrhoea? Does she ever cry out in pain?’ The lady shook her head. ‘No, nothing like that. She just moons around looking at us with such a pitiful expression and searching for Emmeline.’ Oh dear, there it was again. I cleared my throat. ‘She never vomits at all? Especially after a meal?’ `Never. When she does eat a little she goes straight away to find Emmeline and takes her to her basket.’ `Really? Well I can’t see that that has anything to do with it. Are you sure she isn’t lame at times?’ The lady didn’t seem to be listening ‘And when she gets Emmeline into her basket she sort of circles around, scratching the blanket as though she was making a bed for the little thing.’ I gritted my teeth. Would she never stop? Then a light flashed in the darkness. `Wait a minute,’ I said. ‘Did you say making a bed?’ `Yes, she scratches around for ages then puts Emmeline down.’ `Ah yes.’ The next question would settle it. ‘When was she last in season?’ The lady tapped a finger against her cheek. ‘Let me see. It was in the middle of May — that would be about nine weeks ago.’ There wasn’t a mystery any more. `Roll her over, please,’ I said. With Lucy stretched on her back, her eyes regarding the surgery ceiling with deep emotion, I ran my fingers over the mammary glands. They were turgid and swollen. I gently squeezed one of the teats and a bead of milk appeared. `She’s got false pregnancy,’ I said. `What on earth is that?’ The lady looked at me, round-eyed. `Oh, it’s quite common in bitches. They get the idea they are going to have pups and around the end of the gestation period they start this business.”
James Herriot (3 oktober 1916 – 23 februari 1995)
De Vlaamse schrijver Stijn Streuvels, pseudoniem voor Frank Lateur werd geboren in Heule op 3 oktober 1871. Zie ook alle tags voor Stijn Streuvels op dit blog.
Uit: In oorlogstijd (Dagboeken)
“7 oktober 1917
De oorlog brengt ons altijd nieuwe stemmingen die als trilbeelden3 elkander in ons gemoed opvolgen. Er zijn er van algemene aard die bijblijven, – alzo4: de slechte hoedanigheid van het meel dat we uit het voedingscomiteit et eten krijgen; – de schaarsheid van kolen en het gebrek aan licht, – het gevoel van opgesloten te zijn als in krijgsgevangenschap… dat alles zijn dingen die bijblijven en die men gewaar wordt bij ’t wakkerworden, ’s morgens, en waarvan er de dag door gesproken wordt opdat we ’t toch niet vergeten zouden; – Maar daarbij zijn nog de vluchtige stemmingen die als trilbeelden opkomen en weer vervliegen in rasse1 vlucht.
Zo heb ik het nu vandaag. Het is kermiszondag. Van de kermis blijft echter niets meer over tenzij de herinnering aan de vroegere feestelijkheden, de overkomst2 van familieleden en een geweldige smulpartij die verschillende dagen duurde. Nu niets van dat alles. De zondag gaat voorbij in de zwaarste eenzaamheid. In ’t westen gaat het trommelvuur, omdat3 we eraan herinnerd zouden blijven dat het oorlog is. Gister kregen we duizend mannen troepen op ’t dorp maar ’t weer is zo slecht dat er op straat geen enkele van die duizend soldaten te zien is. Hier in huis hebben we een luitenant die de ganse dag te slapen ligt en twee ordonnancen4 die zitten te koekeloeren op hun bovenkamertje. In de keuken zijn de kinders aan ’t spel en ik kan gerust en ongestoord mijn zondagslectuur voortzetten met Goethe.
10 oktober 1917
Mijn luitenant heeft ontdekt dat hij toevallig bij iemand is ingekwartierd die van zijn vak is en hij komt kennis maken. Hij is een student Dr. in de Germaanse philologie en vereerder van Gezelle … en zo kunnen we wat praten over boeken en schriften.”
Stijn Streuvels (3 oktober 1871 – 15 augustus 1969)
Cover
De Franse schrijver Henri Alain–Fournier werd geboren op 3 oktober 1886 in Épineuil-le-Fleuriel (Cher). Zie ook alle tags voor Alain-Fournier op dit blog.
Uit: Le Grand Meaulnes
« Désoeuvré, le promeneur erra un long moment sur la rive sablée comme un chemin de halage. Il examinait curieusement les grandes portes aux vitres poussiéreuses qui donnaient sur des pièces délabrées ou abandonnées, sur des débarras encombrés de brouettes, d’outils rouillés et de pots de fleurs brisés, lorsque soudain, à l’autre bout des bâtiments, il entendit des pas grincer sur le sable.
C’étaient deux femmes, l’une très vieille et courbée ; l’autre, une jeune fille, blonde, élancée, dont le charmant costume, après tous les déguisements de la veille, parut d’abord à Meaulnes extraordinaire.
Elles s’arrêtèrent un instant pour regarder le paysage, tandis que Meaulnes se disait, avec un étonnement qui lui parut plus tard bien grossier : « Voilà sans doute ce qu’on appelle une jeune fille excentrique – peut-être une actrice qu’on a mandée pour la fête. »
Cependant, les deux femmes passaient près de lui et Meaulnes, immobile, regarda la jeune fille.
Souvent, plus tard, lorsqu’il s’endormait après avoir désespérément essayé de se rappeler le beau visage effacé, il voyait en rêve passer des rangées de jeunes femmes qui ressemblaient à celle-ci. L’une avait un chapeau comme elle et l’autre son air un peu penché ; l’autre son regard si pur ; l’autre encore sa taille fine, et l’autre avait aussi ses yeux bleus ; mais aucune de ces femmes n’était jamais la grande jeune fille.
Meaulnes eut le temps d’apercevoir, sous une lourde chevelure blonde, un visage aux traits un peu courts, mais dessinés avec une finesse presque douloureuse. Et comme déjà elle était passée devant lui, il regarda sa toilette, qui était bien la plus simple et la plus sage des toilettes…
Perplexe, il se demandait s’il allait les accompagner, lorsque la jeune fille, se tournant imperceptiblement vers lui, dit à sa compagne : « Le bateau ne va pas tarder, maintenant, je pense ?… »
Et Meaulnes les suivit. La vieille dame, cassée, tremblante, ne cessait de causer gaiement et de rire. La jeune fille répondait doucement. Et lorsqu’elles descendirent sur l’embarcadère, elle eut ce même regard innocent et grave, qui semblait dire : « Qui êtes-vous ? Que faites-vous ici ? Je ne vous connais pas. Et pourtant il me semble que je vous connais.”
Alain-Fournier (3 oktober 1886 – 22 september 1914)
Cover
De Russische dichter Sergej Aleksandrovitsj Jesenin werd geboren op 3 oktober 1878 in het dorpje Konstantinovo, bij Rjazan. Zie ook alle tags voor Sergej Jesenin op dit blog.
Zilveren weg, in sneeuw verzinkend
Zilveren weg, in sneeuw verzinkend,
waarheen roep je me, hoever?
Als een paaslicht, helder blinkend,
straalt er boven jou een ster.
Breng je vreugde, breng je lijden?
Voer je mij de waanzin in?
Zorg dat ik in lentetijden
nog jouw barse sneeuw bemin.
Reik mij avondrood als slede
berketwijg als leidsel aan.
Mogelijk zal ik daarmede
ooit Gods poorten binnengaan.
Vertaald door Margriet Berg en Marja Wiebes
Drasland en moerassen
Drasland en moerassen,
’s Hemels linnen blauwt,
Met zijn goudnaald-jas aan
Rinkelde het woud.
In het krullend lover
Zingt een mees het uit.
Sparren dromen over
Hakkend bijlgeluid.
Een konvooi gaat krakend
Over ’t weidepad –
Geur slaat van de spaken:
Halfdroog lindeblad.
Wilgenbomen horen
Briesje’s fluiten aan…
Land van mij, verloren,
Land, mij toegedaan!
Vertaald door Kees Jiskoot
Sergej Jesenin (3 oktober 1878 – 28 december 1925)
Monument in Moskou
De Amerikaanse schrijver Bernard Cooper werd geboren op 3 oktober 1951 in Hollywood, California. Zie ook alle tags voor Bernard Cooper op dit blog.
Uit: A Clack of Tiny Sparks
„Teresa Sanchez sat behind me in ninth-grade algebra. When Mr. Hubbley faced the blackboard, I’d turn around to see what she was read-ing; each week a new book was wedged inside her copy of Today’s Equations. The deception worked; from Mr. Hubbley’s point of view, Theresa was engrossed in the value of X, but I knew otherwise. One week she perused The Wisdom of the Orient, and I could tell from Theresa’s con-templative expression that the book contained exotic thoughts, guidelines handed down from high. Another week it was a paperback novel whose title, Let Me Live My Life, appeared in bold print atop every page, and whose cover, a gauzy photograph of a woman biting a strand of pearls, head thrown back in an attitude of ecstasy, con-firmed my suspicion that Theresa Sanchez was mature beyond her years. She was the tallest girl in school. Her bouffant hairdo, streaked with blond, was higher than the flaccid bouffants of other girls. Her smooth skin, plucked eyebrows, and painted finger-nails suggested hours of pampering, a worldly and sensual vanity that placed her within the domain of adults. Smiling dimly, steeped in daydreams, Theresa moved through the crowded halls with a languid, self-satisfied indif-ference to those around her. “You are merely children,” her posture seemed to say. “I can’t be bothered.” The week Theresa hid 101 Ways to Cook Hamburger behind her algebra book, I could stand it no longer and, after the bell rang, ventured a question. “Because I’m having a dinner par-tl,” said Theresa. “Just a couple of in-timate friends.” No fourteen-year-old I knew had ever given a dinner party, let alone used the word “intimate” in conversa-tion. “Don’t you have a mother?” I asked. Theresa sighed a weary sigh, suf-fered my strange inquiry. “Don’t be so naive,” she said. “Everyone has a mother.” She waved her hand to indi-cate the brick school buildings outside the window. “A higher education should have taught you that.” There-sa draped an angora sweater over her shoulders, scooped her books from the graffiti-covered desk, and just as she was about to walk away, she turned and asked me, “Are you a fag?” There wasn’t the slightest hint of rancor or condescension in her voice. The tone was direct, casual.”
Bernard Cooper (Hollywood, 3 oktober 1951)
De Franse dichter, schrijver en essayist Louis Aragon werd geboren op 3 oktober 1897 in Parijs. Zie ook alle tags voor Louis Aragon op dit blog en ook mijn blog van 3 oktober 2010.
Bierstube Magie allemande (Fragment)
Bierstube Magie allemande
Et douces comme un lait d’amandes
Mina Linda lèvres gourmandes
Qui tant souhaitent d’être crues
A fredonner tout bas s’obstinent
L’air Ach du lieber Augustin
Qu’un passant siffle dans la rue
Sofienstrasse Ma mémoire
Retrouve la chambre et l’armoire
L’eau qui chante dans la bouilloire
Les phrases des coussins brodés
L’abat-jour de fausse opaline
Le Toteninsel de Boecklin
Et le peignoir de mousseline
Qui s’ouvre en donnant des idées
Au plaisir prise et toujours prête
Ô Gaense-Liesel des défaites
Tout à coup tu tournais la tête
Et tu m’offrais comme cela
La tentation de ta nuque
Demoiselle de Sarrebrück
Qui descendais faire le truc
Pour un morceau de chocolat
Et moi pour la juger que suis-je
Pauvres bonheurs pauvres vertiges
Il s’est tant perdu de prodiges
Que je ne m’y reconnais plus
Rencontres Partances hâtives
Est-ce ainsi que les hommes vivent
Et leurs baisers au loin les suivent
Comme des soleils révolus
Tout est affaire de décors
Changer de lit changer de corps
À quoi bon puisque c’est encore
Moi qui moi-même me trahis
Moi qui me traîne et m’éparpille
Et mon ombre se déshabille
Dans les bras semblables des filles
Où j’ai cru trouver un pays
Louis Aragon (3 oktober 1897 – 24 december 1982)
Cover van een biografie over zijn jeugd
Zie voor nog meer schrijvers van de 3e oktober ook mijn blog van 3 oktober 2015 deel 2.