De Amerikaanse dichter, redacteur en hoogleraar Reginald Gibbons werd geboren in Houston op 7 januari 1947. Zijn moeder was Pools en zijn vader had deels Iers, deels Choctaw bloed. Gibbons studeerde magna cum laude af aan Princeton University in 1969 met een graad in Spaans en Portugees en ontving de Morris Croll Prize voor Poëzie. Vervolgens ging hij naar Stanford, waar hij zijn MA in Engels en Creatief Schrijven behaalde en in 1971 promoveerde in Vergelijkende Literatuurwetenschap Gibbons is de auteur van meer dan een half dozijn dichtbundels, waaronder “Sparrow”n New and Selected Poems“ (1997), winnaar van de Balcones Poëzieprijs en “Creatures of a Day” (2008), finalist voor de National Book Award. Hij is bekroond met de John Masefield Award van de Poetry Society of America. Hij heeft beurzen ontvangen van de Guggenheim Foundation, het Fulbright Program en de National Endowment for the Arts. Gibbons was redacteur van het tijdschrift TriQuarterly in de periode 1981-1997, gedurende welke tijd hij mede-oprichter en redacteur was van TriQuarterly Books. Hij werkte ook als columnist voor The American Poetry Review. Gibbons publiceerde ook korte verhalen en kritische essays, alsmede vertalingen van Spaanse en Mexicaanse poëzie en oude Griekse tragedies. Zijn eerste roman, “Sweetbitter” (1994), won de Anisfield-Wolf Book Award. Gibbons heeft gedoceerd aan de Princeton University, Northwestern University, en aan Warren Wilson College.
Luckies
The loop of rusty cable incises
its shadow on the stucco wall.
My father smiles shyly and takes
one of my cigarettes, holding it
awkwardly at first, as if it were
a dart, while the yard slowly
swings across the wide sill of daylight.
Then it is a young man’s quick hand
that rises to his lips, he leans against the wall,
his white shirt open at the throat,
where the skin is weathered, and he chats
and daydreams, something he never does.
Smoking his cigarette, he is even
younger than I am, a brother who
begins to guess, amazed, that what
he will do will turn out to be this.
He recalls the house he had
when I was born, leaning against it
now after work, the pale stucco
of memory, 1947.
Baby bottles stand near the sink inside.
The new wire of the telephone, dozing
in a coil, waits for the first call.
The years are smoke.
Reginald Gibbons (Houston, 7 januari 1947)