Robbert Welagen

De Nederlandse schrijver Robbert Welagen werd geboren in Dordrecht op 18 februari 1981. Hij volgde de kunstacademie in Den Bosch en studeerde kunstgeschiedenis in Utrecht. Welagen publiceerde verhalen in onder andere Hollands Maandblad, Bunker Hill en HP/De Tijd. Zijn eerste roman “Lipari“(2006) werd bekroond met de Selexyz Debuutprijs. In 2008 verscheen zijn tweede boek “Philippes middagen” en in datzelfde jaar ontving hij het Charlotte Köhler Stipendium, een prijs voor veelbelovend schrijftalent. In 2009 verscheen Welagens derde roman “Verre vrienden” die voor de BNG Literatuurprijs werd genomineerd, gevolgd door “Porta Romana in 2011”. Voor De Groene Amsterdammer schreef hij over beeldende kunst en interviewde hij Françoise Hardy.

Uit: Porta Romana

“In zijn hotelkamer markeerde Emilio met een pen op de stadsplattegrond de twee routes die hij als kind zeker moest hebben afgelegd. De ene route ging van het huis naar zijn lagere school. De andere route ging van het huis naar de kerk San Miniato al Monte. Allebei de routes bleven onder de Arno. Zijn jeugd moest zich vooral ten zuiden van de rivier hebben afgespeeld.
Halverwege de tweede route lag zijn middelbare school, maar daar was hij minder nieuwsgierig naar. Hij wilde verder terug in de tijd.
Emilio besloot deze dag te beginnen met het afleggen van de eerste route. Een taxi zette hem weer af voor Viale Torricelli 3. Zijn lagere school was vanuit het hotel dichterbij en de taxi had hem daar kunnen afzetten, maar hij wilde de route bovenop de heuvel beginnen, in de ochtend, zoals hij dat als kind ook gedaan had.
Vijf keer per week, twee keer per dag wandelde hij de Viale del Poggio Imperiale af en op. Nu hing er een milde geur van rook. Iemand was bladeren aan het verbranden achter een tuinmuur. De door boomwortels omhoog geduwde trottoirstenen. Voor zijn voeten schoot een hagedisje weg.
Hij bereikte de rotonde voor de Porta Romana en stak de weg over via het zebrapad. Het wit was bijna niet meer zichtbaar. De laan, geflankeerd door een stenen leeuw en een wolf, liet Emilio rechts liggen. Een pleintje vol met geparkeerde auto’s. De Porta Romana onderdoor, langs mensen die bij de bushalte stonden te wachten. Zij bezetten het trottoir, dus hij liep een stukje over de straat.
Het zonlicht werd in de Via Romana tegengehouden door de huizen. De gevels waren vuil. Het trottoir smal. Auto’s reden rakelings voorbij. Tussen deze grauwheid viel zijn oog op een lange muur waarachter een tuin schuilging. De takken van de bomen in die tuin hingen ver over de straat. Droge bladeren lagen opgehoopt tegen de ruitenwissers van de auto’s die eronder geparkeerd stonden.

 
Robbert Welagen (Dordrecht, 18 februari 1981)