Robert Musil, Michael Cunningham, Nelleke Noordervliet, Bea Vianen, Bert Vanheste

De Oostenrijkse schrijver Robert Musil werd geboren op 6 november 1880 in Klagenfurt. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Robert Musil op dit blog.

 

Uit: Die Verwirrungen des Zöglings Törleß

»Also nicht wahr, lieber Beineberg, Sie geben mir auf meinen Buben acht?« wandte sich Hofrat Törleß an den jungen Baron Beineberg, einen langen, knochigen Burschen mit mächtig abstehenden Ohren, aber ausdrucksvollen, gescheiten Augen.

Der kleine Törleß schnitt ob dieser Bevormundung ein mißmutiges Gesicht und Beineberg grinste geschmeichelt und ein wenig schadenfroh.

»Überhaupt«, — wandte sich der Hofrat an die übrigen, — »möchte ich Sie alle gebeten haben, falls meinem Sohne irgend etwas sein sollte, mich gleich davon zu verständigen.«

Dies entlockte nun doch dem jungen Törleß ein unendlich gelangweiltes: »Aber Papa, was soll mir denn passieren?!« obwohl er schon daran gewöhnt war, bei jedem Abschiede diese allzugroße Sorgsamkeit über sich ergehen lassen zu müssen.

Die anderen schlugen indessen die Hacken zusammen, wobei sie die zierlichen Degen straff an die Seite zogen, und der Hofrat fügte noch hinzu: »Man kann nie wissen, was vorkommt, und der Gedanke, sofort von allem verständigt zu werden, bereitet mir eine große Beruhigung: schließlich könntest du doch auch am Schreiben behindert sein.«

 

Scene uit een toneeluitvoering in het Rheinische Landestheater in Neuss, 2010

 

Dann fuhr der Zug ein. Hofrat Törleß umarmte seinen Sohn, Frau von Törleß drückte den Schleier fester ans Gesicht, um ihre Tränen zu verbergen, die Freunde bedankten sich der Reihe nach, dann schloß der Schaffner die Wagentür.

Noch einmal sah das Ehepaar die hohe, kahle Rückfront des Institutsgebäudes, — die mächtige, langgestreckte Mauer, welche den Park umschloß, dann kamen rechts und links nur mehr graubraune Felder und vereinzelte Obstbäume.

*****

Die jungen Leute hatten unterdessen den Bahnhof verlassen und gingen in zwei Reihen hintereinander auf den beiden Rändern der Straße, — so wenigstens dem dicksten und zähesten Staube ausweichend, — der Stadt zu, ohne viel miteinander zu reden.

Es war fünf Uhr vorbei und über die Felder kam es ernst und kalt, wie ein Vorbote des Abends. Törleß wurde sehr traurig.

Vielleicht war daran die Abreise seiner Eltern schuld, vielleicht war es jedoch nur die abweisende, stumpfe Melancholie, die jetzt auf der ganzen Natur ringsumher lastete und schon auf wenige Schritte die Formen der Gegenstände mit schweren glanzlosen Farben verwischte.“

 

Robert Musil (6 november 1880 – 15 april 1942)

 

De Amerikaanse schrijver Michael Cunningham is geboren in Cincinnati, Ohio op 6 november 1952. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Michael Cunningham op dit blog.

Uit: By Nightfall

„The Mistake is coming to stay for a while.“Are you mad about Mizzy?” Rebecca says.“Of course not,” Peter answers.One of the inscrutable old horses that pull tourist carriages has been hit by a car somewhere up on Broadway, which has stopped traffic all the way down to the Port Authority, which is making Peter and Rebecca late. “Maybe it’s time to start calling him Ethan,” Rebecca says.“I’ll bet nobody calls him Mizzy anymore but us. ”Mizzy is short for the Mistake.Outside the cab, pigeons clatter up across the blinking blue of a Sony sign. An elderly bearded man in a soiled, full-length downcoat, grand in his way (stately, plump Buck Mulligan?), pushes a grocery cart full of various somethings in various trash bags, go-ing faster than any of the cars. Inside the cab, the air is full of drowsily potent air freshener,vaguely oral but not really suggestive of anything beyond a chemical compound that must be called “sweet.” “Did he tell you how long he wants to stay?” Peter asks. “I’m not sure.”Her eyes go soft. Worrying overmuch about Mizzy ( Ethan ) is a habit she can’t break. Peter doesn’t pursue it. Who wants to go to a party in mid-argument?

He has a queasy stomach, and a song looping through his head.

I’m sailing away, set an open course for the virgin sea . . .

Where would that have come from? He hasn’t listened to Styx since he was in college.“We should set a limit,” he says.She sighs, settles her hand lightly on his knee, looks out the window at Eighth Avenue, up which they are now not moving at all. Rebecca is astrong-featured woman who is often referred to as beautiful but never as pretty. She may or may not notice these small gestures of hers, by which she consoles Peter for his own stinginess.

A gathering of angels appeared above my head.

Peter turns to look out his own window. The cars in the lane beside theirs are inching forward. A slightly battered blue Toyota- ish something creeps abreast, full of young men; raucous twenty- something boys blaring music loudly enough that Peter feels the thump-thump of it enter the cab’s frame as they approach. There are six, no, seven of them crammed into the car, all inaudibly shout-ing or singing; brawny boys tarted up for Saturday night, hair gelled into tines, flickers of silver studs or chains here and there as they roughhouse and bitch-slap. The traffic in their lane picks up speed, and as they pull ahead Peter sees, thinks he sees, that one of them, one of the four clamoring in the backseat, is actually an old man, wearing what must be a spiky black wig, shouting and shoving right along with the others butthin-lipped and hollow- cheeked.“

 

Michael Cunningham (Cincinnati, 6 november 1952)

 

De Nederlandse schrijfster Nelleke Noordervliet werd op 6 november 1945 in Rotterdam geboren. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Nelleke Noordervliet op dit blog.

 

Uit: Tussen angst en moed

„Veel buitenlanders bezoeken Nederland. Klompen. Molens. Tulpen. Van Gogh. Rembrandt. En weg zijn ze weer. Sommige buitenlanders bestuderen Nederland en schrijven over ons. Dat vinden we leuk. We willen weten wat ze van ons vinden, een nogal morbide neiging tot masochisme. Geef ons slaag! Aan dat verlangen wordt gul tegemoet gekomen. Gebeurt er in Nederland iets waarover een deel van de bevolking zich schaamt dan wordt daaraan meteen de vrees voor het oordeel in het buitenland gekoppeld. Wat zullen ze wel van ons denken. Het buitenland is altijd bereid zout in de wonden te strooien. The Times concludeerde naar aanleiding van de problemen rond het Nederlanderschap van Ayaan Hirsi Magan: ‘Een land dat van deze inzichten [die van Ayaan] geen kennis wil nemen, zet zichzelf niet alleen als onliberaal te kijk, maar heeft het vertrouwen in de veerkracht van zijn eigen democratie verloren.’ Hier wordt iedere nuance uit het oog verloren, maar menig Nederlander ondergaat de kastijding met vreugde.

In veel gevallen lijkt de studie van Nederland op het verslag van Gulliver uit Lilliput. Er wordt een vergrootglas over dat kleine landje gelegd en vol verbazing kijkt men naar het gewemel en de eigenaardige gewoonten. Hoe is het mogelijk: de burgers van Lilliput spelen ‘echt wereldje’. Er staat een streng mevrouwtje met een kroontje op aan het hoofd. In een schattig haventje komen scheepjes vol met een grappig wit goedje aan dat wordt verdeeld onder de kinderen die er hun neusjes mee volstoppen en dan hele weekends doordansen. Er zijn ook mannetjes met geweertjes druk doende elkaar pief-paf-poef in parkjes, plantsoentjes en voor hun eigen villaatjes neer te knallen. Dan is er een heus parlementje in een glazen huisje – ze noemen het de Haagse kaasstolp. En daaronder zitten heel veel muisjes. Het landje is dicht bevolkt en ook wel rijk. En de mensjes maken soms ruzie met elkaar. Dat heb je als je op elkaars lipjes woont. Ze hebben vooral ruzie over de mensjes die erbij zijn gekomen uit verre vreemde landen en die niet eens het taaltje spreken en een heel ander Godje aanbidden. De oorspronkelijke bewonertjes aanbidden Jezus of Mammon. De nieuwe noemen hem Allah. En ze hebben het allemaal over ‘respect’. Dat ze het niet krijgen. Pief-paf-poef. Pimmetje Fortuyn heeft geen respect voor de dieren. Pief-paf-poef. Theootje van Gogh heeft geen respect voor de moslims. Van Gogh? zeggen de Gullivers, die had toch wat met zijn oor?“

 

Nelleke Noordervliet (Rotterdam, 6 november 1945)



De Surinaamse dichteres en schrijfster
Bea Vianen werd geboren in Paramaribo op 6 november 1935. Zie ook mijn blog van 6 november 2010 en eveneens alle tags voor Bea Vianen op dit blog.

 

mijn beide handen

Mijn beide handen in je vaste greep

Onder mezelf trek ik een dikke streep

in gedachten. De bomen en de stilte weten

wie de grootste leugenaar mag heten

Van mij mogen herinneringen heten

Ik kon je niet vergeten.

Verloren plekjes opgespoord

Weet ik dat jij mij nog toebehoort

Houd mij dan vast in je greep

Maar onder mezelf trek ik een dikke streep!

 

het is genoeg

Het is genoeg, ga maar

Buiten wacht volslagen donker

Voor mij een geheim, voor jou

een hoer, een krotwoning waar

een rat nieuwsgierig zijn snor

steekt door een gat in de vloer

Grauwe kakkerlakken zich wringen

door de naden en meer

wat God alleen kan raden

Maar zij wacht en het is vannacht

belangrijk dat zij wacht

Wat! Hoe weet je dat!

 

Bea Vianen (Paramaribo, 6 november 1935)

 

De Vlaamse literatuurwetenschapper en auteur Gilbert (Bert) Vanheste werd geboren in Pervijze op 6 november 1937. Zie ook mijn blog van 6 november 2008 en ook mijn blog van 6 november 2009 en ook mijn blog van 6 november 2010

 

Uit: Vergeet François Seurel niet. Le grand Meaulnes, tachtig jaar later

‘Dit,’ zei de leraar, ‘is het boek over Augustin Meaulnes, de grote Meaulnes.’ Een van de tienduizenden leraren Frans die, van Oude Pekela tot Osaka, Alain-Fourniers in 1913 verschenen Le grand Meaulnes/Het grote avontuur onder de aandacht van hun leerlingen hebben gebracht. Toch een bijzondere leraar, deze Monsieur H. Een romanticus met voelhorens voor de literaire aanleg van een enkele leerling die hij na de les met een wonderlijk glimlachje de Salamander-vertaling van ‘het mooiste boek dat er bestaat’ aanreikt als remedie tegen de liefde. Nog ongewoner is wellicht zijn vermaning Meaulnes’ vriend niet uit het oog te verliezen: ‘Vergeet François Seurel niet, want… enfin, dat ontdek je nog wel.’

In Uitgesteld paradijs erkent de leerling – Benno Barnard – dat het hem nog ruim tien jaar heeft gekost om ‘dat’ te ontdekken, om achter de echte betekenis van Seurel te komen. Als zeventienjarige was hij nog niet bij machte zijn gevoelens onder woorden te brengen; wel herkende hij die in Het grote avontuur en dat dank zij ‘een van de geniaalste vondsten uit de geschiedenis van de roman’: Fournier ‘verdeelde zichzelf in twee ongelijksoortige helften, de held en de verteller, die hij beiden in evenredige mate was’. Die perspectiefverschuiving staat de lezer toe het standpunt van de verteller Seurel in te nemen, om zich vervolgens via hem te identificeren met de held Meaulnes. Het schrijverschap echter stelt volwassener eisen: de actieve beoefenaar ervan moet afscheid nemen van Meaulnes; alleen wie als Seurel afstand neemt van het paradijs kan ‘een nieuw paradijs’ creëren, ‘een besloten ruimte waarin alles onderling samenhangt’

 

Bert Vanheste (6 november 1937 – 23 februari 2007)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e november ook mijn vorige blog van vandaag.