De Nederlandse schrijver Sander Kok (ook bekend fotomodel) werd geboren in Arnhem op 31 augustus 1981. Kok studeerde literatuurwetenschap en kunstgeschiedenis en liep vanaf 2006 een aantal seizoenen shows voor onder meer Armani. Ook speelde Sander Kok in campagnes voor Mercedes, Lacoste en Samsung. Voor zijn modellenwerk woonde hij in New York, Seoul en Milaan. In 2017 debuteerde hij met “de roman “Smeltende Vrouw. Naar aanleiding van het verschijnen van deze filosofische roman werd de schrijver opgenomen in de Jonge Schrijversgids van Vrij Nederland.
Uit: Smeltende vrouw
“De mens spreekt vooral om zijn eigen stem te horen. Hij wil zijn stem horen om te controleren of hij nog deugt. Hij probeert zijn stem zoals een metaalbewerker op een stalen buis slaat om te controleren of ze hol is of massief, terwijl hij wel weet dat ze hol is. De buurmannen Andriessen en Reukens kenden elkaar al jaren, zonder ooit elkaar gesproken te hebben. Volgens Reukens lag dat aan de moderne tijd; de mensen spraken niet meer met elkaar. Als dat anders was geweest, wist hij, zou hij de eerste zijn om aan het gebruik een einde te maken — maar die waarheid hield hij in het onderste van zijn bewustzijn verborgen, als een vies tijdschrift dat onder op de stapel ligt en slechts eens in de zoveel tijd wordt opgepakt. Andriessen vond er niets van, hij hoefde niet zo graag te praten, met niemand eigenlijk, althans niet per se. De toevallige luisteraar was genoeg. Daarbij: hij dacht er niet eens over na. De buurman was zwijgzaam, zoveel was duidelijk, en dat was dat. Als de buurman niet sprak, waarom zou hij dan zelf spreken? Maar Reukens vond het vervelend. Elke keer dat hij Leo Andriessen zag, en ze zich binnen gehoorsafstand van elkaar bevonden, moest hij voorwenden met iets anders bezig te zijn, omdat het vreemd was om nu, na al die tijd, ineens tegen de buurman te praten. In de tien jaar dat Reukens en Andriessen in hun vrijstaande huizen naast elkaar woonden, was het contact nooit verder gekomen dan een klungelig handopsteken van een afstand: een groet in stilte, liefst zonder oogcontact, en in voorgewende drukte uitgevoerd. De echtgenote van de buurman, die door hem ‘Bella’ werd genoemd, was een slanke veertiger die zich buiten meestal op hoge hakken vertoonde. Ze liep altijd rechtop, de kin iets geheven. Naar de heersende maatstaven, dacht Reukens, was ze waarschijnlijk mooi, maar ze was het tegendeel van de vrouw die hem aantrok. Bella leek hem een barse vrouw. Bars, ja: een woord dat eigenlijk een man paste, maar misschien nog beter bij de agressieve, harde, afgelakte vrouwelijkheid van de buurvrouw. Bij haar man was ze anders. De strengheid in haar gezicht maakte plaats voor spot, maar een milde, haast lieve spot, een angstige spot ook, die zich nooit volledig als spot durfde te uiten. In de buurt van haar man kregen Bella’s bewegingen iets afwachtends en als zij dan bewoog, leek de beweging altijd in dienst van zijn wensen te staan.”
Sander Kok (Arnhem, 31 augustus 1981)