Silvia Avallone

De Italiaanse schrijfster Silvia Avallone werd geboren in Biella op 11 april 1984. Zij studeerde in Bologna filosofie en literatuur. In 2007 publiceerde zij haar eerste dichtbundel, Il libro dei vent’anni “. Korte verhalen van haar werden gepubliceerd in littéraire tijdschriften als “Granta Italia” e “Nuovi Argomenti”. Ook schreef zij voor de “Corriere della Sera” en “Vanity Fair”. Voor haar debuutroman “Acciaio“ (Staal ) uit 2010 ontving zij o.a. de Premio Campiello Opera Prima, de Premio Flaiano en de Premio Fregene. De roman is vertaald in 23 talen. Ook werd hij verfilmd onder dezelfde naam, geregisseerd door Stefano Mordini. De roman “Marina Bellezza” verscheen in 2013 en verscheen in vertaling in Duitsland, Frankrijk, Nederland, Zweden en Noorwegen.

Uit:Marina Bellezza (Vertaald door Manon Smits)

“Een vaag schijnsel flakkerde ergens midden in de bossen, op een kilometer of tien van de provinciale weg sp100, die ligt ingeklemd tussen twee gigantische zwarte bergen. Het was het enige teken dat er nog wel een vorm van leven bestond in deze vallei aan de woeste, vergeten grens van de provincie.
Door de voorruit zagen ze het opdoemen, als knipperend lokaas in de diepte. Toen, bij de volgende bocht, verloren ze het uit het oog.
Ze minderden vaart voor een kruising omringd door het niets, bij wat er over was van een restaurant. Twee getraliede ramen en een bord waarop een vervaagd vast menu en andere inmiddels onleesbare woorden stonden. Een van hen herinnerde zich dat hij daar zijn eerste communie had gevierd. Twintig jaar later restten voornamelijk nog het dak en de tralies. Twintig jaar later was alles voorbij.
Ze reden door, nu weer sneller. Er waren geen straatlantaarns langs deze weg, er was geen stalen net om hen te beschermen tegen de dreigend uitstekende rotspunten. De koplampen beschenen stukken steile rots begroeid met doornstruiken, af en toe een vervallen boerderij. Zelfs de bewegwijzering ging verloren daarboven, in de lege avond.
Ze waren de enigen die onderweg waren op de sp100, tussen het dal en de verlatenheid. In een oude Volvo stationcar slingerden ze omhoog langs de afgronden, over die haarspeldbochten die ze hun leven al als hun broekzak kenden. Naarmate ze hoger kwamen werden de breedbladige bomen steeds spookachtiger. De wanden van de vallei daalden loodrecht af naar het riviertje, en door de geopende raampjes klonk alleen het monotoon schurende water.
Daar verscheen het schijnsel weer, zwak, half verscholen achter een bergrug. Ze keken er opnieuw naar, maar zeiden niets.
Ze kwamen in Andorno aan. De oranje verkeerslichten knipperden met regelmatige tussenpozen, en de Volvo scheurde met negentig per uur door zonder acht te slaan op stopborden of voorrangsregels.”

 
Silvia Avallone (Biella, 11 april 1984)