Summer Solstice (Rose Styron), Anne Carson

 

Bij de zomerzonnewende

 


Summer Solstice  door Johm Morrow, 2020

 

 

Summer Solstice

Suddenly,
there’s nothing to do
and too much—
the lawn, paths, woods
were never so green
white blossoms of every
size and shape—hydrangea,
Chinese dogwood, mock orange
spill their glistening—

Inside, your photographs
and books stand guard
in orderly array. Your
half of the bed is smooth,
the pillows plump, the phone
just out of reach beyond it.

No one calls early—they
remember your late hours.
The shades are down, so
sunlight’s held at bay
though not the fabulous winged
song of summer birds
waking me as ever, always in our
favorite room, our season.
Yesterday’s mail on the desk
newspaper, unread. Plans for the day
hover bright out all our doors—

Don’t think of evening.

 


Rose Styron (Baltimore, 4 april 1928)
De binnenhaven in Baltimore

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Zie ook alle tags voor Anne Carson op dit blog.

 

Autobiografie van rood

9 Ruimte en tijd

Tegen de achtergrond van een ander krijgt wat we doen en laten scherpte.

Geryon stond versteld van zichzelf. Hij zag Herakles nu bljna iedere dag.
Het natuurlijke dat zich
tussen hen voordeed zoog elke druppel uit de muren van zijn bestaan zodat alleen de
geesten overbleven die ritselden
als een oude landkaart. Hij had niemand iets te zeggen. Voelde zich los en glanzend.
In aanwezigheid van zijn moeder brandde hij.
Ik ken je haast niet meer, zei ze tegen de deurpost van zijn kamer geleund. Het had
plotseltng onder het eten geregend, maar
nu schrokken de druppels op de ruit van de zonsondergang. Verschaalde vredigheid
van voorbije bedtijden vulde de kamer.
Ik word van liefde niet zacht of aardig, dacht Geryon terwijl ze elkaar vanaf de
tegenovergelegen oevers van het licht bekeken.
Hij vulde zijn zakken met geld, sleutels, film. Zij tikte met een sigaret
op de rug van haar hand.
Ik heb vanmiddag wat schone T-shirts in je bovenste la gelegd, zei ze.
Haar stem trok een kring
om de jaren dat dit al zijn kamer was. Geryons blik ging even omlaag.
Deze is schoon, zei hij,
zo hóórt hij. Het T-shirt was hier en daar gescheurd.
Rode letters GOD LOVES LOLA.
Blij toe dat ze mijn rug niet ziet bedacht hij, en hij schoot met een schouderbeweging
zijn jack aan en stopte de camera in zijn zak.
Hoe laat ben je thuis? vroeg ze hem. Niet zo laat. Hij was één bonk schaamteloos
onversneden verlangen om weg te zijn.
Wat vind je zo aardig aan die jongen die Herakles kun je dat zeggen?
Nou en of, dacht Geryon.
Honderden dingen die hij niet kon zeggen overstroomden zijn geest. Herakles weet
veel over kunst. We hebben fijne gesprekken.
Ze keek hem niet aan maar langs hem heen en stak de sigaret onaangestoken weg
in de borstzak van haar blouse.
‘Hoe ziet afstand eruit?’ is een eenvoudige rechtstreekse vraag. Afstand strekt zich uit
van een ruimteloos binnen
naar de rand van iets waarvan je kunt houden. De afstand ertussen ligt aan het licht.
Een vuurtje? vroeg hij en
hij viste een pakje lucifers uit zijn jeans en was al op weg naar haar toe.
Nee dank je lieverd.
Ze wendde zich af. Ik moet er echt eens mee stoppen.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 


Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 21e juni ook mijn blog van 21 juni 2020 en eveneens mijn blog van 21 juni 2019 en ook mijn blog van 21 juni 2014 deel 1, en deel 2 en eveneens deel 3.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *