De Nederlandse kunstschilder, beeldhouwer, dichter, schrijver, violist, acteur, journalist, film-, televisie- en theatermaker Armando werd geboren op 18 september 1929 in Amsterdam. Dat is dus vandaag precies tachtig jaar geleden. Zie ook mijn blog van 18 september 2006 en ook mijn blog van 18 september 2007 en mijn blog van 18 september 2008.
wat vader, de lust tot wezen en inkeer, de ver-
nietiging voor mij betekende, de lust tot bewegen
en langzaam sterven, als vóór mij de doden
de stoom van hun vergissing traag lieten verglijden,
de jaren dat wij leefden.
de lust tot inkeer, de vader en de vernietiging zij keren
mij om, hoe langzaam, hoe ingetogen is de hand
waarmee zij de zon boetseren om slechts te leven om te doden.
Kelk
een bijtende spreuk verlost hem van de duivel
de schepping is voltooid.
hij voelt het zachte gras, een klein gebaar omhoog en bevend
slaapt hij in.
men zoekt hem, een machteloos dier, de vader van een dode.
de zoon is gesneuveld, de moeder, begroeid met dromen, bestuift
haar kind moet leven, het wonder wordt gehoond:
de hemel pakt de aarde woedend aan.
Das Haus
waarom zouden we
waarom zouden we wat we gedaan hebben
om vergeving vragen waarom
hebben we gedaan wat we moesten doen
we deden wat we konden om niet
te weten dat we leefden
Armando (Amsterdam, 18 september 1929)
De Nederlandse dichter, schrijver, journalist en literair criticus Michaël Zeeman werd geboren op Marken op 12 september 1958. Zie ook mijn blog van 18 september 2008. Michaël Zeeman is op 27 juli van dit jaar overleden. Zie ook mijn blog van 28 juli 2009.
Halverwege, de factor t
Giet twee duim zwarte peper in een kolf,
daarna, voorzichtig, twee duim zout erop,
schudt dan de kolf met vaste hand naar grijs.
Nooit zal men zo lang kunnen schudden,
dat alle korrels hun plaats hernemen en grijs
weer wit op zwart, of zwart op wit geworden is.
Ook valt een beker melk wel in een plas
en scherven op de grond, maar nooit een
plas en scherven in een beker melk bijeen.
Er is geen wet die het verbiedt. Als kind
spoelden wij filmpjes terug; herstelden
de toestand, maakten de schade ongedaan.
De som te maken is zo simpel als die film te keren:
de factor t hoef ik er niet uit te elimineren,
er is geen reden en geen richting voor de tijd.
De weg loopt hellend naar de oever,
schuift rimpelloos het grijze water in.
Hoe ik ook zoek, ik vind geen ommekeer.
Halverwege, de factor t
Staand voor de spiegel, is alleen
links rechts en omgekeerd. Voor
blijft voor en achter achter –
maar is dan de voorwaarts afgelegde weg
niet ook even lang als wat achterwaarts nog rest?
Niet over mijn schouder, keek ik,
ik boog en week om achteruit te kijken,
ik kronkelde om te zien wat er nog komen ging.
Steeds kleiner de gestalte, steeds smaller de weg.
En onooglijk de verborgen diepte,
het vermoeden van bloed en gevecht –
de paling die in de Carriben begint,
de zalm uit de Schotse rivier –
zij weten het, ja, zij weten het:
ten halve gekeerd.
Michaël Zeeman (18 september 1958 – 27 juli 2009)
De Nederlandse schrijver en letterkundige Ton Anbeek werd geboren in Ede op 18 september 1944. Zie ook mijn blog van 18 september 2008.
Uit: Remco Campert, al die dromen al die jaren
“Is de titel van Camperts romandebuut Het leven is vurrukkulluk (1961) ironisch? Wie zijn columns kent of denkt aan de rafelige figuur van de schrijver, zal snel geneigd zijn dat zonder meer aan te nemen. Toch geeft het boek wel degelijk aanleiding om de titel zonder grijns te lezen. ‘Het leven is vurrukkulluk’ is een uitspraak van het meisje Panda, dat vederlicht door het leven danst. Haar credo vat zij als volgt samen: ‘Geld is het allerallerbelangrijkste op de wereld. Geld en lichamelijke liefde. Ik ben blij dat ze bestaan.’ Over die lichamelijke liefde doet ze niet moeilijk. Tot ontsteltenis van de andere hoofdpersoon, Mees, vat ze verhoudingen even luchthartig op als hijzelf. Moralisten zullen Panda mogelijk zien als de mannenfantasie van een voor iedereen beschikbare beeldschone vrouw, maar je kan haar ook opvatten als de belichaming van de mentaliteit die later als typerend voor de jaren zestig zal worden beschouwd.
En er is meer dat in deze roman die roerige tijd aankondigt. Uitdagend wordt de jeugdcultuur tegenover de wereld van de ouderen gesteld. De grijsaard die in het boek voortdurend opduikt, windt zich buitengewoon op over de jeugd van tegenwoordig: ‘En maar giegullen […]. Dat komt natuurlijk van het rokkenrollen en het Marie-Johanna roken.’ Zo heeft hij het ook over ‘rokkenrollende zakkenrollers.’ Hij wordt op zijn wenken bediend, want kort daarop wordt hij zonder pardon door Mees neergeslagen en door Panda van zijn centen beroofd. Het conflict tussen de generaties wordt samengevat in de volgende tirade van de retiradejuffrouw:
‘Viezerikken vind je overal,’ zei de juffrouw, ‘ook in boeken. Trouwens, wat is er zo mooi aan de werkelijkheid?’
‘Ik heb het niet over mooi,’ antwoordde Panda. ‘Ik zei dat de werkelijkheid levender is. Ik wil geen boeken lezen, ik wil leven.’
Met iets van afschuw in haar oude gezicht keek de retiradejuffrouw Panda aan. ‘Ajakkes, kind,’ zei ze, ‘ik dacht dat dat soort idealisme er in de veertiger jaren uitgebrand was. Moeten we het werkelijk weer allemaal opnieuw meemaken?’
Dus een boek dat het feest van de jaren zestig aankondigt? Zo eenvoudig ligt het niet. Panda mag dan wel een vlinder zijn, Mees zit heel wat gecompliceerder in elkaar. Hij krijgt van de schrijver een aantal treurige jeugdherinneringen mee (gescheiden ouders, de vader een Don Juan zonder scrupules) die hem niet bepaald een vrolijke kijk op het leven hebben meegegeven.”
Ton Anbeek (18 september 1944)
Zie voor nog meer schrijvers van de 18e september ook mijn vorige blog van vandaag.