Theo Thijssen, Frank Norbert Rieter, Casper Fioole, Ferdinand Laholli, Elfriede Gerstl, Giovanni Boccaccio

De Nederlandse schrijver en onderwijzer Theo Thijssen werd geboren in Amsterdam op 16 juni 1879. Zie ook alle tags voor Theo Thijssen op dit blog.

Uit: Jongensdagen

‘Mogen we nog een uurtje naar ’t zand, Moe?’ vroeg hij.
‘Och,’ zei Moe, ‘blijf nou liever eens met je zus spelen. Ze is den heelen middag al zoo alleen geweest.’ En Moe haalde Miep naar zich toe, en streek haar over ’t blonde haar.
‘Zoo vervelend,’ zei Miep zachtjes, en keek smeekend de jongens aan.
Henk was al verteederd. Maar Ko dacht aan ’t zand en aan Ay.
‘O, Miep, we zijn dadelijk terug, hoor. Toe Moe, laat u ons nog maar éven gaan. We hebben den héélen middag boodschappen geloopen. Ja moe, één uurtje nou?’
‘Vooruit dan maar!’ zei Moe, en Ko holde weg.
Henk beloofde Miep nog gauw wat van dadelijk terugkomen, en wipte toen ook de deur uit. Hij hoorde nog net hoe zus begon te huilen en hoe Moe haar troostte.
‘Riet-pe-tioe!’ gilde Ko buiten.
‘Riet-pe-tioe!’ antwoordde Henk.
En ze renden de gracht af, de brug over, en verder. Naar ’t zand.
‘Het zand’ was een groot stuk bouwterrein; het was opgehoogd met een dikke laag mooi zuiver zand. Er speelden altijd een paar honderd kinderen. Ze groeven diepe kuilen met zitplaatsen, of maakten hooge bergen. Henk en Ko keken rond, of ze onder al die spelende groepjes Ay niet zagen zitten. Maar ’t was lastig zoeken.
‘Riet-pe-tioe!’ gilde Ko; maar hij moest hàrd gillen om boven het gejoel van zóóveel kinderen uit te komen. Er kwam geen antwoord.
Naar alle kanten uitkijkend stapten de twee broers verder, sukkelend over het mulle zand.”

Theo Thijssen (16 juni 1879 – 23 december 1943)

 

De Nederlandse schrijver Frank Norbert Rieter werd geboren op 16 juni 1973 in Nijmegen. Zie ook alle tags voor Frank Norbert Rieter op dit blog.

Uit: Het lichte hart van de mastodont

“Optrekkend verkeer maakte de woorden grotendeels onverstaanbaar.
‘… ik zou graag bovenkomen,’ zei een onbekende stem die alle lettergrepen met nadruk uitsprak.
Met een druk op de rode knop opende Gordon de deur beneden. Snel schoot hij een boxershort aan, wierp zijn bebloede slaapshirt terzijde en wachtte in de deuropening. Vanuit het trappenhuis verscheen een oudere man in een tweed jasje.
Gordon zag hem onderzoekend turen, alsof hij hem herkende maar lang niet gezien had. Door de zoekende blik in de oude ogen werd Gordon zich bewust van zijn laveloze voorkomen. De man had een norse trek om zijn mond. Hij droeg een donkere vlinderstrik met witte noppen boven een okergeel overhemd. In zijn linkerhand hield hij een klein pakje in wit papier. Zijn rechterhand stak hij uit en hij noemde zijn naam. Gordon pakte de hand werktuigelijk vast en schudde hem, maar onthield de naam niet. De man stapte langs hem heen naar binnen, de hal door, de woonkamer in.
‘Jij moet Gordon zijn. Woon je hier bij je grootmoeder?’
Terwijl hij sprak keek hij op zijn gemak rond alsof hij naging of er veel veranderd was.
‘Nee,’ zei Gordon. ‘Ze zit in een zorgcentrum. Het gaat niet zo goed met haar.’
De man in het tweed jasje liet zijn ogen dwalen door het interieur. Jaren ‘50 design was vermengd met Brabantse erfstukken – de staartklok, de messing vijzel, de eiken servieskast en het Afghaanse vloerkleed. Een bronzen beeld dat oma zelf gemaakt had viel uit de toon.
‘Wat heb je hier toch een prachtig uitzicht,’ zei de man.”

Frank Norbert Rieter (Nijmegen, 16 juni 1973)

 

De Nederlandse dichter Casper Fioole werd geboren op 16 juni 1975. Zie ook alle tags voor Casper Fioole op dit blog.

Smakelaardij

waar het liedjes pruttelt
waar het zingen wordt
je vingers baton-dun
zodat je prik prik amber
voert uit geurpalet
je lange tong zich pirouet
om elke hap

waar elke gang een vestibule
het bord een blikveld danslokaal
het glas een kerk
enkel wijn weer druiven zijn
maar dan wat mooier
ja zelfs het water
heiliger dan thuis

en oog en neus en mond
worden nu ook geest
zodat je niet slechts
lichaam bent geweest
op het eiland
waar het dromen kookt

Casper Fioole (16 juni 1975)

 

De Albanese dichter en vertaler Ferdinand Laholli werd geboren op 16 juni 1960 in Gradishta. Zie ook alle tags voor Ferdinand Laholli op dit blog.

DIE SUCHE NACH DEM SELBST

Ich suche
nach meinem in Schweigen gehüllten Selbst,
ohne es
finden zu können,
um es überzeugen zu wollen,
dass dort nur gestorben wird.

 

ICH BIN NICHT GEGEN…

Ich bin nicht gegen die Regierung,
doch ich bin für jene Regierung,
die dem Menschen hilft, sich zu lieben,
und nicht damit er Selbstmord begeht.

Ich bin nicht gegen mich selbst,
doch ich bin für jenen Teil meines Selbst,
der auch im Angesicht des Hasses,
nicht zu hassen vermag.

Ferdinand Laholli (Gradishta, 16 juni 1960)

 

De Oostenrijkse dichteres en schrijfster Elfriede Gerstl werd geboren op 16 juni 1932 in Wenen. Zie ook alle tags voor Elfriede Gerstl op dit blog.

mein himmel

mein himmel ist hier und jetzt
mein himmel ist meine vorstellung
von himmel
er ist die freundlichkeit
verlässlichkeit
anteilnahme
bei glücks- und unglücksfällen
mein himmel ist nicht voller geigen
sondern voll solidarität
mein himmel ist auch eine utopie
von einer gerechteren welt
in der einsicht und nachsicht
tägliche realität sein sollte
himmel ist das festgeknüpfte netz
ähnlich denkender und fühlender
und das glück
ihm anzugehören
wenn es noch einen anderen himmel
geben sollte
lasse ich mich überraschen

Elfriede Gerstl (16 juni 1932 – 9 april 2009)

 

De Italiaanse dichter en schrijver Giovanni Boccaccio werd geboren in Florence of Certaldoi in juni of juli 1313. Zie ook alle tags voor Boccacio op dit blog.

Uit:Das Dekameron (Vertaald door Karl Witte)

„Er fraß und soff in solchem Übermaß, daß er mehrmals knapp mit dem Leben davonkam. Spielen und im Spiel betrügen betrieb er wie ein Handwerk. Doch wozu so viele Worte! Genug, er war der schändlichste Mensch, der vielleicht je geboren ward, und schon seit langer Zeit konnten nur die Macht und das Ansehen des Herrn Musciatto ihm bei seinen Verbrechen durchhelfen, so daß weder Einzelpersonen, die er häufig, noch die Gerichte, die er fortwährend beleidigte, Hand an ihn legten.
Dieser Ciapperello war es, den Herr Musciatto, welcher seinen Lebenswandel sehr genau kannte, jetzt als den rechten Mann auserkor, um der burgundischen Bosheit die Spitze zu bieten. So ließ er ihn denn rufen und sprach zu ihm: »Chapelet, ich stehe, wie du weißt, im Begriff, ganz von hier wegzuziehen, und da ich unter anderm noch mit einer Anzahl von Burgundern zu tun habe, so kenne ich niemand, dem ich mich besser als dir anvertrauen könnte, um von so betrügerischem Volk mein Geld einzutreiben. Du hast jetzt nichts zu tun, und wenn du diese Angelegenheit übernehmen willst, so verspreche ich dir, dich mit den Gerichten auszusöhnen und dir an dem, was du für mich eintreibst, einen Anteil zu lassen, daß du zufrieden sein kannst.« Herr Chapelet, der müßig ging, auch an irdischen Gütern keinen Überfluß hatte und nun den verlieren sollte, der lange Zeit sein Stecken und Stab gewesen war, sagte ohne langes Besinnen und gewissermaßen notgedrungen, ja, er sei gern bereit.“

Giovanni Boccaccio ( juni of juli 1313 – 21 december 1375)
Franco Citti in de film“Il Decameron” van Pier Paolo Pasolini uit 1971

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 16e jubi ook mijn blog van 16 juni 2013 deel 2.