De Duitse dichter en schrijver Thomas Rosenlöcher werd geboren op 29 juli 1947 in Dresden. Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2008 en ook mijn blog van 29 juli 2009 en ook mijn blog van 29 juli 2010
Der Mensch
Er sitze auf der Bank vor seiner Laube,
den Regenbogen häuptlings hingestellt.
Mit Laub und Äpfeln rings bestückt die Bäume,
Gänseblümchengezwitscher tief im Gras.
Indes der Wurm des umgebrochnen Beetes
den Kopf erhebt und stumm herüberblickt.
Sich fragend, ob der Mensch denn ewig lebe.
Silberne Tropfen fallen ins Wasserfaß.
Die Hoffnungsstufen
Dass ich den Birnbaum vorm Haus wieder sehe.
Ich meine den, den ich jeden Tag sehe.
Dass mich eine Frau im Dunkeln entkleidet
und mit silbernen Fingern was Finstres vorfindet.
Dass wir, im Schlaf zu Staub entrückt,
des Birnbaums Blüten donnern hören.
Thomas Rosenlöcher (Dresden, 29 juli 1947)
De Zweedse schrijver Eyvind Olof Verner Johnson werd geboren in Svartbjörsbyn bij Boden op 29 juli 1900. Zie ook mijn blog van 29 juli 2009 en ook mijn blog van 29 juli 2010
Uit; Le Temps de sa grâce (Vertaald door Charles Aubry)
Je n’ai jamais connu de plus heureux instant », écrit Johannes Lupigis bien des années plus tard. « Tout homme ayant possédé un cœur juvénile et conservé le souvenir de ses émois me comprendra. Certes ai-je fait, depuis, l’expérience d’autres bonheurs, celui sauvage du plaisir et d’autres terrestres délices, celui céleste du cosmique univers en de singulières circonstances, mais jamais je n’ai retrouvé cette félicité qui, un court instant, m’avait envahi ce soir-là. Je n’affirmerai pas qu’il s’agissait d’un bonheur sensuel, des troubles de la chair, ni ne le dénierai. Cette extase-là n’était pas loin. Celle qui m’habitait n’avait pas clairement pour objet Angila. Je sentais cette félicité vivre en moi plutôt comme un songe qu’une réalité dont j’eusse pu être maître et jouir à loisir… Une autre fois seulement, une nuit dans un humble château – combien riche cependant – au bord du lac Léman, ai-je été près de connaître un instant de bonheur si parfait, quand bien même ce bonheur était d’une autre espèce, d’une nature plus fougueuse. Mais il se dissipa à peine l’aube levée.
Eyvind Johnson (29 juli 1900 – 25 augustus 1976)
De Russische schrijver Michail Michailovitsj Zostsjenko werd geboren in Sint-Petersburg op 29 juli 1895. Zie ook mijn blog van 29 juli 2009 en ook mijn blog van 29 juli 2010
Uit:: The Crisis (Vertaald door Charles Rougle)
“Just the other day, citizens, they hauled a load of bricks down the street. Yes, indeed!
You know, my heart up and started to pitter-patter with joy. On account of this means we’re building, citizens. They don’t go hauling bricks around for nothing. It’s begun—cross your fingers and knock on wood!
Maybe in about twenty years, maybe less, all citizens might have a whole room each. And if the population doesn’t go and grow too fast, and if, for instance, they’ll let everyone get an abortion, maybe there’ll be two or even three per snoot. Bathroom included.
Then we’ll really begin living, citizens! There’ll be one room, say, to sleep in, another for entertaining guests, and a third for whichever… All kinds of stuff! Living a free life like that we’ll find plenty of things to do.
Well, but for the time being this living space thing is kind of tough. Sort of skimpy on account of the crisis.
Now me, you guys, I’ve lived in Moscow. Just got back from there. Got to know this crisis first hand.
So I come to Moscow. I’m walking around the streets with my things. And I mean there was just no way. Not only no place to stay, but no place to put my things.
So two weeks I’m walking the streets with my things. Grew a scruffy beard and little by little lost all my things. So there I was traveling light without anything. Trying to find somewhere to live.
Finally in one building there’s this little guy coming down the stairs.
“For thirty rubles,” he goes, “I can set you up in the bathroom. It’s a classy apartment,” he says. “Three toilets… A bathroom… In the bathroom,” he goes, “is where you can live. No windows,” he says, “but there is a door. And you’ve got water right there. If you want,” he says, “fill up the tub and dive around all day.”
Michail Zostsjenko (10 augustus 1895 – 22 juli 1958)
Monument bij zijn graf in Sint Petersburg
De Duitse dichter en toneelschrijver August Stramm werd geboren op 29 juli 1874 in Münster, Westfalen. Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2009 en ook mijn blog van 29 juli 2010
Abendgang
Durch schmiege Nacht
Schweigt unser Schritt dahin
Die Hände bangen blass um krampfes Grauen
Der Schein sticht scharf in Schatten unser Haupt
In Schatten
Uns!
Hoch flimmt der Stern
Die Pappel hängt herauf
Und
Hebt die Erde nach
Die schlafe Erde armt den nackten Himmel
Du schaust und schauerst
Deine Lippen dünsten
Der Himmel küsst
Und
Uns gebärt der Kuss!
August Stramm (29 juli 1874 – 1 september 1915)
De Nederlandse schrijfster Marja Brouwers werd geboren op 29 juli 1948 in Bergen op Zoom. Zie ook mijn blog van 29 juli 2007 en ook mijn blog van 29 juli 2009 en ook mijn blog van 29 juli 2010
Uit: Ik ben alleen maar een schrijver (Interview met Marja Pruis in De Groene Amsterdammer)
“Marja Brouwers: «‹Alwetende verteller› is een literaire categorie die mij niet zo veel zegt. Met een roman zit je altijd in een gedetermineerde wereld. Het gezichtspunt is dat van Rink de Vilder. Er zit een vertelstem achter die hém weer becommentarieert, die zich vooral richt op Philip van Heemskerk. Rink komt er niet achter wat hij aan Philip heeft. Als ik die vertelstem had weggelaten, was het een verhaal geworden dat ik al geschreven heb met Havinck, waarin iemand er na zestien jaar achter komt dat die ander al die tijd een vreemde voor hem is gebleven. Daar ging het me deze keer niet om. Ik wilde meer onderzoeken dan alleen een interpersoonlijke relatie. Ik wilde een wereld in beeld brengen. Niet de wereld, een wereld. Waarvan een figuur als Philip van Heemskerk de uiterste consequentie is. Voor het perspectief op hem zijn wij aangewezen op Rink de Vilder. Dat is een machteloos perspectief.»
Hebt u daarmee iets willen zeggen over het faillissement van de journalistiek?
«Dat gaat een beetje ver, maar het moest een onvolmaakt perspectief zijn dat gekenmerkt wordt door een enorme hoeveelheid afleiding. De geest van Rink bestáát uit afleiding. Hij krijgt nauwelijks een gelegenheid om zich ergens op te concentreren, om een gedachte eens helemaal uit te denken of van een onderwerp meer te zien dan de buitenkant.»
Is ‹Casino› wat dat betreft een moralistisch boek over onze tijd?
«Ik ben niet expliciet moralistisch, maar ik heb natuurlijk wel een inhoudelijk oordeel over wat mijn personages zeggen en doen. De tijd van handeling is per deel aangegeven omdat ik een tijdverloop van ongeveer tien jaar hanteer, wat anders misschien onduidelijk was gebleven. Dat het verhaal zich in het hier en nu afspeelt, zit in de aard van de romankunst, denk ik. Proza groeit tussen de straatstenen, net als gras. Het zit niet in mijn karakter een Harry Potter of een Lord of the Rings te schrijven.
Marja Brouwers (Bergen op Zoom, 29 juli 1948)
Oude stadspoort van Bergen op Zoom