Tomas Tranströmer, Henry James, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Patrick Bernauw, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zie ook alle tags voor Tomas Tranströmer op dit blog.

Alcaic

This forest in May. It haunts my whole life:
the invisible moving van. Singing birds.
              In silent pools, mosquito larvae’s
furiously dancing question marks.

I escape to the same places and same words.
Cold breeze from the sea, the ice-dragon’s licking
              the back of my neck while the sun glares.
The moving van is burning with cool flames.

 

From the Island, 1860

I
One day as she rinsed her wash from the jetty,
the bay’s cold grave rose up through her arms
and into her life.

Her tears froze into spectacles.
The island raised itself by its grass
and the herring-flag waved in the deep.

II
And the swarm of small pox caught up with him,
settled down onto his face.
He lies and stares at the ceiling.

How it had rowed up through the silence.
The now’s eternally flowing stain,
the now’s eternally bleeding end-point.

 

Vertaald door Patty Crane

 
Tomas Tranströmer (15 april 1931 – 26 maart 2015)

 

De Amerikaanse schrijver Henry James werd geboren in New York op 15 april 1843. Zie ook alle tags voor Henry James op dit blog.

Uit: The Bostonians

“In spite of this decoration the young man looked poor—as poor as a young man could look who had such a fine head and such magnificent eyes. Those of Basil Ransom were dark, deep, and glowing; his head had a character of elevation which fairly added to his stature; it was a head to be seen above the level of a crowd, on some judicial bench or political platform, or even on a bronze medal. His forehead was high and broad, and his thick black hair, perfectly straight and glossy, and without any division, rolled back from it in a leonine manner. These things, the eyes especially, with their smouldering fire, might have indicated that he was to be a great American statesman; or, on the other hand, they might simply have proved that he came from Carolina or Alabama. He came, in fact, from Mississippi, and he spoke very perceptibly with the accent of that country. It is not in my power to reproduce by any combination of characters this charming dialect; but the initiated reader will have no difficulty in evoking the sound, which is to be associated in the present instance with nothing vulgar or vain. This lean, pale, sallow, shabby, striking young man, with his superior head, his sedentary shoulders, his expression of bright grimness and hard enthusiasm, his provincial, distinguished appearance, is, as a representative of his sex, the most important personage in my narrative; he played a very active part in the events I have undertaken in some degree to set forth. And yet the reader who likes a complete image, who desires to read with the senses as well as with the reason, is entreated not to forget that he prolonged his consonants and swallowed his vowels, that he was guilty of elisions and interpolations which were equally unexpected, and that his discourse was pervaded by something sultry and vast, something almost African in its rich, basking tone, something that suggested the teeming expanse of the cotton-field. Mrs. Luna looked up at all this, but saw only a part of it; otherwise she would not have replied in a bantering manner, in answer to his inquiry: “Are you ever different from this?” Mrs. Luna was familiar—intolerably familiar.”

 
Henry James (15 april 1843 – 28 februari 1916)
Portret door Annie Louise Swynnerton, eind 19e eeuw

 

De Nederlandse schrijver, columnist, kleinkunstenaar en zanger Daniël Samkalden werd geboren op 15 april 1979 in Naarden. Zie ook alle tags voor Daniël Samkalden op dit blog.

Uit:De roze lucht (Column)

“De lucht is roze. Zwermen muggen zweven onder de oude bomen. De mensen schuifelen fluisterend door het gras, verder is het stil. Midden op het terrein hangt een verloren Nederlandse vlag halfstok. Het is mijn laatste avond. Morgen vertrek ik in de vroegte terug naar huis.
Later, achter in een barak, leun ik tegen de verwarming en luister naar een oude man. Voor hem liggen papieren met een uitgeschreven verhaal. Soms buigt hij zich naar voren en leest, maar als hij opkijkt overvallen hem herinneringen. „…en we werden natuurlijk kaal geschoren. Ook onze wenkbrauwen en ook ons schaamhaar. Dat was hier vlakbij…” Hij denkt na. Luistert naar lang geleden. „Het was raar om zo tegenover m’n vader te staan.” Ik kijk naar buiten. Een groene, weidse vlakte, in de verte een muur, wachttorens en de avondzon. De herinneringen van de oude man kabbelen voort, soms goed en soms minder goed te verstaan. Er hoeft geen einde aan te komen. De lucht is schoon en zwaar als een loom lichaam na een lang bad.
„Denk je aan de tijd, Wim?” onderbreekt iemand. De twee minuten voor alle slachtoffers uit alle oorlogen komen angstig dichtbij. De oude man pakt zijn papieren, kromt zijn rug en versnelt. Binnen twintig seconden beëindigt hij in een monotone stortvloed aan woorden zijn verhaal. „Ik heb het gehaald, toch?” vraagt Wim. „Heel goed”, zegt de man. Ook als je Sachsenhausen overleefd hebt, blijft het afwachten hoeveel tijd je krijgt.”

 
Daniël Samkalden (Naarden, 15 april 1979)

 

De Franse schrijver Jérôme Lambert werd geboren op 15 april 1975 in Nantes. Zie ook alle tags voor Jérôme Lambert op dit blog.

Uit: Mardi maudit

« Mamie est décidément très forte en télépathie. Ou alors elle fait vraiment attention aux choses. Tout le monde peut apprendre et tirer des leçons de sa vie, mais il s’agit d’être attentif. A soi, aux autres. Si on la traverse sans regarder derrière de temps en temps, on a le sentiment de refaire toujours les mêmes erreurs. Alors que si on essaie de s’adapter, on doit bien finir par savoir ce qu’on veut ou ce qu’on ne veut pas, ce qui nous fait du bien ou ce qui nous fait du mal. Holà ! Doucement, je me mets à penser comme Mamie.”
(…)

Le reste du monde continuait de vivre dans l’insouciance et l’ignorance de ce qui me tordait le ventre.
Allez-y, mes amis, profitez du bonheur,
Exprimez votre joie avec tout votre coeur
Car, par un jour funeste, le destin malicieux
Viendra cueillir vos Nike et vos esprits joyeux.”

 
Jérôme Lambert (Nantes,15 april 1975)

 

De Vlaamse schrijver, cenarist, acteur en regisseur Patrick Bernauw werd geboren op 15 april 1962 in Aalst. Zie ook alle tags voor Patrick Bernauw op dit blog.

Uit: Het Bloed van het Lam

“Lena pauzeert even en voegt er dan theatraal en met veel gevoel voor timing aan toe: ‘Net als Berthe Courrière werd Emma geobsedeerd door de eenvoudige parochiepriester.’
‘Je bedoelt dat Berthe daar ook van de partij was, in Parijs?’
‘Jazeker. Zij deelde met Emma Calvé haar passie voor priesters en als opa Jacob goed was ingelicht – en voor zover ik weet, was hij àltijd goed ingelicht – heeft Berthe daar in Parijs het pleit gewonnen. Volgens opa Jacob zou Saunière door Emile Hoffet trouwens ook voorgesteld zijn aan Huysmans en Van Haecke, die daar eveneens rondhingen. Gedurende hun verblijf in Parijs brachten de parochiepriester van Rennes-le-Château en de kapelaan van de Heilig Bloedkapel in Brugge heel wat tijd in het Louvre door, waar Saunière zich op aanraden van Van Haecke reproducties van drie schilderijen aanschafte: eentje van een anonieme meester, eentje van David Teniers en eentje van Nicolas Poussin. Zowel de namen van Teniers als Poussin komen voor in de transcripties van de code op de perkamenten die Saunière in zijn kerkje had gevonden. Teniers was overigens een groot bewonderaar van Leonardo’s Laatste Avondmaal.’
Na zijn verblijf in Parijs ging Saunière verder met de restauratie van zijn kerkje en deed daarbij nog een paar ontdekkingen van minder belang. Samen met zijn meid maakte hij lange wandelingen en verzamelde hij stenen en waardeloze postzegels. Hij startte een enorme internationale correspondentie en opende dubieuze rekeningen bij verschillende banken.
‘In 1896 begint hij hopen geld te spenderen en lijkt hij plotseling in een onverklaarbare weelde te baden. Saunière doet goede werken, laat een toren en een buitenhuis bouwen – de Villa Bethania, die hij zelf nooit zal betrekken – en zijn kerkje wordt niet alleen gerestaureerd, maar ook van een bizarre Kruisweg voorzien. Hij laat een Latijnse inscriptie boven de ingang aanbrengen: Terribilis est locus iste. Wat zoveel betekent als…’

 
Patrick Bernauw (Aalst, 15 april 1962)

 

De Engelse dichter en schrijver Benjamin Zephaniah werd geboren op 15 april 1958 in Handsworth, Birmingham. Zie ook alle tags voor Benjamin Zephania op dit blog.

The British

Take some Picts, Celts and Silures
And let them settle,
Then overrun them with Roman conquerors.

Remove the Romans after approximately 400 years
Add lots of Norman French to some
Angles, Saxons, Jutes and Vikings, then stir vigorously.

Mix some hot Chileans, cool Jamaicans, Dominicans,
Trinidadians and Bajans with some Ethiopians, Chinese,
Vietnamese and Sudanese.

Then take a blend of Somalians, Sri Lankans, Nigerians
And Pakistanis,
Combine with some Guyanese
And turn up the heat.

Sprinkle some fresh Indians, Malaysians, Bosnians,
Iraqis and Bangladeshis together with some
Afghans, Spanish, Turkish, Kurdish, Japanese
And Palestinians
Then add to the melting pot.

Leave the ingredients to simmer.

As they mix and blend allow their languages to flourish
Binding them together with English.

Allow time to be cool.

Add some unity, understanding, and respect for the future,
Serve with justice
And enjoy.

Note: All the ingredients are equally important. Treating one ingredient better than another will leave a bitter unpleasant taste.

Warning: An unequal spread of justice will damage the people and cause pain. Give justice and equality to all.

 
Benjamin Zephaniah (Handsworth, 15 april 1958)

 

De Duitse dichter en tekenaar Wilhelm Busch werd geboren in Wiedensahl op 15 april 1832. Zie ook alle tags voor Wilhelm Busch op dit blog.

Vorwort zu Max und Moritz

Max und Moritz machten beide,
Als sie lebten, keinem Freude:
Bildlich siehst du jetzt die Possen,
Die in Wirklichkeit verdrossen,
Mit behaglichem Gekicher,
Weil du selbst vor ihnen sicher.
Aber das bedenke stets:
Wie man’s treibt, mein Kind, so geht’s.

Ach, was muß man oft von bösen
Kindern hören oder lesen!
Wie zum Beispiel hier von diesen,
Welche Max und Moritz hießen;
Die, anstatt durch weise Lehren
Sich zum Guten zu bekehren,
Oftmals noch darüber lachten
Und sich heimlich lustig machten.
Ja, zur Übeltätigkeit,
Ja, dazu ist man bereit!
Menschen necken, Tiere quälen,
Äpfel, Birnen, Zwetschgen stehlen,
Das ist freilich angenehmer
Und dazu auch viel bequemer,
Als in Kirche oder Schule
Festzusitzen auf dem Stuhle.
Aber wehe, wehe, wehe!
Wenn ich, auf das Ende sehe!
Ach, das war ein schlimmes Ding,
Wie es Max und Moritz ging!
Drum ist hier, was sie getrieben,
Abgemalt und aufgeschrieben.

 
Wilhelm Busch (15 april 1832 – 9 januari 1908)
Max und Moritz in een kinderfilm uit 1956

 

De Nederlandse schrijfster Ina Boudier-Bakker werd geboren in Amsterdam op 15 april 1875. Zie ook alle tags voor Ina Boudier-Bakker op dit blog.

Uit:De klop op de deur

Daar zal de heele nacht wel mee gemoeid zijn.’
Hij schoot in zijn duffel, groette kort.
Langs ’t donkere Water rolde snel de vigilante weg.
In de plots verwonderlijk stil geworden kamer stond Fransje Goldeweijn een oogenblik in gedachten.
‘Vroolijk was ’t geweest – ja, een vroolijke avond. Je moest op den laatsten dag van ’t jaar niet onder je eigen zitten. Zij had wel graag naar Monnikendam gegaan, naar huis, maar Goldeweijn had een kraamvrouw. Thuis – vader en moeder met de broers en zusters…. ze had er onder de preek vanavond aldoor aan moeten denken – je werdt daar altijd treurig, al was het nu in de kerk voor ’t eerst met die gasverlichting veel vroolijker dan andere jaren…. Kom! niet treuren, ze had eer van haar tafel gehad, en morgen was ’t weer een prettige dag, kwam er altijd veel nieuwjaarsvisite….’
Door de poort van een druiligen natten Nieuwjaarsdag ging Amsterdam het jaar acht en vijftig in. Laag hing een grauwe hemel over de groote stad – verdronk straten en grachten in een kleffen nevel.
Maar met vroolijke oogen keken de Amsterdammers, voldaan en plezierig naar al wat zij gewend waren te zien op dezen dag: de drommen wenschers die langs de straat trokken. Alles wenschte. In de groote café’s vonden elkaar de habitué’s, waar ’t gezellig licht was bij de vroeg invallende donkerte buiten.
Voor de ramen buiten, nachtvlinders getrokken naar de lamp, klitten straatjongens begeerig glurend naar binnen – holden weg voor den diender, die rood en warm aanstapte met zijn hoogen hoed, zijn sabel uit zijn jas… Troepen dronken kerels zwaaiden over straat, van kroeg tot kroeg – draaiden de Nes in, den Zeedijk op. Hier en daar sliep er een in een donkere stoep.”

 
Ina Boudier-Bakker (15 april 1875 – 26 december 1966)
 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e april ook mijn blog van 15 april 2012 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.