Tomas Tranströmer, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Patrick Bernauw, Benjamin Zephaniah, Henry James, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker, Bernhard Lassahn

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zie ook alle tags voor Tomas Tranströmer op dit blog.

 

The Half-Finished Heaven

Despondency breaks off its course.
Anguish breaks off its course.
The vulture breaks off its flight.

The eager light streams out,
even the ghosts take a draught.

And our paintings see daylight,
our red beasts of the ice-age studios.

Everything begins to look around.
We walk in the sun in hundreds.

Each man is a half-open door
leading to a room for everyone.

The endless ground under us.

The water is shining among the trees.

The lake is a window into the earth.

 

Vertaald door Robert Bly

 

Allegro

Ik speel Haydn na een zwarte dag
en voel een simpele warmte in mijn handen.

De toetsen zijn willig. Milde hamers slaan.
De klank is groen, levendig, kalm.

De klank zegt dat vrijheid bestaat
en dat iemand de keizer geen belasting betaalt.

Ik steek mijn handen diep in mijn haydnzakken
en doe als iemand die de wereld in alle rust beschouwt.

Ik hijs de haydnvlag – dat betekent:
‘Wij geven ons niet over. Maar willen vrede.’

De muziek is een glazen huis op de helling
waar stenen rondvliegen, stenen rollen.

En de stenen rollen er dwars doorheen
maar iedere ruit blijft heel.

 

Vertaald door J. Bernlef

 

A Page Of The Night-Book

I stepped ashore one May night
in the cool moonshine
where grass and flowers were grey
but the scent green.

I glided up the slope
in the colour-blind night
while white stones
signalled to the moon.

A period of time
a few minutes long
fifty-eight years wide.

And behind me
beyond the lead-shimmering waters
was the other shore
and those who ruled.

People with a future
instead of a face.

 

Vertaald door Robin Fulton

 


Tomas Tranströmer (15 april 1931 – 26 maart 2015)
Cover

 

De Nederlandse schrijver, columnist, kleinkunstenaar en zanger Daniël Samkalden werd geboren op 15 april 1979 in Naarden. Zie ook alle tags voor Daniël Samkalden op dit blog.

Uit: Nova

“Hij sloeg het fotoalbum open dat op het bureau lag. Hij had het eerder gevonden op zijn boekenkast toen hij ten einde raad besloot een kapot halogeenlampje te vervangen in de beginnende schemer. De bruine kaft glom in het terugge-wonnen licht. Verdomd, had hij gedacht.
Tussen de stijve bladen en vitragevellen had de beklem-mende geur van zijn verleden zich verstopt. Foto’s met veel geel- en groentinten. Van een huwelijk. Hij, dezelfde man, maar met een rijkdom aan onverzorgd haar, kust een be-nige vrouw in het wit. Tijdens een kerstdiner zit hij aan ta-fel in het midden van een klein gezelschap, hij draagt een bruin ribfluwelen jasje, een ongeduldige glimlach. Op de volgende pagina ligt hij aan het zwembad met een melkwit lijf in een ongekend korte zwembroek, achter hem een blo-te baby met donkere vragende ogen op een oranje sprei. Hij legde zijn wijsvinger op het spekkige kind. Hij wreef over het ruwe fotopapier, alsof hij het stof van de jaren af probeerde te wrijven. Alsof hij door de tijd heen de baby probeerde te aaien, te herstellen wat hij op de foto nalaat, zijn weerspannige lichaam afgedraaid van het kind, in de richting van het lichtblauwe zwembad en de lens van het toestel. Hij sloot het album, trok zijn jas aan en liep de stenen trap-pen in het portiek af, over de smalle stoep, tussen de gevel-tuintjes en de geparkeerde auto’s naar het café op de hoek van zijn straat. Schrijven is afstand nemen, wist hij, wat alcohol zal mijn hersenen adem geven. Hij nam plaats aan de kop van de leestafel en liet zich een ijskoude jonge jenever inschenken.”

 

 
Daniël Samkalden (Naarden, 15 april 1979)

 

De Franse schrijver Jérôme Lambert werd geboren op 15 april 1975 in Nantes. Zie ook alle tags voor Jérôme Lambert op dit blog.

Uit: Mercredi gentil

« Il y a presque deux semaines, Fatou, Croûton et moi sortions de notre cours de théâtre et je faisais la tête. Jusque-là rien d’anormal puisque la mauvaise humeur est un peu mon état naturel. Passer quatre heures enfermé dans la même pièce avec des gens de mon âge est l’idée que je me fais de l’enfer. Je ne sais plus très bien quelle question Fatou m’a posée juste devant le gymnase, mais je me souviens que j’étais énervé par notre prof, M. Kerkatmec, qui avait épuisé mes maigres réserves de patience. Toujours est-il que j’ai répondu à Fatou d’une manière un peu trop brutale à son goût et que c’était une très très mauvaise idée. Pour être honnête, je m’en suis rendu compte immédiatement, mais il était déjà trop tard pour essayer de me rattraper, les mots étaient sortis de ma bouche tels quels, impossibles à ravaler. La suite ne s’est pas fait attendre. — Bon, mon petit Lucien, tu n’as pas l’air d’humeur à m’écouter attentivement ni à me parler aimablement, m’a-t-elle dit de son ton le plus glacial et le plus formel. Je n’insiste donc pas davantage et nous nous adresserons à nouveau la parole quand tu seras un peu plus sympa. Tu devrais y arriver une fois dans ta vie, non ? Essaie, tu verras, ça fait du bien d’être gentil de temps en temps. Et, sans que je puisse réagir, elle a tourné les talons. Expression absurde puisque Fatou ne porte que des baskets. J’ai eu l’idée géniale de lui courir après pour la rattraper et lui expliquer que cet échange n’était qu’un horrible malentendu très simple à dissiper, mais j’ai ensuite eu l’idée encore plus géniale de ne pas bouger. Je venais de me souvenir que Fatou était aussi têtue que belle et beaucoup plus forte que moi en combats verbaux. L’alternative était simple : soit je changeais de personnalité, soit je perdais ma copine. Autant j’aurais facilement supporté de passer pour un homme mauvais aux yeux du monde entier jusqu’à la fin de mes jours, autant je ne pouvais pas envisager que Fatou me trouve le moindre défaut. Trop peur qu’elle me quitte. Les ados sont des gens très inconstants et j’avais déjà eu cette frayeur quelques semaines auparavantl.
C’est comme ça que j’ai pris ma grande décision concernant la gentillesse. À cause d’une fille. Autant le dire tout de suite, ça n’a pas été facile car je ne savais pas du tout par où commencer ni comment attaquer le problème. Je n’étais même pas sûr qu’on puisse apprendre la gentillesse, mais c’était une question de vie ou de mort. En me renseignant sur des forums dédiés, j’ai compris que ce chemin comportait une première étape nommée « être sympa ».

 

 
Jérôme Lambert (Nantes,15 april 1975)

 

De Vlaamse schrijver, cenarist, acteur en regisseur Patrick Bernauw werd geboren op 15 april 1962 in Aalst. Zie ook alle tags voor Patrick Bernauw op dit blog.

Uit: De paus van Satan

“Ik trachtte mezelf voor te stellen te midden van de schepselen uit een verleden tijd, in hun antieke kleren, terwijl ik hun gedachten dacht. Ondertussen was ik er mij wel van bewust dat mijn handig geselecteerde details alleen maar illusies produceerden. Maar wat deed het ertoe dat ik de minst betrouwbare was van alle geschiedschrijvers? Ik zou dan toch de meest evocatieve zijn! Nee, nee… ik wilde mijzelf niet het kleinste greintje verbeelding onthouden, noch het minste spoortje enthousiasme. En ik zal zeker niet zeggen dat ik nooit iets heb verzonnen. Ik wilde geen stompzinnige vervalser zijn, die uitblonk door een gebrek aan visie, uitsluitend trivialiteiten behandelde en zo even ver bleef van het creëren van een algemeen beeld als de pointillistische puzzels van de moderne schilders. Het ergst van al waren de biografen. Zij schrokken er niet voor terug volumineuze volumes te wijden aan de stelling dat Jan Van Eyck geheelonthouder was of dat de Mollige Margot van Francois Villon niet de naam was van een prostituée, maar van een herberg. Inderdaad is het zo dat biografen hun onderwerp dienen te portretteren met zo weinig passie als menselijkerwijze mogelijk is. Maar ik zou niet in dezelfde vallen trappen als deze kwezelachtige kampioenen van de middenklasse moraal!
Ik was mij er ten zeerste van bewust dat documenten -hoe waar ze ook lijken – vaak slechts halve of niet meer dan schijnbare waarheden bevatten. In dit testament, waarin u mijn laatste woorden over de kwestie van De paus van Satan zult lezen, wil ik het bijgevolg anders aanpakken. Ik zal mij niet alleen baseren op documenten, maar ook steunen op mijn herinneringen, op mijn verbeelding. In mijn dromen heb ik een werkelijkheid gezien die ik wakend nooit kon doorgronden en die ik nu zal pogen te reconstrueren.
Net voor de oorlog van 1870 kwam ik in dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In 1876 werd ik overgeplaatst naar de Sfireté Générale in de rue de Saussaies, op de Rive Droite van Parijs. Ik werkte daar tweeëntwintig jaar. Gewoonlijk verscheen ik omstreeks elf uur op kantoor, om de volgende zes uren allerlei zeer uiteenlopende rapporten te schrijven, te verzamelen, te analyseren. Voor de buitenwereld leek het of ik een van de vele auteurs was die een baantje hadden gekregen van onze geliefde overheid, en zo in staat gesteld werden zich in alle rust aan hun kunst te wijden.”

 


Patrick Bernauw (Aalst, 15 april 1962)
Cover

 

De Engelse dichter en schrijver Benjamin Zephaniah werd geboren op 15 april 1958 in Handsworth, Birmingham. Zie ook alle tags voor Benjamin Zephania op dit blog.

 

Bought and Sold

Smart big awards and prize money
Is killing off black poetry
It’s not censors or dictators that are cutting up our art.
The lure of meeting royalty
And touching high society
Is damping creativity and eating at our heart.

The ancestors would turn in graves
Those poor black folk that once were slaves would wonder
How our souls were sold
And check our strategies,
The empire strikes back and waves
Tamed warriors bow on parades
When they have done what they’ve been told
They get their OBE’s.

Don’t take my word, go check the verse
Cause every laureate gets worse
A family that you cannot fault as muse will mess your mind,
And yeah, you may fatten your purse
And surely they will check you first when subjects need to be amused
With paid for prose and rhymes.

Take your prize, now write more,
Faster,
Fuck the truth
Now you’re an actor do not fault your benefactor
Write, publish and review,
You look like a dreadlocks Rasta,
You look like a ghetto blaster,
But you can’t diss your paymaster
And bite the hand that feeds you.

What happened to the verse of fire
Cursing cool the empire
What happened to the soul rebel that Marley had in mind,
This bloodstained, stolen empire rewards you and you conspire,
(Yes Marley said that time will tell)
Now look they’ve gone and joined.

We keep getting this beating
It’s bad history repeating
It reminds me of those capitalists that say
‘Look you have a choice,’
It’s sick and self-defeating if our dispossessed keep weeping
And we give these awards meaning
But we end up with no voice.

 

 
Benjamin Zephaniah (Handsworth, 15 april 1958)

 

De Amerikaanse schrijver Henry James werd geboren in New York op 15 april 1843. Zie ook alle tags voor Henry James op dit blog.

Uit: The Beast in the Jungle

“What determined the speech that startled him in the course of their encounter scarcely matters, being probably but some words spoken by himself quite without intention—spoken as they lingered and slowly moved together after their renewal of acquaintance.  He had been conveyed by friends an hour or two before to the house at which she was staying; the party of visitors at the other house, of whom he was one, and thanks to whom it was his theory, as always, that he was lost in the crowd, had been invited over to luncheon.  There had been after luncheon much dispersal, all in the interest of the original motive, a view of Weatherend itself and the fine things, intrinsic features, pictures, heirlooms, treasures of all the arts, that made the place almost famous; and the great rooms were so numerous that guests could wander at their will, hang back from the principal group and in cases where they took such matters with the last seriousness give themselves up to mysterious appreciations and measurements.  There were persons to be observed, singly or in couples, bending toward objects in out-of-the-way corners with their hands on their knees and their heads nodding quite as with the emphasis of an excited sense of smell.  When they were two they either mingled their sounds of ecstasy or melted into silences of even deeper import, so that there were aspects of the occasion that gave it for Marcher much the air of the “look round,” previous to a sale highly advertised, that excites or quenches, as may be, the dream of acquisition.  The dream of acquisition at Weatherend would have had to be wild indeed, and John Marcher found himself, among such suggestions, disconcerted almost equally by the presence of those who knew too much and by that of those who knew nothing.  The great rooms caused so much poetry and history to press upon him that he needed some straying apart to feel in a proper relation with them, though this impulse was not, as happened, like the gloating of some of his companions, to be compared to the movements of a dog sniffing a cupboard. It had an issue promptly enough in a direction that was not to have been calculated.
It led, briefly, in the course of the October afternoon, to his closer meeting with May Bartram, whose face, a reminder, yet not quite a remembrance, as they sat much separated at a very long table, had begun merely by troubling him rather pleasantly.”

 

 
Henry James (15 april 1843 – 28 februari 1916)
Cover

 

De Duitse dichter en tekenaar Wilhelm Busch werd geboren in Wiedensahl op 15 april 1832. Zie ook alle tags voor Wilhelm Busch op dit blog.

 

Höhere Instanz

Was er liebt, ist keinem fraglich;
Triumphierend und behaglich
Nimmt es seine Seele ein
Und befiehlt: So soll es sein.

Suche nie, wo dies geschehen,
Widersprechend vorzugehen,
Sintemalen im Gemüt
Schon die höchste Macht entschied.

Ungestört in ihren Lauben
Laß die Liebe, laß den Glauben,
Der, wenn man es recht ermißt,
Auch nur lauter Liebe ist.

 

Der fremde Hund

Was fällt da im Boskettgesträuch
Dem fremden Hunde ein?
Geht man vorbei, so bellt er gleich
Und scheint wie toll zu sein.
Der Gärtner holt die Flinte her.
Es knallt im Augenblick.
Der arme Hund, getroffen schwer,
Wankt ins Gebüsch zurück.
Vier kleine Hündchen liegen hier
Nackt, blind und unbewußt.
Sie saugen emsig alle vier
An einer toten Brust.

 

Durchweg lebendig

Nirgend sitzen tote Gäste.
Allerorten lebt die Kraft.
Ist nicht selbst der Fels, der feste,
Eine Kraftgenossenschaft?

Durch und durch aus Eigenheiten,
So und so zu sein bestrebt,
Die sich lieben, die sich streiten,
Wird die bunte Welt gewebt.

Hier gelingt es, da missglückt es.
Wünsche finden keine Rast.
Unterdrücker, Unterdrücktes,
Jedes Ding hat seine Last.

 

 
Wilhelm Busch (15 april 1832 – 9 januari 1908)
Portret door Klaus Ensikat

 

De Nederlandse schrijfster Ina Boudier-Bakker werd geboren in Amsterdam op 15 april 1875. Zie ook alle tags voor Ina Boudier-Bakker op dit blog.

Uit: De klop op de deur

“Hij ging door zijn stad zooals hij er jaren door gegaan was, en hoewel Zaandammer van geboorte, waar zijn vader kantonrechter geweest was, nauw zich verbonden voelend met Amsterdam in een haast onbewuste liefde. En onveranderd ook zag de oude stad, in de statie zijner beboomde grachten, de rijke kleur van zijn oude buurtjes, de grijze schoonheid van zijn gevels en torens en zijn machtig grauw paleis op den Dam, zijn klokkenspelen beierend hoog in de lucht – het volk dier vijftiger jaren langs zich trekken in een leven van haast provinciale gemoedelijkheid.
Op den Dam was het druk in den vallenden avond. Daar gingen tusschen de nauw gereide visch en zuurkraampjes, de karren met koopwaar, de buitelende straatartiesten in den flauwen olie-lampjesschijn, de oud Amsterdammers uit den koopmansstand naar de bekende café’s, naar de Karseboom, naar Allebrandi, naar het Café restaurant op den hoek – vonden er begeerig elkaar en de gezelligheid van elken Nieuwjaarsdag, terwijl tusschen de dichtbezette tafeltjes door de Jan’s saucijzenbroodjes en pasteitjes presenteerden.
De lange vader en het kleine kind liepen er stil tusschendoor.
‘Daar gaat meneer Weesburg,’ knikte Annètje, en Goldeweijn zag: Weesburg ging juist het café op den hoek van den Dam in. Hij zag rood en opgezet, en lachte luidruchtig met een paar kennissen. Maar Annètje trok hem plotseling sneller voort.
Want daar, op de Kleine Steentjes voor ’t Paleis stond de man met de geleerde honden en gedresseerde kanarievogels,waar ze nooit langs kon zonder te blijven kijken.
Gehoorzaam stak hij met haar over.
De man had hen zien komen.
‘Komt de jongejuffrouw weer ereis kijke?’
En Annètje knikte verheugd, haar vriend kènde haar.
Verslonden stond ze te kijken naar den poedel, die door hoepels sprong. De kanaries mocht ze soms even met een voorzichtig vingertje langs hun veeren rugje aaien, maar nu was ’t te koud voor de vogels. De poedel, op zijn achterpooten, ging met het bakje rond.”

 

 
Ina Boudier-Bakker (15 april 1875 – 26 december 1966)
Cover

 

De Duitse schrijver Bernhard Lassahn werd op 15 april 1951 in Coswig / Anhalt geboren. Zie ook alle tags voor Bernhard Lassahn op dit blog.

Uit: Liebe Frauen! (Briefe)

„Die Hippies gingen noch weiter. Sie wollten nicht nur, dass die Menschen lesen, Musik hören und sich besser verstehen, sie sollten sich auch lieben:
Make Love. Not War.
Remember? Das war die berühmte Hippie-Parole. Ob man tatsächlich Liebe „machen“ kann, lasse ich mal dahingestellt sein. Ich hatte von Anfang an meine Zweifel, ich war aber auch schwer beeindruckt von der praktischen Art der Amerikaner, die kurzerhand die Milch in Cornflakes-Packungen schütteten und die Turnschuhe gleich mit in die Waschmaschine steckten zu den T-shirts mit der Aufschrift „Just do it“.
Sei’s drum. Ich nehme zur Kenntnis, dass wir das heute so handhaben wollen: Liebe „macht“ man, Sex „hat“ man. Na dann: viel Spaß. Für mich klingt es schon wieder nach einem Open-Air-Festival bei freiem Eintritt und mit einer Musik, bei der sich am Ende alle in den Armen liegen. Es kommt mir zu schön vor, um wahr zu sein, aber vielleicht bin ich auch ein schwieriger Fall mit ungewöhnlich trägem Herzen. Ich sollte mich nicht so anstellen und nicht immer so kritisch aus der Wäsche gucken.
Das tue ich aber. Und ich werfe weiterhin einen kritischen Blick auf die Feministen. Die haben nämlich den alten Hippie-Spruch umgedreht: Sie wollen zukünftig keine Liebe mehr zwischen den Geschlechtern – das meinen sie wirklich so, wir sollten uns darüber nicht hinwegtäuschen. Es gibt viele Zitate, die das belegen und viele Taten, die es beweisen. Sie haben stattdessen den Geschlechter-Krieg erklärt
Make Sex War. Do Not Make Love.
So ein Krieg geht notwendigerweise gegen alles, was gegen den Krieg arbeitet. Also: gegen die Kultur. Gegen den Dialog. Gegen die Möglichkeiten der Verständigung. Gegen eine Wertschätzung des anderen.
Es ist also keine Überraschung: Der Feminismus bringt neue Bücherverbote mit sich. Neue Formen der Zensur. Neue Denkverbote. Neue Verständigungsverbote. Boykott von Diskussionsveranstaltungen. Offene Gewaltdrohungen gegen Männer, die sich für ihre Interessen einsetzen wollen. Das Niederbrüllen von Rednern.”

 


Bernhard Lassahn (Coswig 15, april 1951)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e april ook mijn blog van 15 april 2018 deel 2.

Tomas Tranströmer, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Patrick Bernauw, Benjamin Zephaniah, Henry James, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zie ook alle tags voor Tomas Tranströmer op dit blog.

 

November in the Former DDR

The almighty cyclop’s-eye clouded over
and the grass shook itself in the coal dust.

Beaten black and blue by the night’s dreams
we board the train
that stops at every station
and lays eggs.

Almost silent.
The clang of the church bells’ buckets
fetching water.
And someone’s inexorable cough
scolding everything and everyone.

A stone idol moves its lips:
it’s the city.
Ruled by iron-hard misunderstandings
among kiosk attendants butchers
metal-workers naval officers
iron-hard misunderstandings, academics!

How sore my eyes are!
They’ve been reading by the faint glimmer of the glow-worm lamps.

November offers caramels of granite.
Unpredictable!
Like world history
laughing at the wrong place.

But we hear the clang
of the church bells’ buckets fetching water
every Wednesday
– is it Wednesday? –
so much for our Sundays!

 

Vertaald door Robin Fulton

 

The Stones

The stones we have thrown I hear
fall, glass-clear through the year. In the valley
confused actions of the moment
fly howling from tree-top
to tree-top, quieting
in air thinner than now’s, gliding
like swallows from mountain-top
to mountain-top till they
reach the furthest plateaus
along the edge of existence. Where
all our deeds fall
glass-clear
to no ending
except ourselves.

 

Vertaald door Patty Crane

 

 
Tomas Tranströmer (15 april 1931 – 26 maart 2015)
Bij de uitreiking van de Nobelprijs voor literatuur in 2011

 

De Nederlandse schrijver, columnist, kleinkunstenaar en zanger Daniël Samkalden werd geboren op 15 april 1979 in Naarden. Zie ook alle tags voor Daniël Samkalden op dit blog.

Uit: Ik zou deze jetlag voorgoed in mij gevangen willen houden (Column, november 2012)

“Toen tussen kwart over twaalf en half één in de verschillende hoeken op de verschillende zenders Barack Obama werd uitgeroepen tot winnaar van de verkiezingen, bleven de aanwezige Amerikanen vrij onaangedaan, maar vierden wij dat euforisch, als een Nederlandse zege. Ik had onze ingedutte seniorengroep steeds graag belachelijk gemaakt, maar toen men jassen aantrok om in taxi’s naar het Witte Huis te gaan waar een feest was losgebarsten, was ik degene die zich te moe voelde om aan te haken.
‘Dan missen we de toespraak,’ zei mijn vader. Ik knikte dankbaar. Op onze kamer in onze kingsize bedden wachtten wij op het spreken van Obama. De afstandsbediening in mijn hand. CNN herhaalde de uitslagen. Ik herinner me dat ik wakker werd. Dat Obama aan het praten was. Dat mijn vader sliep. Dat dit toch het grote moment van onze reis was. Dat ik moeite had me te concentreren. Dat ik me afvroeg of ik mijn vader wakker moest maken. En vervolgens dat er een felle zonnestraal de kamer in viel.
Ik zou deze jetlag voorgoed in mij gevangen willen houden. Het is precies de correctie die mijn systeem nodig heeft. De overweldigende moeheid die zich rond negen uur ’s avonds al aankondigt, als de wereld langzamer lijkt te gaan draaien en de willekeur zich trechtert tot een punt van onwrikbare rust. En dan de wakkerheid waarmee ik de ochtend in word gekatapulteerd. Mijn ogen die openspringen nog voor de wekker gaat. Zonder dat ik ze weer dicht laat vallen. Kraakhelder uitgeslapen, zoals ik dat al jaren vergeefs najaag. De avond, een punt. De ochtend, een hoofdletter. Ik zou mij in westelijke richting over de wereld moeten blijven bewegen. Het zou me een eenduidig, betrouwbaar en tevreden mens maken.”

 

 
Daniël Samkalden (Naarden, 15 april 1979)

 

De Franse schrijver Jérôme Lambert werd geboren op 15 april 1975 in Nantes. Zie ook alle tags voor Jérôme Lambert op dit blog.

Uit Chambre simple; refaire l’amour

“J’ai repris conscience sur le brancard d’une ambulance ou d’une voiture de pompiers, je ne sais plus.
Comment vous appelez-vous Vous savez où vous êtes Quelle heure est-il Ça vous est déjà arrivé Quel âge avez-vous Restez avec nous s’il vous plaît, Ne vous endormez pas Vous habitez loin d’ici Quel jour sommes-nous Prenez ma main (je serre sa main, je garde sa main, j’écrase sa main) D’accord, mais en quelle année Pouvez-vous me dire – et ils répétaient mon nom – en quelle année nous sommes ?
J’avais bon à tout et j’ai flanché sur l’année.
Peut-être par épuisement puisque tout m’épuisait.
Peut-être parce que leur harcèlement m’agaçait.
Peut-être qu’un neurone n’a pas fait son boulot.
Vous avez deux ans de retard, a dit le grand type à la main large assis à ma droite, un détail (laisse ta main sur la mienne comme une amarre de chair et de pulpe). Il a réglé mon cas d’une croix sur son écriteau de plastique rouge en souriant. Un clin d’œil quand il me recolle le masque sur le bas du visage, l’odeur du caoutchouc neuf qui envahit mes narines, l’oxygène qui fonce droit au cerveau.
J’étais trop calme, mais je n’avais ni le choix, ni la force ni l’envie de lutter.
Après je ne sais pas.
Après c’est l’hôpital.
« Il y a des antécédents dans votre famille ? »
Ce n’est plus un test, c’est une vraie question de docteur. Terminé le chaos de l’ambulance, je suis en consultation, allongé dans le calme étourdissant d’un hôpital où on me réclame une information.”

 

 
Jérôme Lambert (Nantes,15 april 1975)

 

De Vlaamse schrijver, cenarist, acteur en regisseur Patrick Bernauw werd geboren op 15 april 1962 in Aalst. Zie ook alle tags voor Patrick Bernauw op dit blog.

Uit: Het Bloed van het Lam

“En dat zeg je nù pas!?’ barst Lena uit. ‘Waarom laat je mij dit allemaal vertellen als je het al wéét!?’
Maarten haalt de schouders op. ‘Laten we zeggen dat ik je graag bezig hoor, Lena.’
‘Je gelooft me niet, hé?’
‘Waarom zou ik je niet geloven?’
‘Je vertrouwt me niet, Maarten!’
‘Vertrouw jij mij dan, Lena? Vertrouw jij mij dan voldoende om me de waarheid en niets anders dan de waarheid te vertellen? Ik krijg zo stilaan genoeg van je geheimdoenerij en néé, niet van je leugens, maar van de dingen die je voor me verzwijgt! En probeer me nu asjeblief niet wéér wijs te maken dat Lena is afgeleid van Helena! Wat heeft het nog voor zin als je al zo ver gekomen bent? Je hebt al a gezegd, Lena!… Je hebt het uitgeschreeuwd!… Aààh!… En nu wordt het de hoogste tijd om ook b te zeggen, denk je niet?’
Ze krimpt in elkaar. ‘Sorry,’ fluistert ze. ‘Het spijt me. Ik dacht… Je zou me verslijten voor… voor een gek… Je zou mijn verhaal met dat vooroordeel beluisteren en dan… Dan zou ik verloren zijn.’
Maarten neemt haar in zijn armen – ze beeft op haar benen – en veegt de tranen uit haar donkere ogen. Hij streelt haar weerbarstige zwarte krullen, strijkt met een vinger voorzichtig over haar schattig en licht gebogen joodse neusje.
‘Het is niets,’ mompelt hij. ‘Het is niets…’
Jezus Christus was een rechtstreekse afstammeling van de joodse koningen Salomon en David. De Messias moest niet in de eerste plaats beschouwd worden als een symbolische, vergeestelijkte koning der joden, maar als de echte en legitieme monarch. Hij huwde met Maria Magdalena en kreeg kindjes. Sommigen hielden zelfs vol dat de gebeurtenissen op Golgotha alleen maar een mise-en-scène waren geweest; in werkelijkheid was hij niet aan het kruis gestorven. Vandaar dat diverse vroegchristelijke secten de kruisdood verwierpen. Zij vonden gehoor bij de katharen, die hun naam zouden lenen aan al wat ketters was, en bij de orde der Tempeliers.”

 

 
Patrick Bernauw (Aalst, 15 april 1962)
Aalst

 

De Engelse dichter en schrijver Benjamin Zephaniah werd geboren op 15 april 1958 in Handsworth, Birmingham. Zie ook alle tags voor Benjamin Zephania op dit blog.

 

White Comedy

I waz whitemailed
By a white witch,
Wid white magic
An white lies,
Branded by a white sheep
I slaved as a whitesmith
Near a white spot
Where I suffered whitewater fever.
Whitelisted as a whiteleg
I waz in de white book
As a master of white art,
It waz like white death.

People called me white jack
Some hailed me as a white wog,
So I joined de white watch
Trained as a white guard
Lived off the white economy.
Caught and beaten by de whiteshirts
I waz condemned to a white mass,
Don’t worry,
I shall be writing to de Black House.

 

Wot A Pair

I waz walking down Wyefront street
When me trousers ran away,
I waz feeling incomplete
But still me trousers would not stay,
When I found where they had gone
De pair addressed me rather blunt,
And they told me they were sick of being put on
Back to front.

I told dem I would treat dem good
And wear dem back to back,
I promised dem protection
From a friend who is a mac,
Me trousers did not believe a single word I had to say,
And me underpants were laughing
When me trousers ran away.

 

 
Benjamin Zephaniah (Handsworth, 15 april 1958)

 

De Amerikaanse schrijver Henry James werd geboren in New York op 15 april 1843. Zie ook alle tags voor Henry James op dit blog.

Uit: Washington Square

“The fact of his having married a rich woman made no difference in the line he had traced for himself, and he cultivated his profession with as definite a purpose as if he still had no other resources than his fraction of the modest patrimony which on his father’s death he had shared with his brothers and sisters. This purpose had not been preponderantly to make money- -it had been rather to learn something and to do something. To learn something interesting, and to do something useful–this was, roughly speaking, the programme he had sketched, and of which the accident of his wife having an income appeared to him in no degree to modify the validity. He was fond of his practice, and of exercising a skill of which he was agreeably conscious, and it was so patent a truth that if he were not a doctor there was nothing else he could be, that a doctor he persisted in being, in the best possible conditions. Of course his easy domestic situation saved him a good deal of drudgery, and his wife’s affiliation to the “best people” brought him a good many of those patients whose symptoms are, if not more interesting in themselves than those of the lower orders, at least more consistently displayed. He desired experience, and in the course of twenty years he got a great deal. It must be added that it came to him in some forms which, whatever might have been their intrinsic value, made it the reverse of welcome. His first child, a little boy of extraordinary promise, as the Doctor, who was not addicted to easy enthusiasms, firmly believed, died at three years of age, in spite of everything that the mother’s tenderness and the father’s science could invent to save him. Two years later Mrs. Sloper gave birth to a second infant–an infant of a sex which rendered the poor child, to the Doctor’s sense, an inadequate substitute for his lamented first- born, of whom he had promised himself to make an admirable man. The little girl was a disappointment; but this was not the worst. A week after her birth the young mother, who, as the phrase is, had been doing well, suddenly betrayed alarming symptoms, and before another week had elapsed Austin Sloper was a widower.
For a man whose trade was to keep people alive, he had certainly done poorly in his own family; and a bright doctor who within three years loses his wife and his little boy should perhaps be prepared to see either his skill or his affection impugned. Our friend, however, escaped criticism: that is, he escaped all criticism but his own, which was much the most competent and most formidable.”

 

 
Henry James (15 april 1843 – 28 februari 1916)
Cover

 

De Duitse dichter en tekenaar Wilhelm Busch werd geboren in Wiedensahl op 15 april 1832. Zie ook alle tags voor Wilhelm Busch op dit blog.

 

Uit: Max und Moritz

Zweiter Streich

Als die gute Witwe Bolte
Sich von ihrem Schmerz erholte,
Dachte sie so hin und her,
Daß es wohl das beste wär’,
Die Verstorbnen, die hienieden
Schon so frühe abgeschieden,
Ganz im stillen und in Ehren
Gut gebraten zu verzehren.
Freilich war die Trauer groß,
Als sie nun so nackt und bloß
Abgerupft am Herde lagen,

 

 

Sie, die einst in schönen Tagen
Bald im Hofe, bald im Garten
Lebensfroh im Sande scharrten. –

Ach, Frau Bolte weint aufs neu,
Und der Spitz steht auch dabei.
Max und Moritz rochen dieses.
»Schnell aufs Dach gekrochen!« hieß es.

Durch den Schornstein mit Vergnügen
Sehen sie die Hühner liegen,
Die schon ohne Kopf und Gurgeln
Lieblich in der Pfanne schmurgeln.

 

 
Wilhelm Busch (15 april 1832 – 9 januari 1908)
Museum Wilhelm-Busch-Haus in in Mechtshausen

 

De Nederlandse schrijfster Ina Boudier-Bakker werd geboren in Amsterdam op 15 april 1875. Zie ook alle tags voor Ina Boudier-Bakker op dit blog.

Uit: De klop op de deur

“Ze huppelde op straat ineens van een diepe blijdschap om zooveel heerlijkheid. En zij deed een sprongetje van geluk naar zijn lengte, ver boven haar. Hij moest stilstaan en midden op straat zich een zoen laten geven.
Hij zei niets – hij was geen man van woorden – gesloten, nuchter, ernstig en stroef. Maar dit ontroerde hem, en hij hield haar wollen handje vaster in zijn buitengewoon groote magere hand.
‘Gaan we het poortje onderdoor?’ vroeg ze toen ze bij het Beurspleintje waren.
‘Goed.’
Ze trippelde in een zwijgende vreugde ook deze vermakelijkheid door. En hij dacht, dat hij eigenlijk nooit met zijn kind wandelde. Hij werkte altijd. Alleen als het heel slecht weer was, reed hij zijn visites, en nam haar dan soms mee. Dan zat zij tegenover hem op den langen tocht met haar poppen bij zich, haar nieuwsgierige helder bruine oogjes door de raampjes kijkend.
Maar hij kon nog niet aldoor rijden. Over een paar jaar hoopte hij zijn praktijk genoeg te hebben opgewerkt. Als Fransje maar wat zuiniger was. Maar in zijn huis ging niets zuinig.
Hij verschoof even zijn hoogen hoed die hem drukte – zijn jas ook was te zwaar. Het leek een voorjaarsdag.
Hij ging daar door het Amsterdam dier dagen, een bekrompen, eerlijk levend man, met zeer weinig behoeften voor zichzelf, behalve dien sterksten drang: naar den uitersten karigsten eenvoud. In nauwgezette plichtsbetrachting zich gevend aan zijn patiënten, maar dor en stroef, en geen andere vreugde eruit puttend dan het kalm bewustzijn in zijn stad een erkend goed medicus te zijn. Een man, zooals de meeste mannen van zijn tijd, nauwelijks wetend en volkomen zonder begrip van wat buiten Holland in de groote landen van Europa sinds de late veertiger jaren gistte en groeide, en bezig was de oude maatschappij te ondergraven.”

 

 
Ina Boudier-Bakker (15 april 1875 – 26 december 1966)
Scene uit de gelijknamige tv-serie uit 1970-71

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 15e april ook mijn vorige blog van vandaag.

Zie voor bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 15 april 2007 en ook mijn blog van 15 april 2008 en eveneens mijn blog van 15 april 2009.

Tomas Tranströmer, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Patrick Bernauw, Benjamin Zephaniah, Henry James, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zie ook alle tags voor Tomas Tranströmer op dit blog.

Streets in Shanghai

1
The white butterfly in the park is being read by many.
I love that cabbage-moth as if it were a fluttering corner of truth itself!

At dawn the running crowds set our quiet planet in motion.
Then the park fills with people. To each one, eight faces polished like jade, for all situations, to avoid making mistakes.
To each one, there’s also the invisible face reflecting “something you don’t talk about.”
Something that appears in tired moments and is as rank as a gulp of viper schnapps
with its long scaly aftertaste.

The carp in the pond move continuously, swimming while they sleep, setting an example for the faithful: always in motion.

2
It’s midday. Laundry flutters in the gray sea-wind high over the cyclists
who arrive in dense schools. Notice the labrinths on each side!

I’m surrounded by written characters that I can’t interpret, I’m illiterate through and through.
But I’ve paid what I owe and have receipts for everything.
I’ve accumulated so many illegible receipts.
I’m an old tree with withered leaves that hang on and can’t fall to the ground.

And a gust from the sea gets all these receipts rustling.

3
At dawn the trampling hordes set our quiet planet in motion.
We’re all aboard the street, and it’s as crammed as the deck of a ferry.

Where are we headed? Are there enough teacups? We should consider ourselves lucky to have made it aboard this street!
It’s a thousand years before the birth of claustrophobia.

Hovering behind each of us who walks here is a cross that wants to catch up with us, pass us, unite with us.
Something that wants to sneak up on us from behind, put its hands over our eyes and whisper “Guess who!”

 

Vertaald door Patty Crane

 
Tomas Tranströmer (15 april 1931 – 26 maart 2015)

Lees verder “Tomas Tranströmer, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Patrick Bernauw, Benjamin Zephaniah, Henry James, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker”

Tomas Tranströmer, Henry James, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Patrick Bernauw, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zie ook alle tags voor Tomas Tranströmer op dit blog.

Alcaic

This forest in May. It haunts my whole life:
the invisible moving van. Singing birds.
              In silent pools, mosquito larvae’s
furiously dancing question marks.

I escape to the same places and same words.
Cold breeze from the sea, the ice-dragon’s licking
              the back of my neck while the sun glares.
The moving van is burning with cool flames.

 

From the Island, 1860

I
One day as she rinsed her wash from the jetty,
the bay’s cold grave rose up through her arms
and into her life.

Her tears froze into spectacles.
The island raised itself by its grass
and the herring-flag waved in the deep.

II
And the swarm of small pox caught up with him,
settled down onto his face.
He lies and stares at the ceiling.

How it had rowed up through the silence.
The now’s eternally flowing stain,
the now’s eternally bleeding end-point.

 

Vertaald door Patty Crane

 
Tomas Tranströmer (15 april 1931 – 26 maart 2015)

Lees verder “Tomas Tranströmer, Henry James, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Patrick Bernauw, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker”

Tomas Tranströmer, Henry James, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Zie ook alle tags voor Tomas Tranströmer op dit blog.

The Indoors is Endless

It’s spring in 1827, Beethoven
hoists his death-mask and sails off.

The grindstones are turning in Europe’s windmills.
The wild geese are flying northwards.

Here is the north, here is Stockholm
swimming palaces and hovels.

The logs in the royal fireplace
collapse from Attention to At Ease.

Peace prevails, vaccine and potatoes,
but the city wells breathe heavily.

Privy barrels in sedan chairs like paschas
are carried by night over the North Bridge.

The cobblestones make them stagger
mamselles loafers gentlemen.

Implacably still, the sign-board
with the smoking blackamoor.

So many islands, so much rowing
with invisible oars against the current!

The channels open up, April May
and sweet honey dribbling June.

The heat reaches islands far out.
The village doors are open, except one.

The snake-clock’s pointer licks the silence.
The rock slopes glow with geology’s patience.

It happened like this, or almost.
It is an obscure family tale

about Erik, done down by a curse
disabled by a bullet through the soul.

He went to town, met an enemy
and sailed home sick and grey.

Keeps to his bed all that summer.
The tools on the wall are in mourning.

He lies awake, hears the woolly flutter
of night moths, his moonlight comrades.

His strength ebbs out, he pushes in vain
against the iron-bound tomorrow.

And the God of the depths cries out of the depths
‘Deliver me! Deliver yourself!’

All the surface action turns inwards.
He’s taken apart, put together.

The wind rises and the wild rose bushes
catch on the fleeing light.

The future opens, he looks into
the self-rotating kaleidoscope

sees indistinct fluttering faces
family faces not yet born.

By mistake his gaze strikes me
as I walk around here in Washington

among grandiose houses where only
every second column bears weight.

White buildings in crematorium style
where the dream of the poor turns to ash.

The gentle downward slope gets steeper
and imperceptibly becomes an abyss.

 

Vertaald door Robin Fulton

 

Tomas Tranströmer (Stockholm, 15 april 1931)

In 1965

Lees verder “Tomas Tranströmer, Henry James, Daniël Samkalden, Jérôme Lambert, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker”

Jérôme Lambert, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker, Bernhard Lassahn

De Franse schrijver Jérôme Lambert werd geboren op 15 april 1975 in Nantes. Zie ook alle tags voor Jérôme Lambert op dit blog.

Uit: Bonne année, toi-même

“« (…) en ce qui me concerne, j’ai appris à aimer ça, l’attente. Evidemment, je n’ai pas choisi, je ne ferai avaler à personne que j’aime attendre depuis toujours. Mais ça s’apprend. Ça s’apprivoise l’attente, ça se domestique, on peut la faire changer de couleur et la loger dans un coin plus confortable que la gorge ou le ventre au creux des quels elle vient se coller d’habitude. Il suffit de la déplacer sans qu’elle s’en rende compte. Dans les mains, ça peut faire des dégâts comme des ongles rongés jusqu’à la peu (minimum) ou la destruction d’objets divers, voire du mobilier (maximum). Déplacer l’attente dans ses pieds est aussi une mauvaise idée sauf à la campagne si le jogging est possible, dans tous les autres cas on risque de finir par creuser des douves dans le salon sans même s’en rendre compte. Bref, à mon avis, l’idéal est de mettre son attente dans une pomme et de la poser sur une table. »”

Jérôme Lambert (Nantes,15 april 1975)

Lees verder “Jérôme Lambert, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker, Bernhard Lassahn”

Jérôme Lambert, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker, Bernhard Lassahn

De Franse schrijver Jérôme Lambert werd geboren op 15 april 1975 in Nantes. Zie ook mijn blog van 15 april 2009 en ook mijn blog van 15 april 2010.

 

Uit: Tous les garçons et les filles

 

“J’avais toujours refusé les colonies de vacances, camps et autres semaines en forêt.
J’ai frôlé de près une classe verte en CE2, mais j’ai réussi à me faire dispenser au dernier moment. Ce n’est pas ma faute, je n’ai pas envie d’être avec les autres. J’ai peur et je me dis qu’il ne peut pas en être autrement. Je me sens parfois monté à l’envers, en tout cas pas comme les autres et ça se voit trop pour espérer faire illusion.
Je sais que je leur en voudrais, à eux, de m’exclure, de me trouver différent.
Alors qu’il n’y a pas de raison de leur en vouloir : c’est moi qui cloche, c’est moi qui sonne faux, pas eux.”

 

 

Jérôme Lambert (Nantes,15 april 1975)

 

Lees verder “Jérôme Lambert, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker, Bernhard Lassahn”

Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker, Bliss Carman, Pol De Mont, Staf Weyts, Erich Arendt, Hans Egon Holthusen

De Engelse dichter en schrijver Benjamin Zephaniah werd geboren op 15 april 1958 in Handsworth, Birmingham. Zie ook mijn blog van 15 april 2009.

Everybody Is Doing It

In Hawaii they Hula
They Tango in Argentina
They Reggae in Jamaica
And they Rumba down in Cuba,
In Trinidad and Tobago
They do the Calypso
And in Spain the Spanish
They really do Flamenco.

In the Punjab they Bhangra
How they dance Kathak in India
Over in Guatemala
They dance the sweet Marimba,
Even foxes dance a lot
They invented the Fox Trot,
In Australia it’s true
They dance to the Didgeridoo.

In Kenya they Benga
They Highlife in Ghana
They dance Ballet all over
And Rai dance in Algeria,
They Jali in Mali
In Brazil they Samba
And the girls do Belly Dancing
In the northern parts of Africa.

Everybody does the Disco
From Baghdad to San Francisco
Many folk with razzamataz
Cannot help dancing to Jazz,
They do the Jig in Ireland
And it is really true
They still Morris dance in England
When they can find time to.”

Zephaniah

Benjamin Zephaniah (Handsworth, 15 april 1958)

 

De Duitse dichter en tekenaar Wilhelm Busch werd geboren in Wiedensahl op 15 april 1832. Zie ook mijn blog van 15 april 2007 en ook mijn blog van 15 april 2008 en ook mijn blog van 15 april 2009.

 

Da kommt mir eben so ein Freund

Da kommt mir eben so ein Freund
Mit einem großen Zwicker.
Ei, ruft er, Freundchen, wie mir scheint,
Sie werden immer dicker.

 

Ja, ja, man weiß oft selbst nicht wie,
So kommt man in die Jahre;
Pardon, mein Schatz, hier haben Sie
Schon eins, zwei graue Haare! –

 

Hinaus, verdammter Kritikus,
Sonst schmeiß ich dich in Scherben.
Du Schlingel willst mir den Genuß
Der Gegenwart verderben!

 

Uit: Naturgeschichtliches Alphabet

 

busch_a

 

Im Ameishaufen wimmelt es,
Der
Aff’ frißt nie Verschimmeltes.

 

 

busch_b

 

Die Biene ist ein fleißig Tier,
Dem
Bären kommt dies g’spaßig für.

 

 

Wilhelm_Busch_1878

Wilhelm Busch (15 april 1832 – 9 januari 1908)

 

 

De Nederlandse schrijfster Ina Boudier-Bakker werd geboren in Amsterdam op 15 april 1875. Zie ook mijn blog van 15 april 2007 en ook mijn blog van 15 april 2008 en ook mijn blog van 15 april 2009.

 

Uit: De klop op de deur

 

„Alles op ’t mooie servies met gouden randje
dat alleen gebruikt werd voor visite. En aan de tafel opgestaan, het glas in zijn hand, een buitengewoon lange magere man, een vermoeide zwakke kop met scherpe trekken en zware groeven. De stijve stropdas sloot hoog om den hals, de lange zwarte jas hing ruim van de puntige schouders. Hij boog zich over naar zijn vrouw, en zij, groot, frisch en bloeiend, in haar groenzijden japon met het nauwsluitend lijfje en de wijde crinoline, lachte hem toe met haar stralend blauwe oogen, haar mooien mond, keerde dan het hoofd, dat fier met den kroon van gitzwart haar op de fijne schouders stond, van hem naar de gasten:

Mevrouw Weesburg in een grijs merinos japon met rose rand en rose met grijs gestreept lijfje, laag uitgesneden. Haar klein pittig donker gezicht lachte, en de zwarte oogen schoten met iets gulzigs de tafel en de gasten langs. Soms legde ze even haar zeer kleine bruine hand op den mouw van Goldeweijn.

Aan den overkant dronk haar man, dik en blozend, haastig zijn glas uit. ‘Dat achttien-acht-en-vijftig een goed jaar mag wezen,’ zei hij wat onvast.

De derde gast was een toast begonnen op den gastheer en diens vrouw. Hij sprak kortademig en heesch. Annètje, in klimmende nieuwsgierigheid met haar hoofdje door de spijlen hangend, verstond hem niet. Hij maakte altijd grappen, meneer Kats, dat wist ze – grappen waar zij nooit om lachen moest, maar moeder wel. Juffrouw Kooistra die naast hem zat kreeg er een kleur van, en haar moeder proestte het uit. O wat was ’t allemaal mooi en prettig daar. En ’t rook…. ’t rook zoo lekker. Haar onervaren neusje snuffelde onwetend punch en bisschop…. En wat was er op dàt schaaltje ook weer…. haringsla had moeder gezegd – wat een rare naam….“

 

Bakker

Ina Boudier-Bakker (15 april 1875 – 26 december 1966)

 

De Canadese dichter Bliss Carman werd geboren in Fredericton, in de provicincie New Brunswick op 15 april 1861. Zie ook mijn blog van 15 april 2007 en ook mijn blog van 15 april 2008 en ook mijn blog van 15 april 2009.

A Sea Child

The lover of child Marjory
Had one white hour of life brim full;
Now the old nurse, the rocking sea,
Hath him to lull.
The daughter of child Marjory
Hath in her veins, to beat and run,
The glad indomitable sea,
The strong white sun.

 

The Heart of Night

When all the stars are sown
Across the night-blue space,
With the immense unknown,
In silence face to face.

We stand in speechless awe
While Beauty marches by,
And wonder at the Law
Which wears such majesty.

How small a thing is man
In all that world-sown vast,
That he should hope or plan
Or dream his dream could last!

O doubter of the light,
Confused by fear and wrong,
Lean on the heart of night
And let love make thee strong!

The Good that is the True
Is clothed with Beauty still.
Lo, in their tent of blue,
The stars above the hill!

carman_1900

Bliss Carman (15 april 1861 – 8 juni 1929)

 

De Vlaamse dichter en schrijver Pol De Mont werd geboren in Wambeek op 15 april 1857. Zie ook mijn blog van 15 april 2008 en ook mijn blog van 15 april 2009.

De keiklopper

De zak op de gekromde rug, de kleren
ontnaaid, gescheurd, en haar nog baard gekamd,
staat, naast een steenhoop, vlak in ’t zonnegloên,
een stokoud man. Met stramme handen zwaait hij
zijn ijzeren hamer, die met doffe slag
bonst op een rotsklomp, dat de splinters knetrend
in ’t rond vliegen. Met zijn hemdsmouw wist
de grijsaard ’t zweet, dat op zijn voorhoofd blinkt,
en slaaft maar voort, met doffe slag op slag,
de grove keien, scherf om scherf, vermorzlend.
En hoorbaar klinkt, bij elke zwaai der hand,
een schor geluid, – reutlen van een, die sterft, –
uit ’s ouden gorgel, door geen drank gelaafd….

Hoog, op de bergen, boven rots en mensen,
kerft geel en rijp de wijndruif aan de stok.

PoldeMont

Pol De Mont (15 april 1857 – 29 juni 1931)

 

De Vlaamse schrijver Staf Weyts werd geboren op 15 april 1909 in Mechelen. Zie ook mijn blog van 15 april 2007 en ook mijn blog van 15 april 2009.

 

Uit: Sneeuw en zonde

 

„Is hij het? Sneeuw waait om hem heen en zijn aangezicht kan zij niet onderscheiden. Aan zijn stem was het Wieze, zijn gestalte doet haar echter weer twijfelen, maar sidderend en hijgend roept zij hem dan eensklaps iets toe, en het is Wieze toch!

Sedert een week is hij uit zijn bannelingenoord verlost. Verstoken heeft hij vijf dagen en nachten doorgebracht in goederentreinen die hem van uit het hooge bergland altijd een eind verder voerden, en tegen den morgen bereikte hij eindelijk de grens. Bij een boer heeft hij gegeten. Warme melk met tarwebrood met spek, – een festijn na vier jaren honger! – en toen hij heenging kreeg hij nog een pakje onder den arm. Een mantel weigerde hij. Koude voelde hij ten andere niet meer, even min als nog vaak en vermoeienis, en aan rusten wou hij overigens ook niet denken! Hij was weer vrij! Hij leefde nog! Om zijn Paula had hij nagenoeg veertig maanden tegen ellende en dood in geworsteld, en nu de weg naar haar open lag wou hij geen stond meer verliezen. Hij stapte hardnekkig. Menschen die hem van verre zagen aantreden, het hoofd kaal geschoren, met alleen een bezatse over zijn sjofele soldatenvest, en een blauw katoenen broek die hem fladderde om de beenen, dachten eenparig: ‘Een banneling die nog terugkeert!’ en bleven staan om hem te zien voorbijgaan.“

 

Weyts

Staf Weyts (15 april 1909 – 12 januari 1985)

 

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 15 april 2009.

 

De Duitse dichter en schrijver Erich Arendt werd geboren op 15 april 1903 in Neuruppin.

 

De Duitse dichter, essayist, criticus en literatuurwetenschapper Hans Egon Holthusen werd geboren op 15 april 1913 in Rendsburg.

 

Henry James, Jérôme Lambert, Bernhard Lassahn, Beate Morgenstern, Tomas Tranströmer, Jeffrey Archer, Benjamin Zephaniah, Wilhelm Busch, Ina Boudier-Bakker, Bliss Carman, Pol De Mont, Staf Weyts, Hans Egon Holthusen, Erich Arendt

De Amerikaanse schrijver Henry James werd geboren in New York op 15 april 1843. Zie ook mijn blog van 15 april 2007 en ook mijn blog van 15 april 2008.

Uit: The Portrait of a Lady

“Under certain circumstances there are few hours in life more agreeable than the hour dedicated to the ceremony known as afternoon tea. There are circumstances in which, whether you partake of the tea or not–some people of course never do–the situation is in itself delightful. Those that I have in mind in beginning to unfold this simple history offered an admirable setting to an innocent pastime. The implements of the little feast had been disposed upon the lawn of an old English country-house, in what I should call the perfect middle of a splendid summer afternoon. Part of the afternoon had waned, but much of it was left, and what was left was of the finest and rarest quality. Real dusk would not arrive for many hours; but the flood of summer light had begun to ebb, the air had grown mellow, the shadows were long upon the smooth, dense turf. They lengthened slowly, however, and the scene expressed that sense of leisure still to come which is perhaps the chief source of one’s enjoyment of such a scene at such an hour. From five o’clock to eight is on certain occasions a little eternity; but on such an occasion as this the interval could be only an eternity of pleasure. The persons concerned in it were taking their pleasure quietly, and they were not of the sex which is supposed (2) to furnish the regular votaries of the ceremony I have mentioned. The shadows on the perfect lawn were straight and angular; they were the shadows of an old man sitting in a deep wicker-chair near the low table on which the tea had been served, and of two younger men strolling to and fro, in desultory talk, in front of him. The old man had his cup in his hand; it was an unusually large cup, of a different pattern from the rest of the set and painted in brilliant colours. He disposed of its contents with much circumspection, holding it for a long time close to his chin, with his face turned to the house. His companions had either finished their tea or were indifferent to their privilege; they smoked cigarettes as they continued to stroll. One of them, from time to time, as he passed, looked with a certain attention at the elder man, who, unconscious of observation, rested his eyes upon the rich red front of his dwelling. The house that rose beyond the lawn was a structure to repay such consideration and was the most characteristic object in the peculiarly English picture I have attempted to sketch.”

James

Henry James (15 april 1843 – 28 februari 1916)
Portret door John Singer Sargent

 

De Franse schrijver Jérôme Lambert werd geboren op 15 april 1975 in Nantes. Hij schrijft romans voor volwassenen en voor de jeugd. Hij startte zijn literaire loopbaan in 2003 met ‘La mémoire neuve’ die de interesse van de kritiek wekte. In 2005 volgden de romans  ‘Meilleur ami’ en in 2006  ‘Comme le soleil’, waarmee hij zijn reputatie bevestigde van schrijver die met een fijne pen over de problemen en de taboes bij jongeren schrijft. Lambert is verder werkzaam als vertaler van o.a. Chaim Potok en Jerry Spinelli.

 

Uit: Finn Prescott

 

„Malgré ces diversions sans cesse renouvelées et dont les seules limites étaient celles de son imagination, Nina s’était vite rendu compte que rien – ni la passion amoureuse ni l’Ennui existentiel – ne pouvait pénétrer les murs de Newland. Ce giron protecteur se révélait être une forteresse aux issues gardées par les lois morales, sociales et culturelles du clan. Nina savait qu’elle ne la quitterait sans violence qu’après s’être réellement émancipée de sa famille. Ou en contractant un mariage avantageux. Or Nina ne rêvait pas de mariage, mais d’amour. Du gra
nd amour qui, un jour, l’arracherait à cette languissante douceur de vivre. En attendant, elle devait prendre son mal en patience, comme le lui répétait si souvent Mme Newland.

(…)

 

Il avait été ce jeune homme épris de musique et avait décidé que le piano était sa vocation – la médecine n’étant que moyen de subsister financièrement. Chaque soir, pendant un an – il avait tenu un an – il s’isolait dans l’auditorium de l’université et s’attelait à l’étude de sa gamme. Il attendit avec impatience la formation de corne sur le bout de ses doigts mais, ne voyant rien venir, se souvint que cette douloureuse et magnifique distinction de martyr ne touchait que les musiciens qui pinçaient les cordes. A défaut, ils se découvrit de très belles crampes sur les muscles du dos de la main, qui firent sa fierté pendant plusieurs mois. L’année suivante, il acheta, avec l’argent de ses parents, un piano d’occasion qu’il installa chez eux et auquel il ne toucha jamais.“

 

Lambert

Jérôme Lambert (Nantes,15 april 1975)

 

De Duitse schrijver Bernhard Lassahn werd op 15 april 1951 in Coswig / Anhalt geboren. Hij ging naar school in Osnabrück en studeerde daarna in Marburg en Tübingen. Sinds 1979 is hij zelfstandig schrijver. Hij schrijft satirische teksten, hoorspelen, liederen en romans voor volwassenen en voor de jeugd. Voor zijn omvangrijke werk ontving hij al heel wat prijzen.

 

Uit: Auf dem schwarzen Schiff

 

„Rafi hatte beschlossen, nichts zu verraten, schon gar nichts von Elise, und behauptete, dass er ficken war. »Jiggi jiggi nennt man das.« Sie tippten sich an den Kopf, tick, tick. Der Bootsmann wiederholte – bei der Jungfrau Maria – seinen heiligen Schwur, dass er ihn in Ketten legen würde, falls er versuchen sollte, achteraus zu segeln. Sie sahen schlecht aus. Es stimmte also: Die Tropen bekamen dem weißen Mann nicht. Ihre Gesichter waren bleich, alle waren erkältet. Es gab ein ständiges Gehüstel und Geschnupfe in der Mannschaftsmesse, sie rauchten trotzdem, und angeberisch, wie sie waren, hielten sie die Zigaretten in die Handflächen gedreht, als müssten sie auch unter Deck die Glut vor Windstößen schützen. Mit solchen Schwätzern hatte er nichts mehr zu tun. Bis zum Mittagessen musste er noch die Kammern der Offiziere putzen, die Bettwäsche abziehen, waschen und bügeln, aber es ging ihm leicht von der Hand – es war das letzte Mal! Demnächst müsste sich ein anderer die Finger an der Bügelmaschine verbrennen.“

 

lassahn

Bernhard Lassahn (Coswig 15, april 1951)

 

De Duitse schrijfster Beate Morgenstern werd geboren op 15 april 1946 in Cuxhaven. Zij groeide op in Herrnhut / Oberlausitz en in Halle (Saale). In Oost-Berlijn studeerde zij germanistiek en kunstpedagogie. Daarna werkte zij in de boekhandel en als fotoredacteur bij het persagentschap ADN. Sinds 1978 is zij zelfstandig schrijfster. Zij schrijft romans, verhalen en theaterstukken.

 

Uit: Der Gewaltige Herr Natasjan. Eine Burleske

 

„Sieben Jahre sind vergangen, seit mich Walja Kunze im Sommer 2001 aufsuchte und mir tage- und nächtelang ihre Geschichte erzählte und ich mir auf ihren ausdrücklichen Wunsch alles notierte. Ihr selbst, die das Schreiben als Beruf hatte wie ich, war es verwehrt, sich auf diesem W
ege von ihrer Vergangenheit zu lösen. Oft habe sie versucht, aufzuschreiben, was ihr seit dem abendlichen Gang zum Club der Kulturschaffenden in Ostberlin im Juni 1989 widerfahren sei, sagte sie mir. Doch jedes Mal habe sie ihre Erinnerung so heftig überfallen, dass sie meinte, sich immer noch im Kreis der zwölf Kollegen im CdK zu befinden. Keine Hand habe sie rühren können, sobald sie dachte, ihre Erlebnisse niederzuschreiben, sagte sie. Dass Walja nach elf Jahren aus den Staaten nach Deutschland zurückkehrte, diente offenbar einzig und allein dem Zweck, ihre Geschichte loszuwerden. Wir jüngeren Autoren im Verband kannten uns alle irgendwie, wie überhaupt die Nemezen, ob turingischen, sächsischen, brandenburgischen oder mekelnburgischen Stammes. Warum Walja mich ausgesucht hatte, war mir zunächst nicht deutlich, da ich in Zeiten der SRR Nemezien jede ihrer Annäherungen unfreundlich und sehr bestimmt abgewehrt hatte. Die Antwort hat mit ihrer Geschichte zu tun, weshalb ich sie nicht vorwegnehmen möchte. Walja wirkte sehr gehetzt, angespannt.

Ihr eigentlich rundes Gesicht noch abgezehrter als in jungen Jahren, sodass ich annahm, sie ernähre sich ausschließlich von Äpfeln und Brokkolis, womit ich nicht ganz falsch lag.

Walja hat mir aufgetragen, erst dann ihren von mir verfassten Bericht der Öffentlichkeit zugänglich zu machen, wenn ich nach Jahren immer noch keine neue Nachricht von ihr habe. Nach wie vielen Jahren genau? fragte ich nach, um ja keinen Fehler zu begehen. Sieben, sagte sie. Sieben ist eine schöne Zahl. Das fand ich auch.”

 

morgenstern_beate

Beate Morgenstern (Cuxhaven, 15 april 1946)

 

De Zweedse dichter en schrijver Tomas Tranströmer werd geboren in Stockholm op 15 april 1931. Hij is psycholoog van beroep. Van 1960 tot 1966 werkte hij in een jeugdgevangenis en daarna was hij verbonden aan het Zweedse arbeidsbureau waar hij zich bezighield met vraagstukken van reclassering, invaliditeit en drugsverslaving. Hij woont in Västeras. Tomas Tranströmer wordt door velen beschouwd als de grootste Zweedse dichter van dit moment: zijn poëzie is over de hele wereld vertaald. Voor het Nederlandse taalgebied heeft J. Bernlef dit al in vier bundels gedaan.

 

 

Heimwärts

 

Ein Telephongespräch lief in die Nacht aus und glitzerte

im Land und in den Vorstädten.

Danach schlief ich unruhig im Hotelbett.

Ich ähnelte der Nadel eines Kompasses, den der

Orientierungsläufer mit pochendem Herzen durch den

Wald trägt.

 

 

 

Adlerfels

 

Hinterm Glas des Terrariums
die Reptile
seltsam reglos.

 

Eine Frau hängt Wäsche auf
im Schweigen.

Der Tod ist windstill.

 

In der Tiefe des Bodens
gleitet meine Seele
schweigend wie ein Komet.

 

 

 

Vertaald door Hanns Grössel

 

 

 

Breathing Space July

 

The man who lies on his back under huge trees
is also up in them. He branches out into thousands of tiny branches.
He sways back and forth,
he sits in a catapult chair that hurtles forward in slow motion.

 

The man who stands down at the dock screws up his eyes against the water.
Docks get older faster than men.
They have silver-gray posts and boulders in their gut.
The dazzling light drives straight in.

 

The man who spends the whole day in an open boat
moving over the luminous bays
will fall asleep at last inside the shade of his blue lamp
as the islands crawl like huge moths over the globe.

 

 

Vertaald door Robert Bly

 

Transtromer

Tomas Tranströmer (Stockholm, 15 april 1931)

 

De Britse schrijver Jeffrey (Howard) Archer, Baron Archer of Weston-super-Mare, werd geboren op 15 april 1940 in Londen. Zie ook mijn blog van 15 april 2008.

 

Uit: False Impression

 

„Victoria Wentworth sat alone at the table where Wellington had dined with sixteen of his field officers the night before he set out for Waterloo.

General Sir Harry Wentworth sat at the right hand of the Iron Duke that night, and was commanding his left flank when a defeated Napoleon rode off the battlefield and into exile. A grateful monarch bestowed on the general the title Earl of Wentworth, which the family had borne proudly since 1815.

These thoughts were running through Victoria’s mind as she read Dr. Petrescu’s report for a second time. When she turned the last page, she let out a sigh of relief. A solution to all her problems had been found, quite literally at the eleventh hour.

The dining-room door opened noiselessly and Andrews, who from second footman to butler had served three generations of Wentworths, deftly removed her ladyship’s dessert plate.

“Thank you,” Victoria said, and waited until he had reached the door before she added, “And has everything been arranged for the removal of the painting?” She couldn’t bring herself to mention the artist’s name.

“Yes, m’lady,” Andrews replied, turning back to face his mistress. “The picture will have been dispatched before you come down for breakfast.”

“And has everything been prepared for Dr. Petrescu’s visit?”

“Yes, m’lady,” repeated Andrews. “Dr. Petrescu is expected around midday on Wednesday, and I have already informed cook that she will be joining you for lunch in the conservatory.”

“Thank you, Andrews,” said Victoria. The butler gave a slight bow
and quietly closed the heavy oak door behind him.“

 

archer

Jeffrey Archer (Londen, 15 april 1940)

 

De Engelse dichter en schrijver Benjamin Zephaniah werd geboren op 15 april 1958 in Handsworth, Birmingham, en bracht zijn jeugd door op Jamaica. In 1968 gaf hij in een kerk zijn eerste voorstelling en in 1973 werd hij steeds bekender in zijn woonplaats vanwege zijn kunst. Het eerste boek van Benjamin Zephaniah was de dichtbundel  Pen Rhythm dat hij in 1980 publiceerde.  Er werden uiteindelijk drie edities van uitgebracht. Benjamin was een aanhanger van de Rastafaribeweging. Zijn album Rasta was een eerbetoon aan Nelson Mandela.

 

The Race Industry

 

The coconuts have got the jobs.

The race industry is a growth industry.

We despairing, they careering.

We want more peace they want more police.

The Uncle Toms are getting paid.

The race industry is a growth industry.

We say sisters and brothers don’t fear.

They will do anything for the Mayor.

The coconuts have got the jobs.

The race industry is a growth industry.

They’re looking for victims and poets to rent.

They represent me without my consent.

The Uncle Toms are getting paid.

The race industry is a growth industry.

In suits they dither in fear of anarchy.

They take our sufferings and earn a salary.

Steal our souls and make their documentaries.

Inform daily on our community.

Without Black suffering they’d have no jobs.

Without our dead they’d have no office.

Without our tears they’d have no drink.

If they stopped sucking we could get justice.

The coconuts are getting paid.

Men, women and Brixton are being betrayed.

 

Zephaniah

Benjamin Zephaniah (Handsworth, 15 april 1958)

 

De Duitse dichter en tekenaar Wilhelm Busch werd geboren in Wiedensahl op 15 april 1832. Zie ook mijn blog van 15 april 2007 en ook mijn blog van 15 april 2008.

 Uit: Eduards Traum

“Manche Menschen haben es leider so an sich, daß sie uns gern ihre Träume erzählen, die doch meist nichts weiter sind als die zweifelhaften Belustigungen in der Kinder- und Bedientenstube des Gehirns, nachdem der Vater und Hausherr zu Bette gegangen. Aber: «Alle Menschen, ausgenommen die Damen», spricht der Weise, «sind mangelhaft!» Dies möge uns ein pädagogischer Wink sein.
Denn da wir insoweit alle nicht nur viele große Tugenden besitzen, sondern zugleich einige kleine Mängel, wodurch andere belästigt werden, so dürften wir vielleicht Grund haben zur Nachsicht gegen einen Mitbruder, der sich in ähnlicher Lage befindet.
Auch Freund Eduard, so gut er sonst war, hub an, wie folgt: Die Uhr schlug zehn. Unser kleiner Emil war längst zu Bett gebracht. Elise erhob sich, gab mir einen Kuß und sprach: «Gute Nacht, Eduard! Komm bald nach!»
Jedoch erst so gegen zwölf, nachdem ich, wie gewohnt, noch behaglich grübelnd ein wenig an den Grenzen des Unfaßbaren herumgeduselt, tat ich den letzten Zug aus dem Stummel der Havanna, nahm den letzten Schluck meines Abendtrunkes zu mir, stand auf, gähnte vernehmlich, denn ich war allein, und ging gleichfalls zur Ruhe”

wilhelm_busch

Wilhelm Busch (15 april 1832 – 9 januari 1908)
Portret door Franz von Lenbach

 

De Nederlandse schrijfster Ina Boudier-Bakker werd geboren in Amsterdam op 15 april 1875. Zie ook mijn blog van 15 april 2007 en ook mijn blog van 15 april 2008.

Uit: De klop op de deur

„Daarachter lag de Buitensingel verlaten en zwart, waar de groote molens hun armen hieven onbewegelijk in den nacht.

Over de stad zong het, ijl verzwindend en weer oplevend…. tot op eenmaal inviel de zware stem van het uur.

‘Twaalf??’

In het smalle huis van den chirurgijn Goldeweijn op Het Water telde het kind Annètje, warm onder de dekens gedoken, aandachtig de slagen. Dan ging haar papillottenhoofdje met een ruk van het kussen, en keek tusschen de geel damasten bedgordijnen de kamer in, waar ’t onrustig nachtlichtje vreemde schaduwen deed dansen langs het gebloemde behang.

‘Hoor! Beneden, waar ze zoo hard gepraat en gelachen hadden, werd het ineens stil. Wat deden ze nu….’

‘Boem – Boem – Schieten!’

‘Nú was ’t Nieuwjaar.’

Meteen gleed Annètje uit bed. Eventjes maar kijken bij de groote menschen, die daar beneden zoo heerlijk nu zaten om de mooie tafel. Toen ze met vader en moeder uit de kerk kwam was ze meteen, wat haastig, naar bed gebracht.

Nu bliezen ze van den toren – het Wilhelmus….

Annètje trok de gordijnen opzij en gluurde naar buiten. Het Water lag leeg en stil. Je kon de masten van de botters aan den wal zoo goed zien tegen de lucht. Mooi was dat….

Dan dook ze schuw weg: de nachtwacht die de stoep opkwam. Die ging wenschen – hoor, Leentje deed open….

Het werd Annètje te machtig. Een oogenblik nog draalde ze op het prikkerig rood en zwart karpet. Dan, als een muis zoo vlug en voorzichtig, sloop ze op bloote voeten naar het portaal.

De deur van de achterkamer, waar haar vader en moeder met de visite zaten, stond aan. Het kind hurkte neer en, zich vasthoudend aan de trapspijltjes, bekeek ze van boven af het gezelschap.

Wat zij zag was een feestelijk gedekte ronde tafel. Hooge tinnen kastanjevazen tusschen kandelabres met kaarsen – vruchten en aardig opgemaakte schaaltjes.“

 

Boudier-Bakker

Ina Boudier-Bakker (15 april 1875 – 26 december 1966)
Portret van Ina Boudier-Bakker door J. Bauer-Stumpff

 

De Canadese dichter Bliss Carman werd geboren in Fredericton, in de provicincie New Brunswick op 15 april 1861. Zie ook mijn blog van 15 april 2007 en ook mijn blog van 15 april 2008.

I loved thee, Atthis, in the long ago

 

(Sappho XXIII)

I loved thee, Atthis, in the long ago,

When the great oleanders were in flower

In the broad herded meadows full of sun.

And we would often at the fall of dusk

Wander together by the silver stream,

When the soft grass-heads were all wet with dew

And purple-misted in the fading light.

And joy I knew and sorrow at thy voice,

And the superb magnificence of love,—

The loneliness that saddens solitude,

And the sweet speech that makes it durable,—

The bitter longing and the keen desire,

The sweet companionship through quiet days

In the slow ample beauty of the world,

And the unutterable glad release

Within the temple of the holy night.

O Atthis, how I loved thee long ago

In that fair perished summer by the sea!

 

carman

Bliss Carman (15 april 1861 – 8 juni 1929)

 

De Vlaamse dichter en schrijver Pol De Mont werd geboren in Wambeek op 15 april 1857. Zie ook mijn blog van 15 april 2008.

 

Dylleken

 

Mijn bokjes liggen, o zoo stil, te kauwen

in ’t mollig gras, vol madelievensnee.

Als zijde glimt het effen vlak der zee,

waarin gij heel den hemel kunt zien blauwen.

 

Het dartle zoeltje voert heel de aarde rond

van hageroos en tijm de zoetste roken.

Zie! Al de boterbloemkens zijn ontloken

en aadmen lentelucht met open mond.

 

Zit hier naast mij…. De balroosstruiken hangen

hun trossen lokkend, sneeuwwit, boven ons.

Voel eens die trossen: – zacht en malsch als dons….

Ik haal ze lager…, lager, tot uw wangen.

 

Nu wil ik op het versch gesneden riet

met zeven gaatjes, spelen, u ter eeren,

wat boven ons de vogels kwinkeleeren,

het altijd oud, maar altijd nieuwe lied.

 

Kent gij het nog? Ik floot het al vóor jaren….

Piepjong en mal, vóor twintig, vond ik u

wel jonger, maar niet lieflijker dan nu,

niet trouwer ook, slechts met wat blonder haren.

 

En smachtend zong ik: ‘Minne…. minne…. min!’

Koekoek-éen-zang, heel flauw en erg eentonig.

Toch weet ik vast: u klonk het zoet als honig,

met Doris’ deuntjes stemde Phyllis in.

 

DeMont

Pol De Mont (15 april 1857 – 29 juni 1931)
Portret van Pol de Mont door Ph. Zilcken

 

De Vlaamse schrijver Staf Weyts werd geboren op 15 april 1909 in Mechelen. Zie ook mijn blog van 15 april 2007.

 

Uit: Sneeuw en zonde

 

„Doch opeens is die stem daar dan weer, – een mensch die haar roept van daar buiten, en zij wordt koud. Zij weet niet wat denken! In zoo’n weer plots haar naam door den nacht, en dan nog een stem die haar vreemd is!

‘Paula!… Paula!…’

Het is een man! Zeer duidelijk heeft zij het thans gehoord en een schok vaart door haar heen! Zij kijkt star. Zij kijkt dwars door de muren, en weer ziet zij dan dat water, die meeuwen, dien man in de sneeuw, maar als hij toet kan zij opeens niet meer ademen, trekt haar bloed uit haar weg en schijnt alles rondom haar te verglijden. Haar hart bonst. Haar ooren tuiten, en zóó siddert zij over gansch het lichaam dat zij slechts met moeite haar handen er kan tegen aan drukken. Zij krimpt ineen. Zij drukt haar nagelen in haar slapen, en dan zou zij willen verdwijnen, diep wegkruipen onder de dekens, maar waarom? Zij schudt het hoofd. ‘Dat kán niet! Dat kán niet!’ zegt zij luid, en ofwel is het verbeelding of wordt zij gek, of is het alléén een wondere gelijkenis want dooden staan nooit meer op! Zij tracht te ademen. Haar borst piept. Nóg is zij één verdwazing en zweet breekt haar uit. Dan ziet zij naar het raam. Haar blik is een adelaarsoog, en met haar handen dooft zij het klepperen harer tanden. Zij wacht, zij bijt vinniger. Reeds dringt bloed door haar vingertoppen, maar zij voelt het niet. Zij luistert. Zij hoort alles: de sneeuw, den wind, ieder geluid van daarbuiten, tot opeens niets meer dan die stem die weer, opklinkt, en als een klok haar in al haar vezels doorzindert… ‘Wieze! Wieze!…’ Maar dan kán zij niet méér, meent zij dood of krankzinnigheid in een zwarten nevel op haar te zien aansluipen, en valt zij haast in bezwijming.

Als zij weer bijkomt voelt zij zich als verlamd. Met moeite kan zij haar lichaam nog oprichten, nauwelijks kunnen haar beenen haar nog dragen, maar door het raam ziet zij dan eensklaps dat wezen, dien man die daar bewegingloos opkijkt.“

 

Weyts

Staf Weyts (15 april 1909 – 12 januari 1985)

 

De Duitse dichter, essayist, criticus en literatuurwetenschapper Hans Egon Holthusen werd geboren op 15 april 1913 in Rendsburg. Hij bezocht het gymnasium in Hildesheim en studeerde daarna literatuurwetenschap, filosofie en geschiedenis in Tübingen, Berlijn en München. Na de oorlog werkte hij als zelfstandig schrijver in München. Hij begon als dichter, maar late rkwam het zwaartepunt te liggen bij essays en kritieken. Zijn bekendste boek is de essaybundel Der unbehauste Mensch (1951), Vanaf 1959 werkte hij aan verschillende universiteiten in de VS als gasthoogleraar.

 

Ballade nach Shakespeare

 

Warum wird Hamlet nimmermehr

Bei seiner Liebsten schlafen?

Sie haben ein Bett, und das Bett ist leer,

Das Schiff hat keinen Hafen.

 

Ophelia hat sich dargebracht,

Und Hamlet war eingeweiht,

Aber die Zeit ihrer Liebesnacht

War nicht in dieser Zeit.

 

Er ist nicht fern. Er hat seinen Sitz

Eine Sesselhöhe unter ihr,

Aber sein leidender, stäubender Witz

Ist voller Todesbegier.

 

Sein Geist, sein schrecklicher Mannesmut,

Schlafraubend, Grimm und Entbehren,

Eine Feuersäule, ein brennendes Blut,

Wie wird er die Bühne verheeren!

 

Dies alles umstellt ihn: Throne und Stufen,

Spiegel und spanische Wände.

Man hört ihn nach Gespenstern rufen,

Nach Schlaf und Tod und Ende.

 

Stürzt über Terrassen und Balustraden

Und tut seinem Schwerte Bescheid.

Er schleppt sich ab, mit Toten beladen,

Um nichts als Gerechtigkeit.

 

Du Schwert, das seinen kühnsten Stoß

Gegen die Hydra* der Zeugung führt!

Verdorren muss Ophelias Schoß,

Wenn Hamlet ihn nicht berührt.

 

Und wenn die Liebe sie selig spricht,

Die Welt muss sich entzwein.

Die Welt in Tod und Tod zerbricht,

Manns Tod und Weibes Schrein.

 

Ophelias Geist, mit Mohn bestreut,

Geht zu den Nixen und Fischen.

Im Wasser treiben Kranz und Kleid,

Salbei und Wermut, Tod und Zeit

In grenzenlosem Vermischen.

 

Holthusen

Hans Egon Holthusen (15 april 1913 – 21 januari 1997)

 

De Duitse dichter en schrijver Erich Arendt werd geboren op 15 april 1903 in Neuruppin. Voor de val van de muur behoorde hij samen met Johannes Bobrowski en Peter Huchel tot de belangrijkste dichters van de DDR. Hij debuteerde toen hij 22 jaar was in Der Sturm. In 1933 vluchtte hij naar Zwitserland. Hij nam deel aan de Spaanse burgeroorlog en leefde als balling in Columbia. In 1950 keerde hij terug naar Oost-Berlijn. Daar verscheen toen zijn eerste verzamelbundel “Trug doch die Nacht den Albatros” waar hij meteen een nationale prijs voor kreeg.

 

Augenblicksblind

Augenblicksblind
du liegst
unterm Schafott:

Die gläsernen
Handschuh!
Das Nickel!

Blutätherisch

du liegst

und die Weltnadel tickt

Unterwasserlichtig
am Zeitsaum
du

erreichst dich nicht mehr,
die Tiefe ist
außen …

weltnadelfern

Ahrendt

Erich Arendt (15 april 1903 – 25 september 1984)