Tour de France 9 (Patrick Cornillie, Frank Pollet, Ton Peters)

Tom Boonen

Is het zijn frisse jongenskop,
de vanzelfsprekende cool van zijn look?
Is het de manier waarop hij het stuur
blik over de kasseien ramt?

En laat zien hoe gestroomlijnd
kunst op een fiets wel kan zijn.

Feit is: enkel hij die zo’n wil heeft,
kan de weg tonen. In zijn spoor is het
de pijn van de verzuring verbijten,
gaat het lomp en loom, stampt het
bonkig en schonkig. Rijdt de rest erbij

voor spek achter Boonen.

Patrick Cornillie (Roeselare, 11 april 1961)

 

Mario Aerts, Lotto

Zesmaal gegokt, zesmaal
verloren. De gezegende omstandigheden
van de winnaar, die onthoudt men allemaal.
Jaja, ik ben toch tevreden.

Men zegt dat ik charmeer, want
ik trap rond zoals een lottobal; in
mijn dromen is het dat ik vierkant
maal, maar vele malen win.

Daar en dan eet ik mijn pasta op en sla
mijn tegenstanders murw. En tel goddank,
terwijl ik door de pijngrens ga,
als SuperMario, de nullen op mijn bank.

Nee, ik rijd me niet graag het snot
voor de ogen. Ik speculeer
op goed geluk. Dat is mijn lot.
Ik gok, ik val er liever niet bij neer…’

Frank Pollet (Sint-Niklaas, 5 juli 1959)

 

Fausto Coppi (15 september 1919 – 2 januari 1960)

 

Fausto Coppi

Flink trappen tot je weet wat je ooit wordt:
kasseienknecht of koning van de wegen.
Zo simpel is de wet van wielersport.

En op zichzelf is daar niet veel op tegen
zolang je je maar niet te buiten gaat
aan doping of de pauselijke zegen.

’t Is mooi als je de rest finaal verslaat
door eerder op een bergtop aan te komen,
ontsnapt aan peloton en middelmaat

en dat je in het landschap opgenomen
zo hoog komt dat je nergens meer op let,
op weg naar de vervulling van je dromen.

Bedacht ik mij vanmorgen in mijn bed
als fietser met een minimaal verzet.

Ton Peters (Dieren, 23 februari 1952)

 

Zie voor de schrijvers van de 14e juli ook mijn blog van 14 juli 2011 deel 1 en eveens deel 2.