Umberto Saba, Agnes Miegel, Heleen van Royen, Ota Filip, Taras Sjevtsjenko

De Italiaanse dichter en schrijver Umberto Saba werd geboren op 9 maart 1883 in Triëst. Zie ook mijn blog van 9 maart 2007 en en ook mijn blog van 9 maart 2009 en ook mijn blog van 9 maart 2010.

 

Winter

 

It’s night, a bitter winter. You raise
the drapes a little and peer out. Your hair
blows wildly; joy suddenly
opens wide your black eyes,
and what you saw—it was an image
of the world’s end—comforts
your inmost heart, warms and eases it.

A man ventures out on a lake
of ice, under a crooked streetlamp.

 

Poetry

 

It’s as if for a man battered by the wind,
blinded by snow—all around him an arctic
inferno pummels the city—
a door opens along a wall.

He goes in. He finds again a living kindness,
the sweetness of a warm corner. A forgotten
name places a kiss on
cheerful faces that he has not seen
except obscurely in menacing dreams.
He returns
to the street, and the street, too, is not the same.
Fine weather has come back, busy hands
break up the ice, the blue reappears
in the sky and in his heart. And he thinks
that every extreme of evil foretells a good.

 

 

Vertaald door George Hochfield en Leonard Nathan 

 

 

Umberto Saba (9 maart 1883 – 25 augustus 1957)

 

 

De Duitse dichteres Agnes Miegel werd op 9 maart 1879 in Königsberg geboren. Zie ook mijn blog van 9 maart 2007 en en ook mijn blog van 9 maart 2009 en ook mijn blog van 9 maart 2010.

 

Spätsommer

 

Ich gehe still entlang das Stoppelfeld,

die Grillen singen und die wilden Bienen,

Spätsommerglut vergoldet meine Welt,

und stark und süßlich duften die Lupinen.

 

Das Storchennest am nahen Nachbarhaus

steht leer und ledig schon seit gestern morgen,

kein Kind geht ährenlesend mehr hinaus,

die allerletzten Garben sind geborgen.

 

Zum letztenmal mit dunkelblauem Blick

sieht noch der Sommer her von unserm Strande, –

und meine alte Sehnsucht kehrt zurück,

als blühten Rosen noch im ganzen Lande.

 


Agnes Miegel (9 maart 1879 –
26 oktober 1964)

 

 

 

De Nederlandse romanschrijfster en columniste Heleen van Royen werd geboren in Amsterdam op 9 maart 1965. Zie ook mijn blog van 9 maart 2007 en ook mijn blog van 9 maart 2009 en ook mijn blog van 9 maart 2010.

 

Uit: Je zal er maar mee getrouwd zijn

 

‘Ha Heleen. Hoe is het met jou?’
‘Ik mag niet klagen.’
‘Dat is zacht uitgedrukt. Je hebt twee gezonde kinderen, een lieve man, leuk werk…’
‘Ik bedoelde het letterlijk. Ik mag niet meer klagen. Van Ton. Ik wil het wel, hoor.’
‘Wat is er dan?’
‘We zitten in een verbouwing. Nieuwe keuken, andere vloer, muren doorgebroken. De chaos duurt al weken. Ik kan niet tegen chaos. Ik hou van orde, rust en regelmaat. Daarom woon ik in Almere.’
‘Kom, zo erg kan het niet zijn. Wedden dat het hartstikke mooi wordt?’
‘Ik heb kantoor aan huis. Ik probeer een nieuw meesterwerk te schrijven, weet je. Dat gaat moeilijk als er om de tien minuten een man met een vraag naast je bureau staat. Zo’n wandelende stofwolk, die zegt: ‘We sluiten het water een paar uur af, mevrouwtje, wilt u emmers vullen?’ Of : ‘Voor die straalkachel moeten we een nieuwe groep in de meterkast plaatsen.’ En dan tien minuten later: ‘Eigenlijk moeten we voor dat kacheltje een hele nieuwe meterkast plaatsen, kost 1.380 euro, ex BTW, bestellen maar?’ En dat zijn dan nog de stofwolken die je waarschuwen. Sommigen trekken zich überhaupt niets aan van mijn aanwezigheid. Die halen zonder enige vorm van annonce de stroom eraf, zodat mijn scherm ineens op zwart gaat. Middenin een briljante zin, natuurlijk. Ik vraag me wel eens af wat Harry Mulisch zou doen.’
‘Tjonge.’

 


Heleen van Royen (Amsterdam,  9 maart 1965)

 

 

 

De Duits- en Tsjechisch-talige schrijver Ota Filip werd geboren op 9 maart 1930 in Ostrau. Zie ook mijn blog van 9 maart 2009 en ook mijn blog van 9 maart 2010.

 

Uit: O du meine Heimat

 

„Mir kommt es immer öfter vor, als bewegte ich mich in einem verzauberten, sprachlich-magischen Kreis, dem ich wohl niemals entkomme.
Deutsch als Fremdsprache bleibt für mich, einen eingebürgerten Ersatzteutonen, der seit Jahrzehnten deutsch schreibt und deutsch publiziert, auch nach einer so langen Zeit dennoch ein Rätsel. Je länger ich in der deutschen Sprachwelt lebe, umso bewusster beunruhigt mich die Tatsache, dass die deutsche Sprache sich für mich immer deutlicher als eine Fremdsprache entpuppt.
Mit meinen zwei Sprachen bekomme ich immer häufiger Schwierigkeiten; ich spreche sie nicht spontan, sondern auf eine seltsame Art und Weise »bewusst«.
Mit einem schieren Entsetzen stelle ich jetzt fest, dass mir ein Gespräch, egal ob in tschechischer oder in deutscher Sprache, Probleme macht; in beiden Sprachen gerate ich immer öfter ins Stottern und wenn ich öffentlich meine tschechischen oder deutschen Texte lese, finde ich sie in beiden Sprachen so schlecht geschrieben, dass ich mich für sie schämen muss.
Nach fast dreißig Jahren in Deutschland halte ich meine zwei Sprachen für Fremdsprachen und gehe mit ihnen wie mit Fremdsprachen um. Deutsch ist für mich auch nach so langen Jahren immer noch eine Fremdsprache geblieben, das Tschechische hat sich mir in den drei Jahrzehnten meines Bemühens, die deutsche Sprache voll und ganz zu beherrschen, entfremdet, es hat sich von mir entfernt; meine Muttersprache ist für mich heute zu meiner zweiten Fremdsprache verkommen.“

 

 

Ota Filip (Ostrau, 9 maart 1930)

 

 

De Oekraïense dichter, schrijver en schilder Taras Sjevtsjenko werd geboren op 9 maart 1814 in Morynzi bij Kiev. Zie ook mijn blog van 9 maart 2009 en ook mijn blog van 9 maart 2010.

Fate

You did not play me false, 0 Fate,
You were a brother, closest friend
To this poor wretch. You took my hand
When I was still a little tot
And walked me to the deacon’s school
To gather knowledge from the sot.
“My boy, just study hard,” you said,
And you’ll be somebody in time!”
I listened, studied, forged ahead,
Got educated. But you lied.
What am I now? But never mind!
We’ve walked the straight path, you and I,
We have not cheated, compromised
Or lived the very slightest lie.
So let’s march on, dear fate of mine!
My humble, truthful, faithful friend!
Keep marching on: there glory lies;
March forward – that’s my testament.

 

Vertaald door John Weir

 

Taras Sjevtsjenko (9 maart 1814 – 10 maart 1861)

Monument in Boedapest