Willem de Mérode, Chris Kuzneski, Johan Daisne, Joseph Roth, Pierre Huyskens

De Nederlandse dichter en schrijver Willem de Mérode (pseudoniem van Willem Eduard Keuning) werd op 2 september 1887 geboren in Spijk. Zie ook mijn blog van 2 september 2010 en eveneens alle tags voor Willem de Mérode op dit blog.

 

 

Ik kus uw lippen

Ik kus uw lippen en uw ogen,
Ik kus uw haren en uw mond,
Ik kus mij moede en gezond;
Kussende ben ik rondgetogen.

Gij glimlacht en gij wilt gedogen
Dat ik uw hand kus en uw voet.
Ik eet uw vlees en drink uw bloed
Ik kus uw lippen en uw ogen.

Ik kus u in de vroege morgen,
Ik kus u ’s avonds en des nachts.
Ik kus u stil en onverwachts,
Ik kus u heftig en verborgen.

Uw liefde is zo wijd en vrij,
Zo vol van deernis en ontferming,
Dat ik nooit buiten uw bescherming
Verdwalen kan; ik kus u blij.

  

 

O dit ontroeren om een klein gezicht

O dit ontroeren om een klein gezicht,
vredig en goed, onder donkre haren,
bruin met goudglans, die de zware
streling der handen doet trillen in ‘t licht.

Het zoel aandringen van dit gevoelen
drijft tot het staamlen van huiverblode
woorden, die ‘t snelle stromen van node
hebben, en vrezen hun eigen bedoelen,

en stokken… en er is enkel een kijken
in blauwe verten, oneindig wijde;
wegvloeien van denken en een blijde
duizeling doet het hart bezwijken.

Maar altijd dit weten: in smal gelaat
twee grote blauwe ogen naar mij geheven;
een glanzend bloeien van een jong leven,
waardoor mijn moeheid schoon omstrengeld staat.

 

 

In de moskee

Hij wandelt daaglijks tussen de pilaren
En de klimrozen en de ruisfontein.
Hij kent: de groene vanen en het plein
Waar vreemden naar de goudspiralen staren;
De Koraanspreuken boven ’t deurgordijn;
De egale zon; der schaduwen slagorden,
Die zwart opdoemen, en verwijderd worden;
De stilte, de gebedsroep, en de schijn
Der maan, die als een man met een lantaren
De laatste rondgang doet, en met zijn licht
Het donker oproept en de dood, het dicht-
worden van alles, het naar binnenstaren
Der dingen… en zijn hart was als een knaap,
Vallende biddend om geluk in slaap.

 

 

Willem de Mérode (2 september 1887 – 22 mei 1939)

 

De Amerikaanse schrijver Chris Kuzneski werd geboren op 2 september 1969 in Indiana, Pennsylvania. Zie ook mijn blog van 2 september 2010 en eveneens alle tags voor Chris Kuzneski op dit blog.

 

Uit: The Hunter

 

“The biggest theft in modern history didn’t occur at a bank. It happened in a train station in the dead of night, under the watchful gaze of armed soldiers.
Amazingly, no one knew it was a robbery until years later.
And by then, the treasure had vanished again.
It was miserably cold as Béla Dobrev left the three-story building where he and his wife lived in a small, second-floor apartment. The streets were empty at this late hour, and the wind from the northeast carried the damp, dreadful smell of the Prut River. He pulled his new wool scarf higher on his face, over his full moustache to the bridge of his nose. He was grateful his wife had given him this Christmas gift early. The winter was unforgiving, the odors of sewage even worse. At least in the summer the winds tended to blow from the south.
From the moment he started out for his evening shift, he walked with his eyes downcast to protect them from the incessant wind. He did not have to look up to walk the three blocks to the sprawling station. He had worked there for over forty years, since the proud, palatial structure had opened in 1870. He knew the cobbled roadways stone by stone. He remembered when a carthorse had stumbled and broken this one, when an axe had fallen from a laborer’s backpack and cracked that one. He remembered it all.
A block from the station, Dobrev smiled beneath the scarf, the bristles of his moustache prickling his upper lip. It was then that he always smelled the first, faint scent of the lubricants used to oil the trains. Crawling under the big locomotives to apply grease to the wheel hubs had been his first job here.”

 

 

 

Chris Kuzneski (Indiana, 2 september 1969)

 

 

 

 

De Belgische dichter en schrijver Johan Daisne werd op 2 september 1912 in Gent geboren als Hermanus Thiery. Zie ook mijn blog van 2 september 2010 en eveneens alle tags voor Johan Daisne op dit blog.

 

 

FAUSTUS

Er was een man die verzen schreef,
en drie keer duizend had geschreven,
tot er hem niets meer overbleef
om nog te schrijven of te leven.

Hij zat daar, grijs en zwak en ziek,
te mummelen en stil te wenen;
toen hoorde hij wat hoornmuziek,
en rees voor God gauw op zijn benen.

Blijf zitten, zei hem moe de Heer,
Ik kom maar even met je praten,
en nam een stoel en zat ook neer.
De oude schrijver zweeg gelaten.

We zijn nu even wijs, zij God,
want jullie leven is het mijne;
wat denk je, lokt je nog dit lot,
of wens je liever te verdwijnen?

De dichter had bijna gezeid:
Waartoe nogmaals, ‘k verkies te rusten!
maar voelde toen een vreemde spijt,
en greep Gods hand, die hij lang kuste.

‘k Verkies te leven, zei hij schor,
daar ik U anders moet verliezen!
Toen gaf hem God een vriendenpor:
Heb dank – nu weet Ik ook te kiezen!

En hij verdween. De man keek op.
Had hij zijn spiegel toegesproken?
Maar met verjongde hartenklop
is hij toen weer in ’t Werk gedoken.

 

 

Johan Daisne (2 september 1912 – 9 augustus 1978)

 

 


De Oostenrijks – Hongaarse schrijver en journalist
Joseph Roth werd geboren op 2 september 1894 in Brody in Galicië. Zie ook mijn blog van 2 september 2010 eveneens alle tags voor Joseph Roth op dit blog.

 

Uit: Radetzkymarsch

 

“Und während der Kadettoffizierstellvertreter vor den Zug trat und mit heller stimme verkündete: «Ich übernehme das Kommando!», erhoben sich Franz Joseph und seine Begleiter, schnallten die Sanitäter vorsichtig den Leutnant auf die Bahre, und alle zogen sich zurück, in die Richtung des Regimentskommandos, wo ein schneeweißes Zelt den nächsten Verbandplatz überdachte.
Das linke Schlüsselbein Trottas war zerschmettert. Das Geschoss, unmittelbar unter dem linken Schulterblatt stecken geblieben, entfernte man in Anwesenheit des Allerhöchsten Kriegsherrn und unter dem unmenschlichen Gebrüll des Verwundeten, den der schmerz aus der Ohnmacht geweckt hatte.
Trotta wurde nach vier Wochen gesund. Als er in seine südungarische Garnison zurückkehrte, besaß er den Rang eines Hauptmanns, die höchste aller Auszeichnungen: den Maria-Theresien-Orden und den Adel. Er hieß von nun ab: Hauptmann Joseph Trotta von Sipolje.
Als hätte man ihm sein eigenes Leben gegen ein fremdes, neues, in einer Werkstatt angefertigtes vertauscht, wiederholte er sich jede Nacht vor dem Einschlafen und jeden Morgen nach dem Erwachen seinen neuen Rang und seinen neuen Stand, trat vor den Spiegel und bestätigte sich, dass sein Angesicht das alte war. Zwischen der linkischen Vertraulichkeit, mit dem Schicksal plötzlich zwischen ihn und sie gelegt hatte, und seinen eigenen vergeblichen Bemühungen, aller Welt mit der gewohnten Unbefangenheit entgegenzutreten, schien der geadelte Hauptmann Trotta das Gleichgewicht zu verlieren, und ihm war, als wäre er von nun ab sein Leben lang verurteilt, in fremden stiefeln auf einem glatten Boden zu wandeln, von heimlichen Reden verfolgt und von scheuen Blicken erwartet. sein Großvater noch war ein kleiner Bauer gewesen, sein Vater Rechnungsunteroffizier, später Gendarmeriewachtmeister im südlichen Grenzgebiet der Monarchie.”

 

 

 

Joseph Roth (2 september 1894 – 27 mei 1939)

Max von Sydow en Tilman Günther in de tv-serie “Radetzkymarsch” uit 1994 

 

 

De Nederlandse journalist en schrijver Pierre Huyskens werd geboren op 2 september 1931 in Wessem. Zie ook mijn blog van 2 september 2010 eveneens alle tags voor Pierre Huyskens op dit blog.

 

Memo aan de veteraan (Fragment)

Hier is hij toch weer bij je, veteraan.
Je kunt hem tegen de wijdse hemel
in het vriendelijk wolkenspel van deze dag
toch boven de letters van zijn naam
en tussen de bomen van dit park
weer in levende lijve zien staan?
En, weet je, veteraan
hij is hier nooit alleen.
Altijd zijn mensen hier,
van ’s morgens vroeg als de vlag gehesen wordt

door Eduard Allers, trouw wachter hier,
vraagbaak voor jong en oud en vriendelijke schout
die onbezoldigd en vrijwillig
hier het toezicht houdt
en die de ganse dag tussen zijn jongens leeft
en hen des avonds wel te rusten wenst
als hij de vlag gestreken heeft.

En dan mijn vriend en veteraan –
dan hoor je vaak de nachtegaal.
En als het warm geweest is overdag,
en de zon weer flink gebatterd heeft
op al die zuilen met hun namen, zodat het staal
is uitgezet, dat in de koelte van de avond
weer terugkrimpt in zijn naden –
dan hoor je zuil na zuil
zich roeren met een roffel als van pauken;
een door de hitte van de dag
gecomponeerde serenade;
een taptoe lijkt het, van God zelf
ter ere van de in dit park gelegerde kameraden.

 

 

Pierre Huyskens (2 september 1931 – 19 november 2008)

 

 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 2e september ook mijn blog van 2 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2 en ook deel 3.