De Nederlandse schrijver Willem Gustaaf (Willem G.) van Maanen werd geboren in Kampen op 30 september 1920. Zie ook alle tags voor Willem G. van Maanen op dit blog.
Uit: De bontjas
“Op haar doodsbed nog joeg mijn moeder me angst en schrik aan. Ze lag daar wel mooi met haar handen gevouwen en de ogen dicht, maar ik vertrouwde het niet. Ze kon ieder ogenblik opspringen en me, zoals haar gewoonte was, uitschelden om wat ik haar en de wereld had aangedaan, ook als ik me aan niets anders had schuldig gemaakt dan aan thuiszitten en lezen. Een boek was per definitie smeerlapperij, tenzij ze het zelf las, omdat ze de macht bezat het van alle vuil te zuiveren. Ze wantrouwde alles en iedereen, behalve haar eigen opvattingen en bedoelingen. Slecht en misdadig waren de anderen, maar op haar hadden ze geen vat, ze was onkwetsbaar. Het viel me tegen dat ze het van de dood had verloren, hem, waaks als ze was, de kans had gegeven haar in haar slaap te verrassen. Een hartaanval, volgens de dokter. Met zo’n hart van steen?
Ik boog me over haar heen, mijn angst overwinnend, en legde mijn hand op haar voorhoofd. Zo koud kende ik haar toch niet, mijn vingertoppen bevroren. Ik blies erop, tevergeefs, de kou was in mijn botten gedrongen. Dat de dood zo besmettelijk zou zijn had ik niet voor mogelijk gehouden. Ik overwoog een plek uit te zoeken waar het warmer kon zijn, haar hals bijvoorbeeld, haar oksel voor mijn part, maar ik zag ertegen op het dek te moeten terugslaan. Het bed waarop ze lag, een tweepersoons, alsof de ondernemer met alles rekening hield, was tegelijk degelijk en weelderig opgemaakt. Mijn moeders hoofd rustte op een met kant afgezet kussen, het bovenlaken was wit op wit met bloemslingers geborduurd, een met bladmotieven opengewerkte sprei hing in brede plooien tot op de grond, het enige wat ontbrak was een hemel van satijn. Ik had opgemerkt dat mijn moeder aan weerszijden buren had, weliswaar door een tussenwand van elkaar gescheiden, maar alledrie in een ruimte vertoevend die aan de voorzijde slechts was afgeschermd door een portière van blauw fluweel die geen deur verborg maar verving. Iedere bezoeker kon per ongeluk of, door nieuwsgierigheid gedreven, met opzet een rouwkamer betreden waarin een ander dan de gezochte betreurde lag opgebaard.”
Willem G. van Maanen (30 september 1920 – 17 augustus 2012)
De Amerikaanse schrijver Truman Capote werd geboren op 30 september 1924 als Truman Streckfus Persons in New Orleans. Zie ook mijn blog van 30 september 2010 en eveneens alle tags voor Truman Capote op dit blog.
Uit: Miriam
“For several years, Mrs. H. T. Miller lived alone in a pleasant apartment (two rooms with kitchenette) in a remodeled brownstone near the East River. She was a widow: Mr. H. T. Miller had left a reasonable amount of insurance. Her interests were narrow, she had no friends to speak of, and she rarely journeyed farther than the corner grocery. The other people in the house never seemed to notice her: her clothes were matter-of-fact, her hair iron-gray, clipped and casually waved; she did not use cosmetics, her features were plain and inconspicuous, and on her last birthday she was sixty-one. Her activities were seldom spontaneous: she kept the two rooms immaculate, smoked an occasional cigarette, pre pared her own meals and tended a canary.
Then she met Miriam. It was snowing that night. Mrs. Miller had finished drying the supper dishes and was thumbing through an afternoon paper when she saw an advertisement of a picture playing at a neighborhood theatre. The title sounded good, so she struggled into her beaver coat, laced her galoshes and left the apartment, leaving one light burning in the foyer: she found nothing more disturbing than a sensation of darkness.
The snow was fine, falling gently, not yet making an impression on the pavement. The wind from the river cut only at street crossings. Mrs. Miller hurried, her head bowed, oblivious as a mole burrowing a blind path. She stopped at a drugstore and bought a package of peppermints.
A long line stretched in front of the box office; she took her place at the end. There would be (a tired voice groaned) a short wait for all seats. Mrs. Miller rummaged in her leather handbag till she collected exactly the correct change for admission. The line seemed to be taking its own time and, looking around for some distractions, she suddenly became conscious of a little girl standing under the edge of the marquee.
Her hair was the longest and strangest Mrs. Miller had ever seen: absolutely silver-white, like an albino’s. It flowed waist-length in smooth, loose lines. She was thin and fragilely constructed. There was a simple, special elegance in the way she stood with her thumbs in the pockets of a tailored plum-velvet coat.”
Truman Capote (30 september 1924 – 25 augustus 1984)
Cover Rolling Stone 1973
De Nederlandse dichter en schrijver Hendrik Marsman werd geboren op 30 september 1899 in Zeist. Zie ook mijn blog van 30 september 2010 en eveneens alle tags voor Hendrik Marsman op dit blog.
Twee vrienden
De maan maakt de nacht tot een sneeuwwit veld.
een man heeft zijn vriend van zijn leven verteld:
er is door dit spreken een wonder gebeurd:
hun harten zijn zozeer eender gekleurd
dat de een als hij soms naar de ander ziet
bij zichzelve zegt: maar ben ìk dat niet?
een vrouw; nog een vrouw; een verterend gemis.
het is alsof alles ten einde is:
want één hart blijft thuis en één hart gaat op reis
maar geen van twee vindt het Paradijs.
De overtocht
De eenzame zwarte boot
vaart in het holst van de nacht
door een duisternis, woest en groot,
de dood, de dood tegemoet.
ik lig diep in het kreunende ruim,
koud en beangst en alleen
en ik ween om het heldere land,
dat achter de einder verdween
en ik ween om het duistere land,
dat flauw aan de einder verscheen.
die door liefde getroffen is
en door het bloed overmand
die ervoer nog het donkerste niet,
diens leven verging niet voorgoed;
want de uiterste nederlaag
lijdt het hart in de strijd met de dood.
o! de tocht naar het eeuwige land
door een duisternis somber en groot
in de nooit aflatende angst
dat de dood het einde niet is.
Drie verzen voor een dode II
Een middag blind van zon. bloemen en dieren
rekken en wentlen zich in het verblindend licht.
over de heuvelen aan d’einder der rivieren
koepelt en straalt een blinkend vergezicht.
maar hier, achter een koel en lieflijk glinstrend water,
waaraan het middaglicht een groene schaduw gaf
liggen de doden zij aan zij in de geschroeide aarde:
een dezer steenen dekt uw jonge graf.
misschien — denk ik — misschien zullen wij later
als engelen met heerlijkheid bekleed
te samen klinken, in hetzelfde water
twee golven klinkend tot in eeuwigheid.
wij zullen vredig dwalen door de bloemen
ontdaan van hartstocht en van schuld bevrijd
in argeloosheid en een niet te noemen
zwevende, zwevende gelukzaligheid …
maar waartoe vóór mijn dood dit heil te roemen?
ik ben een prooi der wisselvalligheid:
soms zoek ik vrede, soms is het zwartst verdoemen
mij liever dan uw blanke zaligheid. —
zo nu. — waarom verrijst gij niet? ik kan
bij zulk een zon de dood niet lang gedenken;
sta op; opdat ik u een heerlijkheid kan schenken
heller en lieflijker dan uw onsterflijkheid!
Hendrik Marsman (30 september 1899 – 21 juni 1940)
De Chinese schrijfster en scenariste Zhang Ailing (ook wel Eileen Chang) werd geboren op 30 september 1920 in Shanghai. Zie ook mijn blog van 30 september 2010 en eveneens alle tags voor Zhang Ailing op dit blog.
Uit: Love in a Fallen City (Vertaald door Karen Kingsbury)
“Pushed back and forth by the crowd, she had a strange sensation. The sky overhead was a dark
purple-blue, and the sea at the end of the winter sky was purple-blue too, but here in the bay was a place like this, a place teeming with people and lanterns and dazzling goods–blue ceramic, double-handled flowerpots, rolls and rolls of scallion-green velvet brushed with gold, cellophane bags of Balinese Shrimp Crisps, amber-colored durian cakes from the tropics, Buddha-bead bracelets with their big red tassels, light yellow sachets, little crosses made of dark silver, collie hats–and stretching out beyond these lights and people and market goods, the clear desolation of sea and sky; endless emptiness, endless terror. Her future was like that–it didn’t bear thinking about; if she did think it was only endless terror. She had no lasting arrangement for her life. Her fearful, cringing heart could find a makeshift sort of rest only in little odds and ends, like these spread out before her”.
Zhang Ailing (30 september 1920 – 8 september 1995)
De Joods-Roemeens-Frans-Amerikaanse schrijver Eli Wiesel werd geboren op 30 september 1928 in Sighet (nu Sighetu Marmaţiei), Roemenië. Zie ook mijn blog van 30 september 2010 en eveneens alle tags voor Eli Wiesel op dit blog.
Uit: Days of Remembrance
“2003
All the rivers run to the sea, days come and go, generations vanish, others are born, remembrance ceremonies follow one another — and hatred is still alive, and some of us, the remnant of the remnant, wonder with the poet Paul Celan: who will bear witness for the witness, who will remember what some of us tried to relate about a time of fear and darkness when so many, too many victims felt abandoned, forgotten, unworthy of compassion and solidarity? Who will answer questions whose answers the dead took with them? Who will feel qualified enough and strong enough, faithful enough to confront their fiery legacy? What was and remains clear to some of us, here and elsewhere, is the knowledge that if we forget them, we too shall be forgotten.
But is remembrance enough? What does one do with the memory of agony and suffering? Memory has its own language, its own texture, its own secret melody, its own archeology and its own limitations: it too can be wounded, stolen and shamed; but it is up to us to rescue it and save it from becoming cheap, banal, and sterile.
To remember means to lend an ethical dimension to all endeavors and aspirations.”
Eli Wiesel (Sighet, 30 september 1928)
De Perzische dichter en soefistisch mysticus Jalal ad-Din Rumi (of Roemi) werd geboren op 30 september 1207 in Balkh. Zie ook mijn blog van 30 september 2010 en eveneens alle tags voor Roemi op dit blog.
Parels
Wat heb je en wat won je?
Waar zijn de parels
van de bodem van de zee? Zinloos zijn je zinnen,
als je sterfbed wordt opgemaakt. Waar is je geestelijk licht
dat je leidt
op het pad van je hart?
Als in je graf
het stof je ogen vult,
wat zal het graf verlichten? Als je handen vergaan,
je voeten verteren,
waar zijn de vleugels en veren, van je ziel
die vrij wil vliegen?
Wie goed doet, goed ontmoet. Maar wat is goed,
als je het daarom doet?
Vertaald door W. V D Zwan
Roemi (30 september 1207 – 17 december 1273)
Miniatuurportret door Hossein Behzad
Zie voor nog meer schrijvers van de 30e september ook mijn blog van 30 september 2011 deel 1en eveneens deel 2.