Willem Wilmink, Christine D’haen, Anne Tyler, Elif Shafak, Daniel Mark Epstein, Peter Rühmkorf, Jakob Hein, Hélène Swarth, François Pauwels

De Nederlandse dichter, schrijver en zanger Willem Andries Wilmink werd geboren in Enschede op 25 oktober 1936. Zie ook mijn blog van 25 oktober 2010 en eveneens ook alle tags voor Willem Wilmink op dit blog.

 

Ben Ali Libi

Op een lijst van artiesten, in de oorlog vermoord,
staat een naam waarvan ik nog nooit had gehoord,
dus keek ik er met verwondering naar:
Ben Ali Libi. Goochelaar.

Met een lach en een smoes en een goocheldoos
en een alibi dat-ie zorgvuldig koos,
scharrelde hij de kost bij elkaar:
Ben Ali Libi, de goochelaar.

Toen vonden de vrienden van de Weduwe Rost
dat Nederland nodig moest worden verlost
van het wereldwijd joods-bosjewistisch gevaar.
Ze bedoelden natuurlijk die goochelaar.

Wie zo dikwijls een duif of een bloem had verstopt,
kon zichzelf niet verstoppen, toen er hard werd geklopt.
Er stond al een overvalwagen klaar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

In ’t concentratiekamp heeft hij misschien
zijn aardigste trucs nog wel eens laten zien
met een lach en een smoes, een misleidend gebaar,
Ben Ali Libi, de goochelaar.

En altijd als ik een schreeuwer zie
met een alternatief voor de democratie,
denk ik: jouw paradijs, hoeveel ruimte is daar
voor Ben Ali Libi, de goochelaar.

Voor Ben Ali Libi, de kleine schlemiel,
hij ruste in vrede, God hebbe zijn ziel.

 

Het menselijk geluk

De huur betaald. De stoep geschuurd.
Een goeie visboer in de buurt.
Een meid die als ze naast je gaat,
loopt te zingen over straat.

 

Oktober

ik kreeg van daag
een vreemde brief:

‘ik mag je graag,
heus,
ik vind je best lief.

maar houden van,
dat gaat niet.
maar echte liefde
gaat niet’

ik kreeg vandaag
zo’n rare brief.
zo’n brief.

 

 
Willem Wilmink (25 oktober 1936 – 2 augustus 2003)

 

De Vlaamse dichteres en prozaschrijfster Christine D’Haen werd geboren in Sint-Amandsberg op 25 oktober 1923. Zie ook alle tags voor Christine D’Haen op dit blog en ook mijn blog van 25 oktober 2009 en ook mijn blog van 25 oktober 2010.

 

De nacht

Weer zwelt uw uier, heilige moedernacht
en ’t duister van uw lijf spreidt vrees en vrede.
Gedachten en gebeden
in ’t huis der schemering worden volbracht.

Weer groeit het duister, weegt de duistre vracht.
Mijn geest is droef; de oermoeder die mij baarde,
mij voedde en bewaarde
weer dreigt en graast mij, slorpt mij op, o nacht.

Dan adem ik, mijn vriend, in u nog nauw
mijn angstige ademing, en hoor uw zuchten
naar mij en de geruchten
van ’t haastig hart naar uw geruste vrouw.

Dan geeft de nacht ons samen melk, een stroom
in donkre gulpen smeltend mild, wij drinken
en danken haar en zinken
diep in haar vacht en drinken nog in droom.

 

Harmonie

I
Psychè

Toen gij ontwaakt waart uit mijn moeders slaap,
sliept gij opnieuw en moest opnieuw ontwaken,
en duizendmaal werdt gij uit dezen schoot
door ’t licht gebroken, en geleverd naakt
uit de bescherming van het lauwe laken
aan de bedreiging van het morgenrood.

Gij sliept in mij, mijn ziel, en slaapt nog even
en wilt u niet uit u laten verstoren,
maar ligt en ademhaalt, uw ogen dicht;
en wordt bijwijlen aan de borst geheven,
maar sluimert voort en wordt opnieuw geboren
met dromenvliezen om uw klaar gezicht.

Zo slapend ligt ge in u, en in uzelf
richt gij uw zachte ogen vol rein licht;
gij vraagt in u naar u; want zuchtend ziet
gij u inwaarts verdiepen, elk gewelf
verder zich welven; open en gans dicht
reikt gij naar u en raakt uzelve niet.

 

 
Christine D’haen (25 oktober 1923 – 3 september 2009)
Cover luisterboek

 

De Amerikaanse schrijfster Anne Tyler werd geboren op 25 oktober 1941 in Minneapolis, Minnesota. Zie ook mijn blog van 25 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Anne Tyler op dit blog.

Uit: De blauwe draad (Vertaald door Barbara de Lange)

“Laat op de avond van een julidag in 1994 kregen Red en Abby Whitshank een telefoontje van hun zoon Denny. Ze waren net bezig naar bed te gaan. Abby stond in haar slipje voor de schrijftafel en trok de haarspelden één voor één uit de warrige, lichtblonde knot op haar kruin. Red, een donkere, magere man in een gestreepte pyjamabroek en een wit T-shirt, was net op de rand van het bed gaan zitten om zijn sokken uit te trekken; dus toen de telefoon op het nachtkastje naast hem ging, was hij degene die opnam. `Whitshank,’ zei hij.
En toen: ‘Hé, hallo.’
Abby wendde zich van de spiegel af, met beide armen nog omhoog naar haar hoofd.
`Hoe bedoel je,’ zei hij zonder vraagteken.
`Wát?’ vroeg hij. Wat krijgen we nou, Denny!’
Abby liet haar armen zakken
`Hallo?’ zei hij. Wacht. Hallo? Hallo?’
Hij zweeg even en legde de hoorn neer.
Wat is er?’ vroeg Abby.
`Hij zegt dat hij homo is.’
`Wát?’ `
Hij zei dat hij iets moest vertellen: hij is homo.’
`En dan hang jij zomaar op!’
`Nee, Abby. Hij hing op. Ik zei alleen: “Wat krijgen we nou,” en toen hing hij op. Klik! Gewoon, zomaar.’
`0, Red, hoe kón je?’ jammerde Abby. Ze draaide zich met een ruk om en pakte haar badjas — van kleurloos chenille dat ooit roze was geweest. Ze sloeg hem om zich heen en trok de ceintuur strak aan. ‘Hoe kwam je erbij om dat te zeggen?’ vroeg ze. `Ik bedoelde er niets mee! Als je wordt overvallen zeg je toch “Wat krijgen we nou?”‘
Abby pakte een lok haar die over haar voorhoofd krulde.
`Ik bedoelde alleen maar,’ zei Red, “‘Wat krijgen we nóu weer, Denny? Wat verzin je straks weer om ons ongerust te maken?” Hij wist best dat ik dat bedoelde. Echt, dat wist hij best. Maar nou kan hij doen of het door mij komt, omdat ik zo bekrompen ben, of zo’n ouwe sok of hoe hij het ook wil noemen. Hij was juist blij dat ik dat zei. Dat bleek wel omdat hij zo snel ophing; hij hoopte de hele tijd al dat ik iets fouts zou zeggen.’
`Goed, goed,’ zei Abby en ze ging praktisch verder: ‘Waar belde hij vandaan?’

 

 
Anne Tyler (Minneapolis, 25 oktober 1941)

 

De Turkse schrijfster Elif Shafak (eigenlijk Elif Şafak) werd geboren in Straatsburg op 25 oktober 1971. Zie ook alle tags voor Elif Shafak op dit blog.

Uit: Drie dochters van Eva (Vertaald door Frouke Arns en Manon Smits)

“Istanbul, 2016
Op een doodgewone lentedag in Istanbul, zo’n lange, lome middag, kwam ze met een schok tot het besef dat ze in staat was om iemand te doden. Ze had altijd al het idee dat zelfs de kalmste, liefste vrouwen een uitbarsting van agressie konden krijgen wanneer ze in het nauw werden gedreven. Aangezien ze zichzelf als kalm noch lief beschouwde, ging ze ervan uit dat haar eigen capaciteit om door het lint te gaan nog eens beduidend groter was. Maar ‘capaciteit’ was een lastig woord. Een tijd geleden zei iedereen dat Turkije veel capaciteiten had — en moest je nu eens zien waar dat op uitgelopen was. Dus troostte ze zichzelf met de gedachte dat het met haar duistere kant uiteindelijk ook wel zou loslopen.
En gelukkig had het lot — die goed bewaard gebleven kleitablet waarin alles gegraveerd stond wat al was gebeurd en wat nog zou gebeuren — haar grotendeels behoed voor misstappen. Ze had al die jaren een fatsoenlijk leven geleid. Ze had haar medemensen nooit leed berokkend, althans niet opzettelijk, althans niet recentelijk, afgezien van een incidenteel roddelen of zwartmaken waaraan ze zich schuldig maakte, maar dat telde eigenlijk niet. Dat deed iedereen immers weleens — en als dat wel een enorme zonde zou blijken te zijn, zou de hel tot aan de nok toe gevuld zijn. Als ze al iemand pijn had gedaan, dan was het God, en God was weliswaar snel ontstemd en vermaard om zijn grilligheid, maar je kon hem niet kwetsen. Kwetsen en gekwetst worden was een menselijke eigenschap.
In de ogen van familie en vrienden was Nazperi Nalbantoglu — of Peri, zoals iedereen haar kende — een góéd mens. Ze steunde liefdadigheidsbijeenkomsten, zette zich in voor meer kennis over alzheimer en meer geld voor arme gezinnen; ze werkte als vrijwilligster in bejaardenhuizen waar ze deelnam aan backgammontoernooitjes die ze opzettelijk verloor; had altijd brokjes in haar handtas zitten voor de talrijke zwerfkatten van Istanbul, die ze zo nu en dan op eigen kosten liet steriliseren; hield de schoolvorderingen van haar kinderen nauwlettend in de gaten; trad op als gastvrouw bij chique dinertjes voor de chef en collega’s van haar man; vastte gedurende de eerste en de laatste dagen van de ramadan, al had ze de neiging de tussenliggende dagen over te slaan; en offerde een met henna geverfd schaap tijdens het Offerfeest.”

 

 
Elif Shafak (Straatsburg, 25 oktober 1971)

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en biograaf Daniel Mark Epstein werd geboren op 25 oktober 1948 in Washington, D.C. Zie ook alle tags voor Daniel Mark Epstein op dit blog.

Uit: The Loyal Son

“September 22, 1761
The crowd that gathered that morning in the square mile of streets, yards, and parks surrounding Westminster Abbey was the largest that had ever been seen in Europe. A million Britons had come from all over the kingdom to witness the crowning of King George III and his bride, Princess Charlotte of Mecldenburgh.
Every house, inn, and tavern was jammed. People couldn’t sleep for the shouting and singing, the ringing of church bells, and the hammering of scaffolds. From St. James’s Park to the banks of the Thames, nobles and peasants, merchants and plowmen, flower girls, jugglers, and pitmen filled the streets in hopes of a glimpse of the royal procession. Such is the power of the British monarchy that a famous American scientist of the day might have likened the choir of the Abbey—with its ancient chair of Saint Edward in which the king would be crowned—to a magnetic pole enforcing order on the field of humanity surrounding it.
The hopes of a quarrelsome empire waited upon the young king.
Even the elements of nature were moved. It had drizzled rain upon the city since Sunday. Yet on Tuesday morning the sun dispersed the clouds and fog and shone throughout the day of the pageant, an omen inspiring the London Chronicle’s bard to write:

Since then, great Prince, it looks like heaven’s decree
Ev’n to our sunshine we should owe to thee
Let this day represent thyfuture reign
Clear after clouds, and after storms serene.. .

For the nobles, gentlemen and ladies, bishops and choristers com-manded to walk in the procession ahead of the king, and for those with engraved tickets that reserved places in Westminster Hall where the procession formed, there was a great deal to see. The splendor of the spectacle would exceed the expectations that had been building since the death of King George H nearly a year before. Westminster Hall, cavernous beneath its hammer-beam oaken roof, had been emptied of all but the floor and steps of the king’s law court that convened here.”

 

 
Daniel Mark Epstein (Washington, 25 oktober 1948)

 

De Duitse dichter en schrijver Peter Rühmkorf werd geboren op 25 oktober 1929 in Dortmund. Zie ook alle tags voor Peter Rühmkorf op dit blog.

 

Auf was nur einmal ist
(Für Heinrich Maria Ledig-Rowohlt)

Manchmal fragt man sich: Ist das das Leben?
Manchmal weiß man nicht: Ist dies das Wesen?
Wenn du aufwachst, ist die Klappe zu.
Nichts eratmet, alles angelesen,
siehe, das bist du.

Und du denkst vielleicht: ich gehe unter,
bodenlos und fürchterlich -:
Einer aus dem großen Graupelhaufen,
nur um einen kleinen Flicken bunter,
siehe, das bin ich.

Aber dann, aufeinmalso, beim Schlendern,
lockert sich die Dichtung, bricht die Schale,
fliegen Funken zwischen Hut und Schuh:
Dieser ganz bestimmte Schlenker aus der Richtung,
dieser Stich ins Unnormale,
was nur einmal ist und auch nicht umzuändern:
siehe, das bist du.

 

Das Himmelschluck-Lied

Mein Herz beschert mir groben Spaß,
die Lunge kommt mir auch zupaß,
ich preise mein Gewicht.
Zeigt ernst die Nas nach Norden hin,
daß ich aus Lust geworden bin,
vergeß, vergeß ich nicht.

Die Bäume stehen sich durchs Jahr,
das Herz ist wunder- und wandelbar,
ich setz auf Wasnichtbleibt;
so Blüten, Laub und Schöpferklein
und leg dir Feuer ans Gebein,
bis daß es Funken treibt.

Schau, die katangaschwarze Nacht
hat die Machete mitgebracht
und säbelt in den Wind.
Da sind die Sterne aufgereiht,
Schnittmuster für die Ewigkeit,
der wir verloren sind.

Oh schönes Sein, oh großes Nuscht,
zwei Wolken, in die Luft getuscht,
die ich wohl fangen möcht.
Es fällt die Nacht, es steigt die Früh,
im Spiegel bleckt mein Kontervieh
sein heimliches Geschlecht.

Doch Ketzers Kopf voll Fröhlichkeit,
die Liebe bringt ihn um die Zeit,
und ist für gut verjuxt.
Dann aber kommt der Tag des Herrn
mit Donnerschlag und Mandelkern,
wo du den Himmel schluckst.

 

 
Peter Rühmkorf (25 oktober 1929 – 8 juni 2008)

 

De Duitse schrijver en arts Jakob Hein werd geboren op 25 oktober 1971 in Leipzig. Zie ook alle tags voor Jakob Hein op dit blog.

Uit: Gebrauchsanweisung für Berlin

“Kommse rin, könnse rauskiekn!
Schon bevor Sie das Stadtgebiet Berlins mit eigenen Füßen betreten, könnten Sie fast alles über diese Stadt wissen. Besonders wenn Sie mit dem Flugzeug kom-men, landen Sie mittendrin in allem, was Berlin aus-macht. Denn normalerweise hätten Sie auf dem neuen Zentralflughafen Berlin-Brandenburg International landen müssen. Seit 1991 läuft das Planungsverfahren für einen neuen, größeren Berliner Flughafen, der die drei bis-herigen Flughäfen Tegel, Tempelhof und Schönefeld ablösen sollte. Vernünftig wäre es gewesen, diesen Flug-hafen auf dem weiten Brandenburger Land, etliche Meilen außerhalb des Stadtgebiets, zu bauen, so wie das alle anderen Großstädte tun. Aber wie der berühmte Berliner Schwabe Brecht gesagt hat: »Kein Vormarsch ist so schwer wie der zurück zur Vernunft.«
Als Zugeständnis an die Taxiunternehmer und aufgrund von lokalen Befindlichkeiten (ein Berliner Flug-hafen muss auf Berliner Grund und Boden stehen, was, wenn die Russen wiederkommen?) setzte der CDU-Senat unter dem Bürgermeister Diepgen die Planung für Schönefeld durch — bis zur Eröffnung war es ja noch viele Wahlperioden hin. Und tatsächlich fielen erst Diepgens Nachfolger Wowereit die Probleme auf die Füße, die sich aus dem Bau eines Flughafens mitten in einem städtischen Ballungsraum ergeben. Vermeintlich war das Flughafendesaster sogar ein wesentlicher Grund für dessen Rücktritt. Es scheint fast kein Detail zu geben, das bei der Flughafenplanung glatt gelaufen wäre. Es stellte sich sogar heraus, dass der vorgesehene internationale Flughafencode BBI, mit dem man jahrelang Werbung gemacht hatte, schon seit Jahrzehnten an einen Provinzflughafen im Osten Indiens vergeben ist. Der absolute Tiefpunkt war schließlich im Juni 2012 erreicht. Nach sechsjährigen Bauarbeiten sollte der Flugbetrieb am Abend des 2. Juni in Tegel und dem alten Schönefelder Flughafen eingestellt und der neue Flughafen am Morgen des 3. Juni 2012 eröffnet werden. Zu diesem Zweck waren 3000 LKWs angemietet und eine fünfstündige Sperrung der Stadtautobahn beantragt worden. Das alles hinderte die Stadt natür-lich nicht daran, für den 3. Juni außerdem eine große Fahrradsternfahrt zu genehmigen, für die der Autover-kehr in der Innenstadt zu weiten Teilen lahmgelegt werden musste.“

 

 
Jakob Hein (Leipzig, 25 oktober 1971)
Cover

 

De Nederlandse dichteres Hélène Swarth werd geboren op 25 oktober 1859 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Hélène Swarth op dit blog.

 

December

Nu mist het woud zijn purpren najaarspracht.
Een ritslend kleed van rosse blaadren dekt
De weke wegen, waar ’t geplet fluweel
Van plekken mos, smaragdgroen, zichtbaar bleef.
De hoge bomen, zwart en bladerloos,
Wie grijsgroen mos de ruige stammen dekt,
Herdenken, droef, de zoete zomertijd,
En schudden zacht de wijze kale kruin.
In de oude toppen klaagt de winterwind.
Door ’t huivrend schaarhout vaart een lange zucht
En trillend klapwiekt, als een bruine vlinder,
’t Verdorde blad, dat trouw bleef aan zijn twijg.

 

Vriesdag

Staalblauw de hemel boven ’t marmerwit
Der straten, blank van d’eerste vlokkenval.
En zonverguld, in fel-licht luchtkristal,
De starre bomen, hard en zwart als git.

In doodgevrozen rozen heb ik al
Mijn zomerdromen zacht een graf gespit,
Waarbij ik trouw de handen vouw en bid
Voor de arme zieltjes, die God redden zal.

O dromendoder Leven, steen en staal!
In ’t koude goudlicht van uw winterzon,
Klinkt trots mijn tred nu, wijs en flink mijn taal.

Maar ’t ruisgeluid van boom en lentebron
En de oude sprook van roze en nachtegaal,
‘k Zou sterker zijn zo ‘k die vergeten kon.

 

 
Hélène Swarth (25 oktober 1859 – 20 juni 1941)

 

De Nederlandse schrijver en dichter François Désiré Pauwels werd geboren in Amsterdam op 25 oktober 1888. Zie ook alle tags voor François Pauwels op dit blog.

 

De Fontein

Van uit den spiegel van het donker nat
heb ik mijn klaterenden straal geheven,
ik hunker naar de kleuren die het leven
in ’t wisselspel van mijn kristallen spat,

mijn voeten zijn van wier en dras omgeven,
van schuif’lend kruipsel, aal en waterpad,
maar waar mijn kruin den blauwen hemel vat
zie ‘k bruisend uit op zon-vergulde dreven.

Toch stort ik weder gorg’lend naar den vloed,
duik onder, rijs weer op in licht en gloed
en, tuim’lend, blijf ik aan den top behooren,

tot eindelijk, de moe-geleefde dag
mijn zilvren pijl knot met zijn wreed gezag
en ‘k in den stillen vijver ben verloren….

 

De Toren

Waar eeuwen stierven bleef de toren recht
met zijn omspoelden buik en kartel-tinnen,
hij is een drinkebroer wiens heete zinnen
zich vieren in krakeel en zwaardgevecht,

en hoe ’t gemeene volk den kost moet winnen
deert noch den ridder, noch zijn wapenknecht,
een overschuimde kruik, een blonde vlecht
en schaam’le spelers die een lied beginnen….

Nu glanst een zwarte vleugel in den toren,
de doode wachters, blank-geharnast, hooren
’t verliefde spel der jonge, blonde vrouw,

zij luistren, roerloos, met gebogen hoofden
en wat de droomen van hun jeugd beloofden
herleeft, als bloemen in den morgendauw….

 

 
François Pauwels (25 oktober 1888 – 8 januari 1966)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e oktober ook mijn blog van 25 oktober 2016 en eveneens mijn blog van 25 oktober 2015 deel 2.