William Drummond

De Schotse dichter William Drummond werd geboren op 13 december 1585 in Hawthornden, in de buurt van Edinburgh. Drummond was de eerste gerenommeerde dichter in Schotland die er bewust voor koos om te schrijven in het Engels. Hij was ook de eerste die de canzone, een middeleeuwse Italiaanse of Provençaalse metrische vorm, in het Engels gebruikte. Drummond studeerde aan Edinburgh en bracht een paar jaar in Frankrijk, waar hij in Bourges en Parijs rechten studeerde. Na de dood van zijn vader in 1610 werd hij eerste laird van Hawthornden en vestigde hij zich op zijn landgoedHawthornden, ruilde het recht in voor de literatuur en leefde het leven van een beschaafde en vrij man in goede doen. Er zat een bepaalde natuurlijke terughoudendheid in zijn karakter, maar Drummond had veel vrienden, waaronder de dichters Michael Drayton en Sir William Alexander en de toneelschrijver Ben Jonson. Drummond bewerkte en vertaalde gedichten uit het Frans, Italiaans en Spaans, in aanvulling op het lenen van dergelijke Engels dichters als Sir Philip Sidney. Behalve “Poems”(1614, 1616) en “Flowres of Sion” (1623) Drummond schreef “Forth Feasting” (1617), een gedicht om het bezoek van James I aan Schotland te vieren, en hij was blijkbaar de auteur van “Polemo-Medinia inter Vitarvam et Nebernam”, een macaronisch stuk dat Schots en Latijn met elkaar vermengt. Zijn proza geschriften omvatten royalistische politieke pamfletten; De geschiedenis van Schotland, uit het jaar 1423 tot het jaar 1542 (1655); en “A Cypresse Grove”, een meditatie over de dood en veranderlijkheid.

Change should breed Change

New doth the sun appear,
The mountains’ snows decay,
Crown’d with frail flowers forth comes the baby year.
My soul, time posts away;
And thou yet in that frost
Which flower and fruit hath lost,
As if all here immortal were, dost stay.
For shame! thy powers awake,
Look to that Heaven which never night makes black,
And there at that immortal sun’s bright rays,
Deck thee with flowers which fear not rage of days!

 

Madrigal

Like the Idalian queen,
Her hair about her eyne,
With neck and breast’s ripe apples to be seen,
At first glance of the morn
In Cyprus’ gardens gathering those fair flow’rs
Which of her blood were born,
I saw, but fainting saw, my paramours.
The Graces naked danced about the place,
The winds and trees amazed
With silence on her gazed,
The flowers did smile, like those upon her face;
And as their aspen stalks those fingers band,
That she might read my case,
A hyacinth I wish’d me in her hand.

 
William Drummond (13 december 1585 – 4 december 1649)
Portret door Abraham van Blijenberch, 1612