Yuri Olesha, André Breton, Paul Zech, Mark Prager Lindo, Heinrich L. Wagner

De Russische schrijver Yuri Olesha werd geboren op 19 februari 1899 in Elizavetgrad (nu Kirovohrad, Oekraïne). Zie ook mijn blog van 19 februari 2009.

 

Uit: The Cherry Seed

 

„On Sunday, I was visiting Natasha at her dacha. There were three other guests: two girls and Boris Mikhailovich. The girls, along with Natasha’s brother, Erast, set off to the river for a boat ride. We–that is to say, Natasha, Boris Mikailovich, and I–went into the forest. In the forest, we laid down in a glade, which was brightly lit by the sun. Natasha raised up her face, and suddenly her face seemed like a shining porcelain dish.
Natasha treats me like an equal. But Boris Mikhailovich she treats like an elder; she fawns on him. She understands that I don’t like it, that I
envy
Boris Mikhailovich, and so she often takes me by the hand and, no matter what she says, turns to me to ask:
“Right, Fedya?”
As if to ask my forgiveness, not directly, but by some sideways route.
We started to talk about birds because, from the thicket, we heard the funny voice of a bird. I said that I’ve never seen, for example, a thrush and asked, “What is it like–a thrush?”
A bird flew out of the thicket. It flew across the glade and sat on an upright branch not far from our heads. It didn’t sit, however, but stood on the wavering branch. It blinked. And I thought how ugly bird eyes are–no brow, but with strongly pronounced eyelids.
“What is that,” I asked in a whisper. “A thrush? Is that a thrush?”
No on answers. I turned my back to them. My greedy gaze doesn’t follow them. They delight in their solitude. I look at the bird. Glancing back, I see Boris Mikhailovich is stroking Natasha’s cheek. His hand is thinking, “Let him look at the bird, the offended young man.” I don’t see the bird anymore. I am listening. I hear the sound of a kiss breaking. I don’t turn around, but they are caught. They see that I flinched.
“Is that a thrush?” I ask.“

Olesha

Yuri Olesha (19 februari 1899 – 10 mei 1960)

 

 

De Franse dichter en essayist André Breton werd geboren in Tinchebray in het departement Orne op 19 februari 1896. Zie ook mijn blog van 18 februari 2007 en ook mijn blog van 18 februari 2008. en ook mijn blog van 19 februari 2009.

 

 

Pièce fausse

à Benjamin Péret

Du vase en cristal de bohème
Du vase en cris
Du vase en cris
Du vase en
En cristal
Du vase en cristal de bohême
Bohême
Bohême
Bohême
Hême hême oui bohême
Du vase en cristal de Bo Bo
Du vase en cristal de bohême
Aux bulles qu’enfant tu soufflais
Tu soufflais
Tu soufflais
Flais
Flais
Tu soufflais
Qu’enfant tu soufflais
Du vase en cristal de bohême
Aux bulles qu’enfant tu soufflais
Tu soufflais
Tu soufflais
oui qu’enfant tu soufflais
C’est là c’est là tout le poème
Aube éphé
Aube éphé
Aube éphémère de reflets
Aube ép

Aube éphé
Aube éphémère de reflets

  

Breton

André Breton (19 februari 1896 – 28 september 1966)

 

 

De Duitse dichter en schrijver Paul Zech werd geboren op 19 februari 1881 in Briesen. Zie ook mijn blog van 19 februari 2009.

 

 

Nächtlicher Marktplatz

  

Der grelle Strahl verzierter Kandelaber

schlägt breit auf das verregnete Gestein.

Vorm Wachtturm halten in zwei graden Reihn

kopfhängerisch die dürren Droschkentraber.

 

Schlafäugig schaun viel Fenster in das Blinken

der Lichter auf dem Brunnen von Porphyr.

Ein schwarzer Wächter huscht von Tür zu Tür

und prüft das Riegelwerk verstaubter Klinken.

 

Ein hagres Weib, geputzt und frech geschminkt,

hockt regungslos wie eine Spinne

im Dunkel eines Tors und spannt die Sinne,

 

bis einer, dem Gelüste das Blut zerwühlen,

das süße Gift mit Zartgefühlen

von ihren hartzerbissnen Lippen trinkt.

 

paul_zech

Paul Zech (19 februari 1881 – 7 september 1946)

 

 

De Nederlandse schrijver Mark Prager Lindo, beter bekend als Den Ouden Heer Smits werd geboren in Londen op 19 februari 1819. Zie ook mijn blog van 19 februari 2007 en ook mijn blog van 19 februari 2009.

 

Uit: Losse schetsen in en om Parijs, in den zomer van 1852.

 

„Eerst als men Brussel verlaten heeft, kan men zich verbeelden op reis te zijn. In de Belgische hoofdstad is de Nederlander evenzeer te huis als in Den Haag – wellicht omdat hij aldaar ook zoo veel slecht Fransch hoort babbelen, – en slechts als men aan het station zijn vijf en dertig frank en eenige centimes betaald heeft, begint men te beseffen, dat men zijn vaderland verlaten heeft.

Dit valt vooral op, als men de Belgische stationsgebouwen met die in Nederland vergelijkt. Doorgaans zijn ze in België veel onaanzienlijker en vuiler in uiterlijk; oneindig slechter afgewerkt, vooral wat hout en verf aangaat, oneindig kwistiger in het gebruik van steen voor pilaren en façades. De wachtkamers kunnen ook de vergelijking niet uithouden met die in Nederland; noch wat grootte, noch wat ameublement betreft, zijn ze iets beter dan de meeste vertrekken van denzelfden aard langs de Duitsche spoorwegen, en hetzelfde gebrek aan zindelijkheid heerscht in België als in het (ten dien opzichte) éénige Duitschland. Het is echter eene aangename vergoeding voor het gemis eener weelderig ingerichte zaal, die men in den regel slechts voor weinige minuten gebruikt, te ondervinden, dat ze niet gesloten blijft voor het publiek, zooals in Frankrijk en Nederland het geval is, en dat men een weggaanden vriend, evenals in Engeland, tot het oogenblik van zijn vertrek vergezellen en gerust met hem kan blijven praten, totdat hij plaats neemt in den wagen.“

 

Lindo

Mark Prager Lindo  (19 februari 1819 – Den Haag, 9 maart 1877)

 

 

De Duitse schrijver Heinrich Leopold Wagner werd geboren op 19 februari 1747 in Straatsburg. Zie ook mijn blog van 19 februari 2009.

 

Uit: Die Kindermörderin

(Ein schlechtes Zimmer im Wirthshaus zum gelben Kreutz: die Art, wie es meubliret seyn muß, ist a
us dem Akt selbst zu ersehn: auf der Seite eine Thüre, die in eine Nebenkammer fährt.
Lieutenant von Gröningseck führt Frau Humbrecht an der Hand herein. Evchen ihre Tochter geht hinterdrein: die Frauenzimmer haben Domino, Er eine Wildschur an, alle noch ihre Masken vor.)

Marianel. (setzt ein Licht auf den Tisch, im Abgehn.) Sie haben schon befohlen? (Lieutenant winkt ja, Magd ab.)

Fr. Humbrecht. (die Maske vom Gesicht ziehend.) Herr Hauptmann! sie stehn mir doch –

v. Gröningseck(wirft Wildschur, Maske und Hut hin.) Für alles, liebe Frau Humbrecht! für alles! – Ein Mäulchen, Kleine! das ist Ballrecht: (zieht Evchen die Maske auch ab) sey doch nicht so kleinstädtisch; ein Mäulchen! sag ich: (küßt sie; zur Mutter) Noch aber bin ich nicht Hauptmann, und ich laß mich nicht gern mehr schelten, als ich bin.

Fr. Humbrecht(verneigt sich) Wie sie befehlen: sie stehn mir doch, Herr Major –

v. Gröningseck. Bravo! bravo! immer besser! ha ha ha!

Evchen. Ey, Mutter, stell sie sich doch nicht so artig; Major ist ja noch mehr als Hauptmann, sie weiß ja gar nichts. – Der Herr Lieutenant wohnt schon einen ganzen Monat bey uns –

v. Gröningseck. Einen Monat und drey Tage, mein Kind! ich hab jede Minute gezählt.

Evchen. Denk doch! ist ihnen die Zeit so lang geworden.

v. Gröningseck. Noch nicht! aber bald möchte sie mirs werden, wenn du nicht –„

 

Hein_Wagner

Heinrich Leopold Wagner (19 februari 1747 – 4 maart 1779)