De Nederlandse schrijfster Yvonne Keuls werd geboren op 17 december 1931 in Batavia, toen nog een onderdeel van Nederlands-Indië. Zie ook alle tags voor Yvonne Keuls op dit blog.
Uit: Meneer en mevrouw zijn gek
“Ik had met de auto kunnen komen. ‘Over parkeren hoeft u zich geen zorgen te maken. Bloemendaal heeft voldoende parkeergelegenheid,’ aldus de folder. Maar ik verkies de bus, om weer even dat terug-naar-af-gevoel van Gemma door me heen te laten gaan. Het weer helpt daarbij mee. Barre regen. Met opzet vraag ik de buschauffeur om mij een seintje te geven als Bloemendaal in zicht komt, want uit ervaring weet ik dat er dan altijd wel een medepassagier zijn diensten aanbiedt. En zo ook nu. ‘Ik moet er ook zijn, ik loop wel met u mee,’ zegt een wat oudere man en hij gaat maar meteen tegenover me zitten opdat ik hem niet zal ontvlieden. `Dus u kent het niet, anders zegt u niet: Geef me een seintje.’ `Nee, ik ken het niet,’ lieg ik en ik wacht rustig tot hij opening van zaken zal geven. Tot mijn verbazing gebeurt dat niet, pas tegen het eind van de rit zegt hij: `Zo, nog één halte. En dan ga ik weer naar mijn zuster. Die zit er nu ook weer zo’n tien jaar. Kent u mijn zuster? Iedereen kent mijn zuster. Ida heet ze. Ida Been. Die in die rolstoel.’ Hij verwacht van mij geen antwoord, tuurt gewoon naar buiten en poetst zijn bewasemde raampje schoon. ‘Kijk, daar ligt het. Ach, ach wat een regen, het lijkt wel of heel Bloemendaal huilt. Weet u hoe groot het is? 72 hectare, net een landgoed van de koningin, met hoge bomen en parken, en wat ik persoonlijk niet zo geslaagd vind, met donkere sloten met van dat overhangende groen en vijvers met de dood op de bodem. Echt iets om jezelf in te smijten als je depressief bent. En neemt u maar van mij aan dat er in de loop der jaren heel wat kopje-onder zijn gegaan in die rottige vijvers en dat de helft ervan niet boven is gekomen. Ik heb weleens gevraagd, is het niet verstandig om die plomp te dempen? Maar dan gooien ze zich onder een auto, zeiden ze, hierzo, de provinciale weg die langs de inrichting loopt, die is zo onveilig als de pest, je mag er zeventig rijden, maar honderd is het gemiddelde. Ja, dat walst wel plat. Gaat u ook iemand opzoeken?’ `Ik ga naar de vergadering van de Patiëntenraad.’ `0,’ zegt hij. ‘Mijn zuster zit ook in de Patiëntenraad. Ze is altijd tegen.’ Hij zwijgt. Terwijl ik voor me kijk, voel ik zijn onderzoekende blik op me. Hij denkt kennelijk dat ik ook een patiënt ben. Ik krijg een stempel. `Zozo, tja-ja-ja…’ zucht hij. Zelfs hij. Met een zuster tien jaar in een inrichting. Zelfs hij doet eraan mee. Als ik wil uitstappen, tikt hij me op de schouder en wijst vervolgens naar buiten, naar de poort waar een man naast een racefiets staat, in professioneel wielrenners-outfit, een veldfles aan de mond. `Daar staat-ie weer,’ zegt hij. ‘Als hij hier langs komt, stapt hij altijd af om naar binnen te gluren. En als je hier toevallig loopt, voelt hij zich betrapt, begint hij meteen te kwekken. Vertelt altijd hetzelfde. Dat hij gevoel heeft en geen steen is, dat de wereld naar de knoppen gaat door de luchtvervuiling en de graffiti. Dat hij Peugeot rijdt”.
Yvonne Keuls (Batavia, 17 december 1931)
De Spaanse dichter en schrijver Rafael Alberti werd geboren op 16 december 1902 in El Puerto de Santa María (Cádiz). Zie ook alle tags voor Rafael Alberti op dit blog.
Met Pablo Neruda in het hart
II.
Maar op een dag baadde het gelaat van Spanje in bloed,
het oude hart werd met een mes doorstoken,
een golf van haat verhief zich in de duisternis
en er was geen zee, er waren geen poorten of muren
die de botsing tussen licht en donker konden stoppen.
Jullie zult vragen: waarom spreekt zijn poëzie
niet van de droom, van de bladeren,
van de grote vulkanen in zijn land?
Komt en ziet het bloed in de straten.
Dat zei je toen
en nu kan ik, zoals je zelf vaak toegaf,
zeggen dat de pupillen in je ogen anders werden,
dat Spanje in je hart gedrongen was,
dat je voor Spanje opnieuw de wereld introk,
geraakt door haar doorzeefde licht,
je zang bedekt met het bloed van de straten.
De jaren zijn voorbijgegaan,
grimmige, droevige oorlogen zijn voorbijgegaan,
wat kwam was duisternis en tranen (zelden de zon),
de nacht heeft lang gezeteld met z’n zwarte zwaard,
terwijl jij, Pablo, innige vriend van de vrede,
van het goede voor de mens,
van het woord dat uitrolt over zee
en over hoge bergen,
Pablo van de plechtige rivieren en de tere blaadjes van de bloem,
van de zuidelijke, oeverloze luchten,
van de open hartstocht en de juiste straffen,
toen je meer de stem was van de hoop,
toen je het licht hoog ophief voor je volk,
(ik hoorde ’t op een ochtend) stierf,
stierf van verdriet, omringd door moordenaars,
terwijl in Chili het bloed door de straten stroomde.
Komt en ziet zijn geschonden huis,
zijn gebroken deuren en ramen,
komt en ziet zijn in de as gelegde boeken,
zijn schelpencollecties in gruzelementen,
komt en ziet zijn gevallen lichaam,
zijn immense hart, gestort
op het puin van zijn kapotte dromen,
terwijl het bloed nog altijd door de straten stroomt.
Vertaald door Barber van de Pol
Rafael Alberti (16 december 1902 – 27 oktober 1999)
Monument voor Rafael Alberti in Leganés, een voorstad van Madrid
Zie voor nog meer schrijvers van de 17e december ook mijn blog van 17 december 2018 en eveneens mijn blog van 17 december 2017 deel 1 en eveneens deel 2.