Bij de zomerzonnewende
Zonnewende
Ik hongerde naar woorden,
als het honderddagenvlas
onder het langste junilicht
wachtend op eendagsbloemen
sleet slechts aangevreten gedachten,
afgeknaagd zelfs de bast die beschermde
tegen het verschroeiende falen van mijn taal
Mijn hoop stelde ik op het roten van verjaarde vezels
in de aard van je oevers
waar geheimen prijs werden gegeven
Toen de winter kwam liep ik langs dat water, in de luwte
waar ik mijn dode stengels had gelaten groeide fijn kristal
en net daarbuiten, waar de rivier nog naar het land lonkte
dreven wind geschreven woorden
Zie voor de schrijvers van de 21e juni ook mijn vorige blog van vandaag.