Edmund White, Adrian Kasnitz

De Amerikaanse schrijver en essayist Edmund White werd geboren op 13 januari 1940 in Cincinnati. Zie ook alle tags voor Edmund White op dit blog.

Uit: The Humble Lover

“He said to his very pale, very young companion, “It must be such a thrill to be a ballet dancer and have hundreds, thousands, of fans applauding you.”
The young man, whose name was August Dupond, said dryly, “Yeah, I guess it is nice. A dream come true.”
“Did you ever think you’d be a soloist in the greatest company in New York?”
The boy smiled weakly. “Well, that was the idea. Three classes every day for years, except for performance days, when I have only one afternoon class. Now or never, I guess.” He smiled and took a sip of water. “Do you think they’d have Gatorade here?”
“What’s that?”
“Gatorade. Oh, gosh, athletes drink it. Electrolytes.”
“Gaston!”
“Yes, Monsieur West?”
“Monsieur Dupond would like a Gatra-Aid. I’ll have a champagne cocktail. And the usual hors d’oeuvres.”
August said hopefully, “A Gatorade?”
“I’m sorry, jeune homme, but I’ve never—”
“Is there a deli near here?”
“Not open, I fear.”
“Skip it,” August said with a tarnished smile. “Bring me a decaffeinated tea, please.”
“Tout de suite!” the waiter said. He’d known Mr. West for nine or ten years and felt sorry that he was always accompanied by these underdressed youths who invariably ordered a hamburger or spaghetti, had strange food dislikes like mushrooms, and seldom would eat fish. One boy had asked him if the Dover sole was chicken.
“I’m so embarrassed they didn’t have your health drink,” Aldwych West said. He pulled out his agenda with its own gold pencil. “Here, if you’ll just scribble the name of the drink I’ll have a case delivered tomorrow.”
“Why?”
“We might come back here some day. It’s so close to the theater.”
“Le thé décaféiné pour le jeune monsieur. Et le champagne pour Monsieur West!’
“Merci.”
“What language are you guys speaking?”
“French. Sorry. It must be very rude—
“I thought it might be French. Real French. I’m French Canadian.”
“Then you must understand—”
“No. Not really. We speak a funny French.”
“They say that Canadian French is seventeenth-century French, the purest.”

 

Edmund White (Cincinnati, 13 januari 1940)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

In de zomer had ik een omhelzing
ik waarschuw je, het voelde als wind aan
het smaakte licht, wat ik in mijn mond stopte
ik veegde kleine dingen weg, half droog, half nat
de rivier was meer kruimels, meer haar
snel trok ik mijn enkel er weer uit
stak mijn vinger er weer in
de wind bleef even hangen in mijn haar, even op de huid
een en ander smaakt bitter, ik waarschuw je
een en ander is ijs dat langs vingers en enkel druipt

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e januari ook mijn blog van 13 januari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Cees van der Pluijm, Adrian Kasnitz

De Nederlandse dichter, schrijver en columnist Cees van der Pluijm werd geboren op 12 januari 1954 te Radio Kootwijk (Gld.). Zie ook alle tags voor Cees van der Pluijm op dit blog.

Uit: Momenten

1963

Ze was misschien een saaie, domme griet
Maar jarig, dus je deed aan dit corvee
Als buurkind moedig mee, niet om de pret
Maar om de taart. Je speelde Pim Pam Pet

Je ging op reis (Parijs!) en je nam mee…
Verbeurde pand of ergerde je je niet
Totdat het kinderfeestje werd verstoord
Je moeder had iets vreselijks gehoord

Wij hadden televisie, haast als eerste
(Er ging een verre ouwe tante dood
De rouw was kort, de weelde was compleet)

Daar zag ik wat die dag het nieuws beheerste:
Een man die in een zwarte auto reed
En iemand die met kogels op hem schoot

 

1972

Al achttien, maar je woonde nog gevangen
In ouderhuis en middelbare school
En diep van binnen woelde het verlangen
Je eigen baas zijn was daar het parool

Je eigen lied gaan zingen, geen gezangen
Van anderen. Dag dorp! Ha metropool!
Het leven werd een schitterende reis
Eén ding ontbrak er nog: een rijbewijs

Je had die dag je eindexamen Frans
Je durfde op de goede afloop hopen
En greep diezelfde middag nog de kans

Om ook je rij-examen te doorlopen
Voor beide toetsen slaagde je met glans
Wat leek de weg naar vrijheid mooi en open

 

1993

Je had haast alles meegemaakt
De dag gevierd, de nacht gebraakt
Je schreefje boeken, zong je lied
Je leefde niet voor je verdriet

Werd soms door het geluk geraakt —
De toekomst lag in het verschiet
Haast veertig jaar in dit bestaan
Misschien nog veertig jaar te gaan

Maar wat er van je werk beklijft
En of je nog herinnerd wordt
Of alle bloei voorgoed verdort

Dat weet geen sterveling — je blijft
Hooguit een kruimel op een schort
En hij verwaait die dit nu schrijft

 

Cees van der Pluijm (12 januari 1954 – 14 december 2014)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

ZIEKENHUIS AAN DE RAND VAN DE STAD
Is grijze steen aan de andere kant van de stad
gemaakt van cement en toevoegsel is een afgesloten plaats
nu, waar alles om draait, is desondanks een komen
en gaan, je komt staande en
gaat liggend, zeggen de oudjes die bij de uitgang staan te roken
de jongeren lachen mee zonder te begrijpen
dat ook zij bedoeld worden als het misgaat
is een grijze steen in je maag die eruit
moet worden gesneden is een stolsel
een gezwel, een weefsel, een wrat, een waan
is niet te stelpen, is niet te lijmen
is een grijze steen met grijze hersenen en
grijze gedachten, als je het niet verleerd bent
het denken en liefhebben is een ding
dat in de put valt en daar blijft zitten
in je longen komt en daar blijft zitten
is iets dat je de adem beneemt
tot er een lange pauze ontstaat
……….. lange
……………….. lange
…………………………pauze

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e januari ook mijn blog van 11 januari 2019 en ook mijn blog van 11 januari 2015 en ook mijn blog van 11 januari 2016 deel 2.

Katharina Hacker, Adrian Kasnitz

De Duitse dichteres en schrijfster Katharina Hacker werd geboren op 11 januari 1967 in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags voor Katharina Hacker op dit blog.

Uit: Über Leben mit Tier

„Grinsen

Als ich ein Foto der Hündin, die ich kaufen wollte, zugeschickt bekam, war ich enttäuscht; sie sehe sehr schmal und recht ernst aus, monierte ich, die Airedale Terrier meiner Kindheit hätten doch wollig gelacht.
Hängt von Ihnen ab, erwiderte die Züchterin knapp. So ist sie, die Hündin, auch Mahnung und Maßstab, und kommt sie mir grinsend entgegen, wird mir das Herz leichter.

Mit Hündchen

Ihren Auftritt haben die literarischen Tiere oft nebensächlich, und werden sie nicht geradeheraus als Sachen betrachtet, so doch als Staffage oder Requisite, sie beleben eine Kulisse, bilden den Hintergrund für die Helden der Geschichte. Niemand wusste, wer sie war, und alle nannten sie einfach: die Dame mit dem Hündchen.
In Tschechows Geschichte kommt das Hündchen kaum vor, wird nur ein paarmal genannt, die Dame hat es auf ihren Spaziergängen bei sich, sie trägt immer dasselbe Barett. Er ist der Vorwand ihrer Bekanntschaft, denn Gurow lockt den Spitz, droht ihm gleich darauf mit dem Finger. Der Spitz knurrt. Aber er beißt nicht, sagt sie errötend.
Etwas später verliert sie eine Lorgnette, durch die sie eben noch ihn, diesen Mann namens Gurow, betrachtet hatte.
Er ist ein Frauenliebling, ein Schürzenjäger.
Sie ist verheiratet.
Der Hund ist ein weißer Spitz.
Vielleicht haben sie den Hund mitgenommen auf ihre Spaziergänge.
Bestimmt nicht auf Anna Sergejewnas Zimmer, sie suchen es nach einer Woche auf, danach fühlt sie sich als gefallene Frau in Gurows Augen, und er begreift nicht, warum.“

 

Katharina Hacker (Frankfurt am Main, 11 januari 1967)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

Verkreukelen

Op dit moment valt buiten de regen
een kom daarin drijft een stukje papier
gewoon een stukje een verfrommeld briefje
met zwartgeblakerde randen handgeschreven
zelfs het vernietigen lukt je niet

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e januari ook mijn blog van 11 januari 2019 en ook mijn blog van 11 januari 2015 en ook mijn blog van 11 januari 2016 deel 2.

Saskia Stehouwer, Adrian Kasnitz

De Nederlandse dichteres Saskia Stehouwer werd geboren op 10 januari 1975 in Alkmaar. Zie ook alle tags voor Saskia Stehouwer op dit blog.

 

onder ons

ik weet dat jullie er zijn
mijn reisgenoten
met wie ik samenkom in de nacht
om een ring te vormen
rond de wereld

met wie ik treur om kalende gronden
rouw om het water dat dromen verdrinkt

met jullie maak ik plannen
om longen schoon te vegen
een hart te transplanteren
een verse huid te laten groeien

ik weet dat jullie er zijn
omdat het moet gebeuren
aan de voet van de boom
op de oever van de rivier
waar vis en mens waar vogel en otter
waar water en zand

ik weet dat jullie er zijn
ik zie het vet druipen
van het dak van de wereld
waar de lichten nog aan zijn

onze tenen reiken naar het beven van de grond
tot de draden die ons verbinden
zich ritsen tot een weefsel

kom binnen
we vertrekken
als de dag begint

 

schetsen van een voetafdruk

we laten het raadsel intact
omdat het anders zou oplossen

het laat ons worstelen met dieren
die groter en sterker zijn dan wij
en toch voor ons blijven werken
het laat ons huilen als de wind
de oogst de verkeerde kant op blaast
en honger brengt

takken die in ons gezicht zwiepen zodra de wind het
vraagt vissen die liggen te stotteren op het droge
de schetsen die we maken van verdwenen dieren

we leggen ze op de berg gevonden voorwerpen
en houden ze tegen het licht

we dansen het raadsel
verbeelden het ons
zingen het dromen het
schrijven het in zand

we gooien het vuile water weg
met de moordenaars en de moeders
warmen onszelf op
om de aarde te koelen

elke dag de keuze
om te doden of te baren
onze angst een stuk grond
om te bewerken

om ons eraan te herinneren
hoe de nacht voelt
en hoe zij ons beschermt
tegen wat we kennen

 

Saskia Stehouwer (Alkmaar, 10 januari 1975)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

nachtrit, dimlicht

het licht gericht in de verte
de ruitenwisser op het volgende glas

het geluid van de auto
die naar een andere versnelling schakelt

huilkrampen achter het stuur
na de lak stuksnijdende woorden

achterin de herinnering
aan afscheidsrituelen

geen huis op de route
waar je nu nog zou kunnen aankomen

geen dik haar / je haar in lokken
onaangeraakt.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e januari ook mijn blog van 10 januari 2019 en ook mijn blog van 10 januari 2016 deel 2 en eveneens deel 3.

Edmund White, Adrian Kasnitz

De Amerikaanse schrijver en essayist Edmund White werd geboren op 13 januari 1940 in Cincinnati. Zie ook alle tags voor Edmund White op dit blog.

Uit: A Previous Life

“Six months had gone by and the day was fast approaching when they’d agreed to read their memoirs in alternating chapters out loud to each other. They were in the Engadin, in the little town of Sils Maria. Around the corner, in a two-story house painted white with green trim, Nietzsche had lived briefly in the upstairs room. Now the Engadin was a costly ski resort, twice the site of the Winter Olympics, but in Nietzsche’s time, it must have been one of the most remote places on earth, reachable from Italy only by a steep, perilous road through the Maloja Pass in a carriage, then a sleigh pulled by six lathered-up horses baring their big yellow teeth around the bits, their breath visible in the cold mountain air (a sleigh ride was disagreeably called a Schlittenfahrt in German). The most famous village in the area was St. Moritz.
They had no visible servants there, though an expensive service washed the sheets, shoveled the roof and walkway, watered the plants, ran the sweeper, aired the rooms (throwing back the heavy duvet), turned up the heat a day in advance of their return, dusted everything (though there was no dust so high up in the mountains). The simple priceless side tables inlaid with split reeds and designed in the 1920s, the overhead lamp from the 1950s made in Milan, sprouting multicolored metal cups of light, the matronly restuffed 1950s couch from Paris in green velvet, the polished wood zigzag chairs, the huge painting of the naked, dagger-wielding artist himself with Italian words spilling out of his mouth— all of it materialized before their eyes as Ruggero turned on the track lighting and disarmed the security system. The room looked glaring and guilty as a police photo of a murder scene. Not one thing in it had Constance chosen. She had put up a favorite Chagall poster of a red rooster, but it had mysteriously disappeared and found its way into the unused maid’s room. She knew the house represented the high point of taste (she knew it because connoisseurs exclaimed over it and shelter magazines often asked to photograph it but were always turned down. Ruggero was worried about thieves and tax collectors).
This afternoon they’d arrived in their four-wheel drive, so suited for navigating through the snow. Ruggero had insisted on skiing right away. Constance didn’t really ski. She’d taken lessons but was afraid of heights, and even the mountain lifts made her sick. The only reason to ski was to keep Ruggero company, and after she discovered he found her ineptness annoying she abandoned the unpleasant effort. Whereas he had gone on ski holidays with his distant cousins every January since he was six, she had never even put on a ski boot until she was twenty-eight— and had promptly broken her toe and had to sit slightly drunk by the fire with a lap robe and a brandy snifter (how delightful!), watching through the windows the dying light illuminate the downhill racers.”

 

Edmund White (Cincinnati, 13 januari 1940)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

Gelukkige nederlagen

De lijst met nederlagen begint met het krabben
als baby de uitslag die maar niet weggaat
de chemische crème die de zaken alleen maar erger maakt
de pijn in het hoofd en in plaats van grapjes, de vage gedachten
de angsten van het kind de ongesteldheid de benauwdheid
het toekijken bij het spelen van de anderen
die altijd anders zullen blijven, hoe hard je ook je best doet
de breuken, de puistjes, de meisjes die je uitlachten
passen allemaal op het blad en zijn niets slechts
vergeleken met de beproevingen die voor je liggen
het onvermoeibare dagelijkse leven het najagen van geld
armoedige stoffen verkies je boven armoedige prestaties
en nu, nu je struikelt, valt, begin je
afstand te nemen, los te laten, schuif je het slechte opzij
rolt je af blijft op de straat liggen kijkt ganzen na
die het luchtruim kruisen in de vlucht schreeuwen ze gaggagggag

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e januari ook mijn blog van 13 januari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Katharina Hacker, Adrian Kasnitz

De Duitse dichteres en schrijfster Katharina Hacker werd geboren op 11 januari 1967 in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags voor Katharina Hacker op dit blog.

Uit: Die Gäste

„1
Am 21. Juni, meinem fünfzigsten Geburtstag, klingelte es, bevor ich ins Institut für schwindende Idiome aufbrechen konnte, um halb acht an der Tür, und ein Bote brachte einen Brief des alten Rechtsanwalts Doktor Kowalk. Der Bote, ein schlaksiger junger Mann in blauem Drillich und weißen Turnschuhen, wartete, dass ich den Brief öffnete und las.
Er bitte mich, schrieb Doktor Kowalk, im Namen meiner Großmutter, noch am selben Tag in seine Kanzlei in der Genthiner Straße zu kommen, noch vormittags, denn er habe mir eine wichtige Mitteilung zu machen.
Meine Großmutter ist tot, sagte ich dem Boten, der gleichgültig mit den Achseln zuckte, mir ein Blatt hinhielt zum Unterschreiben, sogar einen Stift hatte er dabei. Dann eilte er die Treppen hinunter, übersprang zuweilen eine Stufe, wie Florian es oft getan hatte, und war davon.

2
Ich dachte daran, wie mir Florian früher Blumen gebracht, zum ersten Mal, als er vierzehn war, zum letzten Mal kurz vor seinem achtzehnten Geburtstag, bevor er fortging und nicht wiederkehrte. Er hatte drei Wochen nach mir Geburtstag, dieses Jahr würde es der einundzwanzigste sein.
Sie hatten auch Kuchen gebacken und den Frühstückstisch geschmückt, nämlich mit den Geschenken, die sie mir machten, Daniel und Florian, so wie ich es für Florian und Daniel tat, dessen Geburtstag im Dezember lag.
In der Wohnung war es still, eine Taube gurrte vom Dach, es war freundlich aufgeräumt. Wo alle fort sind, könnten sie zurückkehren, und wer schwarzsieht, ist nicht besser, als wer die Hoffnung behält. Und wer das nächste Unglück schon kommen sieht, hält es damit auch nicht ab, hatte ich Florian gesagt, wenn er mich fragte, ob er, wenn er erwachsen sei, noch Tiere und Blumen und Bäume sehen werde, oder ob die Hitze und die Stürme und die Ozeane alles verschlingen würden.
Bis es so weit ist, sagte ich ihm, sollten wir eine Lebendfalle für die Maus in der Küche aufstellen. Denn in der Küche sahen wir früh morgens, wenn ich mit Florian aufstand, um ihm vor der Schule sein Frühstück zu machen, an vielen Tagen eine Maus. Sie ist auch ein Tier, sagte ich, und wenn auch nicht das letzte auf Erden, so freut sie sich doch über glimpfliche Behandlung.“

 

Katharina Hacker (Frankfurt am Main, 11 januari 1967)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

Bushalte in maart

Ze tolereert zichzelf in het bushokje en schopt tegen blikjes
in verdoemenissen, belt naar andere steden zonder wachttijd

denkt naargeestig land dit en mensen zonder regels
tegen het recht van de dommere vechten, de wonderen

laten gelden, verbindingen in schijn uitzoeken
naar andere bestemmingen en nummers opdiepen

oude vijfcijferige telefoonnummers noemt ze uit haar hoofd

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 11e januari ook mijn blog van 11 januari 2019 en ook mijn blog van 11 januari 2015 en ook mijn blog van 11 januari 2016 deel 2.

Saskia Stehouwer, Adrian Kasnitz

De Nederlandse dichteres Saskia Stehouwer werd geboren op 10 januari 1975 in Alkmaar. Zie ook alle tags voor Saskia Stehouwer op dit blog.

 

BAARDGROEI

vannacht ben ik een man die een vrouw kust
en zijn halfnaakte vader belooft
op zoek te gaan naar een bruid

vannacht steelt een vrouw een blauw hertje van mijn balkon
en moppert dat onze kleren haar kat bang maken
zelfs in mijn dromen moeten mensen van me houden

ik vind het dagboek van mijn oma in een wachtkamer
het is druk het loopt slecht af

een man verdwijnt in een veld vol molens
zijn gedachten kleine kinderen die op hun knie zijn gevallen

morgen ontmoet hij een jongen
die een helder beeld heeft van zijn toekomst

morgen zal hij iets kwijtraken en in een hotel gaan wonen
om het terug te vinden

 

BEZOEK

haar wijst naar het noorden
handen wapperen een bevel
naar de tas die onbereikbaar op de grond ligt
een pad dat eindigt in fluisterende auto’s
een vader die discreet zijn kind het perron opduwt

ze raakt mijn schedel
vlak bij de plek
waar jij vroeg
wat ik wilde worden

niemand komt haar halen
haar stem geen partij
voor haar stuiterende armen
lichaam dat wil stijgen
boven alle nieuwbouw
boven de slechte huid
het kan geregeld worden
als de pauze lang genoeg duurt

er is geen kleingeld in dit dorp
wel vrouwen met baarden
en verregende kinderen

we halen de borrelnoten uit de vuilnisbak
en zetten ons aan tafel
kom eens langs
we zitten er nog

 

glimp

toen onze vader het huis uit
en zijn hoofd in liep
hoorden we de deur
dichtslaan

we zagen hem nooit meer
maar er kwamen boodschappen
die ons zeiden wantrouwend te staan
tegenover mensen die lange vakanties boeken

de kleuren veranderden
een helder blauw kwam op de muren terecht
en onze nagels ontwikkelden een duidelijk
groene ondertoon

we leerden op een andere manier naar vogels kijken hoewel we hun namen vergaten
we verzamelden de slakken die ons het meest raakten en legden ze op een hoopje op de keukentafel
we rechtten onze schouders
en ontdekten onze nek

op een dinsdagochtend besloten
we de berg te beklimmen
die naast ons huis verschenen was
terwijl we hoger klommen pelde de wind onze kleren af
onze huid leerde vloeiend een nieuwe taal

weer thuis deden we alle boeken weg
zaten op het kleed en luisterden
naar de wereld die geduldig op onze deur klopte

 

Saskia Stehouwer (Alkmaar, 10 januari 1975)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

noordwijk, shoarma

onder het groene licht van de tl-buis
eten we in brood gerold vlees
en dromen van reïncarnatie
elders het leven, b.v. op Java

op het strand zijn er maar twee richtingen
alsof goed en kwaad daar voor altijd gescheiden zijn
maar jij lacht

we oefenen vlucht, we zijn koppig
we sluiten met het verleden
een carthaagse vrede

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e januari ook mijn blog van 10 januari 2019 en ook mijn blog van 10 januari 2016 deel 2 en eveneens deel 3.

Edmund White, Adrian Kasnitz

De Amerikaanse schrijver en essayist Edmund White werd geboren op 13 januari 1940 in Cincinnati. Zie ook alle tags voor Edmund White op dit blog.

Uit:  A Saint from Texas

“When I was seventeen I started planning my debut. Bobbie Jean hadn’t met a lot of “the good people,” as she called them, and I think she was planning to social climb through me. She hired Honey Mellen, a “party planner,” as she called herself, although we called her our “society coach.” The fiction was that Bobbie Jean and I were too busy to look after the million and one details involved in coining out, though the truth was we didn’t have Honey’s little green alligator-skin book of names and numbers, we didn’t know who to invite or the right florist or photographers or musicians or caterers. But Honey knew, she knew all about that—she also did weddings. It’s funny, weddings and debuts are all about getting a girl hitched to a man or at least in the right marriage sweepstakes, but both events involve women alone. Whoever heard of asking a man his opinion? At least in Texas, if not in France, women decided the kind of lace, the length of the train, the tiny buds in the tightly bound bouquet, the church, the preacher, the bridesmaids’ dresses, the reception and its hors d’oeuvres, hiring Lester Lanin’s real orchestra and some rinky-dink local band to fill in during the breaks, even if they knew how to play only “Tenderly” and Johnny Mathis’s “It’s Not for Me to Say.” We all liked Mathis. He was Texan. Sort of. Bobbie Jean told Honey the sky was the limit price-wise. She wanted her Yvonne to be properly launched in society. She and Bobbie Jean decided on the theme for my dance, “Venetian Night,” at the Brook Hollow Golf Club, complete with gondolas and men dressed in tights and straw boaters singing “0 Sole Mio,” and a Bridge of Sighs, two-thirds as large as the original, and a campanile-shaped pizza oven. Honey must have been in her forties, but energy! And she wore the trapeze look from Neiman’s, natch. Her hair was thick and wild, turbulent actually, and peroxided a platinum blonde. She wore nearly black lipstick and matching nail polish (she called it aubergine, though at that time I didn’t know that meant “eggplant”). She drove a red Cadillac convertible with fins out to here and she always kept the roof down. When it was raining she drove faster, honking all the slowpokes out of the way. She played loud colored music on the radio, music from Memphis, she called it race music. She wore a very strong perfume, dizzying really; I think it was an attar of roses, meant to be diluted to eau de cologne, but she used it full-strength and old ladies at concerts complained about it (“a real invasion of our privacy,” they muttered). She was always laughing loudly and jangling her costume jewelry bracelets, a dozen of them, bangles like a slave girl’s, as if she were on Benzedrine. She never finished a sentence but constantly interrupted herself with some new extravagance. She was never catty and never bad-mouthed her other clients, much as I tried to lure her into a good chin-wag. She was as discreet as an agent or a psychiatrist, which she was for all of us, I suppose. She always started out brimming over with excited enthusiasm for my ideas, no matter how dumb, but the way she shepherded you back to a more original concept—and the way she made you think it was your own—was truly astonishing.’

 

Edmund White (Cincinnati, 13 januari 1940)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

Elckerlijc

de ogen lichten op bij de geldautomaat. een gelukkige glans
die wordt weerspiegeld in de lcd. je bent jong, je ziet er goed

uit, je vindt je jurk in een hip filiaal
(zoals in elke stad). naar de city, dat is jouw gevoel

na het werk, na het eten, na de liefde. maar wat jouw
man zegt, blijft gewoon: naar de city, dat is zijn gevoel.

uit de geldautomaat vallen biljetten, jouw gunst & van jou het kraak-
verse. het papier is maagdelijk, iedereen vindt het leuk

hoe je je beweegt van boetiek naar boetiek gaat. koop je iets
leuks, een kind, zoals het lacht in de reclame, omdat de wens

gemakkelijk af te rekenen was met de gouden kaart.
een chip die jouw gegevens draagt, jouw afmetingen. jouw slip

wordt hij nat bij de aanblik van de flacons? Bij de muziek die de
warenhuis dj oplegt voor je persoonlijke cashflow?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e januari ook mijn blog van 13 januari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.

Saskia Stehouwer, Adrian Kasnitz

De Nederlandse dichteres Saskia Stehouwer werd geboren op 10 januari 1975 in Alkmaar. Zie ook alle tags voor Saskia Stehouwer op dit blog.

 

brief aan onze overzeese lezers

nu zijn wij degenen
die onze spullen dragen
naar de huizen van vrienden
die verdwijnen in de achterzak
van de tussenpersoon

nu zijn wij degenen
die aan boord gaan
om te varen over een zee
waarvan we het einde niet kennen

ooit zijn jullie degenen
die warme kleren aantrekken
die aarzelend kennismaken
hoe lang blijven we samen

nu zijn wij degenen
die het onze moeders niet vertellen
die onze kinderen kalmeren
voordoen hoe ze moeten zwemmen

straks zijn wij degenen
die rustig slapen
in ons nieuwe huis
op jullie bodem

 

Kast

aan het eind verdelen we de resten
zodat iedereen tegelijk sterft

we kruipen tegen elkaar aan
blazen onze borst op
als verwarming

binnen een week moet een kind zich vullen
om ons volk te kunnen dienen
wie niet deugt wordt er uitgegooid

we hebben namen gekregen
zodat zij ons bij zich kunnen dragen

soms vertrekt het halve volk
om aan een boom te gaan hangen
kauwend op de keuze
tussen werk en dood

onze mannen zijn overal thuis
wij kennen onze kast
vliegen nooit verkeerd

zonder ons geen eten op hun bord
zonder ons een stap terug

hemel ver weg
aarde bijna op

 

Instrument

de boom zit in de vogel
zit in de darmen van de vis
voelt zich niet thuis

mist het water in zijn dienende staat
mist het verlangen naar water
zoals de koe haar melk mist
wanneer die nog te zien is
de vorm van de melk in de emmer
is niet de vorm van de melk in de koe

de speler groen alsof de lente uit zijn huid groeit
lianen speuren naar een gastheer
die hun een ongestoord verblijf garandeert

de speler zit in de vogels
die hun vleugels samenknijpen
om er een toon uit te persen

die hun muziek doorkrijgen van de takken
van de boom die in de vis zit
en zich niet thuis voelt

 

Saskia Stehouwer (Alkmaar, 10 januari 1975)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

Aswolken

De as van IJsland boven onze hoofden
en in onze motoren
ik heb al langer het gevoel dat
er zand in mijn gedachten zit, het inschakelen
van de computer, het nieuws lezen
het pop-uppen van berichten
zachtjes druppelt naar beneden
de fijne asregen op de ramen
van de auto’s die met altijd hetzelfde lawaai
tegen de muur donderen
in mijn dromen
hou ik je stevig vast en bevoel je
als de wikkel van een chocoladereep
het knettert boven onze hoofden
wanneer de motoren uitvallen en de
onhandige machines het zweefvliegen oefenen
ik heb al langer het gevoel dat we
niet alleen zijn, maar dat iemand achter de camera
onvermoeibaar naar ons zwaait
hoe echter kan ik hem antwoorden?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e januari ook mijn blog van 10 januari 2019 en ook mijn blog van 10 januari 2016 deel 2 en eveneens deel 3.

Edmund White, Adrian Kasnitz

De Amerikaanse schrijver en essayist Edmund White werd geboren op 13 januari 1940 in Cincinnati. Zie ook alle tags voor Edmund White op dit blog.

Uit: The Unpunished Vice

“Sometimes I read now to fill up my mind-banks with new coins – new words, new ideas, new turns of phrase. From Joyce Carol Oates I learned to alternate italicized passages of mad thought with sentences in Roman type narrating and describing in a straightforward manner. To me the first half of D. H. Lawrence’s The Rainbow shows how far prose can go toward the poetic without falling into a sea of rose syrup.
Each classic is eccentric. Samuel Beckett is both bleak and comic. Karl Ove Knausgaard is both boring and engrossing. Proust is so long-winded he often loses the thread of an anecdote; too many interpellations can make a story nonsensical – and sublimely interesting, if the narrator possesses a sovereign intellect. V. S. Naipaul’s The Enigma of Arrival is both confiding and absurdly discreet (he doesn’t mention he’s living in the country with his wife and children, for instance; nor does he tell us that his madman-proprietor is one of England’s most interesting oddballs, Stephen Tennant). I suppose all these examples demonstrated to me that any excess can be rewarding if it explores the writer’s unique sensibility and goes too far. The farthest reaches of fiction are marked by Mircea Cărtărescu’s monumental Blinding and Samuel Delany’s The Mad Man and Compass by Mathias Énard – and there are no books more memorable.
Almost every literary gay book gets sent to me for a blurb, and I’ve become a true ‘blurb slut.’ It’s a bit like being a loose woman; everyone mocks you for your liberality – and everyone wants at least one date with you. I like to help first-time authors (if I admire their work), but serious writers aren’t supposed to be so generous with their favours. Now that I’m old I turn down most manuscripts, and I always remind publishers that I might not like their new books if I do read them. A good blurb is pithy, phrased unforgettably, at once precise and a statement that makes broad claims for the book.
Reading books by friends is a special problem. They usually want a review, not a mere blurb. If I have mixed feelings about a friend’s book, I phone him or her rather than write something. In a conversation one can judge how honest the writer wants you to be. He or she will clam up right away or press for a fuller statement. Sometimes I give writers reports as I read along; most writers can’t wait for a week to get a full report.
Reading books for pleasure, of course, is the greatest joy. No need to underline, press on, try out mentally summarizing or evaluating phrases. One is free to read as a child reads – no duties, no goals, no responsibilities, no clock ticking: pure rapture. Proust’s essay ‘On Reading’ is a magical account of a child’s absorption in a book, his regret about leaving the page for the dinner table, even the erotic aspect (he reads in the water closet and associates with it the smell of orris root). Perhaps my pleasure in reading has kept me from being a systematic reader. I never get to the bottom of anything but just step from one lily pad to another.”

 

Edmund White (Cincinnati, 13 januari 1940)

 

De Duitse dichter en schrijver Adrian Kasnitz werd geboren op 10 januari 1974 in Orneta, Polen. Zie ook alle tags voor Adrian Kasnitz op dit blog.

 

Bremerhaven 2

de wind voert het geluid weg
een geroezemoes van de havenfaciliteit
in lichtkegels

de hele stad op korter
wordende dagen – lichtsnoeren
naar buiten gewend
om de duisternis te verdrijven
(alsof ze daar woonde!)

de containers wagen zich
dichter en dichter bij de dorpen
kranen loodsen ze daarheen

de dijk houdt
het bier zo koud als lucht

alleen de bediening aan de bar
belooft troost in haar decolleté.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Adrian Kasnitz (Ometa, 10 januari 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e januari ook mijn blog van 13 januari 2019 deel 1 en eveneens deel 2.