Sint-Jan (Guido Gezelle)

Bij de derde zondag van de Advent

 

 
Salome bezoekt Johannes de Doper in de gevangenis door Il Guercino, 1619

 

Sint-Jan (Fragment)

In dien tijde en in die streken
een ontuchtig koning was,
die zijn huwlijk kwam te breken:
hiet Herodes Anti-pas.

‘t Was zijns broeders eigen vrouwe,
die hem hielp in dat verkeer;
zijns wel willens, en geen’ rouwe
noch geen’ ruste en had hij meer.

En Sint Jan, die zulke zaken
onbesproken nooit en liet,
zei: ‘Herodes, staken, staken
zal dat!’ Maar ‘t en staakte niet.

Dan, om ‘t lastig wijf te krijgen
tot bedaarnisse, en voortaan
dien Sint Jan te leeren zwijgen,
heeft hij hem in ‘t kot gedaan.

Staande om ‘t oude recht te plegen
zijns verjarens, korts nadien,
zond Herodes allerwegen
volk ter maaltijd inontbiên.

‘t Kwamen vele en groote mannen,
diepe drinkers dan te gaar;
volle berden, hooge kannen,
breede schalen stonden daar.

‘t Wierd gezongen, ‘t wierd gevedeld,
‘t wierd gedeeld en deurgedaan
menig vat; en, al ontedeld,
ging de blijdschap verder gaan.

Want, ‘t oneerlijk wijfgebroedsel,
Herodias’ dochter koen,
kwam, tot ‘s konings oogenvoedsel,
dansen daar, en dertel doen.

‘Kind, wat lust u? ‘k Zal ‘t u laten,’
zei de ontaarde booswicht nu:‘
g’hebt de helft van al mijn’ staten,
zoo gij wilt! Dat zwere ik u!’

Aanstonds uit de bruiloftzale
vloog de dochter: ‘Eischt den hals,
zeg ik, die met lastertale
kwetste uw’ moeder, vuil en valsch!’

‘Eischt den hals!’ Dat hoorden ze allen,
die daar zaten, buiten een’,
een’ die lag in ‘t slot gevallen
van des konings gijzelsteen.

‘Haalt het hoofd mij,’ sprak de deerne,
‘van Johannes hier beneên:
dat, o koning, hadde ik geerne,
in een snijberd afgesneên!’

Al te schriklijk woord! Het brandde
deur Herodes veege vleesch,
om zijne eedspreuke en de schande
van dien vrouwelijken eesch.

‘’k Heb ‘t gezworen, ‘t moet gebeuren!
Doch, en wete ‘t volk daarvan,
want het zou me in stikken scheuren,
roerde ‘t hoofd ik van sint Jan!’

Hij wordt boos. ‘Den beul!’ En boven
kwam dat hoofd, met eere omstraald,
daar het koninklijk beloven
mee zijn danswijf heeft betaald.

Verder weet het volk te dichten
nog een lang vertellingsnoer;
hoe die booze vrouwe sich ten
loon naar werken wedervoer.

Hoe zij, schaatsende eens bedorven,
liep een lomme in; zulker wijs,
dat, den hals intween gekorven,
‘t hoofd vloog op, zij onder ‘t ijs.

Hoe ze, in wervelwind veranderd,
maalt het mul meê van den grond;
en, verwenscht, voor eeuwig pandert,
port en pijnt, de wereld rond.

‘t Heilig hoofd, en ‘t lijk mitsgaders,
van Gods edelen boetgezant.
wierd ontweerd zijne euveldaders,
en gewijd in ‘t heilig Land.

‘Onder al die moeder minden,’
zei ‘t Lam Gods, ‘en was ooit man,
hier op ‘t aarderijk, te vinden,
die was grooter als sint Jan!’

 

 
Guido Gezelle (1 mei 1830 – 27 november 1899)
Brugge in de kersttijd. Guide Gezelle werd geboren in Brugge.

 

Zie voor de schrijvers van de 11e december ook mijn vorige drie blogs van vandaag.

The Second Advent (Thomas Hill)

Bij de tweede zondag van de Advent

 

 
Peace door William Strutt, 1896
Het schilderij toont de leeuw en het lam uit Jesaja 11, 1-10

 

The Second Advent

Not in a humble manger now,
Not of a lowly virgin born,
Announced to simple shepherd swains,
That watch their flocks in the early morn;

Not in the pomp of glory, come,
While throngs of angels hover round,
Arrayed in glittering robes of light,
And moving to the trumpet’s sound;

But in the heart of every man,
O, Jesus, come, and reign therein,
And banish from the human breast
The darkening clouds of guilt and sin.

Come, spread thy glory over earth,
Fill every heart with truth and love,
Till thy whole kingdom here below
Be filled with peace like that above.

For such a glory, when on earth,
Thou prayedst to thy Father, God;
He heareth thee, and soon will spread
Thy glory and thy truth abroad.

Then shall no more by brothers’ hands
The blood of brother men be spilled,
Nor earth’s fair scenes with captives’ tears
And groans of dying slaves be filled.

But every where shall songs of joy
And hymns of praise to God arise:
The true millennial glory then
Shall bless thy waiting followers’ eyes.

 

 
Thomas Hill (7 januari 1818 – 21 november 1891)
Portland, Maine, waar Thomas Hill werkte als predikant

 

Zie voor de schrijvers van de 4e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Lied im Advent (Matthias Claudius)

 

Bij de eerste zondag van de Advent

 

 
Kerstbomenmarkt door Genrich Manizer (1847–1925)

 

Lied im Advent

Immer ein Lichtlein mehr
im Kranz, den wir gewunden,
dass er leuchte uns so sehr
durch die dunklen Stunden.

Zwei und drei und dann vier!
Rund um den Kranz welch ein Schimmer,
und so leuchten auch wir,
und so leuchtet das Zimmer.

Und so leuchtet die Welt
langsam der Weihnacht entgegen.
Und der in Händen sie hält,
weiß um den Segen!

 


Matthias Claudius (15 augustus 1740 – 21 januari 1815)
De Matthias Claudius Kirche in Reinfeld. Matthias Claudius werd in Reinfeld geboren.

 

Zie voor de schrijvers van de 27e november ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Der Weihnachtsbaum (Heinrich Seidel)

Bij de vierde zondag van de Advent

 

 
Decoration du sapin de Noël door Marcel Rieder, 1898

 

Der Weihnachtsbaum

Schön ist im Frühling die blühende Linde,
bienendurchsummt und rauschend im Winde,
hold von lieblichen Düften umweht.

Schön ist im Sommer die ragende Eiche,
die riesenhafte, titanengleiche,
die da in Wettern und Stürmen besteht.

Schön ist im Herbste des Apfelbaums Krone,
die sich dem fleißigen Pfleger zum Lohne
beugt von goldener Früchte Pracht.

Aber noch schöner weiß ich ein Bäumchen,
das gar so lieblich ins ärmlichste Räumchen
strahlt in der eisigen Winternacht.

Keiner kann mir ein schöneres zeigen:
Lichter blinken in seinen Zweigen,
goldene Äpfel in seinem Geist,

und mit schimmernden Sternen und Kränzen
sieht man ihn leuchten, sieht man ihn glänzen
anmutsvoll zum lieblichsten Fest.

Von seinen Zweigen ein träumerisch Düften
weihrauchwolkig weht in den Lüften,
füllet mit süßer Ahnung den Raum!

Dieser will uns am besten gefallen,
ihn verehren wir jauchzend vor allen,
ihn, den herrlichen Weihnachtsbaum!

 

 
Heinrich Seidel (25. Juni 1842 – 7. November 1906)
Dorpskerk van Perlin, waar Heinrich Seidel werd geboren.

 

Zie voor de schrijvers van de 20e december ook mijn vorige drie blogs van vandaag.

 

Joseph (G. K. Chesterton)

Bij de derde zondag van de Advent

 


De droom van Sint Jozef door Philippe de Champaigne, 1642-43

 

Joseph

If the stars fell; night’s nameless dreams
Of bliss and blasphemy came true,
If skies were green and snow were gold,
And you loved me as I love you;

O long light hands and curled brown hair,
And eyes where sits a naked soul;
Dare I even then draw near and burn
My fingers in the aureole?

Yes, in the one wise foolish hour
God gives this strange strength to a man.
He can demand, though not deserve,
Where ask he cannot, seize he can.

But once the blood’s wild wedding o’er,
Were not dread his, half dark desire,
To see the Christ-child in the cot,

The Virgin Mary by the fire?

 

 
G. K. Chesterton (29 mei 1874 – 14 juli 1936)
Trafalgar Square, Londen in kersttijd. G. K. Chesterton werd geboren in Londen

 

Zie voor de schrijvers van de 13e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Johannes der Täufer (Friedrich Treitschke)

Bij de tweede zondag van de Advent

 

 
Johannes de Doper door Giovanni Guercino, 1641

 

Johannes der Täufer
(Von Guercino.)

“Bereitet euerm Herrn die rechte Bahn!
Was Gott verhieß, soll in Erfüllung gehen.
Bald werdet ihr den Heiland kommen sehen;
Sei weit das Tor der Ehren aufgetan.”

“Des Kreuzes Zeichen trag’ ich ihm voran.
Mit Wasser tauf ich; doch in blauen Höhen
Wie Flammen rauscht des Geistes Flügelwehen;
Dem Sohne nach des Vaters Wort zu nahn.”

Also Johannes: und die Völker kamen,
Er wandt’ sie emsig zu des Meisters Namen,
Und lebt’ und lehrt’, nicht achtend sein Verderben.

O Treue, fremd den neuen kalten Zeiten!
Wer mag noch jetzt für Gott und Wahrheit streiten?
Und muss es sein: für Gott und Wahrheit sterben?

 

 
Friedrich Treitschke (29 augustus 1776 – 4 juni 1842)
Kerstmarkt in Leipzig, waar Friedrich Treitschke werd geboren.

 

Zie voor de schrijvers van de 6e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Advent Hymn (Ada Cambridge)

 

Bij de eerste zondag van de Advent

 

 
De verkoop van kerstbomen door David Jacobson (1818-1891)

 

Advent Hymn

Another mile—a year
Pass’d by for ever! And the warnings swell
From upper heaven to darkest depths of hell,—
O we are drawing near!

All through the waiting lands
Dim signs and tokens, if unheeded, throng;
We feel them thickening as we pass along,
Holding out fearful hands.

Light! which in love sent down
That tender gleam on Eden’s darken’d bowers,
When sin had breathed the blight upon the flowers
Whereof death made his crown:—

Light! which did deign to stamp
The tables on that Arab mountain-crest;—
Light! which, in shrouded glory, once did rest
On Israelitish camp:—

O day! whose dawn was spread,
Golden and clear, on Judaea’s terraced hills,—
O shining noon! whose waxèd beauty thrills
Earth and her quick and dead:—

Come to our hearts, we pray!
Through open doors let gracious gleams come in;
Fill us with light and life, and let the sin
And darkness pass away.

Lord, waken us who sleep,
Strengthen the feeble knees and weak hands now;
Teach us, with prayer and work, to measure how
The stealthy minutes creep.

Let not our lamp be dim
When in the night we hear the footsteps fall
Upon our threshold,—let death find us all
Watching in peace for him.
Let us lie down to rest
In surest hope of endless life in store,
With happy reverent hands, that strive no more,
Folded across our breast.

And when the angels come,
And the sharp echo of the herald’s cry
Pierces the dark and stillness where we lie
Cold in our sleep, and dumb,—

May we arise, O King!
In bridal garments, beautiful and white;
And do Thou, coming in Thy godly might,
Our crown of glory bring.

 

 
Ada Cambridge (21 november 1844 – 19 juli 1926)
Maria en kind op de lambrizering in St Mary the Virgin’s Church in Wiggenhall St Germans.
Ada Cambridge werd geboren in Wiggenhall St Germans

 

Zie voor de schrijvers van de 29e november ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Advent (Scott Cairns)

Bij de vierde zondag van de Advent

 

 
Weihnachtsmarkt Am Hof in Wien door Emil Barbarini, z.j.

 

Advent

Well, it was beginning to look a lot like Christmas — everywhere, children eyeing the bright lights and colorful goods, traffic a good deal worse than usual, and most adults in view looking a little puzzled, blinking their eyes against the assault of stammering bulbs and public displays of goodwill. We were all embarrassed, frankly, the haves and the have-nots — all of us aware something had gone far wrong with an entire season, something had eluded us. And, well, it was strenuous, trying to recall what it was that had charmed us so, back when we were much smaller and more oblivious than not concerning the weather, mass marketing, the insufficiently hidden faces behind those white beards and other jolly gear. And there was something else: a general diminishment whose symptoms included the Xs in Xmas, shortened tempers, and the aggressive abandon with which most celebrants seemed to push their shiny cars about. All of this seemed to accumulate like wet snow, or like the fog with which our habitual inversion tried to choke us, or to blank us out altogether, so that, of a given night, all that appeared over the mess we had made of the season was what might be described as a nearly obscured radiance, just visible through the gauze, either the moon disguised by a winter veil, or some lost star — isolated, distant, sadly dismissing of us, and of all our expertly managed scene.

 

 
Scott Cairns (Tacoma, 19 november 1954)
Tacoma

 

Zie voor de schrijvers van de 21e december ook mijn drie vorige blogs van vandaag.

Saint John Baptist (William Drummond)

Bij de derde zondag van de Advent

 

 
Johannes de Doper door Rafaël, ca.1518

 

Saint John Baptist

The last and greatest Herald of Heaven’s King
Girt with rough skins, hies to the deserts wild,
Among that savage brood the woods forth bring,
Which he more harmless found than man, and mild.
His food was locusts, and what there doth spring,
With honey that from virgin hives distill’d;
Parch’d body, hollow eyes, some uncouth thing
Made him appear, long since from earth exiled.
There burst he forth: All ye whose hopes rely
On God, with me amidst these deserts mourn,
Repent, repent, and from old errors turn!
—Who listen’d to his voice, obey’d his cry?
Only the echoes, which he made relent,
Rung from their flinty caves, Repent! Repent!

 

 
William Drummond (13 december 1585 – 4 december 1649)
Hawthornden Castle, waar William Drummond werd geboren.

 

Zie voor de schrijvers van de 14e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Advent (Marijke Hanegraaf)

Bij de tweede zondag van de Advent

 

 
De annunciatie door Paolo de Matteis, 1712

 

Advent

Ze stond bij coffeeshop The Doors en Stubbe’s Haring
en onverwacht kuste de avondwind de laatste bloemen
van de venter. Een vrouw werd kind; warrelend blad
de carrousel, het slagwerk blik en plastic bekers.

Ze keek omhoog. Daar, op het herenhuis zag ze
de engel Gabriël, in blauw nog wel, zijn gouden
vleugels in de laatste zon een groet.

Vanaf de overzijde wiegde een hijskraan stuntelig
zijn tegenwicht; kon hij maar buigen. Geen zon
voor hem, hij had zijn eigen licht.

‘Dag,’ zei ze tot de reuzen van dit moment;
de ritselende grond leek een seconde lang gezegend.
De wind ging liggen, nu viel de nacht en Gabriël
verdween, alleen de hijskraan  hield de wacht.

 

 
Marijke Hanegraaf (Tilburg, 6 maart 1946)
Tilburg in winterse sferen.

 

Zie voor de schrijvers van de 7e december ook mijn vorige twee blogs van vandaag.