Andrea Voigt, Harald Hartung

De Nederlandse dichteres en schrijfster Andrea Voigt werd geboren in Rotterdam op 29 oktober 1968. Zie ook alle tags voor Andrea Voigt op dit blog.

 

De tuin van de uitbundigheid

Er zijn slangen in de tuin van de uitbundigheid
zij heeft ze niet gezien wel de vlinders en de aubergines
de korenbloemen en de zwangere vliegen
klaprozen en druppels
die zijn blijven liggen

zij heeft hem gezien
onbezwaard, zoals hij is
rennend met een lichte huid
tussen de appelbomen door
met lichte ogen

ze komt naast hem lopen
met dichte ogen

 

De tuin der zintuigen

Hoor je het ruisen van de vroege cyclamen
het klapperen van de vleugels van de vliegen
het vallen van de overrijpe pruimen in het gras
het zingen van de wind?

ruik je de geur van natte hagen in de doolhof
de geur van neergeregend stof
het kruidige basilicum, de selderij
het luie parfum van lavendel?

voel je de champagneblaadjes van de rozen
de stekels in je vingers, de druppels over je rug
voel je de beweging in de lucht
het ruwe hout van de hekken?

Proef je in de tuin der zintuigen mijn huid
Proef je mijn lippen, mijn handen op je lichaam
het fluweel van vlindervleugels op je tong
de stroeve rode peren en rabarber, de modder, het graniet?

zie je mij, zie je de fontein en het kasteel?
het wildebloemenveld en alles wat er is? zie je
jou en mij, en met je hoofd ver achterover
de takken van de pruimenbomen tegen de blauwe lucht?

 

De tuin der elegantie

De mousserende wijn wordt gedronken
uit glazen met gedraaide stelen
in de min der elegantie

de donkergroene hagen zijn gesnoeid
de vazen staan klaar voor de herfst

zijn prachtige handen en polsen
zwaaien door de lucht
als hij vertelt

ze pakt zijn handen vast
en legt ze langs haar hals
als de bladeren van een tulp

de glazen worden neergezet
zijn schaduw valt op haar gezicht
zijn handen maken sporen in het gras

 

Andrea Voigt (Rotterdam, 29 oktober 1968)

 

De Duitse schrijver, dichter en literatuurwetenschapper Harald Hartung werd geboren op 29 oktober 1932 in Heme. Zie ook alle tags voor Harald Hartung op dit blog.

 

Mantegna’s Sebastiaan

Ik heb alle pijlen geteld
die hij op zijn lichaam draagt
de plaatsen waar ze erin gaan
de plaatsen waar ze eruit komen
ook de verborgene
en vergat tijdens het tellen
mijn eigen pijn
Ik stapte naar buiten in het licht van de gracht
Tussen vuil
en dobberende plastic flessen
dreef op zijn buik een teddybeer
Toen kreeg ik het zout mij in mijn oog

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Harald Hartung (Herne, 29 oktober 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e oktober ook mijn blog van 29 oktober 2018 en ook mijn blog van 29 oktober 2017 deel 2 en eveneens deel 3.

Andrea Voigt, Harald Hartung

De Nederlandse dichteres en schrijfster Andrea Voigt werd geboren in Rotterdam op 29 oktober 1968. Zie ook alle tags voor Andrea Voigt op dit blog.

 

De tuin der onwaarschijnlijkheid

Zij wil haar ochtenden met duizendschoon
ontwaken bij lichte muziek en de klap van een gong
haar meubels met een mozaïek van vogels
en lopen op een bloesembed van witte kers

hij wil zitten met zijn rug tegen een koele muur
en registreren hoe zij kijkt en hoe zij loopt
hij wil knoppen aan de bloemen langs het pad

zij wil bloeiende pioenen
en dansen met haar haren los

hij verlangt naar schaduwen en schemering
kamille en papavers

zij verlangt naar rode peren, aardbeien
een avond met kaarsen en donkere rosé
en rozen uit de tuin der onwaarschijnlijkheid

 

De tuin van het verstand

Zij loopt dwars door alle cirkels
doorbreekt de isobaren en
maakt waarheden ongeldig

hij trekt zich snel terug in het kasteel
en kijkt uit op de tuin van het verstand
rent tussen torens heen en weer
de hitte in zijn handen

het beeld van blauwe lucht werkt op hem in
de wind van wilde bloemen geeft hem rust

 

De tuin van overvloed

Denk niet aan mij tussen de perenbomen
of liggend op de paden, scherpe kiezels in mijn rug
in de tuin van overvloed

denk niet aan mij als je door een doolhof rent
denk niet aan de oranje abrikozen, rode bessen

denk niet aan mijn hand die langs je schouders glijdt
niet aan mijn enkels en de bloemen in mijn haar
aan mijn liefde als je over muren loopt

mis mij niet als je ver weg bent
en met je bovenlijf ontbloot
op ladders en in bomen klimt

mis mij niet

 

Andrea Voigt (Rotterdam, 29 oktober 1968)

 

De Duitse schrijver, dichter en literatuurwetenschapper Harald Hartung werd geboren op 29 oktober 1932 in Heme. Zie ook alle tags voor Harald Hartung op dit blog.

 

Bruikbaarheid van de archeologie

Hete augustus, de as als gloeiende regen –
Zo harmonieus leest de klassieke catastrofe
Maar in werkelijkheid rijpten de granaatappels al
Gistte de wijn in de vaten, droegen mensen
Mutsen van bont, meestal waaide er een noordoostenwind
(die transporteerde dan ook de dodelijke fallout)
November dus! Ook een vooruitgang in de wetenschap:
deadline van drie maanden voor de inwoners van Pompeï
(ook al is het post festum, maar nog steeds beter dan niets)
De onwetenden, zouden zij dankbaar zijn geweest?
Net zo min als wij. Hoe vergevingsgezind zijn de achterwaarts-
gerichte profeten. Graag wriemelen we verder

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Harald Hartung (Herne, 29 oktober 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e oktober ook mijn blog van 29 oktober 2018 en ook mijn blog van 29 oktober 2017 deel 2 en eveneens deel 3.

Matthias Zschokke, Andrea Voigt, Harald Hartung, Mohsen Emadi, Lee Child, Michel van Stratum, Zbigniew Herbert, Claire Goll, Dora Read Goodale

De Zwitserse dichter, schrijver en filmmaker Matthias Zschokke werd geboren op 29 oktober 1954 in Bern. Zie ook alle tags voor Matthias Zschokke op dit blog.

Uit: Die Wolken waren groß und weiß und zogen da oben hin

“Zwar habe er erschöpft dazu gelächelt und gemeint einen feinen Scherz gemacht zu haben, doch auch die Mutter konnte das stumme Lächeln durch die Telefonleitung bindurch naturgemäß nicht wahrnehmen und hörte nur den Satz, der ihr schroff vorkam und ihr die Sprache verschlug. Danach rief sie ein paar Tage nicht mehr an und redete nicht mehr davon, dass er sie umbringen kommen solle. Die Stille, die darauf folgte, empfand er als wohltuend. Manchmal knisterte seine Geliebte mit einer Cellophantüte — er lebte mit einer Frau zusammen, in deren Nähe er sich wohl fühlte —, oder sie blätterte die Seite in einem Magazin um oder in einem Buch, und er dachte, was für eine himmlische Ruhe, und schaute ihr glücklich beim Knistern und Blättern zu.
Außer seiner Mutter hatte Roman einen Freund, der die Lust am Leben ebenfalls verloren haue und litaneiartig am Ende ihrer gelegentlichen Telefonate — sie wohnten fünfhundert Kilometer weit auseinander —jeweils wiederholte, er wäre tief enttäuscht, wenn Roman, nachdem er seine Mutter erschossen haben würde, auf dem Weg zurück nach Berlin bei ihm nicht Halt machen und auch ihn erschießen würde. Und dann war da noch eine Opossumratte, die zu jener Zeit, also gestern, in einem niederösterreichischen Tierpark gehalten wurde und — obwohl noch jung an Jahren — von einem Tag auf den anderen plötzlich den Eindruck erweckte, sich altersschwach zu fühlen und ebenfalls den Tod herbeizusehnen. Man kannte ihr Gesicht in der ganzen Welt, weil sie stark schicke, was bei Opossumratten selten vorkommt, weswegen sie fotografiert und ihr Portrait in vielen, auch seriösen Tageszeitungen auf der Seite mit den vermischten Meldungen abgedruckt worden war und international für Heiterkeit gesorgt hatte. Ihr Name war Traudel. Kurz nachdem sie als schielendes Opossum den Gipfel ihrer Berühmtheit erklommen hatte, wurde sie von der besagten Lebensmüdigkeit gepackt. Sie legte sich auf den Bauch, schlang, was man ihr vor die Schnauze legte, lustlos in sich hinein, wurde dick und dicker und rührte sich nicht mehr vom Fleck. Die Di-rektion des Tierparks schaffte ein junges, hübsches Männchen an und setzte es in Traudels Käfig, in der Hoffnung, damit ihre Lebenslust neu anzuregen. Doch Traudel fauchte das junge, hübsche Männchen wütend an, sobald es sich ihr näherte: Sie lag auf ihrem dicken Bauch und fauchte. Das junge, hübsche Männchen ließ sich davon nicht beirren. Immer wieder näherte es sich in erotischer Absicht vorsichtig der schielenden Traudel. Doch die war des Lebens definitiv überdrüssig und wollte nichts mehr wissen von Liebe und Sex. Romans Freund hatte ‘bandet aus der Ferne ins Herz geschlossen. Er berichtete Roman in täglichen Mails die letzten Neuigkeiten aus dem Opossumrattenkäfig, in dem zwischenzeitlich eine Kamera installiert worden war, die rund um die Uhr übers Internet weltweit zeigte, was dort vor sich ging.”

 

 
Matthias Zschokke (Bern, 29 oktober 1954)

 

De Nederlandse dichteres en schrijfster Andrea Voigt werd geboren in Rotterdam op 29 oktober 1968. Zie ook alle tags voor Andrea Voigt op dit blog.

 

Donderdag

Ik stak de sleutel in het slot en wrikte
de deuren schuurden langs de drempel
de kamer was verlicht, het bed verspreid

op tafel stond een pot met soep
de haverkoeken lagen op een bord
en vet, geeloranje kaas en uien en augurken

ik kon lopen door de kamer met een mond vol Schotse zalm
aan tafel zitten bij de warmte van een vuur
bekers vol met whisky kon ik drinken

ik snijd het zware brood in dikke plakken
en leg het op een plank met zoute boter
met honing en met bittere marmelade

in het midden van de kamer ga ik zitten
op de oude stenen vloer
wachtend op de honger en de kou

 

Succes

Mijn succesfactoren zijn niet in balans
ik ben niet met mijn wezen in gesprek
in mijn ogen hangt de verveelde blik
van John Malkovich na een moord

mr. Bantoe heeft beloofd dat hij gaat zorgen
voor onmiddellijke terugkeer van geluk
ziekte en gevaren en geliefden
onttovering met veren van de maraboe

ooit schoot ik vogels uit de lucht
ik ging ze zoeken in te diepe sneeuw
het bloed dat ik vond was mijn eigen
de ogen, de vleugels van mij

ik begeef me naar de metro
met een wapen in mijn tas, en bankbiljetten
mijn hartslag is niet sneller dan normaal
mijn slenteren zorgvuldig voorbereid

 


Andrea Voigt (Rotterdam, 29 oktober 1968)
Cover achterkant

 

De Duitse schrijver, dichter en literatuurwetenschapper Harald Hartung werd geboren op 29 oktober 1932 in Heme. Zie ook alle tags voor Harald Hartung op dit blog.

Uit: Der Tag vor dem Abend

“Große Waldmüller-Retrospektive im Unteren Belvedere.
Nach 1845 hat der Maler nur noch wenige Naturstudien in seine Skizzenbücher eingefügt; vielleicht weil er fortan auch Fotografien als Studienmaterial benutzte. Ein Gegner in der Akademie warf ihm »mosaikartige daguerrotypische Nachahmung« vor. Dabei ist Waldmüllers Licht einzigartig.
Starke Kontraste und brillante Lichtkanten, wie er sie einsetzte, waren der damaligen Fotografie nicht erreichbar. Womöglich mokierte er sich über das neue Medium. Dafür spricht der 1847 gemalte »Guckkastenmann«. Er zeigt eine Schar Kinder in einer dunklen Scheune, die fasziniert auf den Vorführer und sein Gerät blicken. Der Betrachter sieht nicht, was sie sehen; er sieht nur ihre Reaktion: ihre naive, pure Begeisterung. Freilich gibt es in dem Bild auch ein gegenläufiges Motiv: Im abgedunkelten Vordergrund hockt ein Mädchen, das, den Kopf in die Hand gestützt, nachdenklich, fast melancholisch Richtung Betrachter blickt – traurig vielleicht deshalb, weil sie, die Tochter des Guckkastenmannes, von der allzu bekannten Vorführung angeödet wird. Vielleicht also hat der Maler sie so plaziert, um seine Ironie gegen das neue Medium zu wenden. Und damit seinen Stolz auf die Überlegenheit seiner veristischen Malerei.
Wir sehen Wien und seine Parks für einige Tage in Waldmüllers Licht.”

 


Harald Hartung (Herne, 29 oktober 1932)

 

De Iraanse dichter en vertaler Mohsen Emadi werd geboren op 29 oktober 1976 in Sari. Zie ook alle tags voor Mohsen Emadi op dit blog.

 

Ego      

They come from burial
everybody carries his memory of the house
the doors, the windows,
the frames, the curtains and the carpets
the oven, the stove and the vessels
and the house is being left without wooden bolt and
fire
everyone has taken his portion of the memories
the opening and closing of the first door
the first waiting and the fire.

I go up from my stairs
the cats run away
it’s cold
I sit in a without door doorway
the snakes crawl in me.

In the morning
I see myself in a broken slice of a mirror
without memory
without wooden bolt
without fire
without self…

 

A myth of creation

In the beginning
it was
possibility,
that knew or didn’t know
that wants or don’t want
to get or not to get the shape of your eyes
to dress or not to  dress in the color of your shirt
to pace or not  to pace in your feet
to walk or not to walk with the trace of your shoes on the bosomto bring or not to bring a cloud or a rain to the bed
for me to feel or not to feel myself in the tremor of pain
and to discover the face of impossible
in the end.

 

Vertaald door Mohsen Emadi

 

 
Mohsen Emadi (Sari, 29 oktober 1976)

 

De Engelse schrijver Lee Child (pseudoniem van Jim Grant) werd geboren op 29 oktober 1954 in Coventry. Zie ook alle tags voor Lee Child op dit blog.

Uit: Past Tense

“Jack Reacher caught the last of the summer sun in a small town on the coast of Maine, and then, like the birds in the sky above him, he began his long migration south. But not, he thought, straight down the coast. Not like the orioles and the buntings and the phoebes and the warblers and the ruby-­throated hummingbirds. Instead he decided on a diagonal route, south and west, from the top right-­hand corner of the country to the bottom left, maybe through Syracuse, and Cincinnati, and St. Louis, and Oklahoma City, and Albuquerque, and onward all the way to San Diego. Which for an army guy like Reacher was a little too full of Navy people, but which was otherwise a fine spot to start the winter.
It would be an epic road trip, and one he hadn’t made in years.
He was looking forward to it.
He didn’t get far.
He walked inland a mile or so and came to a county road and stuck out his thumb. He was a tall man, more than six feet five in his shoes, heavily built, all bone and muscle, not particularly good looking, never very well dressed, usually a little unkempt. Not an overwhelmingly appealing proposition. As always most drivers slowed and took a look and then kept on going. The first car prepared to take a chance on him came along after forty minutes. It was a year-­old Subaru wagon, driven by a lean middle-­aged guy in pleated chino pants and a crisp khaki shirt. Dressed by his wife, Reacher thought. The guy had a wedding ring. But under the fine fabrics was a workingman’s body. A thick neck and large red knuckles. The slightly surprised and somewhat reluctant boss of something, Reacher thought. The kind of guy who starts out digging post holes and ends up owning a fencing company.
Which turned out to be a good guess. Initial conversation established the guy had started out with nothing to his name but his daddy’s old framing hammer, and had ended up owning a construction company, responsible for forty working people, and the hopes and dreams of a whole bunch of clients. He finished his story with a little facial shrug, part Yankee modesty, part genuine perplexity. As in, how did that happen? Attention to detail, Reacher thought. This was a very organized guy, full of notions and nostrums and maxims and cast-­iron beliefs, one of which was that at the end of summer it was better to stay away from both Route One and I-­95, and in fact to get out of Maine altogether as fast as possible, which meant soon and sideways, on Route Two, straight west into New Hampshire.”

 


Lee Child (Coventry, 29 oktober 1954)

 

De Nederlandse dichter en schilder Michel van Stratum werd geboren in Goirle op 29 oktober 1970. Zie ook alle tags voor Michel van Stratum op dit blog.

 

Duivelsverzen

Zij worden gedreven
Door een satanische kracht
In naam van het goddelijke
Een boek, een profeet
Dragers van de pracht

Enig doel in het vizier
Het bereiken der bestemming
Door duivels te verjagen
En verkondigers van het hemelse
Tot in het absurde te behagen

Vanwaar dit panische
Dit helse dit onverzoenbare
Waarom niet gewoon rustig
Op het strand
De schim van leider
En profeet voor ogen
En het boek in de hand

Verlangend naar de hemel staren…

 


Michel van Stratum (Goirle, 29 oktober 1970)

 

De Poolse dichter, schrijver en essayist Zbigniew Herbert werd geboren op 29 oktober 1924 in Lemberg. Zie ook alle tags voor Zbigniew Herbert op dit blog.

 

Episode in de bibliotheek

Een blond meisje heeft zich over het gedicht gebogen. Met een potlood zo scherp als een lancet brengt ze de woorden over op blank papier en verandert ze in streepjes, accenten, cesuren. Het lamento van de gevallen dichter lijkt nu op een salamander afgevreten door de mieren.
Toen we hem onder vuur wegdroegen, geloofde ik dat zijn nog warme lichaam in het woord zou herrijzen. Maar nu ik de dood van de woorden zie, weet ik dat de ontbinding geen grenzen kent. Van ons zullen alleen lettertekens overblijven, her en der verspreid in de zwarte aarde. Accenten op het niets en op stof.

Het huis van de dichter

Ooit was hier adem op de ruiten, de geur van gebraden vlees, hetzelfde gezicht in de spiegel. Nu een museum. De flora van de vloeren heeft men verdelgd, de kisten leeggehaald, de kamers schoongespoten met was. Dagen en nachten aaneen waren de ramen geopend. Muizen mijden dit bedorven huis.
Het bed werd netjes opgemaakt. Maar niemand wil hier ook maar één nacht doorbrengen.
Tussen zijn kast, zijn bed en zijn stoel – een witte grens van afwezigheid, even precies als het afgietsel van de hand.

Klassiek

Groot houten oor dichtgestopt met watten en flauwekul van Cicero. Een meesterlijk stilist – zeggen allen. Niemand schrijft vandaag nog zulke lange zinnen. En wat een eruditie. Zelfs in steen kan hij lezen. Het zal alleen nooit in hem opkomen dat de aderen in het marmer van de thermen van Diocletianus gesprongen bloedvaten zijn van slaven uit steengroeven.

 

Vertaald door Gerard Rasch


Zbigniew Herbert (29 oktober 1924 – 28 juli 1998)
In 1955

 

De Duits – Franse schrijfster Claire Goll werd geboren op 29 oktober 1890 in Nürnberg. Zie ook alle tags voor Claire Goll op dit blog

 

Träumte ich nur

Träumte ich nur,
Daß ich in goldenem Taxi
Mit dir durch den Montag fuhr?
Saßest du wirklich neben mir
Und hieltest meine Hand
An der mein Körper bebte?
Die Blumenkioske der Boulevards
Drängten zu den Fenstern herein,
Das Verdeck war aus Himmel
Und alle Lichtreklamen loderten:
Ich liebe dich.

Oder träumte ich,
Daß der Wagen hielt
Und wir ankamen auf der Erde?
Sitze ich nicht immer noch
In goldenem Taxi neben dir
Fahre durch den zarten Montag
Ins Paradies?
Halte ich nicht ewig deine Hand
Und lasse dich nie wieder aussteigen
Aus meinem Traum?

 

Junge Akrobatin

Bunter Vogel du, der zwischen Welten
Ueber Abend, Stadt und Staunen schwebt,

Schwing dich auf dem Trapez
Ueber dich selbst durch die Zeit.

Deine Schenkel flattern zitternd von Zweig zu Zweig
Und dein Herz von Mensch zu Mensch.

Goldne Flitterlibelle, deine schwebende
Sehnsucht Fällt nie durch die gierigen Augen ins Herz.

Armer Stern, der allnächtlich aufgehn muß
Am kleinen bezahlten Himmel der Gaukler.

Der jeden Abend abstürzt in die Arme roher Athleten,
In den giftigen grauen Zigeunerwagen,

Der dich gefangen durch das unendliche Leben fährt.

 

 
Claire Goll (29 oktober 1890 – 30 mei 1977)
Portret door Albert Gleizes, 1921

 

De Amerikaanse dichteres Dora Read Goodale werd geboren op 29 oktober 1866 in Mount Washington, Massachusetts. Zie ook alle tags voor Dora Read Goodale op dit blog.

 

Asters

The Autumn wood the aster knows,
The empty nest, the wind that grieves,
The sunlight breaking thro’ the shade,
The squirrel chattering overhead,
The timid rabbits lighter tread
Among the rustling leaves.

 

The Soul of Man

Say, in a hut of mean estate
A light just glimmers and then is gone,
Nature is seen to hesitate,—
Put forth and then retract her pawn;

Say, in the alembic of an eye
Haughty is mixed with poor and low;
Say, Truth herself is not so high
But Error laughs to see her so;

Say, all that strength failed in its trust;
Say, all that wit crept but a span;
Say, ’t is a drop spilled in the dust,—
And then say brother—then say man!

 

 
Dora Read Goodale (29 oktober 1866 – 12 december 1953)
Cover

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e oktober ook mijn blog van 29 oktober 2017 deel 2 en eveneens deel 3.

 

Matthias Zschokke, Andrea Voigt, Harald Hartung, Mohsen Emadi, Lee Child, Dominick Dunne, Claire Goll

De Zwitserse dichter, schrijver en filmmaker Matthias Zschokke werd geboren op 29 oktober 1954 in Bern. Zie ook mijn blog van 29 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Matthias Zschokke op dit blog.

Uit: Ein Sommer mit Proust.

„Die Suche nach der verlorenen Zeit ist nicht gerade für den Plot berühmt. Niemand greift zu Proust, wenn er wissen will, ob Comte Rodolphe die Marquise de la Motte kriegt oder nicht. Es ist nicht die Neugier danach, wie es weitergeht, die einen durch die Seiten zieht. Man will bei Proust erfahren, wie der Comte duftet und welche eingebildete körpereigene Ausdünstung er mit seinem Vetiver-Parfum zu überdecken sucht, man will erfahren, wie die Marquise ihm ihre rechte Hand hinzuhalten pflegt und warum sie parallel dazu mit ihrem linken Daumen und Zeigefinger am eigenen Ohrläppchen zupft. Man will spüren, wie zart ihre Haut ist. Man will das alles Satz für Satz, Wort für Wort schmecken, riechen, empfinden. Die Sprache ist der Inhalt. Wenn da steht Stuhl, dann will der Leser sich auf ihn setzen können. Es geht um jedes noch so kleine Detail, um jeden Augenaufschlag, alles mikroskopisch genau.
Ich stelle mir das Original sinnlich betörend, fast hypnotisch vor, von laborhafter Präzision, die keinen noch so kleinen Flüchtigkeitsfehler duldet. Durch solche uns/und-Verwechslungen beginne ich jedoch im Unterbewusstsein an der Sauberkeit des ganzen Experiments zu zweifeln. Ich frage mich, ob die Übersetzung, die ich lese (Eva Rechel-Mertens), vielleicht nicht allzu sorgfältig gemacht wurde? Ich frage mich beispielsweise, ob sie vielleicht eine Spur zu akademisch ist, da ich von ihr vor allem zerebral gefordert und nicht unbedingt sinnlich entführt werde. Ein Beispiel:
»… in der alten Herberge zum >Oiseau Flesche<, aus dessen Kellerfenstern ein Küchengeruch aufsteigt, der noch manchmal genauso intermittierend und warm in meiner Erinnerung wiederkehrt …«
Erstens wusste ich nicht, was intermittierend heißt. Musste nachschlagen. Nun kann man sagen, Proust habe eben nicht für Dummerchen, sondern für gebildete Leute geschrieben. Das akzeptiere ich. Doch vermute ich, dass er eher von so etwas wie beispielsweise »warmen Schwaden« geschrieben hat, die »aus der Erinnerung heranwehen.”.

 

 
Matthias Zschokke (Bern, 29 oktober 1954)

Lees verder “Matthias Zschokke, Andrea Voigt, Harald Hartung, Mohsen Emadi, Lee Child, Dominick Dunne, Claire Goll”

Andrea Voigt

De Nederlandse dichteres en schrijfster Andrea Voigt werd geboren in Rotterdam op 29 oktober 1968. Voigt studeerde Scandinavische Taal- en Letterkunde en Wijsbegeerte. Zij is mede-eigenaar van vertaalbureau Tekst|Support en vertaler van de tijdschriften Wetenschap in Beeld en Historia. In 2004 verscheen haar eerste gedichtenbundel “De tempel van Saturnus”. In 2007 volgde de roman “Augustus in Parijs”. Daarna publiceerde zij nog de dichtbundel “Serveer de makrelen”(2008) en de novelle “Los van de schittering” (2010) Gedichten van Voigt zijn gepubliceerd in diverse tijdschriften, waaronder Tzum en Lopend Vuur, en op websites, zoals brakkehondblogt. In 2001 won zij de VU Podium Poëzieprijs voor het beste gedicht en in 2010 de Oerkroontjespen voor het beste Nederlandstalige boek volgens OER.

 

Zoekend langs de Maas

Ik zocht het smeedijzer van de stad
in de blauwe klinkers en het zandveld
het verband tussen zangers, patat
en de bibliotheek, driemasters, doctoren

de ritmische pols van moderne cafés
olietankers, de verlaten Euromast
in een glimmend zondagochtendlicht

een gezicht in een plas, maar iets
een reden om hier te zijn
om in deze stad het licht te zien
de uiteengedreven meeuwen jankend op de wind
de flats, de jaren zestig in de sneeuw

de regen raast over de Maas
van binnen vervuild maar verlicht

 

De tuin der zintuigen

Hoor je het ruisen van de vroege cyclamen
het klapperen van de vleugels van de vliegen
het vallen van de overrijpe pruimen in het gras
het zingen van de wind?

ruik je de geur van natte hagen in de doolhof
de geur van neergeregend stof
het kruidige basilicum, de selderij
het luie parfum van lavendel?

voel je de champagneblaadjes van de rozen
de stekels in je vingers, de druppels over je rug
voel je de beweging in de lucht
het ruwe hout van de hekken?

proef je in de tuin der zintuigen mijn huid
proef je mijn lippen, mijn handen op je lichaam
het fluweel van vlindervleugels op je tong
de stroeve rode peren en rabarber, de modder, het graniet?

zie je mij, zie je de fontein en het kasteel?
het wildebloemenveld en alles wat er is? zie je
jou en mij, en met je hoofd ver achterover:
de takken van de pruimenbomen tegen de blauwe lucht?

 

 
Andrea Voigt (Rotterdam, 29 oktober 1968)