Louis Pergaud, Hermann Lingg, August Strindberg, Guilbert de Pixérécourt, Helen Hoyt, Gotthold Ephraim Lessing, Sir Francis Bacon

De 22e januari is weer eens erg vruchtbaar gebleken als geboortedag voor schrijvers. Vandaar dat er na deze posting nog een tweede volgt. Kom gerust nog eens kijken later vandaag.

 

De Franse schrijver Louis Pergaud werd geboren op 22 januari 1882 in Belmont. Hij werkte na zijn studie als leraar in Landresse en begon daarnaast verhalen te schrijven. In 1912 verscheen zijn roman La Guerre des bouton. Het boek werd al driemaal verfilmd. In 1936 door Jacques Daroy met de jonge Charles Aznavour in de hoofdrol, in 1962 door Yves Robert. In 1994 volgde een remake. Perguad kreeg in 1910 al een Prix Goncourt voor zijn roman De Goupil à Margot.

 

Uit: De Goupil à Margot 

 

„Brusquement, sans transition, comme il arrive dans les montagnes, après les bruines froides de fin d’octobre et des premiers beaux jours de novembre qui dévêtirent la forêt de ses feuilles roussies, il vint. Quelques baies rouges luisaient encore aux églantiers des haies, quelques balles violettes de prunelles à la peau ridée par le premier gel pendaient encore aux épines, la queue au trois quarts coupée par les implacables ciseaux de la gelée ; puis un beau matin que le vent semblait s’être assoupi, traîtreusement la neige tomba, molle, douce, sans bruit, sans secousse, avec la persistance tranquille du bon ouvrier que rien ne rebute, que rien ne hâte et qui sait bien qu’il a le temps.“

 

louispergaudsignature
Louis Pergaud (22 januari 1882 – 8 april 1915)

 

De Duitse dichter en schrijver Hermann Lingg werd geboren op 22 januari 1820 in Lindau am Bodensee. Hij studeerde medicijnen in München, Freiburg, Berlijn en Praag, werd legerarts, maar ging wegens een gebrekkige gezondheid al in 1851 met pensioen. Met geld gesteund door koning Max II wijdde hij zich volledig aan het schrijven. In 1853 verscheen een eerste bundel van hem met een inleiding van Emanuel Geibel.

Bald fühl’ ich mich zu dir gezogen

Bald fühl’ ich mich zu dir gezogen,
Bald wieder flieh’ und hass’ ich dich.
Heut sag’ ich, daß du mich betrogen,
Und morgen: nein, du liebtest mich!

So streiten sich getrennt vom Leide
Zwei Seelen tiefst im Innern mir,
Und einig sind nur darin beide,
Sie neigen beide nur zu dir.

 

Wenn das Laub im Sturme nieder

Wenn das Laub im Sturme nieder
Von der Mauer Ranken weht,
Sieht man mit dem Stein auch wieder,
Was auf ihm geschrieben steht;
Und was mir ins Herz geschrieben,
Immer wird mir’s, jedes Jahr,
Daß ich dich, nur dich kann lieben,
In den Stürmen offenbar.

Lingg
Hermann Lingg ( 22 januari 1820 – 18 juni 1905)

 

Rectificatie: De Zweedse schrijver Johan August Strindberg werd niet op 20, maar op 22 januari 1849 in Stockholm geboren. Zie ook mijn blog van 20 januari 2007.

Uit: The Father (Vertaald door N. Erichsen)

LAURA [coming to him and laying her hands on his forehead]: What’s this? A man, and crying?

CAPTAIN: Yes, I’m a man. Has not a man eyes? Has not a man hands, organs, dimensions, senses, affections, passions? Fed with the same food, hurt with the same weapons, warmed and cooled by the same winter and summer as a woman. If you prick us, do we not bleed; if you tickle us, do we not laugh; if you poison us, do we not die? Why shouldn’t a man complain, or a soldier cry? Because it’s unmanly. What makes it unmanly?

LAURA: Cry then, child, and your mother will be with you again. Do you remember that, when I first came into your life, it was as a second mother. Your great strong body had no fibre, you were like an overgrown child, as if you’d come into the world too soon, or perhaps were unwanted.

CAPTAIN: Yes, that’s how it was. My father and mother never wanted me, so I was born without a will. When you and I became one I thought I was completing myself; that’s how you got the upper hand, so that I—although I was the commander in barracks and on parade—when I was with you, I was the one to take orders. So I grew used to looking up to you as a superior, gifted being, listening to you as if I were your backward child.

LAURA: That’s true, and that’s why I loved you as if you were my own child. But you must surely have noticed how embarrassed I was whenever your feelings altered, and you presented yourself as my lover. The pleasure of your embraces was always followed by remorse, as if my very blood were ashamed. The mother had become the mistress. Ugh!”

Strindberg
August Strindberg (22 januari 1849 – 14 mei 1912)
Portret door Richard Bergh

 

De Franse schrijver en regisseur René Charles Guilbert de Pixérécourt werd geboren op 22 januari 1773 in Nancy. In 1797 brak hij door met zijn stuk Victor ou l’enfant de la forêt. Pixérécourt was de grondlegger van het melodrama. Van 1825 tot 1835 was hij directeur van het Théâtre de la Gaîté in Parijs. Zijn werk  is van grote invloed geweest op het werk van een volgende generatie schrijvers als Victor Hugo, Honoré de Balzac, Alexandre Dumas (père) en Eugène Scribe.

Uit : Le Télégraphe d’amour

Valsain
La pantomime et son éclat
Sur la scene et ce qu’on admire
C’est un genre ennuyeux et plat
Qu’il seroit bien de proscrire
Moi je ne suis pas amateur
Du genre mimographe
Dans la pantomime un acteur
A l’air d’un télégraphe.
Mme Robert
La guerre depuis trop longtems
Détruisait chateaux et chaumière,
Mais un heros plein de talens
Propose des préliminaires ;
A son traité le fier Anglais
Appose son paraphe
Partout on annonce la paix
Avec le télégraphe.
Rose, au public.
Nos auteurs vraiment inquiets
Les yeux fixés sur le partère
En ce moment craignant les traits
D’une critique trop sévère
Pour cette fois, preservez les
De maligne épigraphe
Et daignez d’un heureux succès
Être le télégraphe.

Guilbert_de_Pix
Guilbert de Pixérécourt (22 januari 1773 – 27 juli 1844)

 

De Amerikaanse dichteres Helen Hoyt werd geboren op 22 januari 1887 in Norwalk, Connecticut. Zij bezocht het Barnard College in New York. In het begin van haar loopbaan was zij redacteur van het blad Poetry, waarin zij tussen 1913 en 1936 ook zelf veel publiceerde. Behalve in haar eigen bundels werden haar gedichten ook in talrijke bloemlezingen opgenomen.

 

Ellis Park

Little park that I pass through,

I carry off a piece of you

Every morning hurrying down

To my work-day in the town;

Carry you for country there

To make the city ways more fair.

I take your trees,

And your breeze,

Your greenness,

Your cleanness,

Some of your shade, some of your sky,

Some of your calm as I go by;

Your flowers to trim

The pavements grim;

Your space for room in the jostled street

And grass for carpet to my feet.

Your fountains take and sweet bird calls

To sing me from my office walls.

All that I can see

I carry off with me.

But you never miss my theft,

So much treasure you have left.

As I find you, fresh at morning,

So I find you, home returning —

Nothing lacking from your grace.

All your riches wait in place

For me to borrow

On the morrow.

Do you hear this praise of you,

Little park that I pass through?

 

Hoyt_barnard_college
Helen Hoyt (22 januari 1887 – 2 augustus 1972)
Barnard College (Geen portret beschikbaar)

 

De Duitse dichter en schrijver Gotthold Ephraim Lessing werd geboren op 22 januari 1729 in Braunschweig. Zie ook mijn blog van 22 januari 2007 en ook mijn blog van 22 januari 2008.

 

Die Küsse

Ein Küßchen, das ein Kind mir schenket,
Das mit dem Küssen nur noch spielt,
Und bei dem Küssen noch nichts denket,
Das ist ein Kuß, den man nicht fühlt.

Ein Kuß, den mir ein Freund verehret,
Das ist ein Gruß, der eigentlich
Zum wahren Küssen nicht gehöret:
Aus kalter Mode küßt er mich.

Ein Kuß, den mir mein Vater giebet,
Ein wohlgemeinter Segenskuß,
Wenn er sein Söhnchen lobt und liebet,
Ist etwas, das ich ehren muß.

Ein Kuß von meiner Schwester Liebe
Steht mir als Kuß nur so weit an,
Als ich dabei mit heißerm Triebe
An andre Mädchen denken kann.

Ein Kuß, den Lesbia mir reichet,
Den kein Verräter sehen muß,
Und der dem Kuß der Tauben gleichet:
Ja, so ein Kuß, das ist ein Kuß.

 

Lessing
Gotthold Ephraim Lessing (22 januari 1729 – 15 februari 1781)

 

De Britse schrijver, filosoof en politicus Sir Francis Bacon werd geboren op 22 januari 1561 in Londen. Hij studeerde in Cambridge. Reeds op veertienjarige leeftijd sloot hij zijn studie aan de universiteit af, waarna hij drie jaar in Parijs doorbracht. In de Franse hoofdstad kwam hij in contact met het humanisme. Door Jacobus I werd Francis Bacon in 1618 benoemd tot Lord Chancellor. Zijn politieke loopbaan leed in 1621 schipbreuk. Bacon werd beschuldigd van het aannemen van steekpenningen en moest aftreden. Na zijn afscheid uit de politiek wijdde hij zich geheel aan filosofie en literatuur.

 

Guiltless Heart

The man of life upright, whose guiltless heart is free
From all dishonest deeds and thoughts of vanity:
The man whose silent days in harmless joys are spent,
Whom hopes cannot delude, nor fortune discontent;
That man needs neither towers nor armor for defense,
Nor secret vaults to fly from thunder’s violence:
He only can behold with unaffrighted eyes
The horrors of the deep and terrors of the skies;
Thus scorning all the care that fate or fortune brings,
He makes the heaven his book, his wisdom heavenly things;
Good thoughts his only friends, his wealth a well-spent age,
The earth his sober inn and quiet pilgrimage.

 

Bacon
Sir Francis Bacon (22 januari 1561 – 9 april 1626)

Batya Gur, Guy Helminger, Nazim Hikmet, August Strindberg, Eugen Gomringer

De Israëlische schrijfster, journaliste en literatuurwetenschapster Batya Gur werd geboren op 20 januari 1947 in Tel Aviv. Na haar studie Hebreeuwse literatuur en geschiedenis werkte Gur, een kind van Poolse immigranten, eerst als lerares. Toen vertrok zij voor enkele jaren naar de VS. Op 39-jarige leeftijd begon zij met schrijven. Zij was de eerste Israëlische schrijfster die met detectiveromans bekend werd. In 1993 kreeg zij voor haar boek „Denn am Sabbat sollst du ruhen“  de Duitse Krimipreis. Gur stierf in 2005 aan de gevolgen van kanker. Op het laatst van haar leven woonde zij met haar gezin in Jerusalem. Zij liet een man en drie kinderen achter.

 

Uit: Bethlehem Road Murder

 

“There comes a moment in a person’s life when he fully realizes that if he does not throw himself into action, if he does not stop being afraid to gamble, and if he does not follow the urgings of his heart that have been silent for many a year — he will never do it.

Chief Superintendent Michael Ohayon did not say these things aloud, but this is exactly what he thought as he listened to the grumblings of Danny Balilty, the deputy commander of the intelligence division, who grumbled incessantly while Ohayon leaned over the corpse. He knelt to get a better look at the silk fibers that dangled from the rip in the scarf around her neck, beneath the face that had been smashed into a pulp of blood and bone.

Ada Efrati, who had called them, was waiting for them on the landing of the second floor, in front of the apartment she had bought. The moment they arrived Balilty had battered her with questions that he ultimately assured her would be pursued extensively the following day by Chief Superintendent Ohayon. He’d failed to notice the look of astonishment on Michael’s face as he climbed up the twisting external stairs behind him to the second, and top, floor of the building. Even then, when he first saw her in the twilight, Balilty had looked over his shoulder and wondered about her (“Is she worth it or not? What do you say?” andwithout waiting had answered himself: “She’s a tough one. She’s got pretty lips, but you see those two lines near her mouth? They say: Not interested. But did you see that body on her? And those nerves she has? Nerves of steel. We’ve seen ordinary people after they find a body and she — look how she stands there.”). “

 

Gur

Batya Gur (20 januari 1947 – 19 mei 2005)

 

De Duitse (Luxemburgse) schrijver Guy Helminger werd geboren op 20 januari 1963 in Esch-sur-Alzette. Zie ook mijn blog van 20 januari 2007.

Uit: Etwas fehlt immer

 

“Es gab wenig, das Frank Perl so erfreute wie das Fahrradfahren. Da waren Tage, an denen hob er sich morgens kurz nach dem Frühstück in den Sattel, und erst wenn es dunkel wurde, merkte er, daß er die ganze Zeit nichts gegessen hatte. Er fuhr in der Stadt herum, und ab und an, wenn es sich anbot, wenn er wußte, daß es ihm dieses seltsame Glücksgefühl bescheren würde, ließ er den Lenker los, richtete sich auf und schlug einem Passanten im Vorbeigleiten auf den Hinterkopf. Er drehte sich danach nie um, schaute sich nie die überraschten Mienen der Gedemütigten an. Er fuhr einfach weiter, wissend, daß die Gesichter in seinem Rücken in all ihren stumpfen Variationen doch immer mit dem gleichen Ausdruck völliger Sprachlosigkeit über dem Bürgersteig hingen, während in seiner Brust im selben Moment eine Sauerstoffflasche geöffnet wurde und etwas sich aufrichtete in seinen Gliedern.
An sehr schönen Tagen radelte Perl nach so einem Schlag einmal um den Block und steuerte sein Opfer erneut an.

Die Stadt hatte etwas von einem riesigen Blumenkasten, in dem die vom Vorjahr übriggebliebenen Erdbrocken sich zu kleinen schimmeligen Wohneinheiten strukturierten. In den Furchen dazwischen lief die eine oder andere Kellerassel, erschrocken über so viel Licht, das plötzlich
über den Dachgiebeln stand und von dort aus jede noch so verwinkelte Ecke ausputzte. Nur die Blumen fehlten.
„Etwas fehlt immer“, sagte Perl und faßte sich ans rechte Ohr.
Er sah die Wagen, die sich langsam und laut aus der Stadt hinaus Richtung Autobahn schoben, sah, wie ihre Schatten stotterten, län-ger wurden, sich in aller Ruhe ausdehnten und wie Geisterfahrer die Gegenfahrbahn benutzten, während sein Rad ihn fast lautlos und gleichmäßig über den Bürgersteig ans Ende des Tages trug.”

 

Helminger

Guy Helminger (Esch-sur-Alzette, 20 januari 1963)

 

De Turkse schrijver Nazim Hikmet werd op 20 januari 1902 geboren in Thessaloniki. Zie ook mijn blog van 20 januari 2007.

 

Wat mooi om mij jou voor de geest te halen


Wat mooi om mij jou voor de geest te halen:
vanuit de berichten over dood en overwinning
in de gevangenis
en terwijl ik de veertig ben gepasseerd…

Wat mooi om mij jou voor de geest te halen:
je hand die vergeten op een blauwe doek ligt
en in je haren
van de grond van Istanbul de waardige zachtheid de kern van mijn ziel…
Als een tweede mens in mij
is de vreugde jou lief te hebben…
De geur van het geraniumblad die achterblijft op je vingertoppen,
een zonnige rust
en de uitnodiging van vlees:
een door bloedrode lijnen verdeelde
warme
dikke duisternis…

Wat mooi om mij jou voor de geest te halen,
te schrijven over jou,
in de gevangenis op mijn rug te liggen en aan jou te denken:
het woord dat je sprak op een zekere dag, op een zekere plaats,
de wereld niet op zichzelf
maar op die manier…

Wat mooi om mij jou voor de geest te halen.
Ik moet weer een paar dingen van hout voor jou snijden:
een sieradenkistje
een ring,
en zo’n drie meter fijne zijde weven.
En terwijl ik onmiddellijk
van mijn plaats opspring
mij aan de tralies in mijn raam vastklamp
moet ik voor het melkwitte blauw van de vrijheid
luidkeels lezen wat ik jou geschreven heb…

Wat mooi om mij jou voor de geest te halen:
vanuit de berichten over dood en overwinning,
in de gevangenis
en terwijl ik de veertig ben gepasseerd….

 

Vertaald door Sytske Söteman

nazmhikmetlt6

Nazim Hikmet (20 januari 1902 – 3 juni 1963)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 20 januari 2007.

De Zweedse schrijver Johan August Strindberg werd op 20 januari 1849 in Stockholm geboren.

De Zwitserse schrijver Eugen Gomringer werd op 20 januari 1925 geboren in Cachuela Esperanza, Bolivia.

De Japanse schrijfster Sawako Ariyoshi werd geboren op 20 januari 1931 in Wakayama.

 

 

August Strindberg, Nazim Hikmet, Guy Helminger, Eugen Gomringer, Sawako Ariyoshi

Johan August Strindberg werd op 20 januari 1849 in Stockholm geboren. Zijn vader was een scheepsmakelaar van aanzien, zijn moeder dienstbode. Toen Strindberg dertien was, stierf zijn moeder, die hij smartelijk zou missen. “Dit verlangen naar de moeder en dit gevoel van leegte vervolgden hem zijn hele leven,” schreef hij in zijn autobiografie: De zoon van de dienstbode  Hij studeerde aan de Universiteit van Uppsala, probeerde acteur te worden, werd journalist en later bibliothecaris. Vanaf het eind van de jaren zeventig leefde hij uitsluitend van zijn pen, in het toenmalige Zweden een uniek verschijnsel. In 1872 schreef hij zijn eerste stuk Meester Olaf een realistisch historiestuk, in navolging van lbsen. In 1892 begon Strindberg een bohèmeleven in Duitsland en Frankrijk. In Parijs raakte hij in een zware psychische crisis, door hemzelf steeds Infernocrisis (1894-1896) genoemd. Latere psychiatrische studies wezen uit dat in deze crisis van Strindberg een duidelijk psychopatisch element aanwezig was. Na deze crisis zag hij de noodzaak een nieuw begin te maken, wat zijn werken opdeelt in twee verschillende groepen. In zijn tweede periode geeft hij nog een gedichtenbundel uit en dramatiek en lyriek hangen nauw samen. De Infernocrisis bracht Strindberg tot een nieuw, ondogmatisch en onkerkelijk maar wel christelijk religieus geloof, waarin schuld en boete een grote rol spelen. Volgens Strindberg was het lijden een soort mystiek gebeuren en het leven een zuiveringstoestand die aan de mensen was opgelegd. Strindberg was bijzonder gëïnteresseerd in psychologie, zijn Droomspel verscheen in 1901, niet lang na de Traumdeutung van Freud. In 1907 stichtte hij samen met August Falek het ‘Intieme Theater’ in Stockholm, waarvoor hij zijn ‘Kamerspelen’ schreef. Onweer, Het afgebrande huis, Spooksonate en De Pelikaan. Zijn laatste stuk is De grote straatweg (1909). De laatste drie jaar van zijn leven schreef hij politieke, sociologische en filosofische pamfletten, die grote opschudding veroorzaakten in de Zweedse pers. Hij stierf in zijn huis in Stockholm, dat nu een Strindberg-museum is.

 

Uit: Master Olof

ACT I

 

(A Cloister opening upon a Convent Close planted with groups of

trees. The convent church forms the right side of the quadrangle.

A brick wall runs along the rear. Fruit trees in blossom appear

above the wall. Olof is seated on a stone bench. Before him stand

two scholars, who are reading their respective parts out of “The

Comedy of Tobit.”)

First Scholar.

Now have our enemies trapped us full well.

Woe unto us, poor children of Israel!

Second Scholar.

Yea, brother, good cause you have to make such plaint!

Now certes we have come upon days of great lament–

Our land is taken away, and so’s our increase,

And ne’er we may look for any help or surcease.

It must be, as long I have both dreamt and said,

That the promise to Abram has been long mislaid.

 

[Enter Lars Andersson.]

 

Lars Andersson. What are you doing?

Olof. I am playing.

Lars. Playing–you?

Olof. I am playing a little comedy about the children of Israel

and the Babylonian captivity.

Lars. Have you nothing better to do? Bigger work is waiting for

you.

Olof. I am too young.

Lars. Do not say you are too young.

Olof. No, for there are plenty of others who say it.

Lars (takes out a roll of paper, which he opens; for a while he

stands looking at Olof; then he begins to read) “Then the word of

the Lord came unto Jeremiah: ‘Before I formed thee in the belly I

knew thee; and before thou camest forth out of the womb I

sanctified thee, and I ordained thee a prophet unto the nations.’

“Then said Jeremiah: ‘Ah, Lord God! behold, I cannot speak, for I am a child.’ 

 

STRINDBERG

August Strindberg (20 januari 1849 – 14 mei 1912)

 

Nazim Hikmet werd op 20 januari 1902 geboren in Thessaloniki, in het huidige Griekenland, maar toen nog in het Osmaanse rijk. Hikmet was een plaatsgenoot van Mustafa Kemal Atatürk die er 21 jaar eerder was geboren. Hikmets vader was beroepsmilitair, zijn moeder schilderes. Zoals alle knapen uit de betere klassen studeerde Nazim in Istanboel aan het Franstalige Galatasaray Lyceum. Dezelfde school werd bezocht door telgen van het Osmaanse huis. Vervolgens belandde Hikmet op de Osmaanse marineschool, maar hij moest deze om gezondheidsredenen verlaten. Hikmet had blijkbaar weinig op met de moderniseringsplannen van Mustafa Kemal Atatürk . Als hij de kans krijgt om sociologie en economie aan de Universiteit van Moskou te studeren, is hij weg. Tussen 1921 en 1928 verblijft Hikmet in de Russische hoofdstad. combineert daar de traditionele Turkse poëzie met avant-gardistische invloeden. Terwijl Ankara aangeeft waarover in de nieuwe republiek mag worden gedicht, ontwikkelt Hikmet zich geheel onafhankelijk. Zeer tegen de zin van het gezag heeft zijn werk grote invloed op de Turkse literatuur van de jaren twintig.Als hij in 1928 terugkeert naar Turkije, voorziet Hikmet zich in zijn levensonderhoud met het schrijven van artikelen voor dag- en weekbladen, filmscripts en toneelstukken. Hikmets eerste toneelstuk heette Bij de open haard en verscheen in 1932. Het was een verdicht drama over de liefde van een dichter. In datzelfde jaar maakte hij diepe indruk met het innovatieve toneelstuk Kafatasi en het huis van de overledenen, waarin hij de hebzucht en hypocrisie van een burgerfamilie aan de kaak stelde. Of ging het stuk over de laatste sultan en diens opvolger Atatürk? Hikmet belandde snel in de gevangenis. Officieel omdat hij illegaal met een Russisch paspoort zonder visum zijn eigen land zou zijn binnengekomen. Als gevolg van de afkondiging van een algemene amnestie komt Hikmet in 1935 vrij. Kort daarop triomfeert hij als toneelschrijver met het stuk Unutalan Adam, waarin het gevierd en beroemd zijn tegenover het ongelukkige privé-leven wordt gesteld. In 1936 verschijnt zijn Epos van Sheik Bedrettin, over een revolutionair religieus leider in Anatolië. Hikmet had het in de gevangenis van Bursa geschreven. In deze tijd trouwt hij met Münevver Andac; zijn tweede huwelijk. In 1938 belandt hij weer in een cel. De dichter wordt tot 28 jaar en vier maanden gevangenisstraf veroordeeld wegens negatieve uitlatingen over het fascisme in Duitsland en Spanje en het oproepen van rebellie onder soldaten. In 1949 wordt er een internationaal comité gevormd, waarin onder meer Jean-Paul Sartre en Pablo Picasso zitting hebben, dat campagne voert voor Hikmets vrijlating. In 1950, na een regeringswisseling, komt hij vrij dankzij een algemene amnestie. Buiten de gevangenis blijkt het nog gevaarlijker voor hem. Er vinden verschillende mislukte aanslagen op zijn leven plaats. Het lukt Hikmet om Turkije te ontvluchten als verstekeling op een vrachtboot die naar Roemenië vaart. Nazim Hikmet zou zijn land niet meer zien en leefde vanaf 1951 in Sofia, Warschau en ten slotte weer in Moskou.

Over het leven

Het leven neem je niet te licht,
je dient te leven in diepe ernst
zoals een eekhoorn doet,
zonder buiten of boven het leven iets te verwachten,
het enige wat je moet doen is leven.

Serieus moet je het leven nemen
en wel zo zeer dat je
bijvoorbeeld met geboeide handen op je rug
staand tegen de muur,
of met je grote stofbril
en je witte kiel in een laboratorium,
wilt sterven voor de mensen
en wel voor mensen die je nooit hebt gezien
en wel terwijl niemand je ertoe dwingt
hoewel je weet dat het leven het mooiste
en het puurste is dat er bestaat.

En zó serieus moet je het leven nemen
dat je op je zeventigste nog een olijftak poot
en dan niet om die je kinderen na te laten
maar omdat je ondanks je vrees voor de dood
niet in de dood gelooft
omdat het leven zwaarder weegt.

 

 

ABOUT MY POETRY

 

I have no silver-saddled horse to ride,

no inheritance to live on,

neither riches no real-estate —

a pot of honey is all I own.

A pot of honey

                     red as fire!

 

My honey is my everything.

I guard

my riches and my real-estate

— my honey pot, I mean —

from pests of every species,

Brother, just wait…

As long as I’ve got

honey in my pot,

bees will come to it

                      from Timbuktu…

 

nazim_hikmet3
Nazim Hikmet (20 januari 1902 – 3 juni 1963)

 

Guy Helminger werd geboren op 20 januari 1963 in Esch-sur-Alzette, Luxemburg. Hij studeerde germanistiek en filosofie in Luxemburg, Heidelberg en Keulen. Hij werkte als barkeeper, toneelspeler, regieassistent en 3D-graficus. Sinds 1085 leeft en werkt Helminger in Keulen, waar hij onder andere cursussen geeft, waarin hij  schrijvers in performance en in het voorlezen van hun teksten. Helminger begon met het publiceren van gedichten, toneelstukken en hoorspelen. In 2001 verscheen Rost, een bundel met korte prozateksten. In 2003 volgde het verhaal Pelargonien en in 2005 verscheen de verhalenbundel Etwas fehlt immer.

Anbrechender Abend

Schwarze Hügelflächen: Wald.
Licht platzte hinter Sepia-Brocken.

Im Hof splitterten Holzklötze.

Mit einer Rasierklinge
zerschnitten Kinder
einen Regenwurm.

 

Landschaft mit winter

graue vogelbäuche über unseren köpfen.
die sonne kroch blinzelnd durch den schnee.
in den vitrinen
bot man tierpelze an.
die fußspuren von neonlicht gefärbt,
als wir, am straßenrand stehend,
einen lastwagenfahrer beobachteten,
der katzenfell
von den reifen strich.

HELMINGER

Guy Helminger (Esch-sur-Alzette, 20 januari 1963)

 

Eugen Gomringer werd op 20 januari 1925 als zoon van een Zwitserse vader en

een Boliviaanse moeder geboren in Cachuela Esperanza, Bolivia.Gomringer geldt

als de vader van de concrete poëzie. Hij studeerde van 1944 tot 1952 economie en

kunstgeschiedenis in Bern en Rome. Van 1954 tot 1957 was hij secretaris van de

Zwitserse architect en designer Max Bill aan de Hochschule für Gestaltung Ulm.

In 1953 richtte hij met Dieter Roth en Marcel Wyss het tijdschrift Spirale op en hij

gaf van 1960 tot 1965 de boekenreeks konkrete poesie – poesia concreta uit.

Tussen 1961 en 1985 werkte hij voor de Schweizer Werkbund en voor de Rosenthal

AG in Selb. Tussen 1977 en 1990 was hij daarnaast hoogleraar voor de theorie van

de esthetica aan de Staatliche Kunstakademie Düsseldorf. In 2000 richtte hij het

Institut für Konstruktive Kunst und Konkrete Poesie (IKKP) op in Rehau.

Zijn verzameling vormt de kern van het Museum für Konkrete Kunst in Ingolstadt.

gomringer(1)

 

 

gomringer3

 GOMRINGER
Eugen Gomringer (Cachuela Esperanza,  20 januari 1925)

 

De Japanse schrijfster Sawako Ariyoshi geldt als een van de beste van na WO II.

Zij werd geboren op 20 januari 1931 in Wakayama. In 1949 begon zij aan een

studie literatuur en theaterwetenschappen in Tokyo die zij in 1952 afrondde. In 1959

studeerde zij een jaar in New York aan het Sara Lwarence College. Zij schreef

zowel korte verhalen als romans, toneelstukken en draaiboeken. In haar werk

beschrijft zij vaak het huiselijke leven in Japan, maar ook sociale problemen.

 

Uit: Le miroir des courtisanes

 

« Tomoko avait déjà fait ses préparatifs pour se rendre au salon et était en train

d’accorder son petit shamisen, quand une servante se précipita dans sa chambre.
– Madame Kokonoe, c’est terrible, c’est terrible !
Sans comprendre ce qui était si terrible, Tommoko saisit les longues

manches de son kimono et en montant les escaliers quatre à quatre, elle se rendit

compte de l’agitation générale et des bruits de pas précipités provenant d’une des

chambres où les prostituées recevaient leurs clients. Elle chancela, se demandant

soudain si sa mère, avec son corps lourdi, n’était pas tombée dans l’escalier.

Totalement affolée, elle se précipita dans la pièce au moment même où

retentissaient les vagissements de nouveau-né. Sans intention de le voir, elle avait

assisté à la venue au monde de l’enfant. Le petit bloc noirâtre et sanguinolent qui

venait d’être expulsé d’entre les cuisses grandes ouvertes de sa mère étendit

aussitôt ses membres et se mit à bouger. A peine dégagé de la membrane qui le

recouvrait, il se mit à pousser des cris déchirants.
Les gens qui se trouvaient là mirent un moment avant de s’apercevoir de

la présence de Tomoko, blème et pétrifiée.
– Qu’est-ce que tu fais là ? Ce n’est pas la place d’une enfant, allez, va-t-en !

fit une geisha aînée, qui appela aussitôt une entremetteuse :
– Emmène donc Ochobo en bas !
L’entremetteuse saisit négligememnt Tomoko par le bras et l’emmena dans la

couloir mais, s’apercevant que Tomoko était rigide comme un bout de bois, elle

fronça les sourcils :
– Dis donc, petite, tu as tout vu ? »

 

Ariyoshi

Sawako Ariyoshi (20 januari 1931 – 30 augustus 1984)