W. F. Hermans, Sabine Scho, Babs Gons

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: De tranen der acacia’s

“De boerenmeid (of -vrouw) had tenslotte niet geprotesteerd toen hij zijn kin op haar schouder liet rusten. Zij had zelfs haar hoofd even bewogen, zodat haar naar zeep geurende haar langs zijn neus en mond streek. Kort daarop had hij alleen nog maar vermoeidheid gevoeld en niet de minste begeerte. Van Zwolle af had hij gestaan, aldoor tegen die vrouwelijke rug aangedrukt. Het was al over zessen. In de trein brandde geen licht. Luidruchtige jongens die zeker dagelijks heen en weer reisden naar een school van een soort als er in Kampen niet was, speelden soms met handdynamo’s en sigarettenaanstekers. De raampjes van de portieren stonden allebei open. Maar grove mannen stonden er tegenaan gedrukt, zodat de lucht bijna niet werd ververst; in de coupé hing zwaar de geur van naar geschroeide paardehoeven stinkende tabak die hem bijna braken deed. Toen begon de trein nog langzamer te rijden en hield daarna geheel stil. De gesprekken werden luider, als het gekakel van in manden opgesloten vogels die op de markt worden neergezet. Maar zij waren nog niet in Kampen. Buiten viel geen licht te bekennen, alleen grijze, hier en daar met nog donkerder wolken zwart besmeurde mist. Hij had geen woord met het meisje gewisseld en ook zij sprak noch tegen hem noch tegen anderen. Hij had erover gedacht haar hand te strelen, hij zou die, zachtjes tastend langs haar dij, behoedzaam moeten vinden, maar hij dacht: waarom eigenlijk? Terwijl de hilariteit van de schooljongens nog even opleefde kwamen de wagens weer in beweging, zo traag, dat de wielen bij iedere las een sonoor geluid gaven alsof het gongen waren. Toen de trein in het station ten slotte stopte, zeeg hij bijna door zijn knieën van vermoeidheid, maar de andere reizigers, die zich tegen hem aanwrongen, hielden hem overeind. Hij wilde net als zij naar zijn koffers grijpen en reikte naar de overzijde van de coupé waar deze in het net moesten liggen. Maar de anderen waren haastiger dan hij. Zij drongen hem neer op de bank, op een plaats waar juist iemand was opgestaan. Daar bleef hij zitten, tot allen de coupé verlaten hadden. Hij steunde zijn hoofd in de handen en was liefst in slaap gevallen.
Hij dacht met weemoed aan het meisje, maar was toch blij dat hij haar feitelijk niet had gezien; immers de kans dat zij lelijk was, was de grootste. Eindelijk stond hij met zijn twee zware koffers bij de controle, er waren nog slechts vijf of zes mensen voor hem. Overigens viel er, behalve een man met een lantaarn die tussen de rails liep, niemand op het hele emplacement te bekennen.”

 

W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

chartreuse

geloof dat toch alsjeblieft niet
wat men zegt, wat men ziet
de onderbelichte deprivaties
de heldere vlek, en vraag
niet naar correcties, schilderen
heeft toch iets, men kan
ook zakparaplu’s klonen
en beweren dat ze gestolen zijn
totdat daarvan iets zichtbaar wordt
blijft regen regen, “het loopt
de lege façade rolt«
heeft het ooit iemand geïnteresseerd
wat men daarachter hoe distilleert?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlands schrijfster, dichteres, columniste en spoken-word performer Babs Gons werd geboren in een klein dorp in de VS in 1971. Zie ook alle tags voor Babs Gons op dit blog.

 

ALS JE NOOIT IN HAAR SCHOENEN HEBT GELOPEN

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen
nooit met je sleutels tussen je vingers door het donker hebt
     gefietst
een extra large hoodie over je jurk hebt aangetrokken
je hakken verwisseld voor sneakers
om zo hard mogelijk door de nacht naar huis te trappen

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen
niet weet hoe uitputtend het is om ogen en oren
over je hele lichaam te dragen
de haren in je nek je als alarmbellen
te laten vertellen
wanneer je moet maken dat je wegkomt
je altijd in je hoofd aan het rekenen bent,
hoe laat je waar aankomt,
wanneer je moet vertrekken
en of je dan nog net op tijd
niet hardlopen in het donker
niet via het park
groepjes vermijden
nooit je drankje uit het oog verliezen

als je nooit in haar schoenen hebt gelopen
niet weet hoe het is om
oogcontact te vermijden, te doen alsof je belt
stoerder te gaan lopen
een busje haarlak in je mouw te dragen
via winkelruiten in de gaten te houden
wie er achter je loopt
een omweg te maken zodat je achtervolger
niet ziet waar je woont
om dan soms het grootste gevaar
in je eigen huis te treffen
het zijn toch vaak bekenden

als je nooit in haar schoenen hebt gestaan
het gevoel niet kent geen adem meer te kunnen halen
omdat iemand opeens een deur in het slot draait
de taxi onverwachts afslaat

als je niet weet hoe het is om in haar schoenen te staan
niet weet hoe het voelt
niet gehoord, niet geloofd
niet geholpen te worden
om de volgende ochtend
gewoon weer een nieuwe dag te beginnen
de verse wonden, de schade
onzichtbaar
onder je kleding, je huid
vanachter een glimlach
de dag zien door te komen

vertel dan nooit
wat zij moet doen
wat ze moet dragen
dat ze moet baren 
en hoe zich te gedragen

hoe te bewegen
wanneer te spreken
hoe ze haar lichaam
hoe ze haar leven

maar leer de wereld van haar houden
zo hard dat ze nooit meer achterom hoeft te kijken
zo hard dat ze mag dansen wanneer ze wil
gaan waar ze wil
laat de wereld nu verdomme eens beginnen
hartgrondig van haar te houden

 

Babs Gons (1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.

W. F. Hermans, Sabine Scho, Babs Gons

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Frederik Hermans werd geboren op 1 september 1921 in Amsterdam. Zie ook alle tags voorW. F. Hermans op dit blog.

Uit: Het behouden huis

“Bij de troep die uit Bulgaarse, Tsjechische, Hongaarse en Roemeense partizanen bestond, was niemand die ik kon verstaan.
Hoelang nu al uit Nederland weg, dacht ik, aldoor in andere vreemde landen, overal dezelfde duisternis ’s avonds in de steden en dan tenslotte niemand meer met wie ik kan praten. In Duitsland kon ik tenminste nog gesprekken tussen anderen afluisteren. Maar nu was alles wat ik hoorde niets dan puur geluid. Gedreun van motoren, ontploffingen, gebrom van kogels, geschreeuw van dieren, geritsel, gekraak, bonken, blaffen. Ook uit de mensen kwamen alleen maar geluiden. Proletariërs aller landen verenigt u! – Maar ze zijn niet in staat een stom woord met elkaar te spreken.
Soms begreep ik de bevelen niet eens. Dat kon de officieren weinig schelen. Drie dagen tevoren lag ons peloton onder eigen vuur. Ook was er een speciale Russische afdeling gekomen die vijf man had uitgezocht en achter de schuur waar wij lagen, doodgeschoten. Een had geprobeerd weg te lopen. Hij lag de volgende ochtend op de weg, met zijn gezicht naar boven. Niemand durfde hem opzij te schuiven. Wij marcheerden over hem heen, wij zetten onze voeten op hem om niet uit de pas te raken. Ik liep achter in de rij. Toen ik bij hem kwam, was zijn hoofd al gekraakt en onherkenbaar. Ik kon niet uitmaken wie het was. Drie maanden moest ik hem dagelijks hebben gezien. Maar ik zou toch niet geweten hebben hoe hij heette. Ik dacht, terwijl een der jagers hoogte begon te verliezen aan de Spanjaard die Frans sprak. Ik zou nu met hem hebben willen praten.
Het vliegtuig veranderde in een komeet van roet en sloeg ergens achter mij tegen de grond.
De ontploffing klonk of de wereld een miljoenvoudig versterkt slikgeluid maakte. Er was voldoening in dat geluid of de aardbol op het vliegtuig had geloerd zoals een kikker op een vlieg.
Toen begon een zwarte roetwolk langzaam het uitzicht op de weg te belemmeren. Opeens zag ik door de walm heen de Spanjaard blootshoofds op mij af komen lopen. Het leek of het neergestorte vliegtuig hem hier had gebracht, of hij ongedeerd uit de wrakstukken te voorschijn was gekomen.
Ik wilde wat tegen hem roepen; ik had willen roepen: Ik zat juist aan je te denken! Maar ik wist dit zo gauw niet te formuleren. Mogelijk was ik het spreken helemaal verleerd.”

 

W. F. Hermans (1 september 1921 – 27 april 1995)
Beeld van Willem Frederik Hermans door Sylvia Willink, 1981

 

De Duitse dichteres en schrijfster Sabine Scho werd geboren op 1 september 1970 in Ochtrup. Zie ook alle tags voor Sabine Scho op dit blog.

 

grote miereneter

een rustige tandarme, mie-
ren in zijn buik, ik zag het
regenwoud branden
en een miereneter
ook, niemand met een
blusdeken greep in
de cyclus in vlammen
orgaanactiviteit wordt opgeschort
hoe voelt dat
in vlammen om te komen
onlangs doodden miereneters
twee Braziliaanse boeren
of ze hun vitale sfeer bedreigden
en hun leefgebied
– is hoe dan ook te betreuren
met vlijmscherpe klauwen
kun je je niet verdedigen
tegen brandlandbouw
breekt zo’n dier breekt termieten
heuvel open en likt verhit
in alle gangen, roepen ze
ren, termiet, ren
een lichaamsbouw waarin
lange lijmtongen wonen
biedt een zekere groottongigheid
voor smaaksensaties
kan me voorstellen dat, zou men
insecten flamberen,
dat bij miereneters
de darmactiviteit zou veranderen
hij neuriede dan nauwelijks hoorbaar
burning down the house
scheidde smeulende
heuweltjies af

 

————–

* heuweltjies – Afrikaans: kleine bultjes – heuvels in Zuid-Afrika, vooral in de West-Kaap. Er wordt aangenomen dat het gefossiliseerde termieten zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Sabine Scho (Ochtrup, 1 september 1970)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlands schrijfster, dichteres, columniste en spoken-word performer Babs Gons werd geboren in een klein dorp in de VS in 1971.  Gons kwam eind jaren negentig in New York in aanraking met spoken word en is sindsdien in Nederland een prominente performer geworden van deze voordrachtskunst. Vanaf 2001 organiseerde ze in Paradiso tien jaar lang Palabras, een maandelijkse podium voor jonge dichters en schrijvers. In 2007 was ze een van de oprichters van Poetry Circle Nowhere, een “landelijk platform voor schrijvende performers en performende schrijvers”; ze was tot 2014 artistiek leider van het platform. In 2018 ontving Gons een Black Achievement Award in de categorie kunst en cultuur. In 2020 werd ze genomineerd voor de Gieskes-Strijbis Podium Prijs “omdat zij, naast de wezenlijke bijdrage die ze leverde en levert voor het Nederlandse Podiumkunstenlandschap, zichzelf als kunstenaar steeds opnieuw blijft uitvinden.” Ze is samensteller van de bundel Hardop, een overzicht van de spoken word-scene in Nederland met – naast haar eigen teksten – ook werk van onder meer Akwasi, Sandy Bosmans, Gershwin Bonevacia en Siham Amghar. Sinds juli 2019 schrijft Gons elke zaterdag een column in Het Parool. Haar dichtbundel “Doe het toch maar” werd gepubliceerd in april 2021. In 2021 werd ze ook door de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPBB) aangesteld als Boekenweekdichter binnen het thema Tweestrijd. Ze schreef in dat kader het boekenweekgedicht “Polyglot”. Gons was de Vrije Schrijver 2021/22 van de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2022 werd zij benoemd tot lid van de Akademie van Kunsten. Ook kreeg ze dat jaar De Johnny en de daarbij horende trofee genoemd naar Johnny van Doorn. In 2023 werd ze benoemd tot Dichter des Vaderlands, voor een termijn van twee jaar.

 

POLYGLOT

ik leerde de ene taal na de andere
die van de nette kleren
die iets van je huid compenseren
van de woorden verzorgd tot in de puntjes
die je iets lijken te vergeven

de taal van opgeheven hoofd en rechte rug
en net doen alsof
niemand je kan raken
de taal van wie denkt ze wel niet dat ze is
wie denk ik wel niet dat ik ben

de taal van hou van mij ondanks dit lichaam
de taal van hou van mij dankzij dit lichaam
van haal je vingers uit mijn haar
alleen de wind mag er doorheen
haal je vingers uit mijn mond
ik draag mijn tong in mijn borst

de taal die de mond scheidt van het hart
het hart van het bloed
het bloed van de botten
archiefkasten met verloren verhaallijnen
waarin je soms in de weerklank
van een verre voorouder
jezelf ontmoet
de taal die je ziel terug naar huis zingt

de taal zo kaal
dat ze je niets geeft om je mee te bedekken

maar het liefste is me
de taal die me zo bloot legt
als mijn huid maar toelaat

 

PRECIES GOED

Soms wil je gewoon je hoofd op de aarde leggen,
je vuist naar de hemel heffen,
de tranen laten komen en zeggen:
het is zeker omdat ik zwart, wit, vrouw,
dik, dun, te groot, te klein,
te lief, onaardig,
omdat ik lelijk, eerlijk,
direct, poëtisch, welbespraakt,
te zichtbaar, onzichtbaar,
kwetsbaar,
onbegrepen, geprezen
arm, trots en confronterend ben?
Daarom zeker!

En dat de aarde je dan met haar zachte handen
heel voorzichtig omhoog duwt,
je op de wang kust en fluistert;
het is omdat je zo ontzettend mens bent.
Niet te veel, niet te weinig, gewoon genoeg mens.
Net zo mens als andere mensen.
Precies goed.

 

Babs Gons (1971)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e september ook mijn blog van 1 september 2020 en eveneens mijn blog van 1 september 2018.