Indian Summer (Diane Glancy), Merijn de Boer, C. J. Dennis, Mary Oliver

 

Dolce far niente

 


Warm of Indian Summer door Oleg Riabchuk, 2023

 

Indian Summer

There’s a farm auction up the road.
Wind has its bid in for the leaves.
Already bugs flurry the headlights
between cornfields at night.
If this world were permanent,
I could dance full as the squaw dress
on the clothesline.
I would not see winter
in the square of white yard-light on the wall.
But something tugs at me.
The world is at a loss and I am part of it
migrating daily.
Everything is up for grabs
like a box of farm tools broken open.
I hear the spirits often in the garden
and along the shore of corn.
I know this place is not mine.
I hear them up the road again.
This world is a horizon, an open sea.
Behind the house, the white iceberg of the barn.

 


Diane Glancy (Kansas City, 18 maart 1941)
Kansas City

 

De Nederlandse schrijver Merijn de Boer werd geboren in Heemstede op 7 september 1982. Zie ook alle tags voor Merijn de Boer op dit blog.

Uit: Lieve Hannibal: Schrijver in New York, Jeruzalem en Tunesië

“In tegenstelling tot de rest van de aardbewoners had ik het nooit zo op New York. Waarschijnlijk kwam dat door het linkse, anti-Amerikaanse milieu waarin ik opgroeide. Bovendien had ik op mijn twintigste Reis naar het einde van de nacht van Céline gelezen en de hoofdpersoon in dat boek, Bardamu, is nergens zo ongelukkig als in die kille ‘rechtopstaande stad; terwijl hij ook in Vlaanderen was geweest tijdens de Eerste Wereldoorlog. We zochten een huis in Brooklyn, maar vlak buiten Manhattan, zodat mijn vrouw niet al te ver hoefde te reizen naar haar kantoor in Midtown. De meest voor de hand liggende wijken waren Williamsburg en DUMBO. Die laatste buurt ligt ten zuiden van het Financial District, net aan de overkant van de East River, ingeklemd tussen de Brooklyn en de Manhattan Bridge. Onze makelaar liet eerst een paar appartementen in Williamsburg zien. Hoewel de potentiële huizen vlak bij elkaar waren, verplaatste ze zich per auto. Hiervoor had ze zelfs een chauffeur ingehuurd, een zeer dikke en op het oog zwakzinnige neef van haar die er telkens minuten over deed om een parkeerplaats te vinden. Terwijl zij in de auto stapten, wandelde ik met onze dochter naar het volgende appartement, waar ik dan telkens op hen moest wachten. In DUMBO lagen de huizen nog dichter bij elkaar, maar ook hier ging ze steeds met de auto. Al snel werd me duidelijk dat ik in deze wijk wilde wonen. DUMBO leek me namelijk de perfecte locatie voor een roman. Het inzicht was louter intuïtief. Van tevoren had ik me sterk afgevraagd of ik onze tijd in New York wel literair zou kunnen gebruiken. Aan romans die zich afspelen in New York is immers geen gebrek. De stad voelde voor mij als een cliché, zowel in het echt als in de literatuur.
DUMBO is echter een relatief onbekende wijk, die niet alleen interessant is door haar ligging, maar ook door haar omvang: de buurt bestaat uit maar een paar straten. Als een dorp, zo ervoer ik DUMBO toen ik haar voor het eerst met de makelaar bezocht. En ik ging een roman schrijven over dit dorp binnen de metropool. Projectontwikkelaars beschouwden de wijk lange tijd als de dode hoek van New York, vooral vanwege het onophoudelijke metrolawaai.”

 


Merijn de Boer (Heemstede, 7 september 1982)

 

De Australische dichter en journalist (Clarence Michael James Stanislaus) C. J. Dennis werd geboren op 7 september 1876 in Auburn, Zuid-Australië. Zie ook alle tags voor C. J. Dennis op dit blog.

 

Tea Talk

‘Excuse me if I sit on you,’ the cup said to the saucer.
‘I fear I’ve been here all the afternoon.’
‘Spare excuses,’ said the saucer; ‘you have sat on me before, sir.’
‘Oh, I’ll stir him up directly,’ said the spoon.
‘Stop your clatter!  Stop your clatter!’ cried the bread-and-butter platter
‘Tittle-tattle!’ sneered the tea-pot, with a shrug;
‘Now, the most important question is my chronic indigestion.’
‘Ah, you’ve taken too much tannin,’ jeered the jug.
‘Hey, hey, hey!’ sang the silver-plated tray,
‘It’s time you had your faces washed.  I’ve come to clear away!’

 


C. J. Dennis (7 september 1876 – 22 juni 1938)

 

De Amerikaanse dichteres Mary Oliver werd geboren op 10 september 1936 in Maple Heights, Ohio. Zie ook alle tags voor Mary Oliver op dit blog.

 

Ik daal af naar de kust

Ik daal af naar de kust als het licht wordt,
en, gebonden aan het uur, zie ik golven
die aanrollen of zich verwijderen,
en ik zeg: O, ik voel me ellendig,
wat zal –
wat moet ik doen? En de zee zegt
met zijn lieflijke stem:
Het spijt me, ik heb het nu te druk.

 

Vertaald Arie Sonneveld

 


Mary Oliver (10 september 1935 – 17 januari 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 7e september ook mijn blog van 7 september 2021 en ook mijn blog van 7 september 2020 en eveneens mijn blog van 7 september 2018.

Heat Wave (C. J. Dennis), Czeslaw Milosz, Thomas Frahm

 

Dolce far niente

 


Terras door Tair Salakhov, 1977

 

 

Heat Wave

Day after day, week after burning week,
A ruthless sun has sucked the forest dry.
Morn after anxious morn men’s glances seek
The hills, hard-etched against a harder sky.
Gay blossoms droop and die.
Menace is here, as day draws to its peak,
And, ’mid the listless gums along the creek,
Hot little breezes sigh.

To-day the threat took shape; the birds were dumb.
Once more, as sullen, savage morning broke,
The silence told that trembling fear had come,
To bird and beast and all the forest folk.
One little wisp of smoke
Far in the south behind the listless gum
Grew to a purple pall. Like some far drum,
A distant muttering broke.

Red noon beheld red death come shouting o’er
These once green slopes — a leaping, living thing.
Touched by its breath, tree after tall tree wore
A fiery crown, as tho’ to mock a king —
A ghastly blossoming
Of sudden flame that died and was no more.
And, where a proud old giant towered of yore,
Stood now a blackened thing.

Fierce raved the conquering flame, as demons rave,
Earth shook to thunders of the falling slain.
Brambles and bushes, once so gay and brave,
Shrank back, and writhed, and shrieked and shrieked again
Like sentient things in pain.
Gone from the forest all that kind spring gave . . .
And now, at laggard last, too late to save,
Comes soft, ironic rain.

 


C. J. Dennis (7 september 1876 – 22 juni 1938)
Auburn, Australië, de geboorteplaats van C. J. Dennis

 

De Poolse dichter, schrijver en Nobelprijswinnaar Czesław Miłosz werd geboren in Šeteniai op 30 juni 1911. Zie ook alle tags voor Czeslaw Milosz op dit blog.

Uit: Mijn katholieke opvoeding (Vertaald door Gerard Rasch)

“Tijdens de pauze tekende iemand van ons een keer batterijen en elektrische leidingen op het bord om de anderen een natuurkundesom uit te leggen. De Hamster liep over de gang, opende, zoals hij zo graag deed, plotseling de deur op een kier en wierp een blik op de in krijt uitgetekende cirkels en ellipsen. Dat was genoeg voor hem, hij ontvlamde in zijn donkerste blos en rende naar de directeur aan wie hij meldde dat er geslachtsdelen op het bord stonden getekend.
In zijn sombere visie op de menselijke natuur was geen plaats voor de mogelijkheid dat het kwaad met enige middelen van geestelijke aard uitgeroeid kon worden. Hij geloofde hoogstwaarschijnlijk niet in het bestaan van de Genade, omdat deze zich aan de controle van de mens onttrok; een fout beschouwde hij niet als iets dat soms nodig kon zijn voor de verlossing. Tegelijk hield hij zich krampachtig vast aan het beeld van het licht dat door duisternis is omringd. Wie gered is, wordt herkend aan uiterlijke bewijzen van deugd, dat wil zeggen: gehoorzaamheid aan de voorschriften, een onschuldige stembuiging, nederige bewegingen. Een zaak van training dus. Wie was dan gered? Waarschijnlijk alleen de Kinderen van Maria met een blauwe sjerp over de schouder en een kaars in de hand. Hoe het ook zij, omdat het goede in ieder geval buiten ons bereik ligt, moeten we tenminste ons zelf en anderen discipline opleggen, want zo er hoop bestaat, dan kan de verandering van de menselijke natuur alleen van buiten naar binnen gaan en niet omgekeerd. Hij hing dus op extreme wijze de oude these van de katholieke kerk aan, dat we alleen via de zintuigen dichter bij God kunnen komen, dat geloof en deugd van het individu een functie van het gedrag van een bepaalde gemeenschap zijn. Door naar de mis te gaan en deel te nemen aan de sacramenten nemen we, zonder het te willen, een bepaalde stijl in ons op, die – op dezelfde manier als koper voor elektriciteit – de geleider is voor het bovenaardse beginsel. Omdat de mensen zwak zijn, zou het dwaas zijn ze los te laten en erop te rekenen dat ze zelf, tegen de stijl van hun omgeving in, God zouden vinden. Dan is het beter de gemeenschap met God ten minste voor enigen makkelijker toegankelijk te maken door bij allen conditionele reflexen te ontwikkelen. Al dwong de Hamster ons deel te nemen aan de rituelen – veel illusies had hij zeker niet. Maar zijn voorgangers die de ketters met het zwaard bekeerden, hadden deze evenmin.
Zijn positie stelde hem in staat zijn eigen wil volledig ten uitvoer te brengen. Deze verschilde niet veel van de positie die later ten deel viel aan diegenen die in de scholen van Centraal- en Oost-Europa in marxisme-stalinisme onderwezen. De Hamster werkte steeds aan de vervolmaking van zijn netwerk. Het bijwonen van de zondagsmis was verplicht, maar de kerken van de stad konden daarop niet goed toezicht houden. Daarom richtte hij een kapel in in het schoolgebouw, waar zijn gevolmachtigden een kruisje achter de namen van de afwezigen zetten.”

 


Czeslaw Milosz (30 juni 1911 – 14 augustus 2004)

 

De Duitse dichter, schrijver, uitgever en vertaler Thomas Frahm werd geboren op 29 juni 1961 in Homberg. Zie ook alle tags voor Thomas Frahm op dit blog.

 

Mijn ogen voelen zich bekeken,

zo helder is deze dag.

Vanuit elk raam, elk aluminium kozijn,
ja, elke tegel raakt ze het licht.

De glans van de lindebladeren overvalt hen
al wanneer ze de deur uitstappen.

Vanaf de straat, na de voetbalderby
bezaaid met scherven en splinters,
blinkt en schittert het.

Ik loop als een ooievaar, bang
om over een lichtstraal te struikelen,
maar dat helpt niet.

Mij rest slechts: zelf lichtstraal worden
of zwevend deeltje, licht genoeg om geduldig
de controle terug te krijgen
over mijn eigen blik.

 

Vertaald door Frans Roumen

 


Thomas Frahm (Homberg, 29 juni 1961)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 10e mei ook mijn blog van 30 juni 2023 en ook mijn blog van 30 juni 2020 en eveneens mijn blog van 30 juni 2019 en ook mijn blog van 10 mei 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

 C. J. Dennis

De Australische dichter en journalist (Clarence Michael James Stanislaus) C. J. Dennis werd geboren op 7 september 1876 in Auburn, Zuid-Australië, als eerste van drie zonen van de in Ierland geboren ouders James Dennis en zijn tweede vrouw Katherine “Kate” Frances. Beiden waren in de jaren 1860 naar Australië geëmigreerd. Zijn vader pachtte hotels in Auburn en later in Watervale, Gladstone en Laura. Zijn moeder had een slechte gezondheid, dus Clarrie (zoals hij genoemd werd) werd aanvankelijk opgevoed door zijn oudooms en bezocht het Christian Brothers College in Adelaide. Dennis verliet de school op 17-jarige leeftijd en werkte als junior klerk voor een vee- en stationsagent en een inkoopfirma van wol in Adelaide. Op 19-jarige leeftijd werd hij aangenomen als klerk bij een notaris. Terwijl hij in deze functie werkzaam was, werd zijn eerste gedicht gepubliceerd onder het pseudoniem “The Best of the Six”. Later publiceerde hij onder zijn eigen naam in The Worker, en als “Den”, en in The Bulletin. Zijn verzamelde gedichten werden uitgegeven door Angus & Robertson. Zijn bekendste werk is de roman in versvorm “The Songs of a Sentimental Bloke” uitgegeven in 1915. In 1897 trad hij toe tot de literaire staf van The Critic en na een periode van klusjes in en rond Broken Hill keerde hij terug naar The Critic, waar hij rond 1904 een tijdje redacteur was. Hij werd opgevolgd door Conrad Eitel. In 1906 was hij medeoprichter en redacteur van The Gadfly, een literair tijdschrift; het stopte in 1909 met verschijnen. Dennis zelf verliet The Gadfly en Adelaide in november 1907 voor Melbourne. In 1908 kampeerde hij met de kunstenaar Hal Waugh in Toolangi, ten noordoosten van Melbourne, nabij Healesville. Toolangi was zijn thuis voor het grootste deel van de rest van zijn leven. C. J. Dennis trouwde in 1917 met Margaret Herron. Zij publiceerde twee romans en een biografie van Dennis, getiteld “Down the Years”. Vanaf 1922 was hij stafdichter bij de Melbourne Herald. Dennis overleed in 1938 aan hart- en longfalen. Hij wordt o.a. herdacht met een plaquette op Circular Quay in Sydney, die deel uitmaakt van de serie ‘New South Wales Ministry for the Arts – Writers Walk’, en met een borstbeeld voor het stadhuis van Laura. In Auburn, zijn geboorteplaats in Zuid-Australië, werden in 1953 ter ere van hem een ​​drinkfontein en een vogelbad onthuld. In 1976 produceerde en zond ABC The Life and Times of C. J. Dennis uit, ter gelegenheid van Dennis’ 100e geboortejaar.

 

A Blind Man in the Street

“He’s blind,” we say. Then turn aside
Upon our way, again to view
Familiar things – some prospect wide,
Some olden scene for ever new.
Heedless we pass along, and soon
The groping figure’s out of mind,
Lost in the sunlit afternoon.
“Poor chap, he’s blind.”

Slowly he taps along the street,
Pitch black beneath our smiling skies:
While ours the boon again to greet
New scenes with ever thoughtless eyes.
Thoughtless indeed if, passing, we
Grudge thanks for this most precious sense.
He asks of us – not sympathy –
But recompence.

 

 

‘Fathercraft’

Well (said the small, meek man) we look for change
In this sad world, for these are stirring days;
And men pin hopes to methods new and strange
And see lost happiness thro’ altered ways.
And I, who many a bitter cup have quaffed,
Hailed with delight this cult of Fathercraft.

But (said the small, meek man) I’ve scanned the rules
And studied well all that this author says,
Oh, I have pinned such faith to modern schools,
Hoping one day to see a great light blaze.
And now, it seems, I’m rather at a loss;
For all I glean is that the wife should be boss.

If (said the small, meek man) yielding one’s pay,
Yielding one’s will, seems new to Fathercraft,
And letting woman have her own sweet way;
Then (said the small, meek man) the author’s daft!
I had such hopes!  But, far as I can see,
Things go on in the same old way.  Ah, me!

 


C. J. Dennis (7 september 1876 – 22 juni 1938)