Aan alle bezoekers en mede-bloggers een Vrolijk Pasen!
Osterhas
Sprang der Osterhasen durch die grünende Welt; Kinder und Verliebte suchten im sonnigen Feld.
Welch ein schönes Nest hat mein Liebchen entdeckt! Unterm Veilchenbusch fein war es versteckt.
Viele schöne Eier lagen glänzend drin, und mein jubelndes Liebchen kauerte neben es hin.
“Eier rosenrot! Eier himmelblau! Keins von ihnen schwarz! Keins von ihnen grau!”
Die Rosenroten waren voll Küsse; die Himmelblauen waren voll Lieder; – und Dämmerung ward es, eh’ wir nach Haus kamen!
De Libanese dichteres, journaliste en vertaalster Hanane Aad werd geboren op 18 april 1965 in Beiroet. Zie ook alle tags voor Hanane Aad op dit blog.
De omloop van de geest
’s Morgens reis ik naar mijn eigen ster in de ringbaan van de geest waarin ik mijn karavanen van vermoeidheid berg mijn trouwe, geheime ster wacht steeds op mij bij de keerpunten van de tijd op de startbaan van de storm ik kniel voor mijn eigen ster in de ringbaan van de geest ik mompel zingzeg het lied van de essentie dompel het grote hart vol liefde in het bestaan omarm de vrijheidswaan die ik met pure tranen was dat zij mij redt en mij verheft naar torens van zekerheid.
“Als haar zoon met een oerkreet haar deur open¬trapt draait Ans Dorrepaal, die bijna een manus-cript uit godbetert eind achttiende eeuw aan flar¬den snijdt, zich om op haar stoel. Ze scant binnen luttele seconden het lichaam van haar kind. Er is geen bloed te zien, zelfs geen tranen, en hij staat zoals gebruikelijk nog stevig op zijn kunstbenen. Ze zoekt als hij bij haar bureau is aangekomen voor de zekerheid met haar handen de contou¬ren van het harnas onder zijn shirt af. Jopie duwt haar handen ongedurig weg, hij wordt er liever niet aan herinnerd, zegt een paar keer per week dat hij denkt wel uitgegroeid te zijn en dus aan de vaste benen toe is. Papa was ook kort, zegt hij dan. Ze kan zich niet herinneren dat ze haar zoon in de twaalf jaar dat hij bestaat ooit heeft horen schreeuwen; zelfs als baby was hij kalm. Gela¬ten zelfs. Op de dag dat hij in het ziekenhuisbed ontwaakte zonder benen had hij zijn wenkbrau¬wen opgetrokken en gezegd dat hij zijn tenen nog had, ze waren alleen onzichtbaar. Hij was toen pas vijf. ‘Papa is weg,’ gilt hij buiten zinnen. Er brandt een kaarsje op het bureau van Ed om¬dat het vandaag precies zeven jaar geleden is dat Ed en Jopie van de weg gereden werden – meer doen ze er niet meer aan. Hoe mooi het ochtend¬licht aan het eind van de vroege herfst de kamer van haar man verguldt, de rust haast tastbaar in de kamer vangt; Ans was het vergeten. Zo opge¬ruimd als nu was het toen hij nog leefde nooit. Zo schoon ook niet, Ed Dorrepaal stond erop zelf zijn ruimte te onderhouden en vergat daarbij re-gelmatig de ruiten, of een hoek van het tapijt. Zijn kamer ziet er ouderwetser uit dan de hare, terwijl hij zich bezighield met bytes en zij met boeken. De sporen van zijn bewegingen zijn al¬lang uitgewist door die van Jopie en haarzelf, ze haalt eens per week een lap door het kantoor. De uSoul, die op het bureau staat, moet ze met een speciaal doekje doen. Dat doet ze niet, en daar¬door is het apparaat dofzwart geworden. Haar man zit in dat dofzwarte ei. Het intensie¬ve gebruik door haar zoon is te zien aan de vet¬te vingerafdrukken die erop glimmen. Uit het ei steekt een kabel met Jopies telefoon eraan, die laadt hij altijd aan zijn vader op. Aan de onder¬kant van het bureau kleven stickers die Jopie er stiekem op plakte: fotootjes van Mrc LeFaw, een Britse popster die bestaat uit witte tanden, kaak¬lijn, spieren en mascara. Jopies billen passen pre¬cies in de kuil van de poef waar hij op gaat zitten als hij met zijn vader praat. Vreemd, vindt Ans dat laatste. De jongen zou ook gewoon op een stoel, op ooghoogte, kunnen gaan zitten, maar kennelijk wil hij naar zijn vader opkijken.”
De Libanese dichteres, journaliste en vertaalster Hanane Aad werd geboren op 18 april 1965 in Beiroet. Zie ook alle tags voor Hanane Aad op dit blog.
Bloedrode tederheid
Mijn ogen zijn een arena van verbazing in mijn lach is de onschuld van de scepter ik ben een viool die hangt tussen de trilling van de geest en de hartslag van de snaar
Til mij op met de kracht van de laatste weddenschap kleur de vruchtbare velden van de kindertijd met jouw bloedrode tederheid vul de kruiken van het moment met de wijn van de eeuwigheid geef de grenzen van mijn mond aan de mythe vind voor mijn gezicht een horizon zo helder als de bestendigheid Draag mij aan jouw borst jij zoekt toevlucht in de tuin van het geheim genot telkens als je de tederheid mist verberg mij in jouw gebeente als een raadsel dat oplaait door de mythe een lente die jouw aderen beklimt neem mij elke morgen naar jouw stilte neem een slokje van de regen van mijn gedachtenis troost de ijzige geest met haar warmte til mij naar het toppunt van jouw wachten versla de keizers van de wreedheid met de stralen van mijn wimpers was een met nevel gestenigde wereld met de zoetheid van mijn hart Daar, daar wacht op mij in de avonden van een andere tijd waar nieuwe levens geschapen worden wacht mij daar op de oever van het volmaakte omhels mij helemaal bezing met mij de overwinning van de vrijheid gekneed met zekerheid ín een kuise ontmoeting met de eeuwigheid.