Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Isaak Babel, Scott Symons, Claire Beyer, Gustav Freytag, John Clare

De Nigeriaanse dichter, schrijver en voorvechter van democratie Akinwande Oluwole “Wole” Soyinka werd geboren op 13 juli 1934 in Abeokuta. Zie ook alle tags voor Wole Soyinka op dit blog.

Uit: Aké, Jahre der Kindheit (Vertaald door Inge Uffelmann)

„All das überwucherte, hügelige Gelände gehört zu Aké. Wir empfanden mehr als bloße Loyalität gegenüber dem Pfarrhaus, und daraus erwuchs – nicht ohne stillen Groll – die Frage, warum es Gott gefiel, von der profanen Höhe Itokos aus auf seine fromme Zweigstelle, das Pfarreigelände, hinabzuschauen. Denn dort, fast auf dem Gipfel des Berges, gab es auch den geheimnisvollen Pferdestall des Chiefs mit lebendigen Pferden. Dahinter scherte dann der schwindelerregende Pfad ab, führte von einem lärmerfüllten Markt zum nächsten und gab schließlich über Ibàràpa und Ita Aké den Blick frei bis hinein in die tiefsten Schlupfwinkel des Pfarreigrundstücks.
An diesigen Tagen wurde die steile Anhöhe von Itoko eins mit dem Himmel. Wenn Gott vielleicht auch nicht wirklich dort oben wohnte, so gab es doch kaum Zweifel, daß er zuerst auf diesen Gipfel herabstieg, ehe er mit gigantischem Schritt über die lärmenden Märkte setzte – die es wagten, am Sonntag Waren feilzubieten – und die Kirche von St. Peter betrat. Danach besuchte er das Pfarrhaus und nahm mit dem Kanonikus den Tee. Immerhin gab es den kleinen Trost, daß er, trotz der Versuchung, zu Pferde herabzukommen, niemals zuerst beim Chief einkehrte, denn der war als Heide bekannt. Nie sah man den Chief bei einem Gottesdienst, außer am Jahrestag der Krönung des Alake. Nein, Gott schritt zur Morgenandacht geradewegs auf St. Peter zu, verweilte kurz bei der Mittagsmesse, behielt sich seine feierlichste und exotischste Audienz aber für die Abendandacht vor, die zu seinen Ehren immer auf englisch abgehalten wurde. Dann tönte die Orgel dunkel, rauchig-sonor; zweifellos wollte sie mit diesem Timbre eines egúngún ihren normalen Klang Gottes eigener Grabesstimme angleichen, mit der er auf die ihm dargebotenen Gebete antwortete.
Nur das Haus des Kanonikus konnte dem allwöchentlichen Gast Herberge bieten. Schon allein, weil es das einzige mehrstöckige Gebäude im Pfarreigelände war, quadratisch und massig wie der Kanonikus selbst, durchlöchert von schwarzen, holzgerahmten Fenstern. BishopsCourt war auch ein mehrstöckiges Gebäude, aber es wohnten nur Schüler darin, und folglich war es kein Haus.“

 

 
Wole Soyinka (Abeokuta, 13 juli 1934)

Lees verder “Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Isaak Babel, Scott Symons, Claire Beyer, Gustav Freytag, John Clare”

Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Isaak Babel, Scott Symons, Claire Beyer, Gustav Freytag

De Nigeriaanse dichter, schrijver en voorvechter van democratie Akinwande Oluwole “Wole” Soyinka werd geboren op 13 juli 1934 in Abeokuta. Zie ook alle tags voor Wole Soyinka op dit blog.

 

POST MORTEM

een vrieshal kent meer functies
dan bier opslaan; kille lijkbaren van mortuaria
leggen hun schulden voor, opgetuigd -goddank!-

in de kille hand van de dood…
zijn mond was met katoen gevuld, zijn pik
verschrompeld tot een ondergrondse made

zijn hoofd was uitgehold en zijn hersens
op een weegschaal – was dit een truc om voorkennis
na de dood te bewijzen?

zijn vlees getuigt van wat zijn tong
deed zwijgen; gemaskerde vingers denken van hem
te leren hoe niet te sterven.

laat ons al het grijze beminnen; grijze platen
grijze scalpel, één grijze slaap en vorm,
grijze beelden.

 

KAPITAAL

Het kan niet zijn
Dat de kiemen die de aarde heeft gevoed
De mens gekoesterd – ooit bekeek ik een waterval
Van kiemen, een korrelwolk volheid
Verstoven uit kokers van breedmondige
Blijde verzadiging; ik zweer dat de korrels
Aan het zingen waren –

Het kan niet zijn
Dat politiek, overleg
Deze sintels van mijn leven
Tot asse maakt, en in vervuilde zeeën
Droevige bedden van gist legt om deeg
Te doen rijzen
Op de wereldmarkt.

 

Vertaald door Marijke Emeis

 

 
Wole Soyinka (Abeokuta, 13 juli 1934)

Lees verder “Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Isaak Babel, Scott Symons, Claire Beyer, Gustav Freytag”

Isaak Babel, Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Scott Symons, Claire Beyer, Adam Scharrer

De Russische schrijver Isaak Emmanuïlovitsj Babel werd geboren in Odessa op 13 juli 1894. Zie ook alle tags voor Isaak Babel op dit blog.

Uit:De geschiedenis van mijn duiventil (Vertaald door Froukje Slofstra)

“Als kind wilde ik heel graag een duiventil hebben. Mijn leven lang heb ik geen vuriger verlangen gekend. Ik was negen toen mijn vader me het geld beloofde voor drie duivenpaartjes en planken. Het was 1904. Ik moest toelatingsexamen doen voor de voorbereidende klas van het Nikolajevski-gymnasium. Mijn familie woonde in de stad Nikolajev, in het gouvernement Cherson. Dat gouvernement bestaat niet meer, onze stad is opgenomen in het district Odessa.
Ik was pas negen, en ik was bang voor de examens. Voor twee vakken – Russisch en rekenen – mocht ik niet minder dan een vijf halen. De numerus clausus was streng op ons gymnasium, slechts vijf procent. Op veertig jongens werden maar twee joodse jongens toegelaten tot de voorbereidende klas. De leraren ondervroegen die jongens listig; niemand kreeg zulke ingewikkelde vragen als wij. Daarom beloofde mijn vader de duiven te kopen op voorwaarde dat ik twee vijf plussen zou halen. Hij kwelde me uitentreuren, ik verviel in een eindeloze dagdroom, een lange, wanhopige kinderdroom, en al dromend ging ik naar het examen en ik bracht het er toch beter af dan de anderen.
Ik kon goed leren. Welke listen de leraren ook gebruikten, mijn verstand en mijn gretige geheugen konden ze me niet afnemen. Ik kon goed leren en kreeg twee vijven. Maar daarna veranderde alles. Chariton Efroessi, een graanhandelaar die tarwe exporteerde naar Marseille, betaalde vijfhonderd roebel smeergeld voor zijn zoon, van mijn vijf werd een vijf min gemaakt, en in mijn plaats werd de kleine Efroessi toegelaten tot het gymnasium. Het was een zware klap voor mijn vader. Vanaf mijn zesde had hij me in alle mogelijke vakken onderwezen. Het voorval met die min dreef hem tot wanhoop. Hij wilde Efroessi in elkaar slaan, of twee sjouwers omkopen om Efroessi in elkaar te slaan, maar mijn moeder bracht hem daarvan af, en ik begon me voor te bereiden op een ander toelatingsexamen, dat van volgend jaar voor de eerste klas. Achter mijn rug haalden mijn familieleden een leraar over om in één jaar de stof van zowel de voorbereidende als de eerste klas met mij door te nemen, en aangezien we ten einde raad waren, leerde ik drie boeken vanbuiten: de grammatica van Smirnovski, het rekenboek van Jevtoesjevski en de inleiding tot de Russische geschiedenis van Poetsykovitsj. Nu gebruiken kinderen die boeken niet meer, maar ik heb ze vanbuiten geleerd, regel voor regel, en het jaar daarna kreeg ik voor het examen Russisch van de leraar Karavajev de onbereikbare vijf plus.”

 

 
Isaak Babel (13 juli 1894 – 27 januari 1940)
Monument in Odessa

Lees verder “Isaak Babel, Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Scott Symons, Claire Beyer, Adam Scharrer”

Isaak Babel, Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Scott Symons, Claire Beyer, Adam Scharrer

De Russische schrijver Isaak Emmanuïlovitsj Babel werd geboren in Odessa op 13 juli 1894. Zie ook mijn blog van 13 juli 2010 en eveneens alle tags voor Isaak Babel op dit blog..

 

Uit: Old Shloyme

 

“And thus he lived in his corner—he ate and slept, and in the summer he also lay baking in the sun. It seemed that he had long ago lost all ability to comprehend anything. Neither his son’s business nor household matters interested him. He looked blankly at everything that took place around him, and the only fear that would flutter up in him was that his grandson might catch on that he had hidden a dried-up piece of honey cake under his pillow. Nobody ever spoke to Shloyme, asked his advice about anything, or asked him for help. And Shloyme was quite happy, until one day his son came over to him after dinner and shouted loudly into his ear, “Papa, they’re going to evict us from here! Are you listening? Evict us, kick us out!” His son’s voice was shaking, his face twisted as if he were in pain. Shloyme slowly raised his faded eyes, looked around, vaguely comprehending something, wrapped himself tighter in his greasy frock coat, didn’t say a word, and shuffled off to sleep.

    From that day on Shloyme began noticing that something strange was going on in the house. His son was crestfallen, wasn’t taking care of his business, and at times would burst into tears and look furtively at his chewing father. His grandson stopped going to high school. His daughter-in-law yelled shrilly, wrung her hands, pressed her son close to her, and cried bitterly and profusely.

Shloyme now had an occupation, he watched and tried to comprehend. Muffled thoughts stirred in his long-torpid brain. “They’re being kicked out of here!” Shloyme knew why they were being kicked out. “But Shloyme can’t leave! He’s eighty-six years old! He wants to stay warm! It’s cold outside, damp …. No! Shloyme isn’t going anywhere!

 

 

 

Isaak Babel (13 juli 1894 – 27 januari 1940)

Lees verder “Isaak Babel, Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Scott Symons, Claire Beyer, Adam Scharrer”

Isaak Babel, Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Scott Symons, Claire Beyer, Adam Scharrer

De Russische schrijver Isaak Emmanuïlovitsj Babel werd geboren in Odessa op 13 juli 1894. Zie ook mijn blog van 13 juli 2010 en eveneens alle tags voor Isaak Babel op dit blog..

Uit: Old Shloyme

„Although our town is small, its inhabitants few in number, and although Shloyme had not left this town once in sixty years, you’d be hard-pressed to find a single person who was able to tell you exactly who Shloyme was or what he was all about. The reason for this, plain and simple, is that he was forgotten, the way you forget an unnecessary thing that doesn’t jump out and grab you. Old Shloyme was precisely that kind of thing. He was eighty-six years old. His eyes were watery. His face—his small, dirty, wrinkled face—was overgrown with a yellowish beard that had never been combed, and his head was covered with a thick, tangled mane. Shloyme almost never washed, seldom changed his clothes, and gave off a foul stench. His son and daughter-in-law, with whom he lived, had stopped bothering about him—they kept him in a warm corner and forgot about him. His warm corner and his food were all that Shloyme had left, and it seemed that this was all he needed. For him, warming his old broken bones and eating a nice, fat, juicy piece of meat were the purest bliss. He was the first to come to the table, and greedily watched every bite with unflinching eyes, convulsively cramming food into his mouth with his long bony fingers, and he ate, ate, ate till they refused to give him any more, even a tiny little piece. Watching Shloyme eat was disgusting: his whole puny body quivered, his fingers covered with grease, his face so pitiful, filled with the dread that someone might harm him, that he might be forgotten. Sometimes his daughter-in-law would play a little trick on Shloyme. She would serve the food, and then act as if she had overlooked him. The old man would begin to get agitated, look around helplessly, and try to smile with his twisted, toothless mouth. He wanted to show that food was not important to him, that he could perfectly well make do without it, but there was so much pleading in the depths of his eyes, in the crease of his mouth, in his outstretched, imploring arms, and his smile, wrenched with such difficulty, was so pitiful, that all jokes were dropped, and Shloyme received his portion.“

Isaak Babel (13 juli 1894 – 27 januari 1940)
Babel met dochter

Lees verder “Isaak Babel, Wole Soyinka, Rebecca Salentin, Scott Symons, Claire Beyer, Adam Scharrer”

Isaak Babel, Wole Soyinka, Scott Symons, Claire Beyer, John Clare

De Russische schrijver Isaak Emmanuïlovitsj Babel werd geboren in Odessa op 13 juli 1894. Zie ook mijn blog van 13 juli 2006 en ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.

Uit: Savage Shorthand: The Life and Death of Isaac Babel (Biografie door Jerome Charyn)

„In 1955, lionel trilling published a dazzling introduction to the collected stories of Isaac Babel, a writer whod become a ghost in his own country, his books removed from libraries, his name scratched out of encyclopedias, as if hed never existed. Babel had written the first masterpiece of the Russian Revolution, Red Cavalry, a cycle of stories about Cossack horse soldiers fighting against the Poles in a brutal and bloody campaign; these stories had the “architecture” and complexity of a novel, a Cubist novel built on a wild geometry where the missing pieces were an essential part of the puzzle. Babel was idolized and attacked for the same reason: rather than celebrate the Revolution, he galloped across it with a cavalrymans panache. He was the one Soviet writer who was read abroad. That made him an infidel in the Partys eyes. And he had to walk a curious tightrope for the rest of his liferevere the Revolution and write a prickly, personal prose that was like a time bomb to the Revolutions dull, pragmatic songs.

Babel fell into silence, wandered the Soviet Union; in the few photographs we have of him, he looks like a man wearing the mask of a grocery clerk. The rebellious writer had to be hidden at all cost. And so Babel became the jovial pal of the proletariat, whod rather talk with jockeys and whores than with a fellow writer. Whereas hed talked about literature day and night with his first wife, Zhenya, while he was with her in Batum, would read his stories to her until they were burnt into her heart and she could recite them twenty years later, he wouldnt even show his manuscripts to his second wife, Antonina. He was practicing to become a man of the people who hung out at a stud farm, but hed used up his own interior space. He was one of the voiceless men“Ten steps away no one hears our speeches”in Osip Mandelstams poem about Stalin, a poem that got Mandelstam arrested, exiled, and killed. Babel never attacked the Kremlins “mountaineer” with “cockroach whiskers.” Stalin was one of his readers, but that couldnt save him.“

Isaak Babel (13 juli 1894 – 27 januari 1940)


De Nigeriaanse dichter, schrijver en voorvechter van democratie Akinwande Oluwole “Wole” Soyinka werd geboren op 13 juli 1934 in Abeokuta. Zie ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.

Uit: The Years of Childhood

„Mr Olagbaju’s bachelor house behind the school became a second lunch-hour home. His favourite food appeared to be the pounded yam, iyan, at which I soon became his keen accomplice. Through the same iyan, I made my first close school friend, Osiki, simply by discovering that he was an even more ardent lover of the pounded yam than either Mr Olagbaju or I. It seemed a simple matter of course that I should take him home or to Mr Olagbaju’s whenever the meal was iyan; moreover, Mr Olagbaju was also teaching me to play ayo, and this required a partner to play with. It was with some surprise that I heard my mother remark:

‘This one is going to be like his father. He brings home friends at meal-times without any notice.’

I saw nothing to remark in it at all; it was the most natural thing in the world to bring a friend home at his favourite meal-time. So Osiki became an inseparable companion and a regular feature of the house, especially on iyan days. One of the house helps composed a song on him:

Osiki oko oniyan
A ti nwa e, a ko ri e

which she began singing as soon as we appeared, hand in hand, on the path leading from the school. But the pounded yam was also to provide the first test of our friendship.”

Wole Soyinka (Abeokuta, 13 juli 1934)


De Duitse schrijfster Rebecca Salentin werd geboren op 13 juli 1979 in Eschweiler. Nog voor haar eindexamen aan het gymnasium werd zij moeder. Zij verbleef voor kortere of langere tijd in Nigeria, Canada, Israël en Nieuwzeeland. Zij werkte als redactie-assistente voor Edit – Papier für neue Texte schreef recensies voor de Leipzig-Almanach, en werkte mee aan diverse tijdschriften.

Uit: Geschichten aus der Oberpfalz

Künstlerpech

Da war der Künstler, ein Zugezogener. Der hat sich den ganzen Garten zugestellt, mit so ein paar seltsamen Figuren. Sachen hat der gebaut, der Künstler! Aus Bratpfannen, Stühlen, Fahrrädern und Blechdosen. Lauter unbrauchbares Zeug, das er auch noch bunt angemalt hat. Und gesoffen hat er, wie ein Wilder. Ja, bis er dann eines nachts auf dem Heimweg drei Burschen mit seinem Mofa totgefahren hat. War mal wieder so betrunken, dass er nicht mehr wußte, wo er langfährt, und Licht hat er auch keins gehabt. Die Jungs kamen grad’ vom Star in ihrem Opel, wollten dem Künstler ausweichen und sind am Baum gelandet. Danach hat er nichts mehr gebaut. Der Garten ist verwildert, die paar komischen Gestalten waren schon ganz zugewachsen. Auf seinen Prozeß hat er gewartet, der Künstler. Mit dem Mofa ist er nicht mehr gefahren und getrunken hat er auch nicht mehr. Bis auf ein einziges Mal, und dass auch nur, um sich dann selbst totzufahren.

Rebecca Salentin (Eschweiler, 13 juli 1979)

 

De Canadese schrijver Scott Symons werd geboren op 13 juli 1933 in Toronto.

Uit: Place d’Armes

A son with one of them. Juniper vision. Age 17? He has the felinity of youth – but already over that imposes the same kind of jerked electronically controlled order that entirely governed the lady of the choirmistress. His brain keeps sending out messages to his body. Do this. Do that. Don’t do that. And his body conforms correctly, but always a split second after the order, so that there is that accusative slight divergence . . . Mind over matter it is called. Or intellect over sensibility. The beginning of the long slow death.“

(…)

„Oh – how difficult to write all this . . . each word a brand seeming the flesh. Impossible to write it, for we who have never said us. . . . So much easier to be a Jew, a member of that fraternity of exiles, whose only redemption lives in the magnificent written plaint – in a whole North American literature culminating in Bellow, and, in Canada, in Richler and Layton and Cohen. I don’t lessen their achievement . . . but they were born into a culture of expostulation! They were born with right to permanent exile. But what of the goddamn Legitimist, Establishment, Hereditary, Infeodated, Loyalist, Christian Canadian Tory? For him to speak his mind . . .requires a Counter-Revolution at least. And – worse (or better!) – for him to bespeak his sensibility requires at least a nervous breakdown!“

Scott Symons (13 juli 1933 – 23 februari 2009)


De Duitse schrijfster Claire Beyer werd geboren op 13 juli 1947 in Blaichach in de Oberallgäu.

Uit: Remis

„Einer kann ohne Wurzeln leben, sagt Friedrich. Ich schon, denkt Philipp, sagt es aber nicht. Schließlich haben seine Frau Kira und er gerade den Schlüssel für das Haus in Südfrankreich bekommen. Es ist Friedrichs und Margaretes Haus, steht mit dem Rücken zum Berg und weit entfernt vom Meer. Verborgen in einem Tal der Pyrenäen. Auch Margarete verbirgt sich. Weinend sitzt sie in ihrem Zimmer am Fenster. Greta, liebe Greta, ruft sie, steh auf. Der Wächter hat das Land verlassen. Ich brauche deine Augen für die schwarzen Nächte der Vergangenheit und deine Lieder für die Tage der Löwen.
Vom Briefkasten bis zur Wohnungstür sind es neunundvierzig Stufen und bis sie dort angelangt ist, hat Kira die Titelseite der Tageszeitung gelesen, Bankauszüge geöffnet oder Abrechnungen der Energiegesellschaft überflogen. Andere Briefe klemmt sie unter den Arm, aber die sind selten. Für Post solcher Art braucht sie Zeit und, wenn möglich, eine Tasse Tee und einen aufgeräumten Schreibtisch. Am Tag vor ihrer Abreise in die Ferien lag ein handschriftlich adressiertes Kuvert im Briefkasten. Es sah wertvoll aus zwischen all den bunten Prospekten und Werbebriefen.
Kira brühte Tee auf, räumte die Mitte der Schreibtischauflage frei und griff nach dem Brieföffner mit den orientalischen Ornamenten. Sie schob ihn sacht in die kleine, nicht gummierte Lücke und zog den Öffner vorsichtig hoch und längs, das Kuvert sollte nicht zerreißen. Auf der Rückseite fehlte der Absender. Erst jetzt las sie gründlicher, sah, der Brief war an ihren Mann gerichtet.“

Claire Beyer (Blaichach, 13 juli 1947)

 

De Engelse dichter John Clare werd geboren op 13 juli 1793 in Helpston, Northamptonshire. Zie ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.

Bonny Lassie O!

O the evening’s for the fair, bonny lassie O!
To meet the cooler air and walk an angel there,
With the dark dishevelled hair,
Bonny lassie O!

The bloom’s on the brere, bonny lassie O!
Oak apples on the tree; and wilt thou gang to see
The shed I’ve made for thee,
Bonny lassie O!

Tis agen the running brook, bonny lassie O!
In a grassy nook hard by, with a little patch of sky,
And a bush to keep us dry,
Bonny lassie O!

There’s the daisy all the year, bonny lassie O!
There’s the king-cup bright as gold, and the speedwell never cold,
And the arum leaves unrolled,
Bonny lassie O!

O meet me at the shed, bonny lassie O!
With a woodbine peeping in, and the roses like thy skin
Blushing, thy praise to win,
Bonny lassie O!

I will meet thee there at e’en, bonny lassie O!
When the bee sips in the bean, and grey willow branches lean,
And the moonbeam looks between,
Bonny lassie O!

John Clare (13 juli 1793 – 19 mei 1864)Portret door William Hilton

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juli ook mijn vorige blog van vandaag.

Isaak Babel, Wole Soyinka, Scott Symons, Claire Beyer, John Clare, Julius Caesar, Gustav Freytag, Wilhelm Wackenroder, Sabina Lorenz, Silvio Pfeuffer, Adam Scharrer

De Russische schrijver Isaak Emmanuïlovitsj Babel werd geboren in Odessa op 13 juli 1894. Zie ook mijn blog van 13 juli 2006 en ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.

Uit: Dagboek 1920 (Vertaald door Peter Zeeman)

“Beljov, 12.7.20

’s Ochtens – ik heb een begin gemaakt met een dagboek van de krijgshandelingen, ben bezig de operationele berichten te analyseren. Dit dagboek wordt wel iets interessants.

Na het middageten rijd ik op het  paard van ordonnans Sokolov (lijdt aan terugkerende tyfus, ligt naast mij op de grond in een leren jack, mager en rasecht, met een zweep in zijn vermagerde hand, hij hield het lazaret voor gezien, ze gaven hem niets te eten en het was er saai, lag daar ziek in die verschrikkelijke nacht waarin Rovno werd prijsgegegevn, helemaal volgegoten met water, lang, hij waggelt, praat vol belangstelling met het echtpaar waarbij we zijn ingekwartierd, maar ook op een gebiedende toon, alsof iedere boer zijn vijand is). Sjpakov, een Tsjechische kolonie. Een rijke streek, er is veel haver en tarwe, ik rijd door dorpen: Peresonnitza, Milostrovo, Ploski, Sjpakov. Er wordt vlas verbouwd, grondstof voor lijnolie, en er is veel boekweit.

Rijke dorpen, een hete middag, stoffige wegen, een doorzichtige hemel zonder wolken, het paard is lui, de zweep erover – en het zet het op een lopen. Mijn eerste rit te paard. In Milosnovo neem ik een bespannen wagen uit Sjpakov om met een dienstorder van de divisiestaf op zak een mitrailleurwagen en paarden op te halen.

Weekhartigheid. Verrukt aanschouw ik het onrussische, zuivere, energieke leven van de Tsjechen. Een geschikte dorpsoudste, in alle richtingen galopperen ruiters, telkens nieuwe eisen, veertig wagens hooi, 10 varkens, agenten van het Speciale Provianderingscomité – graan, een kwitantie voor de dorpsoudtste – haver ontvangen – bedankt: De commandant van de verkenningsdienst van het 34ste regiment.

Degelijke boerenwoningen glanzen in de zon, dakpannen, ijzer, steen, appels, een stenen schoolgebouw, vrouwen van het halfsteedse type, heldere schorten. We lopen naar molenaar Juripov, de rijkste en de intelligentste, een rijzige knappe karakteristieke Tsjech met een Westeuropese snor. Een prachtige binnenplaats, een duiventil, dat ontroert me.”

 

babel

Isaak Babel (13 juli 1894 – 27 januari 1940)
Portret door Václav Zeman

 

De Nigeriaanse dichter, schrijver en voorvechter van democratie Akinwande Oluwole “Wole” Soyinka werd geboren op 13 juli 1934 in Abeokuta. Zie ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.

  

Dedication

for Moremi, 1963

 

Earth will not share the rafter’s envy; dung floors

Break, not the gecko’s slight skin, but its fall

Taste this soil for death and plumb her deep for life

 

As this yam, wholly earthed, yet a living tuber

To the warmth of waters, earthed as springs

As roots of baobab, as the hearth.

 

The air will not deny you. Like a top

Spin you on the navel of the storm, for the hoe

That roots the forests plows a path for squirrels.

 

Be ageless as dark peat, but only that rain’s

Fingers, not the feet of men, may wash you over.

Long wear the sun’s shadow; run naked to the night.

 

Peppers green and red—child—your tongue arch

To scorpion tail, spit straight return to danger’s threats

Yet coo with the brown pigeon, tendril dew between your lips.

 

Shield you like the flesh of palms, skyward held

Cuspids in thorn nesting, insealed as the heart of kernel—

A woman’s flesh is oil—child, palm oil on your tongue

 

Is suppleness to life, and wine of this gourd

From self-same timeless run of runnels as refill

Your podlings, child, weaned from yours we embrace

 

Earth’s honeyed milk, wine of the only rib.

Now roll your tongue in honey till your cheeks are

Swarming honeycombs—your world needs sweetening, child.

 

Camwood round the heart, chalk for flight

Of blemish—see? it dawns!—antimony beneath

Armpits like a goddess, and leave this taste

 

Long on your lips, of salt, that you may seek

None from tears. This, rain-water, is the gift

Of gods—drink of its purity, bear fruits in season.

 

Fruits then to your lips: haste to repay

The debt of birth. Yield man-tides like the sea

And ebbing, leave a meaning of the fossilled sands.

 

 

soyinka

Wole Soyinka (Abeokuta, 13 juli 1934)

 

 

De Canadeese schrijver Scott Symons werd geboren op 13 juli 1933 in Toronto. Symons was afkomstig uit een rijke familie en volgde les aan verschillende privéscholen, aan de universiteit van Toronto, de Cambridge University en de Sorbonne. In de late jaren 1960 en de vroeger jaren 1970 was hij een rijzende ster van de Canadese letterkunde. Hij schreef twee romans met homo-erotische thema’s en vertrok vervolgens naar Marokko. Symons was openlijk homoseksueel in een tijd dat homoseksualiteit nog strafbaar was in Canada. Zijn eerste roman Place d’Armes verscheen in 1967. Pas twee jaar later verdween in Canada homosexualiteit uit het wetboek van strafrecht. Nik Sheehan maakte over Symons in 1988 een documentaire film, God’s Fool. Scott Symons overleed op 23 februari van dit jaar.

 

Uit: Place d’Armes

 

“As I write I note something very dangerous to my Novel . . . that by allowing my protagonist, Andrew, to write directly of his adventure, into his Diary (which then becomes me! weird, that), by presenting the rationale of it, his Diary becomes my Novel, becomes my Adventure, becomes me now – and my Novel, being merely his Diary is reduced, and what I am living Incomes merely my Novel. Whereas what I am doing is the totality. And to try to reduce it to Novel: Diary or other, I acquiesce in the fact that I myself do have some existence beyond this Adventure into my life, into life. And I thus reduce the Adventure to an accessory – which God knows (well!), it ain’t! . . . It must then cease to be my Diary – or my Diary of the protagonist of my Novel . . . and become the Diary of the Adventure. Because I must submit totally to the Adventure.
. . . if I wrote Andrew’s Diary, the Adventure would recede out of me, and I would recede, would diminish. I would lose that appalling magnificent immanence of the world. . . In other words Andrew’s novel is dangerous to my Novel – to me. . .I don’t understand!”

(…)

“He rolled over again . . . wondering how to extrude this presence in him. How to protect himself from it. He knew that once his lines had been breached this way he was endlessly vulnerable. And he felt vulnerable as he lay there. Utterly. Crunch of bones was railway shunt was truck loading bottles in nearby alley was the Greyway vertebrate in him was his back cracking under the strain. Fart of carhorn, roar of motors . . . a jungle rumbling him. It was all amplified in him – and it all amplified. So that every sound was present in him the way the Place was . . . an invasion on all fronts. It all detonated inside him. . . . and threatened to detonate him.”

 

Symons

Scott Symons (13 juli 1933 – 23 februari 2009)

 

 

De Duitse schrijfster Claire Beyer werd geboren op 13 juli 1947 in Blaichach in de Oberallgäu. In 2000 publiceerde zij haar eerste roman Rauken, die door de kritiek zeer gunstig ontvangen werd. In 2004 volgde de verhalenbundel Rosenhain – Sechs Geschichten von fünf Sinnen. In 2006 verscheen de roman Remis. Beyer schrijft ook gedichten, theaterstukken en libretti.

Uit: Rauken

“Die Kleine Oma hatten sie sorgfältig in den Sarg gebettet. Am Kopfende waren Kerzen entzündet worden, und ringsum, wo sonst Tische und Stühle standen, lagen jetzt Blumen und Gebinde. Mitten im Raum der Sarg, die störenden Möbel im Flur aufgebaut, und jeder, der kam, Abschied zu nehmen, musste sich hindurchzwängen. Es kamen nicht viele. Nachbarn, die Hausbewohner und natürlich der Pfarrer. Er war bereits am Abend zuvor da gewesen, hatte die Letzte Ölung vorgenommen, eine Handlung, die das Kind Vroni mit stummem Entsetzen verfolgte. Ihm schien, dass mit dieser Zeremonie der Lebende in den Tod gestoßen wurde. Wer schon getraute sich, nach einer Letzten Ölung weiterzuleben. Barfüßig mussten die so Gesalbten den kümmerlichen Rest ihres Lebens verbringen, und nicht wenige erschraken während der Salbung so sehr, dass ihnen vor Angst das Blut stockte und sie ihr Herz anhielten. Ein Danach war unchristlich und gegen den Strom des Lebens, schließlich bot dieses Sakrament die Stärkung, sich im Tode der Gnade Gottes überantworten zu können. Der stand schon da, mit helfender Hand, und die durfte nicht ungestraft zurückgewiesen werden.

Die Kleine Oma tat es auch nicht, glitt hinüber mit einem Seufzer, der die Umstehenden schaudern ließ, und erst die tatkräftige Gemeindeschwester löste die Erstarrung. Sie wickelte einen perlmuttfarbenen Rosenkranz um die Hände der Verstorbenen, fesselte sie so zusammen, dass die Tote zu beten schien.“

clairebeyer

Claire Beyer (Blaichach, 13 juli 1947)

 

De Engelse dichter John Clare werd geboren op 13 juli 1793 in Helpston, Northamptonshire. Zie ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.

 

All nature has a feeling 

 

All nature has a feeling: woods, fields, brooks

Are life eternal: and in silence they

Speak happiness beyond the reach of books;

There’s nothing mortal in them; their decay

Is the green life of change; to pass away

And come again in blooms revivified.

Its birth was heaven, eternal it its stay,

And with the sun and moon shall still abide

Beneath their day and night and h
eaven wide.

 

 

An Invite, to Eternity 

 

Wilt thou go with me, sweet maid,

Say, maiden, wilt thou go with me

Through the valley-depths of shade,

Of night and dark obscurity;

Where the path has lost its way,

Where the sun forgets the day,

Where there’s nor life nor light to see,

Sweet maiden, wilt thou go with me!

 

Where stones will turn to flooding streams,

Where plains will rise like ocean waves,

Where life will fade like visioned dreams

And mountains darken into caves,

Say, maiden, wilt thou go with me

Through this sad non-identity,

Where parents live and are forgot,

And sisters live and know us not!

 

Say, maiden; wilt thou go with me

In this strange death of life to be,

To live in death and be the same,

Without this life or home or name,

At once to be and not to be –

That was and is not -yet to see

Things pass like shadows, and the sky

Above, below, around us lie?

 

clare_hilton

John Clare (13 juli 1793 – 19 mei 1864)
Portret door William Hilton

 

 

De Romeinse staatsman, generaal en schrijver Gaius Julius Caesar werd geboren in Rome op 13 juli ± 100 v. Chr. Zie ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.

 

Uit: Oorlog in Gallië (Vertaald door Vincent Hunink)

 

Er restte nog een klein stuk van de zomer. En hoewel het in die streken vroeg winter wordt (Gallië als geheel is op het noorden gericht), besloot Caesar tot een expeditie naar Brittannië. Hij begreep namelijk dat in bijna alle Gallische oorlogen de vijand van daaruit hulp had gekregen. En als het seizoen te kort zou blijken voor een oorlog, was het naar zijn mening toch heel nuttig om alleen al op het eiland voet aan wal te zetten: dan kon hij bekijken wat voor slag mensen er woont en zich op de hoogte stellen van het terrein, de havens en mogelijke landingsplaatsen.

Van al die dingen wisten de Galliërs vrijwel niets. Want niemand gaat daar zomaar naartoe behalve handelaren, en zelfs die kennen enkel maar de kuststrook en de streken tegenover Gallië. Hoewel Caesar van alle kanten handelaren bij zich liet komen, kon hij dan ook nergens informatie over vinden: wat is de omvang van het eiland? Welke stammen wonen er en hoe groot zijn die? Hoe voeren ze oorlog en wat voor gebruiken kennen ze? Zijn er geschikte havens voor een flink aantal grote schepen?

Om hier eerst achter te komen voordat hij zich aan zo’n actie waagde, stuurde hij iemand die hij geschikt achtte, Gaius Volusenus, met een oorlogsschip vooruit. Hij gaf hem opdracht om alles goed te verkennen en zo snel mogelijk bij hem terug te keren.

Zelf vertrok hij met alle troepen naar de streek van de Morini: van daaruit was namelijk de oversteek naar Brittannië het kortst. Hier liet hij vanuit alle streken in de buurt schepen bijeenkomen, evenals de vloot die hij de zomer ervoor had geformeerd voor de Venetische oorlog”.

 

Julius_Caesar_2

Julius Caesar (13 juli ± 100 v. Chr. – 15 maart 44 v. Chr.)

 

 

De Duitse schrijver en journalist Gustav Freytag werd geboren op 13 juli 1816 in Kreuzburg. Zie ook mijn blog van 13 juli 2006 en ook mijn blog van 13 juli 2008.

Uit: Der Kronprinz und die deutsche Kaiserkrone

 

„In Speier kam ich am 1. August 1870 an und hatte die Freude alsbald den Kronprinzen zu sprechen, Morier war bei ihm, der sich gerade empfahl. Ich fand unsern Herrn sehr lieb und gütig, er ist für mich ein rührender Mann: das lautere, offenherzige Gemüth, die Innigkeit seines Empfindens, die Unbehilflichkeit seines Wollens überall, wo er nicht durch ein warmes Gefühl getrieben wird. Sobald wir allein waren, sprach er von der Kronprinzessin. – In seiner Auffassung der deutschen Verhältnisse aber war er wie ein geflügelter Engel, der hoch über der Erde schwebt. Der deutsche Nordbund erschien ihm als gänzlich überwunden und abgethan; das Ganze, die Einheit, sei ja jetzt vorhanden. Ich nahm mir die Freiheit zu bemerken, daß Einheit des Enthusiasmus und des Heeresbefehls noch durchaus nicht Einheit der politischen Interessen zur Voraussetzung und zur Folge habe. Das Streben der Südstaaten, ihre Selbständigkeit zu bewahren, jetzt gebändigt durch die Scheu vor Preußen und Franzosen, empfiehlt ihnen diesen Krieg ebenso sehr als ihre deutsche Gesinnung. Baiern und Würtemberg als treue Verbündete im Kriege sichern sich dadurch die Rücksichtnahme auf ihre politischen Forderungen. Ihre beste Hilfe wird, daß sie Vaterlandsliebe gegen Frankreich erweisen können. Wenn der unwahrscheinliche Fall einträte, daß der Krieg ungünstig für Preußen verliefe, dann würden sie sich als Rechtfertigung jeder abgeneigten Politik anrechnen dürfen, wir haben’s ja einmal ehrlich gemeint, und da ist’s schlecht gegangen.“

 

Gustav_Freytag

Gustav Freytag (13 juli 1816 – 30 april 1895)
Portret door Karl Stauffer-Bern, 1886–1887

 

 

De Duitse schrijver Wilhelm Wackenroder werd geboren in Berlijn op 13 juli 1773. Zie ook mijn blog van 13 juli 2007 en ook mijn blog van 13 juli 2008.

Uit: Ehrengedächtnis unsers ehrwürdigen Ahnherrn Albrecht Dürers

“Nürnberg! du vormals weltberühmte Stadt! Wie gerne durchwanderte ich deine krummen Gassen; mit welcher kindlichen Liebe betrachtete ich deine altväterischen Häuser und Kirchen, denen die feste Spur von unsrer alten vaterländischen Kunst eingedrückt ist! Wie innig lieb ich die Bildungen jener Zeit, die eine so derbe, kräftige und wahre Sprache führen! Wie ziehen sie mich zurück in jenes graue Jahrhundert, da du, Nürnberg, die lebendigwimmelnde Schule der vaterländischen Kunst warst, und ein recht fruchtbarer, überfließender Kunstgeist in deinen Mauern lebte und webte: – da Meister Hans Sachs und Adam Kraft, der Bildhauer, und vor allen, Albrecht Dürer mit seinem Freunde, Wilibaldus Pirckheimer, und so viel andre hochgelobte Ehrenmänner noch lebten! Wie oft hab ich mich in jene Zeit zurückgewünscht! Wie oft ist sie in meinen Gedanken wieder von neuem vor mir hervorgegangen, wenn ich in deinen ehrwürdigen Büchersälen, Nürnberg, in einem engen Winkel, beim Dämmerlicht der kleinen, rundscheibigen Fenster saß, und über den Folianten des wackern Hans Sachs, oder über anderem alten, gelben, wurmgefressenen Papier brütete; – oder wenn ich unter den kühnen Gewölben deiner düstern Kirchen wandelte, wo der Tag durch buntbemalte Fenster all das Bildwerk und die Malereien der alten Zeit wunderbar beleuchtet! – –

Ihr wundert euch wieder, und sehet mich an, ihr Engherzigen und Kleingläubigen! O ich kenne sie ja, die Myrtenwälder Italiens, – ich kenne sie ja, die himmlische Glut in den begeisterten Männern des beglückten Südens: – was ruft ihr mich hin, wo immer Gedanken meiner Seele wohnen, wo die Heimat der schönsten Stunden meines Lebens ist! – ihr, die ihr überall Grenzen sehet, wo keine sind! Liegt Rom und Deutschland nicht auf einer Erde? Hat
der himmlische Vater nicht Wege von Norden nach Süden, wie von Westen nach Osten über den Erdkreis geführt? Ist ein Menschenleben zu kurz? Sind die Alpen unübersteiglich? – Nun so muß auch mehr als eine Liebe in der Brust des Menschen wohnen können. – –“

 

wackenroder

Wilhelm Wackenroder (13 juli 1773 – 13 december 1798)
Reliëf van Christian Friedrich Tieck

 

 

Onafhankelijk van geboortedata:

 

De Duitse schrijfster en dichteres Sabina Lorenz werd geboren in 1967 in München. Zij is mede-uitgeefster van het literatuurtijdschrift “außer.dem”. Zij publiceerde korte prozateksten en gedichten in bloemlezingen en tijdschriften. In 2007 verscheen haar dichtbundel Die Fremde ist ein Ort.

 

Und nun

 

Wie sich auf der Durchreise Gänse
unter Touristen mischten, ich saß, du sprangst
an den Gleisen entlang, still verwachsen
mit Heckenrosen, Hornkraut im Schienenbett.
Vergessen, dass du keine Steppschuhe trugst
und auf einmal dieser Angstflügel, die Gänse
kehren wieder und ihr Schrei:
Eil! Eil! Wann
geht der Zug. Verlorene Federn
vom letzten Jahr. Du hobst sie auf, grinstest
in die Augen der Touristenkameras, breit, und
strichst und strichst diese zerzausten
Dinger. Versuch. Ein Spiel.
Du saßt
ich sprang.
War ja nichts zu sehen als Licht.

 

Lorenz

Sabina Lorenz (München, 1967)

 

 

De Duitse dichter Silvio Pfeuffer werd geboren in Suhl in 1969. In studeerde filosofie en promoveerde op Levinas. Hij is mede-oprichter van het literaire tijdschrift EDIT.Tegenwoo
rdig woont hij in Leipzig. Werk van hem verscheen in diverse tijdschriften. Literaire voorbeelden voor hem waren dichters als
Ulrich Zieger, Gerhard Falkner, en Thomas Kunst,. In 2005 verscheen de dichtbundel Tausend Sonnen sind eine vermisste Million.

 

 

Die Allee

Die Allee

VIII

 

jeder tag endet mit der gelegenheit
tag gewesen zu sein
darum geh du nur:

 

du wirst dich doch nicht entfernen
niemanden vergessen
schüren immer nur die falschheiten des winds

 

wie ein tier, das seine wunde nicht versteht
das sich leckt und von halsbrecherischer schönheit ist
wirst du helle gefechte schlagen

 

norden und süden auf dich ziehen
flachbrüstige, nie einmal eingelöste schwüre
allein der wind gibt sich mit ihnen preis

 

entlang der allee wie langsam abtrocknende unendlichkeit
an der die landschaft es aufgibt
irr zu werden, die nur noch daliegt:

 

die äcker tiefgefroren brach
kleine verirrte rinnsale, die nicht rechtzeitig versickerten
und splittern

 

silvio_pfeuffer

Silvio Pfeuffer (Suhl, 1969)

 

 

Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 13 juli 2007.

De Duitse schrijver Adam Scharrer werd geboren op 13 juli 1889 in Kleinschwarzenlohe (Mittelfranken).