Edith Sitwell, Michael Guttenbrunner, Margaret Landon, Anton Haakman, Willem Bilderdijk, Jenny Aloni

De Engelse dichteres en schrijfster Edith Sitwell werd geboren op 7 september 1887 in Scarborough.

 

 The Fan 

 

LOVELY Semiramis

Closes her slanting eyes:

Dead is she long ago.

From her fan, sliding slow,

Parrot-bright fire’s feathers,

Gilded as June weathers,

Plumes bright and shrill as grass

Twinkle down; as they pass

Through the green glooms in Hell

Fruits with a tuneful smell,

Grapes like an emerald rain,

Where the full moon has lain,

Greengages bright as grass,

Melons as cold as glass,

Piled on each gilded booth,

Feel their cheeks growing smooth.

Apes in plumed head-dresses

Whence the bright heat hisses,–

Nubian faces, sly

Pursing mouth, slanting eye,

Feel the Arabian

Winds floating from the fan.

 

 

 

Four in the Morning 

 

Cried the navy-blue ghost

Of Mr. Belaker

The allegro Negro cocktail-shaker,

“Why did the cock crow,

Why am I lost,

Down the endless road to Infinity toss’d?

The tropical leaves are whispering white

As water; I race the wind in my flight.

The white lace houses are carried away

By the tide; far out they float and sway.

White is the nursemaid on the parade.

Is she real, as she flirts with me unafraid?

I raced through the leaves as white as water…

Ghostly, flowed over the nursemaid, caught her,

Left her…edging the far-off sand

Is the foam of the sirens’ Metropole and Grand;

And along the parade I am blown and lost,

Down the endless road to Infinity toss’d.

The guinea-fowl-plumaged houses sleep…

On one, I saw the lone grass weep,

Where only the whimpering greyhound wind

Chased me, raced me, for what it could find.”

And there in the black and furry boughs

How slowly, coldly, old Time grows,

Where the pigeons smelling of gingerbread,

And the spectacled owls so deeply read,

And the sweet ring-doves of curded milk

Watch the Infanta’s gown of silk

In the ghost-room tall where the governante

Gesticulates lente and walks andante.

‘Madam, Princesses must be obedient;

For a medicine now becomes expedient–

Of five ingredients–a diapente,

Said the governante, fading lente…

In at the window then looked he,

The navy-blue ghost of Mr. Belaker,

The allegro Negro cocktail-shaker–

And his flattened face like the moon saw she–

Rhinoceros-black (a flowing sea!).

 

Sitwell

Edith Sitwell (7 september 1887 –  9 december 1964)

Portret door Roger Fry

 

De Oostenrijkse dichter en schrijver Michael Guttenbrunner werd geboren op 7 september 1919 in Altenhofen.

 

In den Abruzzen

 

Wer wandert auf baumlosen Bergen,
über dem Abgrund des Meeres?
Wer sitzt am Fluß
im Tal der Zikaden
und sieht, wie das Licht auf Gipfel
strahlende Füße setzt?
Die Berge rühren sich nicht.
Still wachsen die Schatten der Steine.
Der Saumpfad ist leer, ohne Schritt.
Kein klirrendes Rad rührt den Staub.

 

 

 

Bauernmädchen

 

Leicht gebeugt unter schweren Bürden
schreiten sie über die Hügel,
barfüßig, auf bloßen Sohlen.
Schleppende Röcke umrauschen lautlose Schritte.
Auf Schultern und Brüsten
leimt nasses Leinen.
Unter den tropfenvollen Haarflechten
glänzen gezähmte Gesichter im Nebelgrau.
Vorüber wallen sie gleich Bildern,
noch feucht vom Gottesfinger
schon in Schweiß gebadet,
gepeitscht, gestriegelt vom Regengusse.

 

guttenbrunner

Michael Guttenbrunner (7 september 1919 – 12 mei  2004)

 

De Amerikaanse schrijfster Margaret Landon werd geboren op 7 september 1903 in Somers, Wisconsin.

 

Uit: Anna and the King of Siam

 

„Louis ran shouting with the news to the circus performers, and the Newfoundland gravely padded after him. “Stay with him, Beebe,” the woman directed in Malay.

“Beebe and Bessy take good care of you and Louis, don’t they?” asked the captain.

“Yes, they’re very faithful.” She smiled faintly, her eyes on the hurrying back of the ayah. “Beebe and Moonshee have been with me since before I was married, you know. And good old Bessy is a member of the family, too. She’d guard us with her life.”

Captain Orton stood silent a moment. A puff of fresh wind blew the woman’s curls back. “Mrs. Leonowens, that ought to be a man’s job,” he said in a low voice to the pink ear that hardly reached his shoulder. “A maid, a dog, and an old Persian professor aren’t enough. I don’t like your going in there. For some women, yes. For you, no. People go in there and never come out again.” Dark color moved under the clear tan. “Forgive me for saying so much, but you can’t even imagine what it will be like.”

“You forget that I’ve lived in the Orient ever since I was fifteen.”

“Yes, in British colonies with British soldiers to protect you. This is Siam!”

The woman bit her lip, but did not turn her eyes toward him. “I can’t go back now. I’ve given my word.”

“You will not go back now?”

“I cannot!”

He paused, hesitating, then forged ahead. “There’s always Mr. Cobb. He’s a gentleman and rich!”

She flushed deeply. When she did not speak, he went on in a savage voice, but low. “There is also myself, as you know. Perhaps not a gentleman, and certainly not rich!”

She turned to him then, the deep brown eyes full of tears. “Dear Captain Orton, don’t belabor yourself so! To me you are a gentleman, a kind gentleman who has made this difficult trip endurable. But–please try to understand, that for me there has only ever been one man–Leon–and now that he’s–gone–there will never be anyone else.” She looked out across the water, but her eyes were unseeing. A tear ran down her cheek and she dried it hurriedly with a handkerchief. The man leaned on the rail beside her.

“Mrs. Leonowens, you’re too young to bury your heart in a grave.” There was a note of pleading in his voice. “Believe me, I would not ask much. Just to take care of you, and Avis, and Louis.”

She answered slowly, “But I can’t give even that little. I don’t know why, but I haven’t it left to give.” She lifted her face toward his and for a long moment he looked deeply into her eyes, then turned away scowling. Halfway down the deck he wheeled and came back. “I’ll be in port every month. If ever you need me, the Chow Phya and I are at your service.” And he was gone without waiting for a reply.

The sun was hot now. Sighing, but a little reassured, the slight, graceful woman went below.“

 

MargaretLandon

Margaret Landon (7 september 1903 – 4 december 1993)

 

 De Nederlandse schrijver Anton Haakman werd geboren op 7 september 1933 in Bussum.

 Uit: Panopticum

 „De eerste gasten

 1

 ‘Toen we van het feest terugkwamen, brandde overal de verlichting. Er stond een ladder onder de kamer van de Hollander. De achterdeur was open en een van.de terrasdeuren lag aan scherven. Overal, maar dan ook letterlijk overal lag bloed. De Hollander en zijn dochtertje waren verdwenen. Het arme kind, wat zal ze niet meegemaakt hebben… Gelukkig hadden we hem vooruit laten betalen. Nee, nooit meer Hollanders.’

Dit, of woorden van gelijke strekking, moet de nieuwe eigenaar van het hotel hebben gezegd tegen ieder die het wilde horen. Behalve aan de gendarmes.

Nu ik, veilig thuisgekomen, niet zonder tevredenheid de helder witte zwachtel om mijn opnieuw ontsmette en verbonden voet heb bezien, kan ik een poging wagen om enigszins ordelijk verslag uit te brengen van de dramatische gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld in een hotel in Zuid-Frankrijk en die op de Franse nationale feestdag hun climax bereikten.

Omdat mijn dochtertje, dat in augustus leerplichtig wordt, nog gauw uit eigen beweging een en ander wilde leren, waaronder de schoolslag, en omdat ikzelf een glimp wilde opvangen van de zon, waren we vertrokken naar het zuiden van Frankrijk. We waren niet de enigen, haast alle hotels waren vol, en zeker die met een zwembad. Maar we herinnerden ons een erg afgelegen herberg waar we twee jaar eerder een paar dagen rustig hadden kunnen baden en slapen. Vanuit Nîmes belde ik op. Een mannenstem die ik niet kende informeerde bars naar het aantal personen en het aantal nachten. En of we ook in het hotel zouden eten. Dat laatste klonk als voorwaarde, daarom antwoordde ik: ‘Vanavond wel, vanmiddag niet,’ in het midden latend waar we de volgende twee dagen zouden eten. Want ik herinnerde me het restaurant als heel plezierig vanwege het riante, op de verdieping gelegen terras, maar matig van spijzen en naar verhouding nogal duur.“

 

Haakman

Anton Haakman (Bussum, 7 september 1933)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Bilderdijk werd geboren op 7 september 1756 in Amsterdam. Zie ook mijn blog van 7 september 2006 en ook mijn blog van 7 september 2007.

 

De krekel

 

Voor schatten is uw heil

Niet veil,

Door woorden niet te melden ;

ô Krekel, die, op d’eikenbast,

U met een luttel daauws vergast

En huppelt door de velden !

 

Waar gij, op akkers, graan

Ziet staan,

In voren, zaadtjens schieten

Voor u is ’t, dat het koren wast ;

En wat de boer in schuren tast,

Gij moogt het al genieten.

 

De noeste boer besteedt

Zijn zweet

Voor u, voor uw genoegen :

En als uw suizen hem vermaakt,

De vorsch rikkikt, het eendtjen kwaakt,

Vergeet hij al zijn zwoegen.

 

Gij zijt geen haatlijk leed-

profeet,

Als duizend onweêrkraaiers

Maar, zomerboô, maar zongezant,

Bevestigt ge aan ’t bezwangerd lan
d

De onzeekre hoop des zaaiers.

 

Gij draagt de gunst der Min

-godin ;

 

Der Heliconiaden ;

Apol verleende u in den snuit

Een zoet en zangerig geluid,

Waar aan geen jaren schaden.

 

En matig, en benij-

dingvrij,

In altijd vroolijk zingen ;

Bereikt ge, ô kleen en bloedloos dier,

Den staat der hooge Goden schier,

En spot met stervelingen.

 

Bilderdijk

Willem Bilderdijk (7 september 1756 – 18 december 1831)
Schilderij door Cornelis van Cuylenburg, 1795

 

De Duits – Israëlische dichteres en schrijfster Jenny Aloni (eig. Jenny Rosenbaum werd geboren op 7 september 1917 in Paderborn. Zie ook mijn blog van 7 september 2007

 

 

Impression, September

 

Äste halten den Himmel vergittert

hinter den Blättern der Sykomore,

der letzten im Brachland der Seelen.

Nestgestrüppe stopfen

schwarze Knoten in das Wolkenlose.

Schwärme schmarotzender Fliegen

schwirren erregt um Gürtel

süß gegorener Feigen.

Ein Telegraphendraht zerschneidet

das endenlose Nichts zu langer Sommer

in zwei leere Ewigkeiten.

In ihnen schillert fremd der blaue Vogel

mit dem krummen Schnabel

fischefangender Jäger.

Sein harter, einsamer Ruf

kämmt lockend die dunklen

Stämme der Zypressen.

 

 

Sommerblumen

 

Du aber irrtest, die du wähntest, der Glutenwind des Sommers habe alle Blumen verbrannt, alle außer den Disteln. Vielleicht glaubtest du es, weil dein bildermüdes Auge zu eilig über die gelbbraunen Ebenen und Berghänge hastete auf rasender Fahrt von einer Stadt zur anderen. Jetzt da du Lärm und grellen Farben entflohst in die Stille deines abgelegenen Hauses, erkanntest du deinen Irrtum. Durch einen Totenacker der Frühlingsblumen führt dich ein schmaler Pfad zum nächsten Dorf. Dürre Blätter auf fahlen Stielen knistern noch immer den eigenen Sterbegesang, wenn dein Fuß an die ineinander verstrickten Stengel stößt oder ein seltener Lufthauch sie bewegt. Zwischen ihnen, wie unter gelben Strohschirmen vor der stechenden Sonne geschützt, öffnen die Blumen des Sommers ihre Kelche, namenlos für dich, die du sie nicht zu benennen weißt. Durch wasserlose Monate tragen sie die winzigen Blüten, ein blasses Rot, ein mattes Blau, ein leises Gelb. Mit dem spärlichen Naß frühen Nebeltaues begnügen sie sich. Sie blühen den ganzen trockenen Sommer hindurch, bis die Pflanzen des Regens, breiter und stämmiger als sie aus der Erde auftreiben und sie in dem Wust des üppigen Grüns ersticken.

 

Aloni

Jenny Aloni (7 september 1917 – 30 september 1993)

 

 Zie voor alle bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 7 september 2008.

 

Edith Sitwell, Michael Guttenbrunner, Margaret Landon, Anton Haakman, Willem Bilderdijk, Jenny Aloni

De Engelse dichteres en schrijfster Edith Sitwell werd geboren op 7 september 1887 in Scarborough. Haar ouders waren Sir George Sitwell, 4. Baronet of Renishaw Hall en Lady Ida Emily Augusta Denison. Sitwell beweerde later van de Plantagenets af te stammen. Zij had twee jongere broers, Osbert en Sacheverell Sitwell, die zelf ook een succesvolle literaire loopbaan kenden. Met hen werkte zij wel samen, maar de relatie met haar ouders was moeilijk. Toen zij 25 jaar was vertrok Sitwell naar Londen. Haar eerste gedicht The Downed Suns publiceerde zij in 1913 in de Daily Mirror. In 1915 verscheen de bundel The Mother and Other Poems en tussen 1916 en 1921 werkte zij samen met haar broers aan Wheels, een bloemlezing. Sitwells huis werd later een trefpunt van jonge schrijvers waarmee zij bevriend wilde raken en die zij ook steunde. Daaronder waren o.a. Dylan Thomas, Aldous Huxley en Denton Welch. Ook zorgde zij ervoor dat het werk van Wilfred Owen na diens dood kon verschijnen. In de jaren dertig verbleef zij lang in Parijs en raakte wat op de achtergrond, maar de bundels Street Songs (1942), The Song of the Cold (1945) en The Shadow of Cain (1947) kregen weer een goed onthaal. Haar bekendste gedicht is wellicht Still Falls the Rain, dat de Duitse luchtaanvallen beschrijft en dat door Benjamin Britten op muziek werd gezet. In 1954 werd zij Dame Commander of the Order of the British Empire en daarmee in de adelstand verheven.

 

Still Falls the Rain

 

Still falls the Rain—
Dark as the world of man, black as our loss—
Blind as the nineteen hundred and forty nails
Upon the Cross.

Still falls the Rain
With a sound like the pulse of the heart that is changed to the hammer-beat
In the Potter’s Field, and the sound of the impious feet

On the Tomb:
Still falls the Rain

In the Field of Blood where the small hopes breed and the human brain
Nurtures its greed, that worm with the brow of Cain.

Still falls the Rain
At the feet of the Starved Man hung upon the Cross.
Christ that each day, each night, nails there, have mercy on us—
On Dives and on Lazarus:
Under the Rain the sore and the gold are as one.

Still falls the Rain—
Still falls the Blood from the Starved Man’s wounded Side:
He bears in His Heart all wounds,—those of the light that died,
The last faint spark
In the self-murdered heart, the wounds of the sad uncomprehending dark,
The wounds of the baited bear—
The blind and weeping bear whom the keepers beat
On his helpless flesh… the tears of the hunted hare.

Still falls the Rain—
Then— O Ile leape up to my God: who pulles me doune—
See, see where Christ’s blood streames in the firmament:
It flows from the Brow we nailed upon the tree

Deep to the dying, to the thirsting heart
That holds the fires of the world,—dark-smirched with pain
As Caesar’s laurel crown.

Then sounds the voice of One who like the heart of man
Was once a child who among beasts has lain—
“Still do I love, still shed my innocent light, my Blood, for thee.”

 

By The Lake

 

ACROSS the flat and the pastel snow
Two people go . . . . ‘And do you remember
When last we wandered this shore?’ . . . ‘Ah no!
For it is cold-hearted December.’
‘Dead, the leaves that like asses’s ears hung on the trees
When last we wandered and squandered joy here;
Now Midas your husband will listen for these
Whispers–these tears for joy’s bier.’
And as they walk, they seem tall pagodas;
And all the ropes let down from the cloud
Ring the hard cold bell-buds upon the trees–codas
Of overtones, ecstasies, grown for love’s shroud

 

edith_sitwell

Edith Sitwell (7 september 1887 –  9 december 1964)

Roger Eliot Fry “Portrait of Edith Sitwell

 

De Oostenrijkse dichter en schrijver Michael Guttenbrunner werd geboren op 7 september 1919 in Altenhofen. Hij werkte als paardenknecht tot hij in 1937 ging studeren aan de Weense Grafische Leh
r- und Versuchsanstalt. Omdat hij weigerde het
Horst-Wessel-Lied  te zingen werd hij van school gestuurd. Twee maal werd hij gearresteerd wegens aktiviteiten voor de verboden Sociaaldemocraten. Na WO II bleef hij herinneren aan de verschrikkingen van de oorlog, iets wat hem vaak niet in dank werd afgenomen en tot een omstreden figuur maakte. In 1994 werd hij wel door de universiteit van Klagenfurt gepromoveerd tot doctor honoris causa.

Uit: Im Machtgehege IV

 

“Neunzehnhundertdreißig übersiedelten wir von Treibach-Althofen nach Welzenegg bei Klagenfurt, damals noch im Gebiet der Gemeinde St. Peter. Auf der Nordseite eines Waldes, der von Schloß Welzenegg bis zur Pischeldorferstraße reichte und das “Welzenegger Schachtel” hieß, wurde Ackerboden zu Baugrund parzelliert; und alsbald siedelten dort, in meist selbstverfertigten Häusern und Hütten, arme Leute, zu denen auch wir zählten. Wir lebten dort übrigens zum ersten und zum letztenmal unter Slowenen. In den ersten Jahren hörten wir in unserer Umgebung mehr “Windisch” als Deutsch. Für diejenigen, die es noch nicht wissen, sei hier bemerkt, daß Windisch und Slowenisch dasselbe sind. Seit aber der ins Hitlertum gemündete politische Germanismus versucht hat, durch seine Deutung des Worts das Slowenentum politisch zu spalten, wollen die Slowenen die Bezeichnung “Windisch” nicht mehr dulden.

 

(…)

 

Ein Dichter aus Tirol, der mit seinen dramatischen Appellen für das Lebensrecht der Armen, der “Zukurzgekommenen”, großen Erfolg gehabt hat und heute in Irland lebt, hat einem Frager geantwortet: Er wolle Kranewitter inszenieren, und zwar “ganz brechtisch”. Das war wohl nicht bedacht, aber doch ganz knechtisch, automatisch dem Zeitgeist, der Mode unterworfen. Aber der Frager auch, sonst hätte er den blindlings reagierenden Dichter auch gefragt: Warum und mit welchem Recht wollen Sie Kranewitter nicht authentisch, sondern “ganz brechtisch” spielen? Und er hätte die Frage auf den Punkt gebracht: Ich dachte, Sie sind ein Dichter des Mitleids, der Sozialen Misere, des Naturrechts und des Menschenrechts. Jetzt sehe ich einen Speichellecker der Mächtigen und der Mode vor mir. Sie schlachten ein Menschopfer und zerstören das Eigentum eines Toten. Sie ziehen Kranewitter die Haut ab und werfen ihn dem Götzen der kritischen, dialektisch verzauberten Erfolgsanbeter in den Schlund.”

 

michaelguttenbrunner2

Michael Guttenbrunner (7 september 1919 – 12 mei  2004)

 

De Amerikaanse schrijfster Margaret Landon werd geboren op 7 september 1903 in Somers, Wisconsin. Zij was een van de drie dochters uit een streng gezin van Methodisten. Zij voltooide haar opleiding in 1925 aan Wheaton College in Wheaton., Illinois. Zij gaf een jaar lang les en trouwde toen. In 1927 vertrokken zij en haar man naar Thailand om er als missionaris te werken. Ze las veel over het land en verdiepte zich ook in het leven van de Engelse schrijfster en lerares Anna Leonowens. Toen de familie in 1937 naar de VS terugkeerde begon Landon met schrijven. Haar roman over Leonowens, Anna and the King of Siam,  werd meteen bij verschijning in 1944 een bestseller. Een boek over haar eigen ervaringen Never Dies the Dream uit 1949 had al veel minder succes.

 

Uit: Anna and the King of Siam

 

“The Siamese steamer Chow Phya, most modern of the ships plying between Singapore and Bangkok, came to anchor outside the bar at the mouth of the River Chow Phya. A troupe of circus performers were hanging over the rails trying to catch the first glimpse of the country whose king had invited them to entertain his extensive family. Their trained dogs were barking and snarling at the two dogs belonging to the captain of the ship, George Orton, but Jip and Trumpet were disdainful and superior.

Somewhat apart from the rough and laughing group an Englishwoman was leaning against the rail. Her dress of lavender mull had a neat high collar and modest wrist-length sleeves. She was slender and graceful as she stood there with a light breeze ruffling her full skirts. Chestnut curls framed a face that was pretty except for the rather prominent nose. Her dark eyes were turned toward the line on the horizon that was land. She stood almost motionless, fingering a curious brooch on her breast, a gold brooch into which were set two tiger claws. Beside her a Newfoundland dog stood as quiet as she.

The circus dogs came close, sniffed and barked, but the Newfoundland did not return their greeting. She was aloof, reposeful, dignified, not to be cajoled into confidences with strange dogs. She kept her eyes fixed on her mistress’ face as it looked across the water to the distant shore.

The sun rose higher. Golden rays danced and sparkled on the slow blue swells of the gulf. The laughter and shouting on deck continued. The dogs raced about. But the woman was as remote from the confusion as if she were separated from it by an invisible wall.

A carefully dressed boy of about six came up from below deck, followed by a Hindustani nurse in a richly patterned sari. He had the same look of good bones, the same delicate air of breeding that distinguished the woman at the rail. His brown hair was curly and his brown eyes danced.

“Mama, Mama,” he cried, dashing up to the still figure. “Are we there? Are we there?”

She turned to him with a smile. “Yes, Louis. We are there. In a little while we’ll be in Bangkok. Shall we not, Captain Orton?” she inquired of the bronzed young man in an immaculate uniform who had stepped up behind her son.

“We’ll go over the bar with the tide,” the officer answered, “and you’ll sleep on shore tonight.”

 

Landon

Margaret Landon (7 september 1903 – 4 december 1993)

 

De Nederlandse schrijver Anton Haakman werd geboren op 7 september 1933 in Bussum. Haakman debuteerde in 1979 met ‘Uitvluchten’, een verhalenbundel. Naast schrijver is Haakman ook cineast, filmcriticus en vertaler van vooral Italiaanse literatuur. Hij is vooral gefascineerd door alchemie en uitvinders van bijzondere machines, waarmee illusies kunnen worden opgewekt. Haakman was van 1981 tot en met 1992 redacteur van het literaire tijdschrift De Revisor.

Van hem verschenen onder andere Helse Machines (1990), De onderaardse wereld van Athanasius Kircher (1991) en De derde broer (1995).

 

Uit: De onderaardse wereld van Athanasius Kircher

 

“Via een vertrek met antiek landbouwgereedschap bereiken we de ruimte waar niet meer dan één vitrine aan Kircher is gewijd.
Dit is dus het Kirchermuseum waarvan mijn encyclopedie gewaagt.
In de vitrine hangt een kaart met de tekst:
‘Athanasius Kircher werd in 1602 geboren te Geisa, als zoon van Dr. Johann Kircher, drost van Haselstein. Hij studeerde in Fulda, Paderborn, Keulen, Koblenz en Mainz.
Evenals zijn vader was hij een aanhanger van de Contrareformatie. Als jezuïet werd hij, na leraar te zijn geweest in Würzburg, Koblenz, Heiligenstadt, Lyon en Avignon, door paus Urbanus VIII benoemd tot hoogleraar in de wiskunde aan het Collegium Romanum. Dat bood de jonge, ijverige geleerde ruime mogelijkheden om zijn wetenschappelijke werk te verrichten. Hij werd een van de grootste universele geleerden aller tijden.
Athanasius Kircher stierf in Rome in het jaar 1
680. Zijn nalatenschap bestaat uit 44 gedrukte boeken en 114 documentbanden. ‘
Henning vraagt of deze tekst, die hij zelf heeft opgesteld, mijn goedkeuring kan wegdragen. Met die ‘documentbanden‘ wordt kennelijk Kirchers correspondentie bedoeld. Zijn voor de Kerk soms compromitterende, gedeeltelijk gecensureerde brieven worden angstvallig bewaakt in de bibliotheek van de pauselijke universiteit; sinds jaren is die documentatie voor vrijwel niemand toegankelijk. Het vermelde aantal boeken is wat overdreven, maar verder klopt het wel. Ik knik en zeg dat het wezenlijke dat in zo’n korte tekst kan worden aangegeven, er inderdaad in staat.”

 

anton-haakman

Anton Haakman (Bussum, 7 september 1933)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Bilderdijk werd geboren op 7 september 1756 in Amsterdam. Zie ook mijn blog van 7 september 2006 en ook mijn blog van 7 september 2007.

 

 

Misbruik.

 

Ziet men aan de dorenstruiken

’t Geurig roosje niet ontluiken,

Lentes uitgezochte roem?

Ook de distel, ook de netel,

Heeft haar plaats om Floraas zetel,

Ieder braamsteng draagt haar bloem.

 

Ach, in alles is genieten;

Slechts het misbruik schept verdrieten.

Waarom grijpt ge woest in ’t rond?

Laat uw ogen dankbaar weiden

Waar de schoonheên zich verspreiden;

’t Is niet al voor hand of mond.

 

Ieder zintuig heeft zijn waarde;

Ieder heeft zijn deel op aarde:

Riek het bloempje; smaak de vrucht;

Zie Natuur haar kleed schakeren;

Hoor het boskoor kwinkeleren;

Voel de zoele kus der lucht!

 

Waan niet, als een God der Goden!

Alles onder uw geboden;

Dienstbaar aan uw grilligheden!

Stervling, stel uw zwelgzucht palen;

Waar Gods weldaân op u dalen,

Wees met wat Hij schenkt tevreden.

 

Bilderdijk

Willem Bilderdijk (7 september 1756 – 18 december 1831)

 

Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 7 september 2007.

 

De Duits – Israëlische dichteres en schrijfster Jenny Aloni (eig. Jenny Rosenbaum werd geboren op 7 september 1917 in Paderborn.