Andrea Voigt, Harald Hartung

De Nederlandse dichteres en schrijfster Andrea Voigt werd geboren in Rotterdam op 29 oktober 1968. Zie ook alle tags voor Andrea Voigt op dit blog.

 

De tuin van de uitbundigheid

Er zijn slangen in de tuin van de uitbundigheid
zij heeft ze niet gezien wel de vlinders en de aubergines
de korenbloemen en de zwangere vliegen
klaprozen en druppels
die zijn blijven liggen

zij heeft hem gezien
onbezwaard, zoals hij is
rennend met een lichte huid
tussen de appelbomen door
met lichte ogen

ze komt naast hem lopen
met dichte ogen

 

De tuin der zintuigen

Hoor je het ruisen van de vroege cyclamen
het klapperen van de vleugels van de vliegen
het vallen van de overrijpe pruimen in het gras
het zingen van de wind?

ruik je de geur van natte hagen in de doolhof
de geur van neergeregend stof
het kruidige basilicum, de selderij
het luie parfum van lavendel?

voel je de champagneblaadjes van de rozen
de stekels in je vingers, de druppels over je rug
voel je de beweging in de lucht
het ruwe hout van de hekken?

Proef je in de tuin der zintuigen mijn huid
Proef je mijn lippen, mijn handen op je lichaam
het fluweel van vlindervleugels op je tong
de stroeve rode peren en rabarber, de modder, het graniet?

zie je mij, zie je de fontein en het kasteel?
het wildebloemenveld en alles wat er is? zie je
jou en mij, en met je hoofd ver achterover
de takken van de pruimenbomen tegen de blauwe lucht?

 

De tuin der elegantie

De mousserende wijn wordt gedronken
uit glazen met gedraaide stelen
in de min der elegantie

de donkergroene hagen zijn gesnoeid
de vazen staan klaar voor de herfst

zijn prachtige handen en polsen
zwaaien door de lucht
als hij vertelt

ze pakt zijn handen vast
en legt ze langs haar hals
als de bladeren van een tulp

de glazen worden neergezet
zijn schaduw valt op haar gezicht
zijn handen maken sporen in het gras

 

Andrea Voigt (Rotterdam, 29 oktober 1968)

 

De Duitse schrijver, dichter en literatuurwetenschapper Harald Hartung werd geboren op 29 oktober 1932 in Heme. Zie ook alle tags voor Harald Hartung op dit blog.

 

Mantegna’s Sebastiaan

Ik heb alle pijlen geteld
die hij op zijn lichaam draagt
de plaatsen waar ze erin gaan
de plaatsen waar ze eruit komen
ook de verborgene
en vergat tijdens het tellen
mijn eigen pijn
Ik stapte naar buiten in het licht van de gracht
Tussen vuil
en dobberende plastic flessen
dreef op zijn buik een teddybeer
Toen kreeg ik het zout mij in mijn oog

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Harald Hartung (Herne, 29 oktober 1932)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e oktober ook mijn blog van 29 oktober 2018 en ook mijn blog van 29 oktober 2017 deel 2 en eveneens deel 3.

Masiela Lusha, Willem Bijsterbosch, Michel van der Plas

De Albanees-Amerikaanse schrijfster en actrice Masiela Lusha werd geboren op 23 oktober 1985 in Tirana. Zie ook alle tags voor Masiela Lusha op dit blog.

 

Nacht en tranen

Je gefluister kan rijden op de luidere wind…
Je frons wordt de nacht,
De uil, hoog en verborgen geniet van het lied
En ontmoet je gebroken ogen niet.

Het tikken van de nacht tikt en tikt, tikt
En slaapt. En jij, jij huilt en zingt
Een stille melodie die de zachte nachtvogels niet horen.
Onder dit laken van nacht en zweet, verberg je je
Met alleen je oorverdovende tranen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Masiela Lusha (Tirana, 23 oktober 1985)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Willem Bijsterbosch werd geboren in Vught op 23 oktober 1955. Zie ook alle tags voor Willem Bijsterbosch op dit blog.

 

Hôtel des invalides, Paris

Ik kon, eenmaal binnen, met behulp
van de gigantische koepelhoogte en
de omtrek van de verzonken ruimte
de grote eenzaamheid
van het lichaam bepalen.

Er was geen waterval of veel zonlicht
en ook verbaasde het mij nauwelijks
fotograferende Vietnamezen te zien.

Maar ik, die te laat ben geboren
weet niet hoe je sterft
als je liefhebt
als je masturbeert in loopgraven
als je zonder handen ligt
als je met je rechter
je linkeroog
langs je wang ziet hangen
als je een brief schrijft
als je loopt of vlucht
als je kust of slaapt
als je eet.

Sterft men op een eiland kalmer?

Rondom het reusachtige kerkgebouw
reden soldaten in rolstoelen rond.

 

Willem Bijsterbosch (23 oktober 1955 – 18 januari 2010)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Michel van der Plas werd geboren op 23 oktober 1927 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Michel van der Plas op dit blog.

Uit: Uit het rijke Roomsche leven

“De toch al tot een doe-katholicisme neigende gelovigen in Nederland werden door de voorstelling van zaken die hun gegeven werd, waarbij het stipt navolgen der vele voorschriften (meest strenger dan in geheel katholieke landen) te vaak werd voorgesteld als het volmaakt volbrengen van de taak der christenen in de wereld, als het ware opgeleid tot triomfalisme. Zij werden – zo kan het nu schijnen – verwacht alles te doen, of het nu het zich zedig kleden, het nemen van een abonnement op De Maasbode, het stemmen op de R.K. Staatspartij of het inschrijven op kerkelijke leningen betreft, ten bate niet zozeer van het geloof als wel van ‘de Roomsche zaak’, – begrip dat niet zelden verward werd met zoiets als een affaire, een onderneming, waarvan zij allen kleine aandeelhouders waren. Het kon lijken of de macht als einddoel werd gesteld, en niet de zelfheiliging en de heiliging der wereld. Het triomfante ‘Roomschen dat zijn wij’ en het ‘Aan U, o Koning der eeuwen’ kon gaan klinken als de lyriek der opperste zekerheid, terwijl het gezang in werkelijkheid wellicht eerder het geluid was dat een bange groep in het donker maakt (luid stappend, hard zingend) om zichzelf moed in te spreken. Het lijkt het triomfalisme dat, in een ghetto, uit een minderwaardigheidscomplex is voortgekomen.
Dit doorzag de elite der jongeren en hun kleine groep geestverwanten. Zoals zij ook een ander gevaarlijk aspect der Roomsche samenleving bleek te doorgronden: dat van de ontwijking der sociale kwestie. De in Roomsche kring gepredikte afweerhouding tegenover de wereld ‘die ik als christen moet haten’, in een tijd die ongetwijfeld grof materialistische tendensen liet zien, kreeg, toen de malaise ontaardde in de verschrikkelijke economische crisis, accenten die oneerlijk of tenminste ongelukkig-eenzijdig lijken. Naarmate enerzijds groter soberheid gepredikt werd en anderzijds de waarschuwingen tegen allerlei vormen van onzedelijkheid toenamen, kon de indruk gewekt worden dat de eigenlijke hoofdkwestie: een rechtvaardiger verdeling der goederen, naar de achtergrond werd gedrongen.
De jongeren komt de eer toe dit scherp te hebben doorzien. Maar wanneer op het hoogtepunt van de crisis een geladen kapucijn, pater Henricus, op hartstochtelijke toon hun protesten overnam, kwam hem in de katholieke pers zulk een verontwaardiging tegemoet, dat hij zich haastte de scherpe kanten van zijn betoog af te halen. En de in zelfgenoegzaamheid groeiende samenleving der katholieken van toen kan in het jaar 1963 een kerk van de bourgeoisie lijken.”

 

Michel van der Plas (23 oktober 1927 – 21 juli 2013)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e oktober ook mijn blog van 23 oktober 2018 en ook mijn blog van 23 oktober 2017.

Maarten van der Graaff, Katha Pollitt

De Nederlandse dichter en schrijver Maarten van der Graaff werd geboren op 14 oktober 1987 in Dirksland. Zie ook alle tags voor Maarten van der Graaff op dit blog.

 

Ballade van de authentieke verkoper

De wind speelt met hoed langs de route 66.
George Steinmetz landt met zweefparachute in de Karnasaivallei.
Ik rijd met brullende volvo je huis binnen.

Iedereen kreeg zijn eigen spullen en daarmee
ritme. Er is een deur die altijd openstaat.
Je ziet mijn herkenbare afmetingen.
Kortom, de oude Heraclites had gelijk
en ongelijk. Hoe het licht hier op de plavuizen valt!
Jij ziet ook alles.
Retail is detail schatje,
het leven is er om geleefd te worden.

 

Lijst met doordrenkingen

Ik investeer in jou. Jij bloeit in de zomer.
Wij zijn van elkaar doordrenkt
als kerk en staat.
Wij zijn een windstille theocratie.

Mijn stijl is doordrenkt van mij,
heeft alle onechtheid opgenomen.
Omdat mijn stijl mij niet kan verslaan,
word ik erdoor opgegeten.
Nu de kunst mij opeet
zoek ik de achterdeur of de binnenzak
van dat lichaam.

Jij, ik, onze gebaren:
doordrenkt van erotisch verval.
Niet macht erotiseert,
maar met nagelbloed
doordrenkte macht.

Mijn vrienden zijn de obscene en poreuze
diamanten van de kenniseconomie
en liggen doordrenkt van schuldgevoel
langs de weg.

Ik – van vrijheid en seculariteit doordrenkt –
organiseer een duister, humanistisch ritueel.
Ik ontvoer mensen en in een kelder
bind ik ze aan mij vast.
Daar bewegen wij net zo lang
door de nauwelijks verlichte ruimte
tot wij in elkaar geloven.

 

Boven de kringloop van regen en baby’s vliegt de roerdomp

Boven de kringloop van regen en baby’s vliegt de roerdomp.
De roerdomp heeft niets met dat alles te maken.
Met de kringloop van granaten, bananen, offers, slijtage
heeft de roerdomp niets te maken. Daar moet duidelijkheid over bestaan.
Hij gelooft zelfs niet in kringlopen, de roerdomp.
‘Ieder rad is bedoeld om het iemand voor de ogen te draaien’,
zingt hij (wat schor van de kou op die hoogte).

 

Maarten van der Graaff (Dirksland, 14 oktober 1987)

 

De Amerikaanse dichteres, essayiste, critica en feministe Katha Pollitt werd geboren op 14 oktober 1949 in New York. Zie ook alle tags voor Katha Pollit op dit blog.

 

Lots vrouw

Sjokkend achter het brede achterste van God
neuriet ze haar nutteloze deuntje
Oh kleine zwarte jurk achter in de kast,
wie zal je nu tegen zijn borst drukken?

Groene Italiaanse laarzen in een middernachtelijk raam,
een gekrioel van ratten, een hand
van binnenuit verlicht als een tulp—
Wie rent die straat af om haar minnaar te ontmoeten?
Wie zit er in de bioscoop
ineengedoken, stil, een zwarte kat?

De dochters met de donkere ogen strelen achteloos hun borsten.
Een jakhals hurkt in de schaduw, hongerig naar zout.
Aan de voet van een duin dat oprijst naar de lege horizon
haalt een palmboom zijn schouders op
alsof hij wil zeggen: Nou, wat had je dan verwacht?

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Katha Pollitt (New York, 14 oktober 1949)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e oktober ook mijn blog van 14 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Politeia

Ik wil niemand uitroeien,
maar als ik per se iemand moest uitroeien,
zouden het de Zwitsers zijn.
De Russen kunnen we ook wel missen.
Russen eruit, zonnepanelen erin.
Het is tijd voor realisme in Den Haag.

Mijn lievelingsstaatsvorm is
de constitutionele dictatuur.
Met een ceremoniële dictator
aan het hoofd die lintjes doorknipt
en tot zijn dood aan de macht blijft.
Dan wordt hij gelyncht door het volk.

De marteling als machtsmiddel
mag niet uitgesloten worden,
maar wel met duidelijke regels
en een onafhankelijk toezichthouder.
Transparantie is daarbij belangrijk.
Geen geweld meer achter gesloten deuren.

De verkoop van literaire thrillers
maakt duidelijk dat de huisvrouw
veel geweld tekortkomt in haar leven.
Het slachten van miljoenen dieren
en het versnipperen van kuikentjes
gebeurt voortaan op stadspleinen.

We heffen de schaduwmaatschappij op.
Het Jeugdjournaal bericht vanaf nu
over de Nederlandse investeringen
in wapenhandel en executietechnologie.
Elk AZC krijgt zijn eigen realityshow.
IKEA een ballenbak met ingewanden.

 

De stand van zaken

Met T. gaat het nu beter.
In haar ogen spat nog altijd glaswerk
uit elkaar, maar ze komt haar bed weer uit.
B. is voorlopig doordeweeks niet te bereiken.
K. mag zijn kinderen weer zien: eentje tegelijk.
I. heeft het eindelijk gedaan.
P. is dood. L. ook.
Ikzelf – het gaat hier even niet om mij.
En met de maatschappij – ze zeggen dat er een crisis is.
Ach, de mensen hebben geen oog voor alles wat goed gaat.
Nog velen proberen kinderen te krijgen.
Oma Z. stond om een uur ’s nachts op van het dronken feest,
en ging te fiets naar huis, negentig jaar oud.
Veel verstandige mensen hebben vandaag vers eten bereid.
Achter miljoenen ramen is de warmte van een bed met iemand erin.
De kale ficus heeft zeven nieuwe blaadjes gekregen.

 

Weekoverzicht

Maandag log ik in op mijn computer, vrijdag log ik uit.
Zaterdag lig ik op mijn laminaat.
Zondag begint zich voorzichtig iets kenbaar te maken,
maar voordat ik mijn mond kan openen
om een woord te vormen
is het alweer maandag.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

onder ons

toen was mijn vader meer dan één
toen was mijn vader meer dan duizend
toen was mijn vader alle mannen
en ook moeder was
en ook zij was meer dan één meer dan duizend
en ook zij was alle moeders

en toen ontmoette vader zichzelf
in de fabriek bij de machines
dreef zichzelf aan en schreeuwde rond en vader
ontmoette zichzelf in alle auto’s die hem
na het werk tegemoet reden en zijn stem sprak
toen hij de autoradio aanzette

en ook moeder kocht ’s ochtends vlees bij zichzelf
nam het geld uit haar hand en begroette zichzelf
in het trappenhuis en hoorde haar eigen stem
haar eigen zorgen aan de telefoon van iemand
die sprak als zij die haar stem haar zorgen had

en toen vader kwam, kwam vader overal
en toen moeder de deur opende, opende moeder overal de deur
en al mijn moeders verwelkomden al mijn vaders
en er was niets geks aan in elk huis grepen
al mijn vaders naar al mijn moeders
en al mijn moeders tilden al hun moederrokken op
en al mijn vaders openden alle vaderritssluitingen

en toen was ik er en ik kende alleen mezelf
mijzelf als adolescent tussen
andere adolescenten die ik ook was
mijzelf als speelkameraadje, die speelde met iemand die ik was
mijzelf als voetbalteam dat alleen tegen andere
voetbalteams die uit mij bestonden aantrad
en dus zat er voor mij niets anders op dan mezelf te troosten
en het was mijn enige troost dat alle anderen die ik ook was
zichzelf zoals ik mij moesten troosten

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Simon Carmiggelt, Arne Rautenberg

De Nederlandse schrijver en dichter Simon Carmiggelt werd geboren op 7 oktober 1913 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Simon Carmiggelt op dit blog.

Uit: Een schuldgevoel (Uit: Welverdiende onrust)

“Nice, onder de onwerkelijk blauwe hemel, die de folders hadden beloofd. Aan prettige dingen denkend, liep ik op de boulevard Gambetta en ging op een gemeentebankje zitten. Maar dat bleek geen gunstig gekozen plaats voor een zorgeloze vakantieganger, want vlak tegenover me verrees een wit gedenkteken dat wel twintig namen opsomde van mannen die in het verzet waren omgekomen. Ambrosio Nini, Fernand Boyer, André Constantinov, Dermatorissian N. Ik kon niet nalaten de hele lijst eerbiedig en in een gepast tempo te lezen en de man die, wat dichter bij het monument, rechtop stond, deed het ook, dat zag ik aan zijn bewegende lippen. Hij was van mijn generatie en een typische Niçois, om zo te zien. Maar ik zie meestal verkeerd, want toen hij even opzij keek, riep hij in de taal van onze geëerbiedigde vorstin: ‘Verrek, is u hier nou óók al?’
Hij kwam naast mij zitten en stelde zich voor. Jan heette hij ook nog, mijn typische Niçois, en hij woonde op de Apollolaan.
Hij wees naar het monument en las, hardop: ‘Is. Lippmann – een joodse jongen in het verzet, moedig hoor. Is het niet echt iets voor mensen van onze leeftijd om zelfs hier, in de vakantie, weer tegen die oorlog op te lopen? Nou ja, gelukkig zijn mijn kinderen en mijn kleinkinderen er niet bij, want die kijken, als ik over de oorlog begin, of ze zeggen willen: “Zet eens een andere plaat op.” Daarom doe ik het maar niet meer. Horen, zien en zwijgen, net als die aapjes. En toch heb je herinneringen. En schuldgevoelens…’
Hij keek me van opzij aan en grijnsde.
‘Niet dat ik bunkerbouwer ben geweest of zoiets,’ zei hij. ‘Nee, ik had het voordeel van de volstrekte onbeduidendheid. Eind april 1940 was ik een brave jongen van zesentwintig die met een beetje geld van zijn vader een handeltje had opgezet. Een grossierderijtje in postpapier. Mijn hele voorraad lag in een pakhuisje aan de Egelantiersgracht. En daar hield ik ook kantoor. Of beter gezegd: daar zat mijn enige personeelslid, een meisje van achttien, bij de telefoon te wachten op de eerste klant. Maar er kwam geen klant. Er kwam een heel Duits leger. En toen zat niemand verlegen om mijn postpapier.’
Weer grijnsde hij zo’n beetje.
Hij zei: ‘Toen we ons oorlogje verloren hadden ging het leven verder, nietwaar? Zo heette dat. En – de handen uit de mouwen. Ik begaf me weer naar de Egelantiersgracht en daar verscheen ook, keurig op tijd als steeds, mijn enige personeelslid. Weet u hoe ze heette? Brenda Cohen. Een aardig meisje.”

 

Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

ik verklaar het plastic afval in de oceanen

ik verklaar het plastic afval in de oceanen
tot kunst
en dus dank ik de getijden
ik dank de golfbeweging
Ik dank het Uv-licht
voor de ontbinding
de reproductie
van mijn kunst
ik dank verschillende zeebewoners
ik dank het plankton
voor het inlijven van mijn kunst
dat mijn kunst in de voedselketen belandt
dat iedereen eraan kan meedoen
ik dank de wasmachines
dat het vezels die zijn gemaakt van fleece
en andere synthetische kledingstukken
in het afvalwater en dus in mijn kunst brengt
ik dank de stromingen
de grote oceaanwervelingen
vooral de Noord-Pacifische oceaanwerveling
voor de kolkende concentratie van mijn kunst
dat die miljoenen keren per vierkante kilometer
zee voorhanden is dat in totaal
honderd miljoen tonnen van mijn kunst
in alle zeeën circuleren, ik dank ervoor
dat ik een kunstenaar ben die
om alle continenten heen mag spelen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor de schrijvers van de 7e oktober ook mijn blog van 7 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.

Victor Vroomkoning, Horst Bingel

De Nederlandse dichter Victor Vroomkoning (pseudoniem van Walter van de Laar) werd geboren op 6 oktober 1938 in Boxtel. Zie ook alle tags voor Victor Vroomkoning op dit blog.

 

Wilgen

Sommige vrouwen kleden zich
als wilgen in april: zo doorzichtig
dat je stam en takken niet kunt missen.

Een park vol dergelijk perspectief
is een lust voor de doorkijkliefhebber.

Onder het lopen willen ze lichtzinnig
ruisen met wat ze nauwelijks dragen.

Echte wilgen zijn ingetogener:
je hoort ze staan huiveren in zichzelf.

Wilgen laten van nature naar zich
kijken. Wilgenvrouwen doen het erom.

 

Handen

De avond is ernaar: kaarslicht, zicht
op houtvuur, eeuwige Bach, wijn
uit de Médoc. Een hand, die van je
vrouw diep in de veertig, komt vleien
aan je knie. Tegenover je je ouders
viermaal veertig, precies vijftig jaar
je ouders. Aan je benen speelt je zoon.
Ongericht verdriet staat in je op.

Later, je kinderen achterin je auto
tussen ze in. ‘Ik zie, ik zie wat jij
niet ziet,’ begint er een. Oktober spant
een tunnel mist tot aan hun woning.

Thuis, in de zakdoek van je laken
komt het toch nog over je. Een hand,
die van je vrouw heel jong ineens,
begint met je te laten overleven.

 

Sneeuw

Dat krijg je van sneeuw:
dat een plotselinge sluier
je uitgeleefde tuin verduistert
met de helderheid van een leeg
wit blad papier, de verblindende
scherpte van een verliefdheid;

dat je na de schittering,
als de dooi inzet, je ogen
opnieuw in moet stellen
op het gras, de vijver, alles
wat er is zoals het was;

dat het gedicht dat boven
water komt, vertrouwd meteen
verrassend anders is. Als lente,
je eigen vrouw: geruststellend
hetzelfde, even nieuw.

 

Victor Vroomkoning (Boxtel, 6 oktober 1938)

 

De Duitse dichter, schrijver, graficus en uitgever Horst Bingel werd geboren in Korbach op 6 oktober 1933. Zie ook alle tags voor Horst Bingel op dit blog.

 

Stadspark

De boom torent nog steeds erbovenuit,
boven het meer, het plein,
waarop ze spelen,
de plaats waar ze
silhouetten bouwen uit steen
en beton en uit steen.

Lawaai boven de straten,
op pleinen, lawaai en
ongemotiveerd geschreeuw.
In de toren, in de toren
midden in de stad
nestelen de spreeuwen en
niet meer in de boom,
de spreeuwen, niet meer in de
tuin, in de rode, de kleine,

en de bloemenvrouw, de
bakkersjongen danst vandaag,
midden in de stad
en de spreeuwen.

Over de brugleuning, eroverheen
werpt de jongen de steen
tegen de wind in en werpt,
werpt de jongen de steen
om het hardst de jongen met de wind

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Horst Bingel (6 oktober 1933 – 14 april 2008)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e oktober ook mijn blog van 6 oktober 2021 en ook  mijn blog van 6 oktober 2018 deel 1 en eveneens deel 2.  

Oktober-rozenknop (Hélène Swarth), P. N. van Eyck, John Hegley

 

 

Opulent october door Tom Thomson, 1915-1916

 

Oktober-rozenknop

De rozen bloze’ in ’t broze oktoberblauw
En aadmen vrolijk hoop- en zomergeuren.
Eén knop alleen voorvoelt het herfstgebeuren
En wil niet bloeie’ in najaars tranendauw.

Die bloem voorvoelt, in pronk van bonte kleuren
Vermomd, verborgen, zwarten bomenrouw,
In vleiend zoeltje, zoenend zonnelauw,
Kil-wrede wind, die ruw haar zal verscheuren.

In ’t groene pantser, dat haar eng omkleedt,
Houdt zij beloken, als een kleinood veilig,
Haar smartehartje, zwaar van aardeleed.

De wolken dobbren, bootjes zilverzeilig,
Door ’t broze blauw… En de éne bloem die weet
Zal valle’ in knop, een jonkvrouw wijs en heilig.

 

Hélène Swarth (25 oktober 1859 – 20 juni 1941)
Herfst in Amsterdam, de geboorteplaats van Hélène Swarth

 

De Nederlandse dichter criticus, essayist en letterkundige Pieter Nicolaas van Eyck werd geboren op 1 oktober 1887 in Breukelen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor P. N. van Eyck op dit blog.

 

Wat deert me nieuwe liefdes-tijd

Wat deert me nieuwe liefdes-tijd;
wat deren waan’ge dagen?
‘k Heb mij in bedden neer-geleid
waar vreemde doden lagen…

Wat schade aan hergenoten waan?
Misschien zal ik vergeten
hoe doornen langs een liefde-laan
mijn lede’ aan stukken reten…

Ik ben zo blij, ik ben vreemd blij,
te kunnen stil geloven
in nieuw-aanblazend min-getij
door oud-gekende hoven.

 

Een droom uit het zuiden
(Het lied van een zieltje dat wijsjes zong, tot het de liefde leerde.)

Daar was een rozentuintje,
Zo fris en morgen-jong,
De Meiwind roerde elk kruintje
En ’t wufte bijtje zong.

De Meizon vleide een kleurtje
Om àl de roosjes heen,
Waar menig teder geurtje
Uit wolkte en stil verdween.

De kleur’ge vlindervluchtjes
Omrilden tak en bloem,
Zij neurden korte zuchtjes
Van een geheime roem.

En rose en witte blaadjes
Die daalden traag en zacht,
En sierden blanke paadjes
Met schoonheid zonder pracht.

Daar liep een heel klein meisje,
In zilver-wit gekleed,
Zij speelde een fluitewijsje
Van vreugde en dàn van leed.

Een nauw bewegend kindje,
’t Leek blijde en heel tevree,
Heur haar in ’t murmlend windje
Woei met de geurtjes mee.

Zij was een room-bleek beeldje,
Haar zoet gebaar ging broos
Als een beminnend streeltje
Rondom de rijpste roos.

Die legde ze in een bedje
Van blaadjes, wit en kuis,
Toen zweefde ’t luchtig tredje
Weer naar haar lichte huis.

Haar kleine fluiteliedjes
Vergat zij gans en al,
Haar lachen en verdrietjes
In morge’ en avondval.

Daar stond het rozentuintje
Weer zwijgend en alleen,
De Meiwind roerde elk kruintje,
De Meizon lonkte en scheen.

En heel het blonde daagje
Vergleed en glom zo teer,
Geen lachje en geen klaagje
Omzong de rozen meer.

 

P. N. van Eyck (1 oktober 1887 – 10 april 1954)

 

De Engelse dichter John Hegley werd geboren op 1 oktober 1953 in Londen. Zie ook mijn blog van 1 oktober 2010 en eveneens alle tags voor John Hegley op dit blog.

 

Omo

We waren veertien
en we gingen met zijn tweeën kamperen
en jij smokkelde je mijn tent binnen
en we smokkelden
en ’s ochtends was je glimlach een verrukking
maar toen we terug op school waren
moesten we omdat ik een jongen was
en jij ook een jongen was
het verborgen houden
anders zouden de anderen
hun angsten op ons hebben afgereageerd
maar het was ook onze angst
en terug op school
zelfs als er niemand anders in de buurt was
praatten we alleen maar over voetbal.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

John Hegley (Londen, 1 oktober 1953)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 1e oktober ook mijn blog van 1 oktober 2021 en ook mijn blog van 1 oktober 2020 en eveneens mijn blog van 1 oktober 2018 en ook mijn blog van 1 oktober 2017 deel 1 en eveneens deel 2.

Pé Hawinkels, Jon Fosse, W. S. Merwin

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

 

Het uiterlijk van de Rolling Stones (Fragment)
Een lyrisch-episch leerdicht

II De zwarte markies met suikerziekte

…….
En van al de menigvuldige kandidaten, die,
Wanneer het comité heeft plaatsgenomen in
De vertrouwde schaduw van de Europese lindebomen,
Hoewel de moderator nog rabiaat hooizolders & bovenkamers
Overhoop haalt, op zoek naar een bruikbare mandoline,
Z. komen presenteren, van de vergrijsde kardinaal
In battledress, de aamborstige sportman,
De amateursjamaan met kalkoensnek en
Gepocheerde wangen, de gewetensvolle drinker, tot
De idiosyncratische fakir toe, wiens okseldamp
En cariëtische adem even gretig
Opgesnoven worden als die van fresia’s
Door de liefhebbers van de entr’acte-muziek
Uit Rosamunde, en die aan dit benijdenswaardig kenmerk
Een wetscherp inzicht parenteert
In de fluctuering van de conjunctuur, worden er
Maar twee, die, weliswaar strijdig met de eisen
Van het savoir-vivre, maar perfect conform die
Der efficiency, voorlopig onbenoemd blijven,
Volledig serieus genomen: aanschouw
Het twijfelspel, als op een kopje verse thee,
Op het mythogene, van Schönheitsfehler
Echter allerminst verstoken snuitwerk van onze president.
Het vindt een parallel in het eigenaardig gedrag
Van onze beide helden; kijk ze unduleren!
Ze vloeien in elkander over, splitsen weer,
Als dux en comes, en na het schisma
Heeft nummer één het gezicht, de handen of zo
Van de ander over-, aangenomen. Het valt niet mee,
Zo, om de gestalte van een van twee
Goed op z. in te laten werken, want vóor
De impuls, het in een krantepapieren bootje
Neergepoot tinnen soldaatje met een boodschap
Om zijn been het riool in is kunnen verdwijnen,
Sterft het kind, dat speelt en op de nominatie
Staat voor de bijbehorende gevoelsfunctie,
Laat het kind, dat als een paddestoelwolk
Opstijgt uit zijn lijkje, een vlieger op
In de militaire kleuren. Wat schiet er anders over
Dan de krant maar open te vouwen en de benen
Op elkaar te ruste te leggen?

 

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 

De Noorse schrijver en dichter Jon Fosse werd geboren in Haugesund op 29 september 1959. Zie ook alle tags voor Jon Fosse op dit blog.

Uit: Slapeloos (Vertaald door Marianne Molenaar)

“Ik ben zo moe, zegt Alida en ze blijven staan en Asle kijkt naar Alida en hij weet niet hoe hij haar moet troosten, want ze hadden elkaar al zo vaak getroost door over het kind te praten dat zou komen, of het een meisje zou zijn of een jongen, daar praatten ze over, en Alida dacht dat meisjes gemakkelijker waren, en hij dacht het tegendeel, dat het gemakkelijker was met een jongen, maar of het nu een jongen werd of een meisje, ze zouden hoe dan ook blij zijn met het kind waar ze nu gauw de ouders van werden, en dankbaar, dat zeiden ze en ze troostten zich met de gedachte aan het kind dat nu gauw geboren zou worden. Asle en Alida liepen door de straten van Bjørgvin. En tot nu toe hadden ze er niet zo zwaar aan getild dat niemand hun onderdak wilde geven, het kwam vast wel in orde, er zou vast gauw iemand zijn die een kamertje te huur had waar ze een tijdje konden wonen, het moest wel in orde komen, met zo veel huizen in Bjørgvin, kleine huizen en grote huizen, niet zoals in Dylgja, waar alleen een paar boerderijen waren en wat kleine vissershuisjes, zij, Alida, was de dochter van moeder Herdis op Brotet, zoals ze daar zeiden, en kwam van een boerderijtje in Dylgja, daar was ze opgegroeid bij moeder Herdis samen met haar zus Oline, nadat vader Aslak verdween en nooit meer was teruggekomen, toen Alida drie was en haar zus Oline vijf, en Alida had niet eens herinneringen aan haar vader, alleen aan zijn stem, want in gedachten kon ze zijn stem nog horen, het diepe gevoel dat in zijn stem lag, de hoge heldere en de zware klanken, maar dat was dan ook alles wat ze van vader Aslak nog had, want ze herinnerde zich er niets van hoe hij eruitzag, en verder herinnerde ze zich ook niets, alleen zijn stem als hij zong, dat was alles wat ze van vader Aslak nog had. En hij, Asle, was opgegroeid in een boothuis in Dylgja waarvan ze de zolder bewoonden, daar groeide hij op bij moeder Silja en vader Sigvald, tot vader Sigvald op zee bleef op een dag toen plotseling de herfststorm opstak, hij was aan het vissen ten westen van de eilanden en daar voor de eilanden zonk de boot, voor Storesteinen. En toen waren moeder Silja en Asle alleen in het boothuis. Maar niet lang nadat vader Sigvald was overleden werd moeder Silja ziek, ze werd steeds magerder, ze werd zo mager dat het leek of je door haar gezicht heen tot op het bot keek, haar grote blauwe ogen leken steeds groter te worden en vulden ten slotte bijna haar hele gezicht, vond Asle, en haar lange bruine haar werd dunner dan ooit, en piekerig, en toen, toen ze op een ochtend niet opstond, vond Asle haar dood in bed. Moeder Silja lag met haar grote blauwe ogen open en keek naast zich, naar waar vader Sigvald had moeten liggen. Het lange dunne bruine haar bedekte bijna haar hele gezicht. Daar lag moeder Silja en was dood.”

 

Jon Fosse (Haugesund, 29 september 1959)

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en vertaler William Stanley Merwin werd geboren in New York op 30 september 1927. Zie ook alle tags voor W. S. Merwin op dit blog.

 

Bij de verjaardag van mijn dood

Elk jaar heb ik zonder het te weten de dag doorgebracht
Waarop de laatste vuren naar mij zullen zwaaien
En de stilte zal vertrekken
Onvermoeibare reiziger
Als de straal van een lichtloze ster

Dan zal ik niet langer
Mezelf in het leven vinden als in een vreemd gewaad
Verrast door de aarde
En de liefde van een vrouw
En de schaamteloosheid van mannen
Zoals vandaag nu ik schrijf na drie dagen regen
Het winterkoninkje hoor zingen en het vallen ophoudt
En buig zonder te weten waarvoor

 

Vertaald door Frans Roumen

 

W. S. Merwin (30 september 1927 – 15 maart 2019)
In 1972

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e september ook mijn blog van 29 september 2020 en eveneens mijn blog van 29 september 2018 deel 1 en ook deel 2.

Philip Huff, W. S. Merwin

De Nederlandse dichter en schrijver Philip Huff werd geboren op 28 september 1984 in Zwolle. Zie ook alle tags voor Philip Huff op dit blog.

 

Het bos op het eiland

I.
Nadat de pijn niet meer
zo heftig was dat je amper
kon ademhalen kwam
een andere pijn je gezelschap
houden in je borstkas
je wandelde om door te gaan
zonder afstand te nemen
elke dag opnieuw dezelfde
rondjes in het park, met vrienden,
vreemden en oude bekenden
ze wilden weten hoelang
of hoelang al niet meer
bij elk antwoord stak die nieuwe pijn
op als de wind tussen je ribben
je borstkas, een zeil.

II.
Op weg naar het eiland verdween
de kustlijn, of, nee: veranderde
van schaal;
twee haren op een jas, zout
op je vingertoppen en jullie weer
zwevend in zingend wit licht.

III.
Ook zonder haar lijf ligt je hand
nog op haar billen, vijf vingers in de rouw.
Je was niet voorbereid op het voorbij-zijn
legt je nu toch neer bij het neerleggen,
verlaat het eiland op de boot
waarmee je kwam.

IV.
En op een dag
word je wakker, denk je pas
halverwege de middag aan haar
– en, daarna, als de kom van je handen
zich ’s ochtends vouwt om je gezicht
zal ook het bos op het eiland
zich om je vouwen
met haar groene licht

 

Philip Huff (Zwolle, 28 september 1984)

 

De Amerikaanse dichter, schrijver en vertaler William Stanley Merwin werd geboren in New York op 30 september 1927. Zie ook alle tags voor W. S. Merwin op dit blog.

 

Op het geluk

Op de kaarten en bij de bocht in de weg
zagen we je nooit
in de baarmoeder en in het kruisvuur
in de getallen
waar je ook de hand in had
en dat was alles
ons werd verteld om nooit
ons vertrouwen in je te stellen
om uiteindelijk nederig voor je te buigen
omdat er uiteindelijk niets
anders was dat we konden doen
dan niet in je te geloven

toch zouden we je kunnen verleiden met kiezels
warm gehouden in de hand
of munten of de relikwieën
van verdwenen dieren
in voorschriften rituelen
niet bindend voor jou
die geen beloften doet
we zouden zulke dingen alleen kunnen doen
om je niet te verwaarlozen
en je ongenade te riskeren
oh jij die nooit dezelfde bent
die geheim is als de dag wanneer hij komt
jij die we uitleggen
zo vaak als we kunnen
zonder je te begrijpen

 

Vertaald door Frans Roumen

 

W. S. Merwin (30 september 1927 – 15 maart 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 28e september ook mijn blog van 28 september 2020 en eveneens mijn blog van 28 september 2018 en ook mijn blog van 28 september 2017 en eveneens mijn blog van 28 september 2014 deel 1 en eveneens deel 2.

Kay Ryan

De Amerikaanse dichteres Kay Ryan werd geboren op 27 september 1945 in San Jose, California. Zie ook alle tags voor Kay Ryan op dit blog.

 

THAT WILL TO DIVEST

Action creates
a taste
for itself.
Meaning: once
you’ve swept
the shelves
of spoons
and plates
you kept
for guests,
it gets harder
not to also
simplify the larder,
not to dismiss
rooms, not to
divest yourself
of all the chairs
but one, not
to test what
singleness can bear,
once you’ve begun.

 

DOUBT

A chick has just so much time
to chip its way out, just so much
egg energy to apply to the weakest spot
or whatever spot it started at.
It can’t afford doubt. Who can?
Doubt uses albumen
at twice the rate of work.
One backward look by any of us
can cost what it cost Orpheus.
Neither may you answer
the stranger’s knock;
you know it is the Person from Porlock
who eats dreams for dinner,
his napkin stained the most delicate colors.

 

HOPE

What’s the use
of something
as unstable
and diffuse as hope—
the almost-twin
of making do,
the isotope
of going on:
what isn’t in
the envelope
just before
it isn’t:
the always tabled
righting of the present.

 

De stukken die op aarde vallen

Je zou
haast willen
dat ze het niet zouden doen;
ze zijn zo
ver uit elkaar,
zo willekeurig.
Je kunt niet
wachten, je kunt
het wachten niet opgeven.
De drie of
vier momenten
waarop ze landen
vervagen nooit.
Mochten er
meer zijn, dan
zullen er nooit
genoeg zijn
om een patroon te maken
dat kan opwegen
tegen de dominante
manier waarop ze ertoe doen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Kay Ryan (San Jose, 27 september 1945)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 27e september ook mijn blog van 27 september 2020 en eveneens mijn blog van 27 september 2018 en eveneens mijn blog van 27 september 2015 deel 2 en eveneens deel 3.