H.H. ter Balkt, William Carlos Williams

De Nederlandse dichter H.H. (Herman Hendrik) ter Balkt werd geboren in Usselo op 17 september 1938. Zie ook alle tags voor H. H. Ter Balkt op dit blog.

 

Willie is

Willie is vegetariër behalve dat zij vis lust,
en ook koekjes lust zij nog liever; op
haar staatsiebezoeken aan de huizen (zij steekt
dan haar reuzeleuke staart uit) verkrijgt zij

relatiegeschenken in de vorm van liefdespoëzie,
kopjes visbouillon, kippevleugels en vleugjes
water; zij kan ook ‘de eekhoorn’ doen, dat is
op haar achterpoten staand iets wiegen in

haar voorpootjes, bijvoorbeeld een noot; zij is
zeven jaar en diep gelovig, zo gelooft zij harts-
tochtelijk in de uitvinding van de dikbilmuis.

en in laag vliegende vogels, sloom als baksteen,
vlug als de bliksem is slaap haar elixer: zij
slaapt in hoekjes knus als een 12de-eeuwse hemel.

 

Judaspenning I

God zij met ons’ (Het Geld)

Judasdollar, hoei, valse judaspenning!
Jij verscholen groen stuk vergif, munt
voor t kruis, na lange verregende jaren,
Judaspenning, vind ik jou hier terug…

Rokend ging scheep in de avond de boom-
gaard met de witte bank, zo vredig, en
opgeschoten onder het alleroudste
appelras de gesjochte Judaspenning,

je hauw: lichtschuw verstekeling onder
de heggen: mint armste grond, steekt
zijn kop op waar dichte duisternis rond-
tolt op de bloedakkers onder de maan.

 

Judaspenning II

Zekere Judas verried een zekere Joshua
in een boerenbongerd, voor een zakvol
zilverstukken, lijkt daarom Judaspenning
op zilver en vat hij post in boerentuinen?

Brandende zon buigt hem om, de maanzieke;
de smadelijk vernoemde, hij die de zon verried
voor de maangelijkende munt die als de lamp
licht uitzendt van een andere straling.

Christendom eindigt als Judas, bungelend
aan de boom; Judaspenning daaronder, rinkelt
met zijn geldbuidel, wuift zwakjes, verbannen
naar duistere gronden, de verhangene uit.

 

H.H. ter Balkt (17 september 1938 – 9 maart 2015)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Aux Imagistes

Ik was geloof ik nooit zo verrukt
Als nu van jullie,
O door vorst gebeten bloesems
Met jullie vleugels die zich ontvouwen
Tegen de afgunstige zwarte takken.

Bloei gauw en maak wat van de zonneschijn.
De twijgen spannen tegen jullie samen!
Moet je ze horen!
Ze houden jullie van achter vast!

Wegvliegen zullen jullie niet,
hetzij vleugel na vleugel, gebrekig,
En toch –
Zelfs zij
Hebben niet de eeuwigheid.

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 17e september ook mijn blog van 17 september 2020 en evenens mijn blog van 17 september 2018.

H.H. ter Balkt, William Carlos Williams

De Nederlandse dichter H.H. (Herman Hendrik) ter Balkt werd geboren in Usselo op 17 september 1938. Zie ook alle tags voor H. H. Ter Balkt op dit blog.

 

Oud gereedschap mensheid moe

Oud gereedschap ver van huis
bedenkt geen rondeel om te klagen.
Oud gereedschap huilt niet in het donker

lange weg, lange lange weg
en zingt geen blues want heeft geen stem.

Vlashekel, wan, geen achterban
van dichtkunst, geen plantage, borst
van essehout om aan te rusten.
Oud gereedschap mensheid moe, eeuwen
van huis, zoekt geen plankier
van zangen, van stof, van twist.

Lange weg, lange lange weg
oud gereedschap zingt niet de blues.
Regen geen rum slijpt zijn lemmet en steel,
zijn afgeknapte spaak die hakkelt.

O het is een wintertij weg,
lange lange weg, weg lang als een lemmet
weg langer dan de weg van de weegschaal
en van de heldere sterren.

De sterren zeggen
dat de tijd daar is, dat het oude gereedschap
dat datgene, doorgesleten in de handpalm
van die de lange lange weg maakte,
zich gereedhoudt.

De sterren zeggen
in de naam van wie naamloos stierven
in de naam van wie akkergrond werden
in hun akker, van wie afgrond werden
De sterren zeggen dat de stap aanrukt

over de lange lange weg
over de weg die de blues uitklaagt.
De sterren zeggen, de hand is op komst
van wie oud gereedschap opneemt en gebruikt
doodgewone ploegschaar, vlashekel, wan:
ze vertellen dat hij komt.

Oud gereedschap mensheid moe
ver van huis, oud gereedschap dat je heersers
overleefde, oud gereedschap ver van huis,

het is tijd voor andere meesters
het is tijd voor de eenvoudige beweging

van de bijlslag recht in het gezicht
van die alles in vuur hebben gezet
langs de weg. Langs de lange lange weg.

 

De hooikeerder

Door revoluties weggemaaid
staat hier de hooikeermachine.
Hij was mooi blauw en rood, bestreed
het gele lekker ruikende hooi.

Nu weggedragen op vleugels
van stormvogel roest wordt hij meer
en meer stof van de schuur. Antieke
vriendelijke machine; huisdier.

Terwijl hij zo machtig roffelde
achter de paardebil, charge
op charge uitvoerde, in galop
voortrazend over het weiland.

 

De cirkelzaag

Hoed je voor de teven
van de vrede, het leven
beneden, in de bossen en
steden, is een krijsende bede
om onvrede, onvrede, onvrede
.

 

H.H. ter Balkt (17 september 1938 – 9 maart 2015)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Mussen tussen dorre bladeren

De mussen
bij de ijzeren hekpaal
nauwelijks te zien

door de dorre bladeren
waar ze half
onder schuil gaan –

ze warrelen de bladeren
op – vechten
en tjilpen

schel
zoeken
en

pikken het scherpe
zand voor
een goede vertering

en liefde’s
duistere en onverzadigbare
eetlust

 

Vertaald door Huub Beurskens

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)
Portret door Hugo Gellert, ca, 1930

 

Zie voor de schrijvers van de 17e september ook mijn blog van 17 september 2020 en evenens mijn blog van 17 september 2018.

H.H. ter Balkt, William Carlos Williams

De Nederlandse dichter H.H. (Herman Hendrik) ter Balkt werd geboren in Usselo op 17 september 1938. Zie ook alle tags voor H. H. Ter Balkt op dit blog.

 

Altijd

Altijd de verweekte kalfshersenen van de regen
als het gezijk van een oude dichter die de sloot niet inklimt.
Altijd de losse draadjes van machientjes en de kloterige plons
van raketten (plas-plas) in dezelfde verrotte zee.

Altijd de afdruk van voetstappen in sneeuw of modder, &
de herfst die zijn grijnzend smoelwerk uit de groene boom steekt.
& altijd Celsius met de koude kwikzak in de maand januari
als de steden huilen: Haal ons van de landkaarten moedertje.

Altijd dezelfde klaagzangen om dezelfde schurftige wereld,
altijd dezelfde slechte dichters terwijl de goeden ondergespit zijn
en ah! ah! owee! altijd dezelfde droevige opeenvolging
van gezichten en gezangen op de stenen akkers en op die van zand.

 

Het bonenstro

Bonenstro, dat rookt zo mooi
onder de hoge bomen; en zijn
gedopte peulen smoken ook.
Zijn boon, tot roem gekomen,
wordt beloond; maar opgestookt
rookt roemloos het bonenstro,
zo hoog als nooit de bonen komen

 

De vlier

Hoe de vlier hard kraakte
wanneer de winter zijn merg
verstijfde, het riet brak; de vogels
naar het zuiden (sommige)
afreisden: staat dat niet in het boek
het oude geschrift van de grondmist?

Hoe de ezelskop in Samaria,
stad van de tranen, 75 zilver-
stukken kostte, toen de honger
de stad opvrat, lange tijd her,
staat dat niet geboekstaafd
in het oude boek van de Koningen?

Die bij Warschau stond en Athene,
wuifde bij slagvelden, huisde
in duister, verrees op Golgotha;
de wijze onuitroeibare, zuur & loog
ten spijt, wordt niet hoog: maar vijf
meter, dat is hoog genoeg om te zien.

Kwetsbaarder dan hij staat er
geen boom in de bossen: december
vindt zijn knoppen nauwelijks
bedekt, en zijn roomwit merg trekt
tal van verslinders, daarom bewaakt
het bos hem als de draak de schat…

Zo is het nòg wel, en sombere
holten staat de vlier in de bossen,
nog altijd; in nacht en ontij; tover
gleed van zijn bessen heen, nochtans
hij staat er en draagt zijn bloesem
of er nooit nee nooit iets was gebeurd.

Vliertje, vlier, jij trilde
onder de eerste voetstappen, de mensen
goten sindsdien hun holten met stikstof
vol, en gesternte, helder vroeger, schijnt
troebeler, grijnzender, over de steden:
maar vliertje, vlier, blijf jij bij mij.

 

H.H. ter Balkt (17 september 1938 – 9 maart 2015)

 

De Amerikaanse dichter William Carlos Williams werd geboren in Rutherford (New Jersey) op 17 september 1883. Zie ook mijn blog van 17 september 2010 en eveneens alle tags voor William Carlos Williams op dit blog.

 

Danse Russe

Als ik wanneer mijn vrouw slaapt
en de baby en Kathleen
ook slapen
en de zon een vlammend-witte schijf is
in zijden mistflarden
boven glanzende bomen, –
als ik in mijn noordelijke kamer
dans, naakt en grotesk
voor mijn spiegel
mijn hemd zwaaiend boven mijn hoofd
en zachtjes tot mijzelf zing:
`Ik ben eenzaam, eenzaam.
Tot eenzaamheid ben ik geboren,
en beter kan het niet!’
Als ik mijn armen bewonder, mijn smoel,
Mijn schouders, flanken, billen
tegen de lange gele schaduwen, –

Wie zal dan zeggen dat ik niet
de gelukkige genius ben van mijn gezin?

 

Vertaald door Arnold Heumakers

 

William Carlos Williams (17 september 1883 – 4 maart 1963)

 

Zie voor de schrijvers van de 17e september ook mijn blog van 17 september 2020 en evenens mijn blog van 17 september 2018.