Jacq Firmin Vogelaar, Eduardo Galeano, Alison Lurie, Sergej Dovlatov, Kiran Desai, Ernst Meister, Lino Wirag

De Nederlandse dichter, schrijver en literatuurcriticus Jacq Firmin Vogelaar (pseudoniem van Franciscus Wilhelmus Maria (Frans) Broers) werd geboren in Tilburg op 3 september 1944. Zie ook alle tags voorJacq Firmin Vogelaar op dit blog.

 

Renaissance II

Ook al was hij oud en overreden,
Toch is hij even diep als stalmest
Op hangende poten de grond ingegaan:
Zaad en water ter plaatse
Komt hij met een zacht vel en reeds geopende ogen
Boven aarde, als een molshoop eerst
Dan een schutblad van een gekweekte plant, die
Als het nacht slaat blaft
En als de poten afgeknipt zijn
De straat oploopt.

 

Breekbaar grondschrift

breekbaar grondschrift voetafdruk van rotte palen
toont waar ze schreiend
onhoorbaar ontstond, ’n dichtgegroeide
vijver waar niets weerklinkt,
het luisterend oor verzandt,
de vinger tastend vastgroeit aan ’n ovale steen bijna
in de ogen,

in haar diep verdronken
wordt de drinkende schimmel zo groot
(als) ’n drijvend wolkenveld
om te zien door ’n netvlies van verlies
Robin,
sluierstaartvis met glazen gebaren

 

Jonas

daarnaast mol ik ook nog haar stikdonkere baarmoeder,,
moedertje, ik moet me toch ergens verbergen
achterhaal me niet met ’n kateter –
zal ik me slapend houden,
jonas wil wel zingen zachte hits desnoods en en
en even zachte kasjmierharen krijgen ’n opgerold schootkatje
fijn dat je kasplantje likt en laat groeien,
nee nee
nee, en er keihard in rondcrossen,
wat overvliegt bekogelen zodat het uiteenspat
in pikzwarte veren die ik opplak, en zo ik me vertoon.

 

 
Jacq Firmin Vogelaar (3 september 1944 — 9 december 2013)
Cover

Lees verder “Jacq Firmin Vogelaar, Eduardo Galeano, Alison Lurie, Sergej Dovlatov, Kiran Desai, Ernst Meister, Lino Wirag”

In Memoriam Jacq Firmin Vogelaar

In Memoriam Jacq Firmin Vogelaar

De Nederlandse dichter, schrijver, essayist en criticus Jacq Firmin Vogelaar is op 69-jarige leeftijd overleden. Hij stierf afgelopen maandag.op 69-jarige leeftijd. Jacq Firmin Vogelaar werd geboren in Tilburg op 3 september 1944. Zie ook alle tags voor Jacq Firmin Vogelaar op dit blog.

Uit: Terugschrijven (Over ‘Boze geesten’ van Fjodor M. Dostojevski)

Boze geesten is de geschiedenis van een moord uit politieke motieven. Uiteindelijk blijkt er in het boek maar één drijfveer in het spel te zijn: vernietigingsdrang, de demon die allen in zijn greep heeft. Hoewel de moordgeschiedenis de vertelstructuur beheerst, is de politiek toch vooral een aanleiding om religieuze en ethische ideeën te behandelen. Dat verklaart het merkwaardige feit dat Pjotr, hoe belangrijk ook als onruststoker en intrigerende Judas, zowel binnen de revolutionaire kring als in het plaatselijke societyleven, inhoudelijk in de roman een bijrol heeft; ook technisch is hij een indringer in de roman die verder gecentreerd is rond Stawrogin en Kirilow. In die zin kan Pjotrs opmerking dat Nikolai Stawrogin ‘zijn betere ik’ is ook worden uitgelegd. Maar zoals goed en kwaad, Amerika en Columbus niet buiten elkaar kunnen, zo ook Pjotr Werchowenski en Nikolai Stawrogin. Als Nikolai voor Pjotr een afgod is, dan is Pjotr voor Nikolai een aap (én een naäper). Ze gebruiken elkaar, zoals trouwens allen elkaar schijnen te gebruiken. Zo ook bij voorbeeld Werchowenski en Kirilow. In Kirilow zingt het vrijheidsthema zich los van de betekenissen: ‘Volledige vrijheid zal er eerst zijn, als het er niet meer op aankomt of men leeft of niet. Ziehier het doel van alles.’ Hij is de eerste in de geschiedenis die geen God wil bedenken. Zelfmoord is voor Kirilow de proef op de som van een gedachtenexperiment: ‘Als God bestaat, dan is elke wil van Hem, en kan ik niets doen buiten Zijn wil. Als Hij niet bestaat, dan is het allemaal mijn eigen wil en ben ik verplicht, mijn vrije wil aan de dag te leggen’. Dat had een parafrase kunnen zijn van de uitspraak van Bakoenin: ‘God bestaat – en de mens is een slaaf; als de mens vrij is – bestaat God niet’, al was Bakoenin zeker niet bereid geweest Kirilow in zijn conclusie te volgen: ‘Ik ben verplicht, mijzelf dood te schieten, omdat het hoogtepunt van de vrije wil hierin bestaat – zichzelf het leven te benemen.’

 
Jacq Firmin Vogelaar (3 september 1944 — 9 december 2013)

Jacq Firmin Vogelaar

 

De Nederlandse dichter, schrijver en literatuurcriticus Jacq Firmin Vogelaar, pseudoniem van Franciscus Wilhelmus Maria (Frans) Broers werd geboren in Tilburg op 3 september 1944. Hij studeerde vanaf 1962 Nederlands en filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en vestigde zich in 1965 in Amsterdam waar hij zijn studie voortzette. Vogelaar was in de periode van 1971-1975 werkzaam als docent op achtereenvolgens de afdeling bouwkunde van de Technische Hogeschool Delft, het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam en de kunstacademie te Arnhem. Als recensent was hij verbonden aan Het Parool en De Volkskrant. Vogelaar was bovendien intensief betrokken bij het politiek-cultureel tijdschrift Te Elfder Ure. Hij was ruim veertig jaar redacteur van Raster en literatuurcriticus bij De Groene Amsterdammer. Vogelaar debuteerde als dichter in 1965. Sindsdien schreef hij romans, verhalen, essays en een kinderboek. Veel aandacht trok “Alle vlees” (1980), een historische roman in fragmenten waarin het probleem van de uitbuiting van het menselijk lichaam vanuit allerlei gezichtspunten wordt behandeld. In 1986 schreef hij het kinderboek “Het geheim van de bolhoeden”. “Terugschrijven” (1987) is een essaybundel over onder andere Gustave Flaubert, James Joyce, Franz Kafka en Virginia Woolf. Behalve schrijver en criticus was Jacq Vogelaar vertaler. In 2010 verscheen bij de Arbeiderspers zijn vertaling van “De apotheker van Auschwitz” van Dieter Schlesak.

Uit: Alle vlees

“(…)ik vermoed, na dertig jaar oefenen en afleren, dat hij bedoelde te zeggen ‘korte dunne zinnen’, dat wil zeggen: zinnen die je mond uitspatten, je oor inspringen, in je hersenen prikken als ’t kan en buiten begrip kunnen, ja en amen bedoelde hij ons te leren zeggen, met die komputertaal konden wij volstaan, bescheidenheid was het wachtwoord, je plaats weten en met twee woorden spreken, en als ik nu naar het woord in kwestie kijk moet ik deken aan andere punten die minder met punktuatie en verkeerstekens te maken hebben, en het liefst zou ik een punt zetten, zo mogelik zonder al te veel omhaal van woorden, maar graag ongestoord, niet door frikken op de vingers gekeken, zo lang als je zin hebt – dat wens ik mijn zin toe, om haar in konditie te houden, want ook als het niet naar mijn zin is moet ik bekennen dat ik niet buiten haar kan) moeten we dat proberen te vergeten, nu we rijp en rot genoeg zijn om bestand te zijn tegen de schok van het inzicht dat veel van wat ons in de desbetreffende jeugd met een Neurenbergertrechter is ingegoten, niet alleen tegen onze verlangens maar ook tegen onze belangen en dus verkeerd was, of verkeerd begrepen door degenen die onderricht gaven, of misschien een beetje ranzig, het bederf een gevolg van de persoonlike behoeften van onderwijzers die, achteraf gezien, ook mensen waren en als zodanig de neiging hadden iets van zichzelf in hun werk te leggen, in ons dus, en soms is dat niet zo erg fris meer, dat iets van henzelf, en dan bedoel ik niet de zweetlucht of het kleffe handje, en zelfs als ze meenden dat ze ‘kennis’ aan het overdragen waren, zoals de wet op het onderwijs verordonneert, hadden ze beseft kunnen hebben dat hun diktaat vol gaten zat die niet te dichten waren met bloedstelpende watten noch met stopwoorden”

 


Jacq Firmin Vogelaar (Tilburg, 3 september 1944)
Cover