Eoin Colfer, Jo Gisekin, Karl-Markus Gauß, Gaby Hauptmann, Dante Alighieri, Krister Axel

De Ierse schrijver Eoin Colfer (zijn voornaam wordt uitgesproken als Owen) werd geboren in Wexford op 14 mei 1965. Zie ook alle tags voor Eoin Colfer op dit blog.

Uit: The Atlantis Complex

“How do I love thee? wondered Orion. “Let me see. I love thee passionately and eternally…obviously eternally-that goes without saying.” Holly blinked sweat from her eyes. “Is he serious?” she called over her shoulder to Foaly. “Oh, absolutely,” said the centaur “If he asks you to look for birthmarks, say no immediately.” “Oh, I would never.” Orion assured her. “Ladies don’t look for birthmarks; that is work for jolly fellows like the Goodly Beast and myself. Ladies, like Miss Short, do enough by simply existing. They exude beauty, and that is enough.” “I am not exuding anything.” said Holly, through gritted teeth. Orion tapped her shoulder. “I beg to differ. You’re exuding right now, a wonderful aura. It’s pastel blue with little dolphins.” Holly gripped the wheel tightly. “I’m going to be sick. Did he just say pastel blue?” “And dolphins, little ones,” said Foaly.”
(…)

„Very well, I promise. So, what did you get for me?” Angeline paused for a beat. “Jeans.” “What?” croaked Artemis. “And a T-shirt” …Artemis took several breaths. “Does the T-shirt have any writing on it?” A rustling of paper crackled through the phone’s speakers. “Yes, it’s so cool. There’s a picture of a boy who for some reason has no neck and only three fingers on each hand, and behind him in this sort of graffiti style is the words RANDOMOSIY. I don’t know what that means but it sounds really current.” Randomosity though Artemis, and he felt like weeping.”

 
Eoin Colfer (Wexford, 14 mei 1965)

Lees verder “Eoin Colfer, Jo Gisekin, Karl-Markus Gauß, Gaby Hauptmann, Dante Alighieri, Krister Axel”

Jo Gisekin, Karl-Markus Gauß, Eoin Colfer, Gaby Hauptmann, Dante Alighieri, Krister Axel

De Vlaamse dichteres Jo Gisekin werd geboren in Gent op 14 mei 1942. Zie ook alle tags voor Jo Gisekin op dit blog.

Kweeperen in cognac

Weemoed van kweeperen in cognac
zomers boudoir achter
lichtschuw inmaakglas
waar ik naar tracht
als naar een haardvuur
in een huis met
geblinde ramen.

Stroomafwaarts
in lopende plooien
van mijn huid
is de herfst geboren
als in een zwijgend laken
of in een handpalm
bespannen met opalen vlies
van witte eierschalen.
De boomgaard met blaren
wisselt feestelijk van vacht
naast de kweeperelaar
op het vloerkleed gras .

 

Zwijgen

Zwijgen
is
dieper graven

vlinder die de nacht bevoelt
met vingertoppen duisternis
-ik ben het blauw van Raveel verloren-

vaak heb ik de vroegste morgen
uit je wuivende vleugels geperst
je wieg was me meer
dan een wijngaard stilte
en op je rug
heb ik mezelf vertekend

ik huil om zinloosheid
van opgesteven woorden
om weemoed die de traan
niet kent.

 

Jo Gisekin (Gent, 14 mei 1942)

Lees verder “Jo Gisekin, Karl-Markus Gauß, Eoin Colfer, Gaby Hauptmann, Dante Alighieri, Krister Axel”

Jo Gisekin, Karl-Markus Gauß, Eoin Colfer, Gaby Hauptmann, Dante Alighieri, Krister Axel, Jens Sparschuh

De Vlaamse dichteres Jo Gisekin werd geboren in Gent op 14 mei 1942. Zie ook alle tags voor Jo Gisekin op dit blog.

Gedicht voor de meester van mijn zoon

Het leek een morgen om niet te vergeten
een beetje kil een beetje klam
bedampt nog van de nacht
waarlangs de zomer
stiekem voorbij was gegaan

Ik had de wekker gehoord
het aanzwellend kabaal
van drie paar kindervoetjes
op de trap
het doorspoelen na het zoveelste
plasje

tegen de afgebladderde muur
weerbarstige kamperfoelie in mijn tuin
en een herfstroos
zich moeizaam ontplooiend
in het behang van een spinneweb

En dan de speelplaats
platgewalst door duizend voetjes
en moeders zichtbaar opgedirkt
door Elisabeth Arden en geur
van Chanel dixneuf
met bruine benen uit Guadaloupe
sieraad van een zilte zomer
op hooggehakte pumps

In langgerekte rijen
een beetje loom een beetje lam voor ’t eerst mijn zoon
zijn blauwe dasje om, zijn grotemensenhemd
en in zijn veel te holle boekentas
een stift, een potlood en een gom en
schriftjes voor de letters s en c en h
van school

En plots
als een punt
op een heel grote i
de reus in de straat van kabouters
met baard en sjaal en kaki
duffelcoat
de Meester

de meester van mijn zoon

Ik dacht
mocht het straks regenen
van droefenis
in de ogen van mijn zoon
kan hij heimelijk gan schuilen
in de opgestikte zak
van zijn meesters jas.

Jo Gisekin (Gent, 14 mei 1942)

Lees verder “Jo Gisekin, Karl-Markus Gauß, Eoin Colfer, Gaby Hauptmann, Dante Alighieri, Krister Axel, Jens Sparschuh”

Jo Gisekin, Jens Sparschuh, Karl-Markus Gauß, Eoin Colfer, Gaby Hauptmann, Dante Alighieri

De Vlaamse dichteres Jo Gisekin werd geboren in Gent op 14 mei 1942. Zie ook mijn blog van 14 mei 2007 en ook mijn blog van 14 mei 2008 en ook mijn blog van 14 mei 2009 en ook mijn blog van 14 mei 2010.

Vader

Vaders zijn er altijd geweest met het
beheerste gebaar in de armen. Het broze
in elk van hun vingers. Het kind op schoot.
Onuitgepakt cadeau met verstrengelde
beentjes. Als mastiek ontrold.

Ze zijn van tel in het huiselijk bestaan. Ze
schuiven gordijnen open. Hun kijk op akkers
in bloei. Wrijven het dekentje glad en
smoren gevaren ondergronds. Een pluim op de hoed.
Ze denken dieper na hoe ze het armpje
of het hoofd moeten steunen.
Ze aarzelen bij elke stap. Gaan wijdbeens
op de voorplecht staan. In evenwicht.
Ze tellen ribben en
tenen en waken bij het gewicht in de wieg.
Geen wind mag in de zeilen slaan.

Het interval van de adem verschuift in hun
oor. Ze zoeken naar maat en volgen de
weg die de sluimer inslaat tot aan
de slaap.
Rust is aan vaders nooit besteed. Ze timmeren
een dak boven het hoofd van het kind: de herfst
wordt dramatisch dit jaar.
Ze springen in laarzen en dammen het land.
Geen watersnood binnen de oevers.
Liever eelt op de hand.

Vaders zijn tot alles in staat. Ze tekenen
hun zelfportret uit op het kind.
Het geringste voortbestaan.

 

De nacht is veel te groen

De nacht is veel te groen
om krekels van het
blauw te onderscheiden

waar is het licht
dat leeggezogen weiden
uit hun stramme schaduw dwingt?

Je hoort geen stilte
die luider snikt
dan legers meeldraden
– ze vechten voor wat licht –

schrijf met glazen woorden
de scherven op hun dode bloemenmond.

de tijd eet geld met hopen
en af en toe
zich rond.


Jo Gisekin (Gent, 14 mei 1942)

Lees verder “Jo Gisekin, Jens Sparschuh, Karl-Markus Gauß, Eoin Colfer, Gaby Hauptmann, Dante Alighieri”

Jo Gisekin, Eoin Colfer, Gaby Hauptmann, Jens Sparschuh, Karl-Markus Gauß, Dante Alighieri

De Vlaamse dichteres Jo Gisekin werd geboren in Gent op 14 mei 1942. Zie ook mijn blog van 14 mei 2007 en ook mijn blog van 14 mei 2008 en ook mijn blog van 14 mei 2009.

 

Als ik het boek niet had

 

Als ik het boek niet had zou ik
ánders leven. In de spiegels van het
blad zie ik mijn gisteren. de nacht,
het zeldzaam tedere van elk verleden
dat niet vervaagt
nu ik nog alles weet.

 

Ik ken de plekken waar het landschap
tot aan mijn voetzool plooit in veel verborgen
geuren, de zon een feest is. Muziek een
stortbui uit wijde galmgaten. Psalmen
voor een ver verschiet.

 

Hoe zou ik weten wie de tijd ontstak, aan
ieder woord zijn klinker gaf, zingend
in mijn oor.
De vreugde kan niet op
in alle talen, in elk nieuw boek
een jong bestaan.

 

 

Het haakwerk van liefde

 

Met het vakmanschap
van metselaars
op het plein van platanen
zou ik je
als een beeldhouwwerk
steen per steen beweegloos
op elkaar willen passen

 

Als een vleermuis
deskundig de ruimte
van je fragiel bestaan doorklieven
om te zien hoe
geitenblad en disteldoorn
geel en paars in ruitmotief
over je spankracht
heen en weer doen vlieden.

 

Ach
ik weet wat water is
het wier van schaamte
en tijdloosheid
van terloops plezier.

 

Het haakwerk van liefde
is een schichtig motief
ternauwernood
kunnen jij of ik
haar bloem versieren.

 

Gisekin

Jo Gisekin (Gent, 14 mei 1942)

 

De Ierse schrijver Eoin Colfer (zijn voornaam wordt uitgesproken als Owen) werd geboren in Wexford op 14 mei 1965. Zie ook mijn blog van 14 mei 2007 en ook mijn blog van 14 mei 2008 en ook mijn blog van 14 mei 2009.

Uit: Artemis Fowl

By now, you must have guessed just how far Artemis Fowl was prepared to go in order to achieve his goal. But what exactly was this goal? What outlandish scheme would involve the blackmailing of an alcohol-addicted sprite? The answer was gold.

Artemis’s search had begun two years previously when he first became interested in surfing the Internet. He quickly found the more arcane sites: alien abduction, UFO sightings, and the supernatural. But most specifically the existence of the People.

Trawling through gigabytes of data, he found hundreds of references to fairies from nearly every country in the world. Each civilization had its own term for the People, but they were undoubtedly members of the same hidden family. Several stories mentioned a Book carried by each fairy. It was their Bible, containing, as it allegedly did, the history of their race and the commandments that governed their extended lives. Of course, this book was written in Gnommish, the fairy language, and would be of no use to any human.

Artemis believed that with today’s technology the Book could be translated. And with this translation you could begin to exploit a whole new group of creatures.

Know thine enemy was Artemis’s motto, so he immersed himself in the lore of the People until he had compiled a huge database on their characteristics. But it wasn’t enough. So Artemis put out a call on the Web: Irish businessman will pay large amount of U.S. dollars to meet a fairy, sprite, leprechaun, pixie. The responses had been mostly fraudulent, but Ho Chi Minh City had finally paid off.“

colfer

Eoin Colfer (Wexford, 14 mei 1965)

De Duitse schrijfster Gaby Hauptmann werd geboren op 14 mei 1957 in Trossingen.

Uit: Kaya schießt quer

Kaya zitterte bei jedem Sprung mit, obwohl Lara doch ihre Konkurrentin war. Trotzdem, Lara hatte einfach ein wunderschönes Pony, schwarz wie die Nacht mit einem weißen Stern mitten auf der Stirn – und, was fast noch wichtiger war, mit einem ungeheuren Sprungvermögen.

Die beiden fegten durch den Parcours, dass die Zuschauer den Atem anhielten. Heute ging es um Zeit und Fehler, und da war Black Jack allen anderen überlegen.

Kaya stand noch immer ganz beeindruckt da, obwohl sie längst hätte aufsitzen müssen, und sie war sich sicher, dass Fritz Lang deswegen schon sauer sein würde, aber sie konnte sich von dem Bi
ld einfach nicht lösen. Jetzt kamen die beiden auf die letzte Kombination zu, ein blau-weißer Steilsprung und dahinter ein gewaltiger Oxer, der für sie selbst gleich zum richtigen Problem werden würde, für

Black Jack aber noch nicht mal einen Augenaufschlag mehr bedeutete.

Kaya hatte bisher immer nur von diesem Siegerpaar gehört, aber heute war der große Tag, da sie beide in ein und derselben Prüfung starten durften, beim ›Bodensee Classics Ponycup‹ in Aach. Ihr Herz klopfte wie wild vor Aufregung. Fritz Lang, ihr Trainer, war vorhin mit ihnen allen den Parcours abgeschritten, aber sie konnte sich kaum auf seine Anweisungen konzentrieren, so stolz war sie, bei diesem großen, internationalen Reitturnier mitmachen zu dürfen.”

 

Gaby-Hauptmann

Gaby Hauptmann (Trossingen, 14 mei 1957)

 

De Duitse schrijver Jens Sparschuh werd geboren op 14 mei 1955 in Karl-Marx-Stadt en groeide op in Oost-Berlijn.

 

Uit: Eins zu eins

“Lockruf der Wildnis Von einem Fall Wenzel zu sprechen, halte ich noch für verfrüht. Die Trottenburg sieht das übrigens ähnlich. Nachher klärt sich alles überraschend simpel auf und wie stehen wir dann da. Ihr Anruf kam kurz nach der Mittagspause. »Du, Olaf, ich glaube, wir haben ein Problem.« »Wenzel«, sagte ich. »Kommst du mal bitte rüber.« Ich weiß nicht, warum mir spontan Wenzel eingefallen ist. Für diesen halboffenen Augenblick zwischen Träumen und Wachen, in dieser Grauzone meines Denkens ich hatte gerade meinen täglichen 5-Minuten-Büroschlaf absolviert, und mein Oberkörper lag noch abgeknickt über der Schreibtischplatte muß ich ein Seher gewesen sein. Ich sah: einen langgestreckten See. Ein paar Kiefern am Ufer, die mürrisch herumstanden; schief, gegen den Wind. Aber es war gar kein Wind. Nur ein paar Vögel, die sich in den Himmel fallen ließen. Unten, im schwarzen Wasser, schwammen Wolken vorüber. Ein Findling lag am Feldrand. Ein abschüssiger Weg.”

 

Sparschuh

Jens Sparschuh (Karl-Marx-Stadt, 14 mei 1955) 

 

De Oostenrijkse schrijver, essayist en uitgever Karl-Markus Gauß werd geboren op 14 mei 1954 in Salzburg.

 

Uit: Die Donau hinab (Samen met Christian Thanhäuser)

 

So weit ich auch gereist bin, bis zum Leuchtturm von Sulina bin ich nie gelangt. Eine merkwürdige Scheu hat mich stets umdrehen, abzweigen, innehalten lassen, ehe ich das Donaudelta mit seinen unzähligen Seitenarmen erreicht hätte. Dort, wo sie immer langsamer fließt und unüberschaubar breit geworden ist, ihre vom Schwarzwald auf 2888 Flusskilometer gesammelten Wassermassen nur mehr träge weiterrollt und ihr fließender und zurückfließender Übergang zum Meer fast unmerklich ist, au
sgerechnet dort also, wo der Fluss zum Meer wird, markiert der Leuchtturm den messtechnischen Nullpunkt der Donau. Mich diesem Übergang und der Entgrenzung auszusetzen, habe ich immer gezaudert, als wäre mir dieses Überströmen, Sichverlieren im Meer der Tod, der ja am Ende aller Reisen steht und den esoterisch zur großen, letzten und wahren Reise zu verklären mich noch gar nicht reizt.
Auch das macht die Donau vermutlich einzigartig unter den Flüssen, dass ihre Kilometer-Zählung beginnt, wo der Fluss endet und sich im Meer verliert. Ende und Anfang, hier fallen sie in eins, wie umgekehrt auch im Schwarzwald, wo die Bächlein Breg und Brigach sich vereinen und die Donau ihren Weg bei einem Uferzeichen aufnimmt, das die finale Kilometer-Bezeichnung 2888 trägt, just als würde der Fluss hier, wo er entspringt, sein Ende haben und dort, wo er endet, beim Leuchtturm in Sulina, seinen Anfang nehmen.”

 

KM-Gauss

Karl-Markus Gauß (Salzburg, 14 mei 1954)

Zie voor de drie bovenstaande schrijvers ook mijn blog van 14 mei 2008 en ook mijn blog van 14 mei 2009.

 

 

De Italiaanse dichter Dante Alighieri werd tussen 14 mei en 13 juni 1265 (volgens hemzelf in de Divina Comedia in de Goede Week en in het teken van de Tweelingen) in Florence geboren. Zie ook mijn blog van 14 mei 2007 en ook mijn blog van 14 mei 2008 en ook mijn blog van 14 mei 2009.

 

Uit: Divina Comedia

CANTO I

 

His glory, by whose might all things are mov’d,

Pierces the universe, and in one part

Sheds more resplendence, elsewhere less.  In heav’n,

That largeliest of his light partakes, was I,

Witness of things, which to relate again

Surpasseth power of him who comes from thence;

For that, so near approaching its desire

Our intellect is to such depth absorb’d,

That memory cannot follow.  Nathless all,

That in my thoughts I of that sacred realm

Could store, shall now be matter of my song.

 

Benign Apollo! this last labour aid,

And make me such a vessel of thy worth,

As thy own laurel claims of me belov’d.

Thus far hath one of steep Parnassus’ brows

Suffic’d me; henceforth there is need of both

For my remaining enterprise Do thou

Enter into my bosom, and there breathe

So, as when Marsyas by thy hand was dragg’d

Forth from his limbs unsheath’d.  O power divine!

If thou to me of shine impart so much,

That of that happy realm the shadow’d form

Trac’d in my thoughts I may set forth to view,

Thou shalt behold me of thy favour’d tree

Come to the foot, and crown myself with leaves;

For to that honour thou, and my high theme

Will fit me.  If but seldom, mighty Sire!

To grace his triumph gathers thence a wreath

Caesar or bard (more shame for human wills

Deprav’d) joy to the Delphic god must spring

From the Pierian foliage, when one breast

Is with such thirst inspir’d.  From a small spark

Great flame hath risen: after me perchance

Others with better voice may pray, and gain

From the Cirrhaean city answer kind.

Vertaald door H. F. Cary

 

Dante-alighieri
Dante Alighieri  (14 mei/13 juni 1265 – 13/14 september 1321)

Portret door Giotto, Florence

Zie voor nog meer schrijvers van de 14e mei ook mijn vorige blog van vandaag.