A June Day (John Todhunter), Alex Boogers, Silke Scheuermann

 

Dolce far niente

 


Hete junidag stilleven door Kiselyova Yuliya, 2012

 

 

A June Day

The very spirit of summer breathes to-day,
Here where I sun me in a dreamy mood,
And laps the sultry leas, and seems to brood
Tenderly o’er those hazed hills far away.
The air is fragrant with the new-mown hay,
And drowsed with hum of myriad flies pursued
By twittering martins. All yon hillside wood
Is drowned in sunshine till its green looks grey.
No scrap of cloud is in the still blue sky,
Vaporous with heat, from which the foreground trees
Stand out—each leaf cut sharp. The whetted scythe
Makes rustic music for me as I lie,
Watching the gambols of the children blythe,
Drinking the season’s sweetness to the lees.

 


John Todhunter (30 december 1839 – 25 oktober 1916)
Dublin, de geboorteplaats van John Todhunter, in de zomer

 

De Nederlandse schrijver Alex Boogers werd geboren op 14 juni 1970 in Vlaardingen. Zie ook alle tags voor Alex Boogers op dit blog.

Uit: Over Otis

“Jack leefde met zijn mensen in Rotterdam-Zuid, in de wijk Charlois. Toen hij nog jong was nam Herman hem weleens mee in de Range Rover naar een naamloze stad, tegen de rand van een recreatiegebied, waar hij achter eenden aan kon jagen, en achter allerlei andere watervogels, die er voor hem allemaal even curieus uitzagen met hun lange snavels, dunne, stokachtige poten, die hij maar wat graag zou willen grijpen. Herman en Natalie woonden boven een vrouw die al verschillende keren in een inrichting was opgenomen, maar telkens weer thuiskwam. Ze noemde Jack steeds ‘het monster’. ‘Daar loopt-ie weer met dat monster!’ brulde ze als hij voorbijkwam. De eerste zes maanden droeg Herman Jack steeds naar boven, maar daarna werd hij te zwaar en moest hij de trappen zelf beklimmen. Dat vereiste wat behendigheid, want de treden dwongen zijn voor- en achterpoten om zowel voorwaartse als draaiende bewegingen te maken. Voorwaartse stappen met zijn voorpoten en draaiende bewegingen met zijn achterpoten, waardoor hij op weg naar beneden steeds wiebelde met zijn kont. Het eerste halfjaar leek hij toch al niets goed te kunnen doen. De flatwoning was te groot voor hem, want hij was nog maar een pup, dus het leek hem beter om zijn grenzen in huis te markeren, zodat hij wist waar hij leefde, en zodat hij zijn mensen binnen die grenzen in de gaten kon houden. Vooral Herman dacht daar anders over, want Natalie greep alleen maar haar buik vast en riep hysterisch uit: ‘Hij plast weer, Herman! Herman!’ Steeds kreeg hij een wijsvinger tegen zijn neus gedrukt en riep Herman heel hard ‘Nee, Jack!’ Nee? Maar hoe moest hij zich anders veilig voelen? Die afgebakende grenzen gaven hem een beschermd gevoel. Herman droeg hem elke keer naar beneden om hem in een nabijgelegen veld, tussen de bierblikjes, gebruikte naalden en plastic, te laten plassen. ‘Hier moet je pissen, Jack,’ zei hij. ‘Op het gras.’ Herman zag er vooral ’s avonds eigenaardig uit, in zijn korte broek, op zijn slippers, met een regenjas aan, buiten in de kou. Nu had Jack het ondanks zijn kortharige grijze vacht niet snel koud, maar zo warmbloedig als Herman leek te zijn was hij nog niet. Hij hield van Herman, want hij moedigde hem aan om  stappen te maken in het hoge, natte gras. De sprieten kietelden zijn kale buik en prikkelden zijn blaas om steeds korte plasjes te doen, zodat Herman in elk geval wist waar hij was. Na een paar weken begreep Jack dat Herman zijn woning zag als het hol waarin iedereen sliep, en daar hoefde Jack zijn geurvlag niet te plaatsen. Herman liet zien dat de wereld veel groter was dan het huis waarin Jack leefde. De gouden stralen waarmee Jack zijn omgeving kon afbakenen hoorden in die buitenwereld.”

 


Alex Boogers (Vlaardingen, 14 juni 1970)

 

De Duitse dichteres en schrijfster Silke Scheuermann werd geboren op 15 juni 1973 in Karlsruhe. Zie ook alle tags voor Silke Scheuermann op dit blog.

 

DE TATOEËERDER

Alles in huid gekerfd
Donker omlijnd
Zelfs de plotseling in het schouderblad
staande zon beweegt
met zwarte rand

Geen van zijn klanten
weet hoelang hij
naar de beste maker van
vloeibaar zwart moest zoeken
Soms stond hij er heel alleen voor
met zijn waanzin en lievelingsgedierte

De zaak bleef open
maar er kwam niemand
Ze misten
de zeeslang met reuzenogen die
zich boven de pees aftekent

de trol die met
het scheenbeen aanpapt
de kleine christus aan het kruis
Al die adelaars zwaluwen initialen
tatoeëerders woorden terwijl

hij de schetsen toont
Kijk zegt hij Zie die pracht
Ben een zwak man
eentje die zielen
stempelt op lui zoals jij

Maar wat is leven anders
dan omgevormde verwonding
jarenlang bladeren in ontwerpen
en dan tipt een andere vinger
op het beste Het doodsmotief

 

Vertaald door Monique de Waal

 


Silke Scheuermann (Karlsruhe, 15 juni 1973)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2021 en ook mijn blog van 13 juni 2020 en eveneens mijn blog van 13 juni 2019 en ook mijn blog van 13 juni 2017 en mijn blog van 13 juni 2015 deel 1 en eveneens deel 2.

John Todhunter

De Ierse dichter en toneelschrijver John Todhunter werd geboren op 30 december 1839 in Dublin als oudste zoon van Thomas Harvey Todhunter, een quaker-koopman van Engelse afkomst. Hij volgde onderwijs aan quakerscholen, waaronder de Bootham School, York en Mountmellick in Ierland. Hij begon te werken op de kantoren van zijn vader in Dublin en Londen voordat hij geneeskunde ging studeren aan Trinity College. Tijdens zijn studie aan Trinity College won Todhunter de prijs van de vice-kanselier voor Engelse poëzie in 1864, 1865 en 1866, en de gouden medaille van de Philosophical Society in 1866 voor een essay. Tijdens zijn studie werkte hij ook als klerk voor William Stokes. Todhunter behaalde zijn bachelor in de geneeskunde in 1867 en zijn doctoraat in de geneeskunde in 1871.  Aan Trinity College leverde hij ook bijdragen aan het literaire tijdschrift Kottabos. In 1870 (een jaar vóór zijn doctoraat) werd hij hoogleraar Engelse literatuur aan Alexandra College in Dublin. Vier jaar later nam Todhunter ontslag en reisde naar Egypte en verschillende plaatsen in Europa. Hij trouwde in 1879 met Dora L. Digby. In 1881 vestigde hij zich uiteindelijk in Londen, waar zijn huis in Bedford Park, Chiswick, gelegen was in een kleine gemeenschap van schrijvers en kunstenaars, waaronder W. B. Yeats. Hij was daar betrokken bij de oprichting van de Irish Literary Society. Zijn tragedie, “The Black Cat”, werd slechts één keer opgevoerd, op 8 december 1893 in de Opéra Comique, door de Independent Theatre Society – een besloten club die was opgericht om censuur door het kantoor van de Lord Chamberlain te voorkomen. Todhunter is vooral bekend om zijn werk uit 1896: “Irish Bardic Tales”.

 

Uit: Three Irish bardic tales:

THE DOOM OF THE CHILDREN OF LIR
THE TUNING OF THE HARP.

I tune the harp for my singing,
I sing the sorrow of Lir,
Sorrowful is my song.

1.
Sad were the wizard race, the Tribe of De Danann, Sad from the victor swords of Milith’s warlike sons, When, from the last lost fight for lordship of the streams Of Eri, back they fled, from Tailtin, to their hills.

2.
To the hosting of the chiefs, upon the Daghda’s dun, Together then they drew their war-sick banners pale, Together drew their hosts, war-wearied and dismayed, And said : i Let one be Lord, to the healing of us all ! ‘

3. Five were the chiefs who rose, with challenge of their deeds Claiming in lofty words the Over-Kingship there: Boy Derg; the Daghda’s son ; Ilbrac of Assaroe; And Lir of the White Field in the plain of Eman Macha.

4.
And after them stood up Midhir the Proud, who reigned Upon the hills of Bri, of Bri the loved of Liath, Bri of the broken heart ; and last was Angus Ogue ; All these had many voices, but for Boy Derg were most.

5.
Then all took sun and moon for their sureties, to obey him, Boy Derg, the holy King ; save Lir and all his clan. For Lir withdrew in ire, frowning, and spake no word, And after him his clan went frowning from the tryst.

6.
And marching from the dun, his war-men at his back, A thundercloud of wrath, frighting the peaceful day, He passed to his own place, and sat him down in grief And anger, many days, brooding upon his wrong.

7.
But those about Boy Derg were wroth at Lir, and said : ‘ Give us the word, Boy Derg, and Lir shall be an heap Of bleaching bones, cast out and suddenly forgot, And memory name no more his clan without a cairn.’

8.
‘ Nay,’ said Boy Derg : ‘Not so, Lir is a mighty name, Greater in war than I, dear as my head to me. Leave Lir in peace to hold the lordship of his land, The dragon of our coasts, to daunt Fomorian ships.’

 


John Todhunter (30 december 1839 – 25 oktober 1916)
Portret door Henry M. Paget, ca. 1910