Jeroen Brouwers, Alexander Osang, Ulla Hahn, Luise Rinser, John Boyne, Annie Dillard, Jaroslav Hasek, Jacob Hiegentlich, Kno’Ledge Cesare

 

De Nederlandse schrijver Jeroen Brouwers werd geboren op 30 april 1940 in Batavia, de hoofdstad van het voormalige Nederlands-Indië (tegenwoordig Djakarta, Indonesië). Zie ook alle tags voor Jeroen Brouwers op dit blog.

Uit: Het hout

“Daar dendert de zon door de gebrandschilderde ramen met de Franciscustaferelen, waarvan de kleuren verbleken in het als brand inslaande licht. Zo heet als in de keukenfornuizen van Severinus en zijn juvenist die nog geen kloosternaam heeft. Als het zelfs in de kapel al zo moeilijk te harden is, waar dan te blijven in mijn kamertje onder het dak, waar ik in mijn broeiende gewaad als slaapzaalsurveillant de wacht zit te houden, om mij heen is het rumoeren van de jongens in hun chambrettes.
Het ruimtetje waar ik me ophoud is twee bij vier tussen triplex wanden, zonder plafond. Zolang op mijn tafeltje het gloeipeertje brandt dat uit de lampenkap is gezakt en eronder bungelt, werpt het een rechthoekige lichtvlek tegen het plafond van de slaapzaal boven mijn cel. Een lichtbolletje van weinig sterkte. Niets naast het daveren van de zon en toch lijkt de hitte, die ook ’s nachts niet uit mijn pij trekt, door dat bolletje te worden veroorzaakt. Ik staar in de matte gloed ervan en heb dorst, maar de thermosfles, door Severinus’ koksmaat gevuld met thee, is tot de laatste druppel leeg. In tegenstelling tot mezelf. Wat ik met kleine teugen aan koude bittere thee heb gedronken plenst met bolle droppels mijn lijf uit, nietswaardig lijf, ik druip van hoofd tot helemaal beneden. Kiel en broek heb ik van me af gestroopt, scapulier ook, koord ook, de pij natuurlijk niet. Ook voor mijn kamertje hangt maar een kort gordijn tot zowat een halve meter boven de vloer. Wie zijn bed uit komt, streng verboden tenzij stringente reden, kan mijn blote voeten in de franciscaanse sandalen zien, aan meer bloot kan ik mij hier als toezichthouder niet overgeven.
Zo zit ik naakt in de pij, overal gebeten door de stugheid ervan, alsof ik in een juten zak woon. Ik probeer niet te bewegen en de kemelharen tent op zo weinig mogelijk plaatsen met mijn vlees in aanraking te brengen, verachtelijk vlees, dat ik met het knopenkoord zou moeten geselen. Ik kijk wel uit.
Ik heb het lampje uitgeknipt. Met lichtkringen achter mijn ogen tuur ik door het raam, dat openstaat, hoewel ik het beter gesloten zou laten om de hitte buiten te houden.
De nacht is een zwarte massa explosieve broeierigheid.
Geen sterren te zien. Ook zuster maan is er niet. Beneden mij ligt de speelplaats met de kastanjebomen. Aan de overkant van de betegelde vlakte is het schoolgebouw, waar nog licht brandt in het meest rechtse raam van de tweede verdieping.”

 

 
Jeroen Brouwers (Batavia, 30 april 1940)

Lees verder “Jeroen Brouwers, Alexander Osang, Ulla Hahn, Luise Rinser, John Boyne, Annie Dillard, Jaroslav Hasek, Jacob Hiegentlich, Kno’Ledge Cesare”

Jeroen Brouwers, Alexander Osang, Ulla Hahn, Luise Rinser, John Boyne, Annie Dillard, Kno’Ledge Cesare

De Nederlandse schrijver Jeroen Brouwers werd geboren op 30 april 1940 in Batavia, de hoofdstad van het voormalige Nederlands-Indië (tegenwoordig Djakarta, Indonesië). Zie ook alle tags voor Jeroen Brouwers op dit blog.

Uit: Het hout

“Zo’n strijkstok is van pernambukhout. Zo’n stok is licht elastisch, je kan ermee zwiepen. Als je ermee door de lucht slaat veroorzaakt het een zoefgeluid. Dit is mij door Mansuetus, naamdag 19 februari, voorgedaan. Zoef. Klap. Schreeuw. De jongen voorover, de hand van Mansuetus als een bankschroef rond de nek van de gestrafte of rond diens tegen de schouderbladen gedraaide arm om hem tegen het bureaublad onder bedwang te houden, zijn andere hand omhoog om het hout met opperste kracht op het zitvlak te laten neerkomen.
(..)

Het gebeurt zo: De jongen schreeuwt en blijft schreeuwen naarmate de medebroeder, volgeling van onze stichter, de zachtmoedige Franciscus, blijft slaan, hard, nog harder, de voorflap van zijn scapulier over de schouder gegooid om er niet door te worden gehinderd bij zijn inspanning en bewegingen. Hij schreeuwt er tegenin. Meer geluid dan de ruimte in het dode licht lijkt te kunnen bevatten. Gehoorzaamheid en tucht! Jij hebt geen wil! Ik heb een wil! Jij doet mijn wil! Bij ieder woord een steeds fellere klap met het venijnige hout. Hoe de jongen ook kronkelt, de opvoeder blijft met bestudeerde precisie op dezelfde plek van het achterwerk slaan, twintig keer, meer dan twintig keer.’
(…)

‘Niets meer te doen, ik heb er niets meer mee te maken. U loof ik die mijn schepper zijt die met uw liefde mij geleidt. Psalm zoveel. Schiet me te binnen, we zingen het weleens. Wie is die u? Mijn schepper is hij niet, hij mag zijn liefde houden, tot hiertoe heeft hij mij verkeer geleid, zoals er in de oorlog helden waren die moffen die de weg vroegen opzettelijk de verkeerde richting heen leidden. Risicovolle verzetsdaad tegen de overmacht. Ik heb een grotere verzetsdaad in gedachten. Besluit. Ik denk aan bommenwerpers. De scholieren moeten worden gespaard, een paar goede mannen uit de broedergemeenschap ook. Bommen op dit instituut. Bommen op het hele instituut roomse kerk.’

 
Jeroen Brouwers (Batavia, 30 april 1940)
Cover

Lees verder “Jeroen Brouwers, Alexander Osang, Ulla Hahn, Luise Rinser, John Boyne, Annie Dillard, Kno’Ledge Cesare”

Kno’Ledge Cesare

De Nederlandse dichter, artiest en blogger Kno’Ledge Cesare werd als Jerry King Luther Afriyie geboren in Bechem, Ghana, op 30 April 1981, Ghana. Hij is ook de oprichter van Stichting Soul Rebel Movement (SRM), een non-profit organisatie die zich richt op kansarme gemeenschappen. Na de geboorte van zijn jongere broer besloot zijn vader zijn geluk in Europa te gaan zoeken. Jerry groeide daarna op bij zijn grootmoeder en twee tantes. Als kind maakte hij kennis met honger en armoede. Op de leeftijd van zes ontstond vanuit die ervaringen al het idee van de latere Soul Rebel Movement. In 1989 ging hij terug naar zijn moeder. In 1993 haalde zijn vader hem naar Nederland. Hij en zijn broer woonden toen bij vader en stiefmoeder in Utrecht en na de scheiding van zijn vader vanaf 1997 in Amsterdam. Hij gaf zijn droom van een carrière als voetballer op en richtte zich steeds meer op (rap-)muziek. Samen met Gramifi richtte hij in 1998 Apo-clipZ op. Om zich te onderscheiden van anderen noemden zij hun muziekstijl “Rebel Music”. In 1999 kwam Afriyie erachter dat hij niet langer de Nederlandse nationaliteit bezat. Het zou meer dan 10 jaar duren voordat alle problemen die daardoor ontstonden werden opgelost. In 2005 kreeg hij weer een verblijfsvergunning. In 2009 nam hij zelfs voor het Hip-Hop platform Bijlmer Style deel aan de gemeenteraadsverkiezingen.

A Poem For The Teenage Mothers

Tell me,
Are you holding it together?
What about her father, is he dedicated and tender?
What a great opportunity to come closer

Tell me,
Were you tired, but happy?
In need of rest, but fully awake,
To admire the miracle that God just gave?

Did you hold her tight, 
To your bosom and whispered ‘Hi’
Did you cry when she opened her eyes,
And saw you, at long last, for the very first time?

What was your thought, when you held her close?
Mama’s little pearl, I suppose
Did you name her after a delicate flower,
Or unto your mother went the honor?

And what is the color of her eyes, 
Dark brown or blue? 
I must congratulate you
Promise to write me back very soon

I will look forward to your letter
But whatever your answers may be, 
One thing is for sure, you are a mother

Happy Mother’s Day 

 
Kno’Ledge Cesare (Bechem, 30 April 1981)