Koos Dijksterhuis, Serhiy Zhadan

De Nederlandse schrijver, journalist en dichter Koos Dijksterhuis werd geboren op 23 augustus 1962 in Amersfoort. Zie ook alle tags voor Koos Dijksterhuis op dit blog.

 

Klimaatvakantie

De leiders komen samen in Egypte
Het is daar lekker zonnig en nog warm
Dus allen in de chartervlucht naar Sharm
El Sheikh, met een excursie naar de crypten

Voorzichtig met die sla – pas op voor darm-
Problemen, en wie gister te veel nipte
Van arak, of wie op z’n ego tripte
Denkt katerig: klimaat? Da’s loos alarm

Zodat men, trots de dreigende gevaren
Door zon gestoofd en rood- of bruinverbrand
De aanpak uitstelt met een aantal jaren

Maar nu ligt dat niet aan het onverstand
Het ligt ook niet aan praktische bezwaren
Want dit keer ligt het lekker aan het strand

 

Verelendung

Ik kende Marx, ik kende mijn klassieken
de vakbond heb ik jarenlang versterkt
(ik was modelarbeider in fabrieken)
Als staker heb ik duidelijk gemerkt:
actief noemt men degene die niet werkt

 

De man van mijn buurvrouw

Haar echtgenoot heeft een te korte lont
Mijn buurvrouw wordt frequent door hem geslagen
Men noemt zoiets wel huiselijk geweld

Ik hoor haar gillen, bijna alle dagen
Wat mij na zoveel jaar niet minder kwelt
Kon zij maar als geliefde tot mij komen!

Ik heb haar dat natuurlijk nooit verteld
Maar neem haar in mijn armen, in mijn dromen
Zij sluit haar ogen, opent loom haar mond

Wat zou ik graag privé haar gadeslaan
Ik moest misschien toch eens haar gade slaan

 

Koos Dijksterhuis (Amersfoort, 23 augustus 1962)

 

De Oekraïense dichter, romanschrijver, essayist en vertaler Serhiy Viktorovych Zhadan werd geboren op 23 augustus 1974 in in Starobilsk, in het gebied Loehansk. Zie ook alle tags voor Serhiy Zhadan op dit blog.

 

PAPRIKA

Achter een groene opflakkering van groenten,
achter twee tieners die elkaars hand vasthouden,
loop je ’s avonds te midden van de supermarkt.
Het meisje kiest citroenen en zoete peper,
laat die door haar vriendje vastnemen en legt ze lachend terug.
Tien minuten voor tien, lang hiervoor
hebben ze ruzie gemaakt, zij wou van hem weggaan, hij overtuigde haar te blijven;
hun zakken vol groene dingen,
gouden Assyrische munten, pijnstillers,
zoete liefde, betoverde paprika.

draag weg, toe, draag hiervandaan onze vochtige ziel, elke gestorven vrucht en het bloed van aardbeien, vissen gedood in zuidelijke staten door schroeven van oude stoomboten, vissen gevuld met oorbellen en Britse punkernaalden, kreunen van de cafeïne in hun kieuwen, van zwarte ziekten en groen licht, alsof ze smeken

draag weg, toe draag ons hiervandaan, naar de dichtstbijzijnde parkeerplaats, de dichtstbijzijnde garage, de dichtstbijzijnde koude oceaan, zo lijken ze te tonen, met hun kromme rug, met hun vochtige zielen, terwijl de schroeven in de hemel boven de supermarkt ’s avonds de sappige lucht ontwrichten, terwijl cafeïne onder je nagels koekt

draag weg, toe vooruit, verstop in jullie zakken de warme groene opflakkeringen, leg zilveren en gouden munten onder jullie tong, tot aan de dichtstbijzijnde schuilplaats, het dichtstbijzijnde stadion, bloed om bloed, de heer roept ons, hij beroert onze vinnen

Omdat zoals hij haar vasthoudt, ik nooit
iemand ooit vast kan houden, ga ik niet onaangedaan
voorbij aan dit dode weefsel, ik aarzelde zo al te lang,
zonder kracht om te bewegen, zodat ik hen nu wel moet volgen.

Je weet toch wat hen te wachten staat, niet? Daar waar je nu staat, waar je
toevallig bent, kan je hun alles voorspellen: nog twee-drie jaar ademloos gouden
tienergeluk in gras van augustus, verspillen van munten aan allerlei
gif, en gedaan – herinnering vult de ruimte in jou waar vroeger tederheid was.

Omdat zoals zij om hem bevreesd is, ik nooit
om iemand bevreesd kan zijn, omdat met de lichtheid
waarmee zij die warme citroenen in zijn handen legt, ik nooit
iemand ook maar iets kan geven;
zal ik hen verder volgen,
in het lange slopende schemerdonker van de supermarkt,
met geel gras onder de voeten,
met een dode vis in de handen
terwijl ik het vissenhart verwarm
met mijn adem,
terwijl ik mijn adem
verwarm met dat hart.

 

Vertaald door Eric Metz

 

Serhiy Zhadan (Starobilsk, 23 augustus 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e augustus ook mijn blog van 23 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 23 augustus 2018 en ook mijn blog van 23 augustus 2016 en ook mijn blog van 23 augustus 2015 deel 2.

Serhiy Zhadan, Koos Dijksterhuis, Charles Reznikoff

De Oekraïense dichter, romanschrijver, essayist en vertaler Serhiy Viktorovych Zhadan werd geboren op 23 augustus 1974 in in Starobilsk, in het gebied Loehansk. Zie ook alle tags voor Serhiy Zhadan op dit blog.

 

LUKOIL

Wanneer Pasen eraan komt en de hemel ons meer welwillendheid toont
en iedereen zich inspant – want, wat wil je, zeggen ze, het is Pasen,
beginnen de doden in de aarde zich om te keren,
en duwen ze met hun ellebogen de koude klei opzij.
Ik heb al vrienden ten grave gedragen,
ik weet wat het is, je vrienden begraven,
zoals een hond een bot begraaft,
wachtend tot de hemel
                                               je meer welwillendheid toont.

Er zijn van die sociale groepen
waarvoor dergelijke rituelen van bijzonder belang zijn,
ik bedoel vooral de middelgrote business.
Iedereen heeft wel eens gezien
wat een droefheid hen treft, de regionale
vertegenwoordigers van Russische petroleumbedrijven,
wanneer ze samenkomen op het grenzeloze
kerkhofveld, om daar de zoveelste
broeder met weggeschoten longen te begraven;

iedereen heeft wel eens hun harde hartenklop gehoord
wanneer ze bij de doodskist staan
en hun schaarse tranen en snot afvegen
aan hun dolce en gabbana
en ze hennessy
                               achteroverslaan
                                    uit een wegwerpbeker.

“Kijk eens Kolja”, zeggen ze, “daar heb je dan je aftocht.
Op grenzeloze offshore-velden
vallen wij, als wilde ganzen in de herfst, in de koude
rakken van de vergetelheid, met hagel in onze lever.”

“Waar”, zo overleggen ze, “zullen we
onze broeder van voorzien
voor zijn lange tocht
naar het stralende Walhalla van Lukoil?
Wie zal hem begeleiden
in de donkere grotten van het vagevuur?”

“Grieten, zeggen ze allemaal, “grieten,
hij heeft grieten nodig,
goede grieten,
duur en zonder slechte gewoonten,
ze zullen hem opwarmen in de winter
ze zullen zijn bloed doen afkoelen in de lente,
aan zijn linkerkant moet een platinablondine liggen,
en aan zijn rechterkant moet een platinablondine liggen,
ja, zodanig dat hij zelfs niet merkt dat hij al dood is.”

“Och, die dood is een territorium waar onze creditkaarten
                                                                                                                      weinig vermogen.
De dood is het territorium van de olie,
                                                                               moge die dus zijn zonden wegwassen.
Aan zijn voeten zullen we wapens en goud leggen,
bont en fijngemalen peper.
In zijn linkerhand leggen we zijn laatste nokia,
in zijn rechterhand een amulet uit Jeruzalem.
Maar het belangrijkste zijn de grieten,
twee grieten, het belangrijkste, twee platinablonde grieten.”
“Ja, dat is het belangrijkste”, zegt iedereen instemmend.
“Het belangrijkste”, zeggen de grieten instemmend.
“Het aller-allerbelangrijkste”, beaamt Kolja vanuit zijn kist.

Met Pasen zijn we allemaal zo sentimenteel.
We staan te wachten totdat de doden  
opstaan en naar ons toe komen vanuit het hiernamaals.
Nooit interesseer je je meer voor de dood
dan wanneer je vrienden begraaft.

Terwijl ze de derde dag de wacht houden
bij de deur van het lijkhuis, overwint hij ten slotte de dood
door de dood, tijdens de ochtend van de derde dag, en hij loopt
naar hen toe vanuit het crematorium, hij ziet
dat ze allemaal in diepe slaap liggen
na drie dagen drinken,
ze liggen gewoon in het gras,
in ondergekotste
dolce en gabbana’s.

En dan neemt hij stil,
                                               om niemand te wekken,
bij één van hen
wat stroom voor zijn nokia,
en hij keert
naar de hel
terug
naar zijn blondines.

 

Vertaald door Eric Metz

 

Serhiy Zhadan (Starobilsk, 23 augustus 1974)

 

De Nederlandse schrijver, journalist en dichter Koos Dijksterhuis werd geboren op 23 augustus 1962 in Amersfoort. Zie ook alle tags voor Koos Dijksterhuis op dit blog

 

K(l)oos

Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedichten
en zit in ’t binnenst van mijn rijm ten troon
maar soms roert zich in mij een woordenkloon
en moet ik wel voor regeldiefstal zwichten.

Maar als een ander mij wil beentje lichten
en mij beschuldigt op zo’n boventoon;
ik hef mijn hand en hak: zijn Judasloon!
Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedichten.

Toch: soms als ik klassieke regels vond,
dan was ’t of ik ze zelf had opgeschreven
en warmde mij die echte scheppersgloed…

En daarom moet men mij het wel vergeven
als Kloos doorschemert in mijn woordenvloed
hij haalt mij zelf die woorden uit de mond!

 

Werklui

Ze vragen me de werkploeg te versterken
tot dusver doe ik aan geen opdracht mee
ik zap de hele dag door mijn tv
en heb geen fut en zin om te gaan werken

Toch stap ik maar eens naar die werklui toe
ik ben nou eenmaal liever lui dan moe

 

Wentelteefje

Een loopse jachthond paart gedwee
met tegelijk een reu of twee
‘Ik ben’, verklaart de teef terloops,
‘allicht als jachthond dubbelloops.’

 

Koos Dijksterhuis (Amersfoort, 23 augustus 1962)

 

De Amerikaanse dichter Charles Reznikoff werd op 30 augustus 1894 in New York geboren. Zie ook alle tags voor Charles Reznikoff op dit blog.

 

Uit: Bij de bron van leven en zien, deel II, sectie 1: ‘Op zondag het strand verlaten in een tram’

Ze verlaten het strand op zondag in een tram,
een gezin van drie: moeder, zoon en dochter:
de moeder, ver in de dertig, blond haar, bezorgd gezicht;
de zoon, ongeveer twaalf jaar oud, tegenover haar gezeten,
en de dochter, ongeveer acht of negen, naast haar.
De jongen was ook blond; een knappe kleine kerel
met dromerige ogen. Het kleine meisje was heel gewoontjes;
mond naar beneden getrokken bij de hoeken,
scherpe boze ogen achter een bril.

Nauwelijks waren ze gaan zitten of de jongen zei zachtjes:
“Vandaag was een van de mooiste dagen die ik ooit heb meegemaakt.”
Het meisje zei schril: ‘Ik wou dat we in een van die huizen konden wonen’ –
kijkend naar de bungalows langs de kust –
“dan konden we elke dag naar het strand.”
De moeder antwoordde geen van twee.
Het strand waar ze vandaan kwamen was vol met arme mensen;
en de familie was goedkoop gekleed, maar netjes en brandschoon,
zelfs na een dagje uit.
Ik vroeg me zinloos af waar de vader was: aan het werk? dood? gescheiden?

Na een tijdje zei de moeder, haar woorden afwegend:
“Weet je meneer. . .”
Ik heb de naam niet verstaan: hij werd zo zacht uitgesproken.
Ze was met de jongen aan het praten.
“Elke woensdag gaat hij vissen.
Ik denk dat ik hem wel kan overhalen om je mee te nemen.’
De jongen antwoordde een minuut of twee niet
en zei toen met zijn zachte stem:
“Dat zou ik heel leuk vinden.”
“Kan ik ook mee?” vroeg het kleine meisje schril,
maar niemand antwoordde haar.

Moeder en zoon hadden alleen oog voor elkaar.
Ze pakte haar zakdoek en veegde zijn gezicht af.
Hij klaagde over iets in zijn oog…
zeker niet genoeg om het te laten knipperen…
en ze tilde het bovenste ooglid op
en liet het onderste ooglid zakken om ernaar te zoeken.

Het kleine meisje stond op en keek uit het raam
en de jongen zei tegen zijn moeder: ‘Ze trad op mijn tenen
en zei niet eens: Excuseer mij alstublieft.
De moeder wendde zich tot het kleine meisje en zei scherp:
‘Waarom zei je niet: Pardon?
Je had moeten zeggen: Excuseer mij, broer.’
Het kleine meisje zei niets,
gezicht naar het raam gekeerd,
met haar mondhoeken ver naar beneden en haar ogen,
helder en droog, scherp kijkend door haar bril.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Reznikoff (30 augustus 1894 – 22 januari 1976)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e augustus ook mijn blog van 23 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 23 augustus 2018 en ook mijn blog van 23 augustus 2016 en ook mijn blog van 23 augustus 2015 deel 2.

Koos Dijksterhuis, Charles Reznikoff

De Nederlandse schrijver, journalist en dichter Koos Dijksterhuis werd geboren op 23 augustus 1962 in Amersfoort. Zie ook alle tags voor Koos Dijksterhuis op dit blog

 

Piano forte

Ik zakte laatst voor het klavierexamen
men had mijn instrument onklaar gemaakt
en daardoor was ik van de wijs geraakt
de toetscommissie zou zich moeten schamen

Ik kampte onontkoombaar met problemen:
men mag een pianist geen toets afnemen!

 

Geklop

Hoor wie klopt daar kinderen
Hoor wie klopt daar kinderen
Hoor wie klopt daar, is ’t de zwarte knecht?

Nee, die is ontslagen
Al die hamerslagen
Zijn afkomstig van de zwarte specht.

 

Brand meester

Vier doden en een boel vakantiepech
Zou u wel zuidwaarts gaan met zoveel bosbrand?
Stel dat ineens een nieuwe vuurzee losbrandt!
Maar daar wuift het bestuur uw zorgen weg

Het meeste vuur, stelt men gerust, bedaarde,
bezoek dus zeker de verschroeide aarde.

 

Koos Dijksterhuis (Amersfoort, 23 augustus 1962)

 

De Amerikaanse dichter Charles Reznikoff werd op 30 augustus 1894 in New York geboren. Zie ook alle tags voor Charles Reznikoff op dit blog.

 

Winterschetsen

III

Vanuit het midden van het zwembad
in de betonnen bestrating een fontein
van keurige stralen; de wind verstrooit ze
over het water. De slordige bomen
laten hun bladeren op de betonnen tegels vallen.

IV

Langs de platte daken onder ons raam,
in de ochtendzon,
las ik de handtekening van de regen van afgelopen nacht.

V

De squadrons, pelotons en regimenten
van verlichte ramen,
kortstondig onder de Avondster –

feest, jij die de brug oversteekt
deze koude schemering
op deze honingraten van licht, de gebouwen van Manhattan.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Reznikoff (30 augustus 1894 – 22 januari 1976)
Cover

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e augustus ook mijn blog van 23 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 23 augustus 2018 en ook mijn blog van 23 augustus 2016 en ook mijn blog van 23 augustus 2015 deel 2.

Koos Dijksterhuis, Wolfgang Hilbig

De Nederlandse schrijver, journalist en dichter Koos Dijksterhuis werd geboren op 23 augustus 1962 in Amersfoort. Zie ook alle tags voor Koos Dijksterhuis op dit blog.

 

God der Wrake

Voor oorlog maakt de Heer zich altijd vrij
Hij steunt zijn door hemzelf beloofde land
En helpt Hezbollah onderwijl een hand
Die hebben immers Allah aan hun zij?

De vrede is voorlopig niet nabij
Daarvoor kiest God helaas te veel partij

 

Mijn hemel

Ik ben uw God, Ik ben de God der wrake
Ik hoop dat u Mijn tien geboden weet
En dat u ze frequent met voeten treedt
Zodat Ik fijn amok met u kan maken

Ik zend u met plezier een serie plagen
Ik maak u ziek, Ik slacht uw zonen af
En mocht u voor de tien geboden slagen
Heb Ik voor u Mijn allerergste straf

U wordt, indien u zich onthoudt van zonden
Zonder pardon de hemel ingehaald
Die plek bereikt u louter zwaar geschonden
Ik pers u door het oogje van de naald

Voorwaar, het is zoals Ik u vertel:
Mijn hemel is nog erger dan de hel

 

Lamsvlees

Het was rond zessen dat ik bij haar kwam
voor haar befaamde chili con rollade
con ossehaas, gehakt en karbonade
con spek en kip en worst; ik vrat me lam

Het viel me zwaar, al smaakte het niet vies
want wat is chili sin lamlendespies?

 

Koos Dijksterhuis (Amersfoort, 23 augustus 1962)

 

De Duitse dichter en schrijver Wolfgang Hilbig werd geboren in Meuselwitz op 31 augustus 1941. Zie ook alle tags voor Wolfgang Hilbich op dit blog.

 

Aqua alba

Ach de hele tuin overspoeld door de maan –
en scholen vissen langs de weg
licht als veren als trillende lichtmessen.
Ze kennen de weg, ze kennen de troost
van saamhorigheid.
En de witte hortensia’s bloeien de hele nacht –
zelfs wanneer de maan zijn afgrond afdaalt
ze blijven schijnen: wit en groen als fosfor
en watergeesten
wanneer de vissen door het hek ontsnappen
hebben eindelijk een thuis hier in deze bloei.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Wolfgang Hilbig (31 augustus 1941 – 2 juni 2007)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e augustus ook mijn blog van 23 augustus 2020 en eveneens mijn blog van 23 augustus 2018 en ook mijn blog van 23 augustus 2016 en ook mijn blog van 23 augustus 2015 deel 2.

Koos Dijksterhuis, Charles Reznikoff

De Nederlandse schrijver, journalist en dichter Koos Dijksterhuis werd geboren op 23 augustus 1962 in Amersfoort. Zie ook alle tags voor Koos Dijksterhuis op dit blog.

Lockup

In huis heb ik gereinigd en geklust
Voldaan kijk ik de la’s van mijn bureau na
Weer keurig opgeruimd, dankzij corona
De hele samenleving kwam tot rust

In thuiswerk blijk ik stukken productiever
Dan op kantoor met allemaal geluid
Het beeldscherm kan een uurtje eerder uit
Zo houd ik het geloof ik voortaan liever

De blauwe hemel en de frisse lucht
Behalve samenzijn met oude mensen
Had ik die maanden weinig meer te wensen
Ik mis geen festival of chartervlucht

Dit zeg ik u, al zeg ik het met gêne
Ik blijf voorlopig nog in quarantaine

 

Verstekeling

Vervoerd naar verten door een schuit uit China
Een tot de kiel verroeste brik, bejaard
Met vuurwerk hopend op behouden vaart
Vol vage vracht en olievaten (‘Fina’)

Als nautisch lifter was het mij veel waard
Al stuiterde ik als een ballerina
Op zee en tropenkoorts en van de kina
Zo’n avontuur van ouderwetse aard

Aan boord te zijn, te lezen: Slauerhoff
Alleen in zijn gedichten kon hij wonen
Nooit vond hij ergens anders onderdak

Voor Slauerhoff heb ik sindsdien een zwak
Die rusteloze scheepsarts kon mij tonen:
Ook reizen door de poëzie is tof

 

Genezing

Laatst kwam ik bij een tovertherapeut
ik werd verpletterd onder haar charisma
ze overtuigde me: ik nam een klysma
de slechte energie die moest eruit

En werd ik ayurvedisch planteneter
dan werd ik ongetwijfeld nóg veel beter!
ik huppelde naar huis – het leek getover –
want al mijn klachten waren eensklaps over

Ik werd asceet en schoon mijn lichaam kwijnde
was ik gezond en bovenal voldaan
ik kon de slechte energie weerstaan!
en toen ik dood ging vond ik dat het einde

Dus laat u, mocht u het hiernamaals vrezen
eens door een tovertherapeut genezen!

 

Koos Dijksterhuis (Amersfoort, 23 augustus 1962)

 

De Amerikaanse dichter Charles Reznikoff werd op 30 augustus 1894 in New York geboren. Zie ook alle tags voor Charles Reznikoff op dit blog.

 

Het was al lang donker, maar nog steeds een uur voor het avondeten.

Het was al lang donker, maar nog steeds een uur voor het avondeten.
De jongen stond voor het raam achter het gordijn.
De straat onder de zwarte lucht was blauwachtig wit van de sneeuw.
Aan de overkant van de straat, waar de grond afloopt naar de stoep,
gingen jongens en meisjes op sleeën naar beneden.
De jongens zaten achter hem aan omdat hij een Jood was.

Eindelijk sliepen zijn vader en moeder. Hij stond op en kleedde zich aan.
In de gang pakte hij zijn slee en liep op zijn tenen naar buiten.
Niemand was op straat. De baan was uitgesleten, glad en
glibberig – precies goed.
Hij ging op zijn slee liggen en schoot weg. Hij ging slechts twee keer
naar beneden.
Hij stond kniediep in de sneeuw:
niemand was op straat, de ramen waren donker;
die bij de straatlantaarns lichtten op, maar de kamers binnen
waren donker;
op straat waren lange schaduwen van klonters sneeuw.
Hij pakte zijn slee en ging terug naar binnen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Charles Reznikoff 30 augustus 1894 – 22 januari 1976)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e augustus ook mijn blog van 23 augustus 2018 en ook mijn blog van 23 augustus 2016 en ook mijn blog van 23 augustus 2015 deel 2.

Charles Busch, Curtis Sittenfeld, Koos Dijksterhuis, Albert Alberts, Ilija Trojanow, Willy Russell, Gustav Ernst, Ephraïm Kishon, William Henley

De Amerikaanse schrijver en acteur Charles Busch werd geboren op 23 augustus 1954 in New York. Zie ook alle tags voor Charles Busch op dit blog.

Uit: Outrageous! Monologues and the Odd Scene

“CHARLES. You know, I wonder if this whole thing started when I was browsing at the Drama Book Shop and saw that several of my colleagues had anthologies of their monologues, and suddenly my eyes narrowed into an envious squint, and I thought, “Hey, why not me?” But maybe it was earlier when I received an email from a young girl in Austin, Texas, who wanted me to know that she had performed a monologue from one of my plays in competition material. Well, you know something?
She won! I think it was a monologue from Vampire Lesbians of Sodom.
She didn’t say which monologue, but there are several really juicy ones in that play. That got me thinking that maybe I could make it easier for people who are looking for audition material or competition pieces by compiling all the monologues from my plays into one book. I also think you can read this tome without an angle of looking for fresh material. Just have yourself a good laugh. That’s important nowadays. And so for good measure, I threw in some of my favorite two-person scenes from my vast oeuvre.
I’ve always been mad for the convention of the big speech in plays. I love giving actors and often one particular actor, ME, an opportunity for a tour de force moment. I think of these speeches as arias. I remember when we were in rehearsals for The Tale of the Allergist’s Wife, the great Linda Lavin, who created the role of Marjorie Taub, had big speeches dotted throughout the latter part of the play. However, she didn’t really get a chance to take stage until the end of the first act. Linda is a playwright’s dream, for she has unlimited resources of both intense emotion and comic invention. A number of years earlier, Linda had played Madame Rose in Gypsyon Broadway. I told Linda she needed the equivalent in our show to Rose’s first big number, “Some People.” Therefore, I wrote the speech that I’ve included in this anthology where Marjorie goes ballistic when her aged mother suggests she should do some volunteer work. It established the character as an extravagantly verbal, emotionally volatile woman and made the audience look forward to her next rant.”

 

 
Charles Busch (New York, 23 augustus 1954)
Cover

 

De Amerikaanse schrijfster Elizabeth Curtis Sittenfeld werd geboren op 23 augustus 1975 in Cincinnati, Ohio.Zie ook alle tags voor Curtis Sittenfeld op dit blog.

Uit: You Think It, I’ll Say It

“The understanding is that, after Casey’s iPhone alarm goes off at 6:15 a.m., Kirsten wakes the boys, nudges them to get dressed, and herds them downstairs, all while Casey is showering. The four of them eat breakfast as a family, deal with teeth-brushing and backpacks, and Casey, who is the principal of the middle school in the same district as the elementary school Jack and Ian attend, drives the boys to drop-off. Kirsten then takes her shower in the newly quiet house before leaving for work.
The reality is that, at 6:17, as soon as Casey shuts the bathroom door, Kirsten grabs her own iPhone from her nightstand and looks at Lucy Headrick’s Twitter feed. Clearly, Kirsten is not alone: Lucy has 3.1 million followers. (She follows a mere five hundred and thirty-three accounts, many of which belong to fellow-celebrities.) Almost all of Lucy’s vast social-media empire, which of course is an extension of her life-style-brand empire (whatever the fuck a life-style brand is), drives Kirsten crazy. Its content is fake and pandering and boring and repetitive—how many times will Lucy post variations on the same recipe for buttermilk biscuits?—and Kirsten devours all of it, every day: Facebook and Instagram, Tumblr and Pinterest, the blog, the vlog, the TV show. Every night, Kirsten swears that she won’t devote another minute to Lucy, and every day she squanders hours. The reason that things go wrong so early in the morning, she has realized, is this: she’s pretty sure Twitter is the only place where real, actual Lucy is posting, Lucy whom Kirsten once knew. Lucy has insomnia, and, while all the other posts on all the other sites might be written by Lucy’s minions, Kirsten is certain that it was Lucy herself who, at 1:22 a.m., wrote, “Watching Splash on cable, oops I forgot to name one of my daughters Madison!” Or, at 3:14 a.m., accompanied by a photo of an organic candy bar: “Hmm could habit of eating chocolate in middle of night be part of reason I can’t sleep LOL!”

 


Curtis Sittenfeld (Cincinnati, 23 augustus 1975)

 

De Nederlandse schrijver, journalist en dichter Koos Dijksterhuis werd geboren op 23 augustus 1962 in Amersfoort. Zie ook alle tags voor Koos Dijksterhuis op dit blog.

 

Meeroken is ongezond

Toen ik er een had opgestoken
Dacht ik bij de eerste trek:
Het is toch eigenlijk te gek
Om allen mee te laten roken

Dat gaat maar met mijn rookwaar aan de haal
Die pakjes kosten mij een kapitaal!

 

Speedy

Het rijmen viel die dag bepaald niet mee
mij was gevraagd een kort sonnet te schrijven
ik leek uit pure faalangst te verstijven
en rende af en aan naar de w.c.

Gehurkt ontsnapte mij een schietgebed
en zie: opeens had ik een speedsonnet

 

Kippig

Het pluimvee is met zorg gepluimd
en scharrelt nooit spontaan de mest in
toch broedt de fokker, piekert, duimt
want heeft zo’n hoenderhuisarrest zin?

Al zijn de kippen opgeruimd
in Barneveld heeft men de pest in

 

 
Koos Dijksterhuis (Amersfoort, 23 augustus 1962)

 

De Nederlandse schrijver en vertaler Albert Alberts werd op 23 augustus 1911 in Haarlem geboren. Zie ook alle tags voor Albert Alberts op dit blog.

Uit: Namen noemen / Het mooiste eiland van de wereld

“Ze lagen eigenlijk in de dossierkasten, die niet al te vaak werden opengemaakt. Waarom niet?
In de eerste plaats voelde het Bestuur er niet veel voor. Er zouden gronden moeten worden onteigend en er zou werkvolk moeten worden gevonden en beide maatregelen werden aangevoeld als een inbreuk op de vrijheid der bevolking. Bovendien waren de betrokken wedana’s van mening, dat het nut van Madoera’s reboisatie voor de lager gelegen landbouwgronden problematisch was. Zoals de zaken stonden viel tijdens iedere natte moesson het regenwater langs de kale kalkachtige heuvels en verdween in spleten om ondergronds keurige natuurlijke reservoirs te vormen, die in de droge tijd het nodige bevloeiingswater konden leveren. Het was vooral dit argument, dat het Bestuur in staat stelde de reboisatieboot jarenlang af te houden door in de letterlijke zin van het woord Gods water over Gods Madoerese akkers te laten lopen.
Gelukkig kon worden gezegd dat deze gang, of liever deze stilstand van zaken, de pret van de opperhoutvester van Madoera niet drukte. En dat was maar goed ook, want de gemeenschap van het eiland zou daaraan bepaald wat hebben gemist. De opperhoutvester Mijers was namelijk een bijzonder opgeruimd mens. Hij kon bovendien zijn ambtsbedrijf naar hartelust uitoefenen op het zestig mijl ten oosten van Madoera gelegen eiland Kangean. Daar stonden wel bomen. Hele bossen. De opperhoutvester werkte daar tot volle tevredenheid van zichzelf en waarschijnlijk ook wel van alle anderen, maar toch zat hier een haartje in de boter. En dat zat zo:
De opperhoutvester van Kangean-Madoera – om de man zijn volle titel te geven – had zijn standplaats op Pamekasan, de hoofdplaats van de bosloze residentie Madoera, en zijn werkelijke ressort, Kangean, lag in het regentschap Soemenep, waartoe laatstgenoemd eiland behoorde. De heer Mijers ging daar vrijwel iedere maand een week of tien dagen naar toe en het Soemenepse Bestuur, dat wil zeggen de regent, de assistent-resident, de patih en de aspirant-controleur, kwamen er hooguit driemaal per jaar. Het was dus een vaststaand feit, dat de opperhoutvester meer van de dagelijkse gang van zaken op Kangean meemaakte dan het desbetreffende Bestuur, dat zijn berichten over het wel en wee op het eiland kreeg van de wedana van Kangean, die hoogstens eenmaal per maand naar het hoofdeiland kwam. En het Bestuur vond dit alles niet helemaal plezierig, vooral niet wanneer deze situatie praktische gevolgen had. En die had ze.”

 

 
Albert Alberts (23 augustus 1911 – 16 december 1995)
Cover biografie

 

De Duitse schrijver en uitgever Ilija Trojanow werd geboren in Sofia, Bulgarije, op 23 augustus 1965. Zie ook alle tags voor Ilija Trojanow op dit blog.

Uit: Der Weltensammler

„Auf dem Schiff hatte er genug Hindustani aufgelesen, um sich grob zu orientieren, um sich vor den Einheimischen nicht lächerlich zu machen, und das war mehr – wie er zu seinem Erstaunen festgestellt hatte –, als selbst jene Offiziere vermochten, die vom Hind seit längerem gezeichnet waren. Einer von ihnen redete ausschließlich im Imperativ; ein anderer benutzte stets die weibliche Konjugation – alle wußten, er plapperte seine einheimische Geliebte nach. Ein Schotte hatte keinen einzigen seiner Zungenschläge anpassen können, so daß ihn seine Landsleute nur mühsam und die Einheimischen überhaupt nicht verstanden. Versuchte er sich am Hindustani, antworteten sie höflich und bedauernd, sie verstünden leider kein Englisch, der Saheb möge sich einen Augenblick gedulden, sie würden jemanden holen, der übersetzen könne.
Nach den Regimentspflichten setzte sich Burton an seinen Schreibtisch und versenkte sich bis in den späten Abend hinein in die Grammatiken, die er in Bombay erworben hatte. Er wurde selten gestört. Es hatte sich schnell herumgesprochen, daß der Griffin ein Sonderling war. Es fiel ihm nicht leicht, ruhig sitzen zu bleiben. Kein halbes Jahr her, da war er von Greenwich aus aufgebrochen, in der Erwartung, aus dem Krämeralltag in das Reich famoser Heldentaten und zügiger Aufstiege überzusetzen, Ruhm und Ehre anzulaufen. Männer seines Alters kommandierten dreitausend Sikhs, eroberten Ländereien für Ihre Majestät, die größer waren als Irland.
Schweißtropfen rannen über seine Unterarme, seinen Rücken, Fliegen schwirrten um ihn herum, Afghanistan war anderswo und bereits befriedet, und ihm blieb nichts anderes übrig, als Wörter laut auszusprechen, hundertfach wiederholt. Sobald er schwieg, hörte er das Surren der Moskitos, die er nicht loswurde, egal wie oft er durch die Luft schlug und dabei das Wort brüllte, das er sich gerade aneignete. Es gab nur eine Strategie, diese Plage zu besiegen.”

 

 
Ilija Trojanow (Sofia, 23 augustus 1965)

 

De Engelse dichter, schrijver, dramaturg en componist Willy Russell werd geboren op 23 augustus 1947 in Whinston bij Liverpool. Zie ook alle tags voor Willy Russell op dit blog.

 

I hate poems (Fragment)

I hate the theatre
And watchin’ plays
that go on… and on… and on for days
till you’ve got the stiff necks and the paralysed bums
waitin’ for Godot and he never bleedin’ comes
and do you know if you go down to that Barbican
its full of vegetarians
All eating lettuce off pebble dash bread
And tara.. mar.. solata
They look half dead

They don’t serve Spam
They don’t serve Spam
They don’t serve Spam at the Barbican

But I like the Arts Council
There should be more of that you know
They say no.. they say no.. they say no
They say, if you’re looking for funding then don’t come to me
Get they to a lottery
They make all the artists drop their pants
And then they cut off their arts council grants
One day soon their going to set us free
From all this awful artistry
And then they’ll be no more Orchestra’s, an painter’s an poets

And then they’ll
Bring back Hughie
Bring back Hughie

 

 
Willy Russell (Whinston, 23 augustus 1947)

 

De Oostenrijkse schrijver Gustav Ernst werd geboren in Wenen op 23 augustus 1944. Zie ook alle tags voor Gustav Ernst op dit blog.

Uit: Zur unmöglichen Aussicht

„Bei dem man in jedem Moment die Gewissheit hat, der hört wirklich zu! Das ist einmalig, sagte Kagraner, wirklich einmalig! Sie können ihm die persönlichsten Dinge erzählen. Sie haben sogar das Gefühl, was ihn wirklich interessiert, das sind Ihre persönlichsten Dinge. Sie fühlen sich sofort verstanden. Sie spüren Verbindlichkeit, Wärme, Anteilnahme. Er gibt keine Ratschläge, Ratschläge nie!, nie Ratschläge!, rief Kagraner aus, aber er stellt die richtigen Fragen, sodass Sie allein durch diese Fragen Ihre persönlichen Angelegenheiten in einem neuen und klareren Licht sehen. Ihnen fallen Dinge auf, die Ihnen bisher nicht aufgefallen sind. Und das freut ihn. Das bringt er auch zum Ausdruck, dass ihn das freut. Alle Bedenken, jemand anderen könne das nie und nimmer interessieren, was Sie zu erzählen haben, hat ja auch bisher niemanden interessiert!, sagte Kagraner, sind im Gespräch mit ihm wie weggeblasen. Er möchte immer mehr wissen, immer genauer erfahren, was Ihr Problem ist. Aber nicht aus Neugier, sagte Kagraner, das merken Sie sofort, nicht aus Neugier!, nie aus Neugier!, sondem aus wirklichem Interesse an der Sache. Verstehen Sie? Sie haben das Gefühl, frei von der Leber weg sprechen zu können. Sie können Dinge eingestehen, benennen, die Sie niemandem sonst gegenüber, auch sich selbst gegenüber nicht!, eingestehen und benennen würden. Die einzugestehen und zu benennen Sie auch noch nie Anlass gehabt haben. Und Sie haben auch nicht den Eindruck, und das ist überaus bemerkenswert!, sagte Kagraner, etwas einzugestehen. Sie sagen es einfach. Alles erscheint im Gespräch mit ihm vollkommen selbstverständlich. Tatsächlich?, sagte ich. Sie glauben mir nicht?, fragte Kagraner. Das verstehe ich gut, dass Sie mir nicht glauben, sagte er, ich würde Ihnen wahrscheinlich auch nicht glauben. Ich würde selbst mir nicht glauben, sagte Kagraner, wenn ich nicht genau wüsste, dass diese Person existiert hat, dass ich sie gekannt habe. Ein Sozialhelfer?, fragte ich. Sozialhelfer?, sagte Kagraner. Wieso Sozialhelfer? Überhaupt kein Sozialhelfer! Auch kein Psychologe oder Mediator. Also ein Wunder, sagte ich, ein Heiliger. Beinahe, sagte Kagraner und lachte. Aber das Interessante ist, sagte er, und das ist wirklich interessant, dass die Nähe, die in diesen Gesprächen hergestellt wurde, kaum war das Gespräch weg, auch weg war. Weg?, sagte ich. Und wie weg!, sagte Kagraner. Was meinen Sie mit weg?, fragte ich. Weg, sagte Kagraner, einfach weg. Es gab keine Anrufe, keine weiteren Treffen. Wo man doch glauben könnte, die Dinge, die man besprochen hat, würden zumindest einen Anruf nach sich ziehen, eine Nachfrage, wie das oder jenes ausgegangen sei. Nichts. Gar nichts. Kein Bedürfnis, mit mir in Verbindung zu treten.“

 

 
Gustav Ernst (Wenen, 23 augustus 1944)

 

De Hongaars/Israëlische schrijver Ephraïm Kishon werd op 23 augustus 1924 in Boedapest geboren. Zie ook alle tags voor Ephraïm Kishon op dit blog.

Uit: The Fox in the Chicken Coop

“The last session of the Temporary Council took place in an unprec-edentedly charged atmosphere. On the agenda was a tricky question: the village youth had informed the “government” that they wanted to set up a soccer team to compete with the team from the village of Metula beyond Flood Mountain. This preposterous idea would have been considered sacrilege only a few months back, but in view of the changed attitude of the public toward travelling—the council found itself in a quandary. The councillors were therefore not hasty in com-ing to a decision, but personally went out to the area at the foot of the dams and studied the youngsters’ exercises at length until they grew familiar with the rules of the game. After that the council decided in principle in favor of a one-time contest with Metula; but then they got stuck on the issue of picking the Kimmel Springs team. This was truly a complex matter. The barber, of course, demanded the majority of the team for himself, on the grounds that his bloc of support-ers formed the largest of all the village camps. But the cobbler denied the latter claim, stating that the Cobbler’s class at school was no smaller than the Barber’s, adding that the ball itself was his own manufacture. He therefore demanded for his followers three out of the five “forward” positions. As a result the other representatives demanded secure posi-tions for themselves, based on their status in the village. Moreover, the slaughterer announced that he wished to escort the players in person, in order to keep an eye on them in the tumult of Metula. “I also know something about ballplaying,” said the slaughterer in self-recommendation. “In Hebrew school we used to play a lot until the teacher caught us and pulled out sidelocks.” The councillors consented to the slaughterer’s trip since it would be irrational to leave him alone in the village when all the other coun-cillors would be taking upon themselves the burden of escorting the team. But under no circumstances could they agree on the composition of the team. Elifaz Hermanovich proposed the game be postponed until after the elections, since then it would be easier to work out the team according to electoral strength. But his proposal was immediately vetoed because—they claimed—”after the elections there would be no need for such trips.”

 


Ephraïm Kishon (23 augustus 1924 – 29 januari 2005)
DVD-cover voor de gelijknamige film uit 1978

 

De Engelse dichter en schrijver William Ernest Henley werd geboren op 23 augustus 1849 in Gloucester. Zie ook alle tags voor William Henley op dit blog.

 

With Strawberries

With strawberries we filled a tray,
And then we drove away, away
Along the links beside the sea,
Where wave and wind were light and free,
And August felt as fresh as May.
And where the springy turf was gay
With thyme and balm and many a spray
Of wild roses, you tempted me
With strawberries.
A shadowy sail, silent and gray,
Stole like a ghost across the bay;
But none could hear me ask my fee,
And none could know what came to be.
Can sweethearts all their thirst allay
With strawberries?

 

London Types: The Artist Muses At His Ease

The Artist muses at his ease,
Contented that his work is done,
And smiling-smiling!-as he sees
His crowd collecting, one by one.
Alas! his travail’s but begun!
None, none can keep the years in line,
And what to Ninety-Eight is fun
May raise the gorge of Ninety-Nine.

 

 
William Henley (23 augustus 1849 – 11 juli 1903)
Een portret door Leslie Ward, gepubliceerd in Vanity Fair 26 november 1892

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e augustus ook mijn blog van 23 augustus 2016 en ook mijn blog van 23 augustus 2015 deel 2.

Dolce far niente, Victor Vroomkoning, Charles Busch, Curtis Sittenfeld, Koos Dijksterhuis, Albert Alberts, Ilija Trojanow

 

Dolce far niente

 

 
Nijmegen, winkelcentrum Dukenburg

 

Dukenburglied

Ik ben zeven harten rijk en heb een Staddijk van een long.
Lucht en water zijn mijn lust, voor vogels ben ik dagverblijf.
Kikkers springen, reigers vissen, eenden duiken in mijn lijf.
In mijn ingewanden draag ik dassen sinds ik hier ontsprong.

Grand Canal – De Buurman – Douglassparrenbosje –
Dukendam – Ontmoetingskerk – Verlengde Kippenpad –
Dassenburcht – Triavium – Gerrit-Schultepad –
Klimhal – Teersdijk – Schapenweide – Uilenbosje –

Licht ben ik en ruim van geest, mijn vertes zijn voor iedereen
want mijn blik is fris en open. In mijn aders huist mijn kracht:
mengelmoes van geuren, kleuren, klanken, allerhande dracht.
Van geen wijken weten talen en geloven erdoorheen.

Fakkel – Wielewaal Allee – De Turf – De Doekenborg –
De Lindenberg – Streekweg – ’t Hert – Valckenaerpad –
De Meiboom – Geologenstrook – Sportfondsenbad –
Tolhuisje – Sportpark – Maisonnettes – Thuiszorg –

Wie beweegt wil ik van dienst zijn ongeacht het jaargetij.
Actief leven kan ik bieden maar ook pauzes zijn mij lief.
Wie om míj geeft zal genieten productief en creatief
in mijn bedding, warme schoot, een nieuwe Gelderse Vallei.

De Dageraad – Nieuwe Wetering – Steve-Bikoplein –
Koninkrijkszaal – Ketelhuis – De Boerderij –
Nachtegaalpad – De Orangerie – Wollewei –
Hobbywerkplaats – Hippe Hoogbouw – Skateplein

(refrein:)
Tussen Vogelzang, Maas-Waalkanaal en spoorweg ingebed
oogsten zeven groene oorden allerwegen lof:
Aldenhof en Lankforst, Malvert, Meijhorst, Tolhuis, Weezenhof,
Zwanenveld. In één woord samen: Dukenburg van A tot Z.

 

 
Victor Vroomkoning (Boxtel, 6 oktober 1938)
Boxtel.

Lees verder “Dolce far niente, Victor Vroomkoning, Charles Busch, Curtis Sittenfeld, Koos Dijksterhuis, Albert Alberts, Ilija Trojanow”

Koos Dijksterhuis

 

De Nederlandse schrijver, journalist en dichter Koos Dijksterhuis werd geboren op 23 augustus 1962 in Amersfoort. Hij studeerde biologie en sociologie in Groningen. Hij heeft een dagelijkse column over natuur in het dagblad Trouw. Ook schrijft hij soms artikelen in NRC Handelsblad. Dijksterhuis schrijft boeken, columns, recensies en reportages over vooral natuur en milieu, wetenschap, reizen en internationale samenwerking. In februari 2010 verscheen zijn boek “Een Groenlander in Afrika”, de wonderbaarlijke reis van de drieteenstrandloper. Voor dat boek reisde Dijksterhuis achter de strandlopers en hun onderzoeker aan naar Groenland, IJsland, Vlieland, Schiermonnikoog, Mauritanië en Ghana. Het boek is een mix van vogelecologie voor leken en een menselijk reisverhaal. Dijksterhuis schrijft ook korte verhalen en gedichten. Op de website plezierverzen.nl kan men zich aanmelden voor het gratis pleziervers van de week. Hij werkte drie jaar in Pakistan als voorlichter en redacteur, en was enkele jaren uitgever van het milieutijdschrift “De Kleine Aarde”.

 

Vader

Al jaren wordt mijn vader stukken ouder
Al twintig jaar ruimt hij de zolder op
Maar altijd hield hij die alerte kop
En iedereen kon bouwen op zijn schouder

We hingen uit het raam bij elke stop
Hij nam me mee op reis in alle treinen
En wees op reeën, bergen, bruggen, seinen
We zagen steden, stranden, steeg en slop

We ruilden onze rollen lang geleden
We reden op een draf, niet in galop
Per auto, riksja, trein naar verre steden

Maar nu is hij gevloerd, voor hem een strop
Zijn kop leeft niet alert in het verleden
Het kan nog duren, maar zijn tijd is op

 

 

Komkommertijd

Een tuinder zou komkommers telen
Maar faalt daarin door louter pech
Al zijn komkommers rotten weg
Het lot kan wrede spellen spelen

Hij brengt zijn ploegschaar naar de lommerd
Als tuinder blijft hij onbekommerd

 

 

Voorteken

Ik wandel vrolijk door het bos
maar voel iets in mijn dijbeen steken
ik krab en weet: ik ben de klos
waarna ik luidkeels uitroep: teken!

 

 
Koos Dijksterhuis (Amersfoort, 23 augustus 1962)