Maja Lunde, Thomas Rosenlöcher

De Noorse schrijfster en scenariste Maja Lunde werd geboren in Oslo op 30 juli 1975. Zie ook alle tags voor Maja Lunde op dit blog. Zie ook alle tags voor Maja Lunde op dit blog.

Uit: De geschiedenis van bijen (Vertaald door Lammie Post-Oostenbrink)

“District 242, Shirong, Sichuan, 2098
Als misvormde vogels balanceerden we ieder op een tak, met een plastic emmertje in de ene hand en een verenborstel in de andere.
Ik was naar boven geklommen, langzaam, zo voorzichtig mo- gelijk. Ik was niet geschikt voor dit werk, was niet zoals veel andere vrouwen in de werkploeg, ik maakte vaak onhandige bewegingen, had niet de fijne motoriek en de nauwkeurigheid die het werk vereiste. Ik was hier niet voor gemaakt, maar toch moest ik hier zijn, elke dag, twaalf uur achter elkaar.
De bomen waren stokoud, een mensenleven oud. De takken breekbaar als glas, ze braken onder ons gewicht makkelijk af. Ik bewoog me behoedzaam voort, mocht de boom niet beschadigen. Plaatste mijn rechterbeen op een tak een stukje hoger, zette voorzichtig mijn linkerbeen ernaast. Eindelijk had ik een betere houding gevonden, oncomfortabel, maar stevig. Vanaf hier kon ik bij de bovenste bloemen komen.
De kleine emmer zat vol met het vederlichte goud, nauwkeurig afgewogen en uitgedeeld aan het begin van de werkdag, precies evenveel voor iedereen. Zo voorzichtig mogelijk probeerde ik onzichtbare hoeveelheden uit het emmertje mee de bomen in te nemen. Elke bloem moest apart bestoven worden met een klein borsteltje van kippenveren, afkomstig van kippen die speciaal voor dat doeleinde gefokt werden. Er was geen enkele soort kunstmatige fiberveer die zo effectief was. De ene test na de andere was uitgevoerd, want we hadden tijd genoeg, in mijn district werden de planten al meer dan honderd jaar met de hand bestoven. De bijen waren hier al in de jaren tachtig van de twintigste eeuw verdwenen, lang voor de Verdwijnziekte de kop opstak; pesticiden kostten hun het leven. Een paar jaar later, toen pesticiden niet langer mochten worden gebruikt, keerden de bijen terug, maar toen was men al van start gegaan met het handmatig bestuiven. De resultaten werden beter, al waren er voor het werk ongelooflijk veel mensen nodig, vele handen. Daardoor had het district waar ik woonde een voorsprong op de concurrentie toen de Verdwijnziekte toesloeg. Het feit dat dit het meest verontreinigde gebied was, had in ons voordeel gewerkt. We waren koploper op het gebied van verontreiniging en werden daardoor koploper op het gebied van bestuiving.
Een paradox had ons gered. Ik strekte me zo ver mogelijk uit, maar toch kon ik niet bij de bovenste bloemen komen. Ik wilde het het liefst opgeven, maar ik wist dat ik gestraft kon worden,
dus probeerde ik het nog een keer. Ons loon werd namelijk ingehouden als we het stuifmeel te snel hadden opgemaakt. Ons loon werd ook ingehouden als we te veel stuifmeel overhielden. Ons
werk was onzichtbaar. Als we aan het einde van de dag uit de bomen klommen, was het enige bewijs van het werk dat we die dag hadden gedaan het kruis van rood krijt op de boomstam.”

 

Maja Lunde (Oslo, 30 juli 1975)

 

De Duitse dichter en schrijver Thomas Rosenlöcher werd geboren op 29 juli 1947 in Dresden. Zie ook alle tags voor Thomas Rosenlöcher op dit blog.

 

Perpedes mobile
Na een dispuut over het geloof met de bisschop van Kurhessen-Waldeck

Als ik mijn linkerschoen strik
geloof ik in God

Als ik mijn rechterschoen strik
ben ik God vergeten

Maar dan mis ik iets.
Maar dan mis ik iets.

En weer trappen mijn schoenen op de veters,
zodat ik weer moet knielen.

Om de schoen van het geloof te strikken.
Om de schoen van de twijfel te strikken.

God, wat ben ik toch schoenveterstrikker!

Maar zo mis ik iets.
Maar zo mis ik iets.

En opnieuw slepen de veters,
kronkelend, verdorie, door het vuil.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Thomas Rosenlöcher (Dresden, 29 juli 1947) 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e juli ook mijn blog van 30 juli 2020 en eveneens mijn blog van 30 juli 2019 en ook mijn blog van 30 juli 2017 en ook mijn blog van 30 juli 2016 deel 1 en eveneens deel 2.

Maja Lunde, Thomas Rosenlöcher

De Noorse schrijfster en scenariste Maja Lunde werd geboren in Oslo op 30 juli 1975. Zie ook alle tags voor Maja Lunde op dit blog. Zie ook alle tags voor Maja Lunde op dit blog.

Uit: Het einde van de oceaan (Vertaald door Lammie Post-Oostenbrink)

“Ringfjorden, Sogn en Fjordane, Noorwegen, 2017
Niets hield het water tegen, je kon het vanaf de berg tot aan de fjord volgen; van de sneeuw die uit de wolken viel en zich op de top neervlijde tot de mist die boven de zee zweefde en weer in wolken veranderde.
Elke winter groeide de gletsjer, verzamelde hij sneeuw, elke winter groeide de gletsjer zoals het hoorde en elke zomer smolt hij weer, werd kleiner, stond water af, water dat in beken veranderde, het zocht zich een weg naar beneden, voortgestuwd door de zwaartekracht, de beken kwamen samen, werden watervallen, rivieren.

Er waren twee dorpen die een berg en een gletsjer deelden, we deelden de berg en de gletsjer al zolang we ons konden herinneren. De ene zijde van de berg was loodrecht, daar viel het water van Søsterfossene naar beneden, het stortte 711 meter recht omlaag, naar het Eidemeer, een diepgroen water dat de naam aan het dorp gaf, Eidesdalen, en dat de omgeving vruchtbaar maakte voor mens en dier.
Eidesdalen, het dorp van Magnus.
In Eidesdalen kon je de fjord niet zien, de zilte smaak niet op je lippen proeven, het zout werd niet door de wind meegevoerd, het bereikte het dorp nooit, ze roken de zee daarboven niet. Zo groeide hij op. Maar ze hadden water, smakeloos water, water dat alles liet groeien, en hij had de zee nooit gemist, zei hij later.

De andere kant van de berg was milder, zachter, hier verzamelde het water zich in de rivier Breio, de zalmrivier, de rivier van de Fossegrim, de rivier van de zoetwatermosselen, die zich via een breuk een weg baande door het landschap, die deze breuk ook gevormd had, met miljoenen druppels per seconde, op hellingen, in stroomversnellingen en in rustige, gladde stukken. Als de zon scheen, veranderde de rivier in een lichtgevend lint.
Breio liep helemaal tot aan Ringfjorden en daar, in het dorp op zeeniveau, kwam de rivier in contact met het zoute water. Daar werd het gletsjerwater één met de zee.
Ringfjorden, mijn dorp.
Zo werden ze verenigd, het water van de gletsjer en het water uit de zee, voor de zon de druppels weer opnam, ze de lucht in zoog als waterdamp, verder omhoog, tot de wolken waar ze zich onttrokken aan de zwaartekracht.”

 

Maja Lunde (Oslo, 30 juli 1975)

 

De Duitse dichter en schrijver Thomas Rosenlöcher werd geboren op 29 juli 1947 in Dresden. Zie ook alle tags voor Thomas Rosenlöcher op dit blog.

 

De Freischütz-finale

Een orgelbromtoon vermengd met lelies,
toen ze de kist de gang in duwden.

Vouwkarton op leeuwenpoten.
De ene sierstrip half afgescheurd.

Ik kon niet huilen, opa.
Je had immers willen sterven. –

Was expres voor ons huis gevallen
om niet meer weg te hoeven gaan.

Je hebt iedereen die je te pakken kreeg
en bij de knie kon grijpen,

als voormalig hoofdkassier van
de Dresden Opera de Freischütz uitgelegd.

Om je , gaandeweg zwaaiend en spugend,
»Samiel erscheine!« gipsbeen gestamp,

Hoger en hoger de – “Waar ben ik?” –
Hemel van de Freischütz-finale in te futselen.

Toen moest je terug in het bejaardenhuisbed
en wilde je de rode gort niet eten.

En soms droeg een esdoorn buiten
zijn gouden takken voorbij.

Maar als je één oog opende
Viel het andere dicht.

En kleiner en kleiner je witte gezicht.
En groter je oren.

‘Opa, ik heb wat muziek voor je meegebracht.
De Opera van Dresden, de Freischütz-finale.«

Ken ik niet,’ zei je.
En spuugde de rode gort op het bed.

En soms droeg een esdoorn buiten
zijn donkere takken voorbij

Maar als je één oog sloot
ging het andere open.

En zachter en zachter jouw: “Oh, jullie zijn het.”
En luider je rammelende adem.

Toen zetten we voor jou een kaarsje voor het raam.
Maar je riep: “Jullie willen me verbranden.”

‘Opa, wat denk je wel?
Je komt in het familiegraf.”

Ze lieten de kist zakken. ik kon niet huilen
ik kon niet huilen – opa, vergeef me.

Laat de ogen sluiten. Om voor altijd in de hemel
van de Freischütz-finale geborgen te zijn.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Thomas Rosenlöcher (Dresden, 29 juli 1947) 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e juli ook mijn blog van 30 juli 2020 en eveneens mijn blog van 30 juli 2019 en ook mijn blog van 30 juli 2017 en ook mijn blog van 30 juli 2016 deel 1 en eveneens deel 2.

Maja Lunde, Thomas Rosenlöcher

De Noorse schrijfster en scenariste Maja Lunde werd geboren in Oslo op 30 juli 1975. Zie ook alle tags voor Maja Lunde op dit blog. Zie ook alle tags voor Maja Lunde op dit blog.

Uit:  Het einde van de oceaan (Vertaald door Lammie Post-Oostenbrink)

“Niets hield het water tegen, je kon het vanaf de berg tot aan de fjord volgen; van de sneeuw die uit de wolken viel en zich op de top neervlijde tot de mist die boven de zee zweefde en weer in wolken veranderde.
Elke winter groeide de gletsjer, verzamelde hij sneeuw, elke winter groeide de gletsjer zoals het hoorde en elke zomer smolt hij weer, werd kleiner, stond water af, water dat in beken veranderde, het zocht zich een weg naar beneden, voortgestuwd door de zwaartekracht, de beken kwamen samen, werden watervallen, rivieren.
Er waren twee dorpen die een berg en een gletsjer deelden, we deelden de berg en de gletsjer al zolang we ons konden herinneren. De ene zijde van de berg was loodrecht, daar viel het water van Søsterfossene naar beneden, het stortte 711 meter recht omlaag, naar het Eidemeer, een diepgroen water dat de naam aan het dorp gaf, Eidesdalen, en dat de omgeving vruchtbaar maakte voor mens en dier.
Eidesdalen, het dorp van Magnus.

In Eidesdalen kon je de fjord niet zien, de zilte smaak niet op je lippen proeven, het zout werd niet door de wind meegevoerd, het bereikte het dorp nooit, ze roken de zee daarboven niet. Zo groeide hij op. Maar ze hadden water, smakeloos water, water dat alles liet groeien, en hij had de zee nooit gemist, zei hij later.
De andere kant van de berg was milder, zachter, hier verzamelde het water zich in de rivier Breio, de zalmrivier, de rivier van de Fossegrim, de rivier van de zoetwatermosselen, die zich via een breuk een weg baande door het landschap, die deze breuk ook gevormd had, met miljoenen druppels per seconde, op hellingen, in stroomversnellingen en in rustige, gladde stukken. Als de zon scheen, veranderde de rivier in een lichtgevend lint.
Breio liep helemaal tot aan Ringfjorden en daar, in het dorp op zeeniveau, kwam de rivier in contact met het zoute water. Daar werd het gletsjerwater één met de zee.
Ringfjorden, mijn dorp.
Zo werden ze verenigd, het water van de gletsjer en het water uit de zee, voor de zon de druppels weer opnam, ze de lucht in zoog als waterdamp, verder omhoog, tot de wolken waar ze zich onttrokken aan de zwaartekracht.
Nu ben ik terug, Blåfonna heeft me hierheen gelokt, de gletsjer die ooit de onze was. Het is windstil als ik bij Ringfjorden aankom, ik moet noodgedwongen het laatste stukje op de motor varen, het gebrom overstemt al het andere, Blå glijdt door het water en laat kleine draaikolkjes achter aan het oppervlak.”

 

Maja Lunde (Oslo, 30 juli 1975)

 

De Duitse dichter en schrijver Thomas Rosenlöcher werd geboren op 29 juli 1947 in Dresden. Zie ook alle tags voor Thomas Rosenlöcher op dit blog.

 

De koop van een huis

“Nu zal ik u iets speciaals laten zien,” zei
de makelaar en reed meteen door de tuinpoort tot onder
de hoog boven het verzakte dak
bloeiende perenboom. Achter het keukenraam
een bord met de lepel er nog in,
een bundel brieven, de bril die iedereen
een keer in zijn leven voor eens en altijd vergeet.
In het puin bij de haard de esdoorn, die dansend
groen kleurt, zijn doorschijnende bladeren
uitstrekkend naar de keukenkast. “Wilde u
niet iets idyllisch? ”vroeg de makelaar
en gaf me de sleutel. Waarop ik prompt met
de deur in huis viel. Echter, hoe aarzelender
ik mij, rondom door kindertijd en poepdoos omwaaid,
gedroeg, hoe existentiëler het harde
kreunen van de trap, nakrakend bekrachtigd
door de klompvoet van de makelaar. Boven in de kamer
bloemetjesbehang, waskom, nachtkastje.
In bed lag een dode man naar me te kijken.
In het krijtwitte gezicht, de keizerlijke
kin wiebelde plotseling, de gerimpelde mond
begon zich uit te spreken: “Dat wordt ook tijd,
dat jullie me bezoeken. “Aanhoudend gerommel
te duiden als val van de trap. De achter mij aan
hinkende makelaar halveerde de prijs.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Thomas Rosenlöcher (Dresden, 29 juli 1947) 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 30e juli ook mijn blog van 30 juli 2020 en eveneens mijn blog van 30 juli 2019 en ook mijn blog van 30 juli 2017 en ook mijn blog van 30 juli 2016 deel 1 en eveneens deel 2.