80 Jaar Maarten ’t Hart, Abdelkader Benali, Nicole Brossard

80 jaar Maarten ’t Hart


De Nederlandse schrijver Maarten ’t Hart werd geboren op 25 november 1944 in Maassluis. Zie ook alle tags voor Maarten ’t Hart op dit blog. Maarten ’t Hart viert vandaag zijn 80e verjaardag.

Uit: De toetssteen: Brieven over Vestdijk (Samen met Kees ’t Hart)

“20 januari 2020

Beste Kees,
Toen ik in de derde klas zat van de hbs kreeg ik er lucht van dat wij mettertijd voor het eindexamen 25 boeken moesten lezen. Wat voor boeken zijn dat, vroeg ik de leraar Nederlands. Literaire boeken, zei hij, mij dus nauwelijks wijzer makend. Ne enig smeken wilde hij me wel een lijstje geven van schrijvers, en bij elke letter van het alfabet kregen wij een auteur op. Jo van Ammers-Kller, F. Bordewijk, Antoon Coolen, et cetera. Aangeland bij de v aarzelde hij. Maar omdat hij bij die V geen andere auteur wist, viel uiteindelijk toch de naam Vestdijk. Veel te moeilijk, zei hij, nog niet aan beginnen. Is bovendien een godloochenaar, dus wees voorzichtig. Braaf begon ik met Bordewijk omdat ik geen enkel boek van Van Ammers kon bemachtigen (wat een bofkont was ik), en braaf las ik voort, Coolen, Dermoilt, Eeckhout, Fabricius, Gijsen, Haasse, tot ik uiteindelijk bij die duistere godloochenaar belandde. Twee boeken had de Nutsspaarbank te Maassluis in zijn leenbibliotheek op de planken staan (in tegenstelling tot de Gereformeerde Evangelisatie-bibliotheek, die geen boeken van Vestdijk bezat), te weten Rumeiland en Het vijfde zegel. Voor twintig cent per week mocht ik ze lenen, en dat deed ik, en ik begon in Rumeiland. Het was een kloek, groot boek van 354 bladzijden. Al na een paar bladzijden was ik het spoor bijster, snapte ik er niets meer van. Niettemin koppig doorlezend (ik had tenslotte een dubbeltje betaald) haalde ik na een dag of wat verwoed lezen totaal uitgeput de eindstreep. Terstond begon ik aan Het vijfde zegel. Dit boek telde drie pagina’s meer dan Rumeiland en was zo mogelijk nog uitgeput de eindstreep. Terstond begon ik aan Het vijfde zegel. Dit boek telde drie pagina’s meer dan Rumeiland en was zo mogelijk nog ontoegankelijker. Althans toen, voor mij, die gewend was aan de lichte kost van Godfried Bomans en Pearl S. Buck. Bij Het vijfde zegel haalde ik de eindstreep niet; na 256 pagina’s gaf ik het op, compleet afgemat.

Doodzonde van dat dubbeltje, maar nee, ik kon niet meer, ik snapte er totaal niets van, ik had moeite met elke zin. Van de openingszin begreep ik direct al vrijwel niets. Die luidt: ‘Niet hun innerlijke radeloosheid, hun angst of de tweestrijd van hun geweten, neen, de geur der corozas was het veeleer, die hun op hun tocht langs het tierende en deinende volk de fataalste bedwelming aandeed.’ Wie waren die radelozen? En waarom waren ze bang of verkeerden ze in tweestrijd? En wat waren corozas? Een fataalste bedwelming, wat moest ik me daarbij voorstellen? Bittere pech was het dat uitgerekend twee van de dikste romans (alleen De vuuraanbidders is dikker dan Het vijfde zegel) in die Nutsspaarbankbibliotheek voorhanden waren. Bovendien kan Het vijfde zegel qua stijl wel Vestdijks meest weelderige product genoemd worden. Hier heeft hij zich het verst verwijderd van eenvoud en onopgesmuktheid. Toen hij later Kafka las, zag hij zelf ook in dat hij in Het vijfde zegel de lezer wel erg zwaar beproefd had met al die cryptogramzinnen.”

 

Maarten ’t Hart (Maassluis, 25 november 1944)

 

De Nederlandse dichter, schrijver en tv-presentator Abdelkader Benali werd geboren in Ighazzazen, Marokko, op 25 november 1975. Zie ook alle tags voor Abdelkader Benali op dit blog.

 

Ik zag jou laatst versnellen

Ik zag jou laatst versnellen in een wedstrijd waar ik
vlak voor je liep, totdat je vlak naast me liep
en verder ging waar ik bleef steken. Wat me overeind
hield, was dat ik deze vernedering zou herhalen

in slow motion, in een gedicht, waarin ik je de kans
zou geven om mij dan wél in te halen. Feitelijk gebeurde
dat, dus wie ben ik om het niet op te schrijven,
om daarna toch bij je aan te haken, het tempo vast te houden

wat toen niet gebeurde, omdat ik hopeloos uit vorm was,
laat gemaakt, versleten schoenen, mezelf vastliep in
smoesjes, terwijl jij dartel als een veulen op doping,
hier doe ik waartoe mij de macht ontbrak: jouw hoogmoed

afstraffen door je achter me te laten, op papier, enkel,
sportief verlies is een literaire voorwaarde voor revanche.

 

Larache, 2004

Aan balustrade Atlantique ontmoetten we elkaar.
We keken beiden naar een grimmige oceaan.
Jij zei: “Daar in de verte zwemt een man.”
Ik zei: “Hier naast me staat een man die wil zwemmen.”

Een lichaam gehuld in het kloffie van een grijsaard,
versleten. Je kansen afwachten waar niemand
je naam kent. Zonder recht van retour. De zee
maakt lussen aan de kade, een strop. Zijn

ogen een reddingsboei. “Nee” hoort hij niet want
nee doodt hem. Jij vervolgt je pad, loopt over water.
Een pijl in een kraamkamer afgeschoten.
Het balkon brengt ons even samen. Jij glimlacht

en hoopt dat ik dit vergeet. “Aan de overkant zal
je zien dat deze balustrade een springplank was.”

 

Krabbels

wanneer ze liggen, kruip je op
wanneer ze kruipen, ga je liggen

stel ik tevreden vast
neergelegd heb ik je tussen het andere grut

van de crèche, waar jasjes hangen als vlinders
met lege handen zal ik huiswaarts gaan

daar waar je net nog in je bedje lag
ook afscheid nemen kent z’n routine

in je verschijnt de verzetsbeweging
ik weet dat je gehuil theater is

(alles is theater, van de wieg tot het graf)

het gemis dat je in me achterlaat
omrand met heimelijk plezier

tegensputteren want niemand wordt graag
achtergelaten in een ruimte vol mogelijkheden

(waar het lot zich tegen zijn maker keert)

je aanstaande geschiedenis
die je voetje voor voetje nadert

Kom, ik moet eens gaan,
genoeg getreuzeld en me een reus gevoeld

buiten kijk ik door het raam
naar binnen, waar je tegen

de cipiers van je vrijheid
brabbelend ageert

je legt je niet neer bij je gevangenschap
ga tegen het naderend licht tekeer

zoals iedereen zou moeten doen

 

Abdelkader Benali (Ighazzazen, 25 november 1975)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden echt

steden met hun oude stapels ongeluk
aarzelend
tussen herinnering en uitbarstingen van virtuele woede
totdat
het zwart en heel grijs van stof en geschreeuw
in mijn mond
een erosie van het leven maken dat niet kan worden gedeeld

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e november ook mijn blog van 25 november 2021 en ook mijn blog van 22 november 2018 en eveneens mijn blog van 22 november 2015 deel 2.

Maarten ’t Hart, Nicole Brossard

De Nederlandse schrijver Maarten ’t Hart werd geboren op 25 november 1944 in Maassluis. Zie ook alle tags voor Maarten ’t Hart op dit blog.

Uit: Simons vrouwendienst. Waarom ik geen Vestdijk-biograaf werd

“Hoewel ik ernaar snakte dat er iemand zou opstaan die zou uitroepen dat ik ten enenmale de vereiste vermogens miste om de biografie van Vestdijk te schrijven – en mijn hoop was daarbij gevestigd op zo’n roemruchte autoriteit als Kees Fens, van wie ik weet dat hij weinig met mij op heeft (zoals ik ook op mijn beurt weinig met deze paap op heb, ik hoor nadrukkelijk niet tot de fans van Fens) – lokte het vooruitzicht langs de ‘Vestdijk-vrouwtjes’, gevoerd te worden, zoals Martin Ros ze beliefde te noemen, mij wel aan. Zulke bezoekjes zouden mij uiteraard nog niet verplichten tot het schrijven van de biografie.
Daar gingen wij dus. Onze eerste tocht voerde naar Jeanne van Schaik-Willing. Nog zie ik voor mij hoe zij, woonachtig in zo’n huis te Amsterdam waar je meteen na de deur de trap op moet, op de eerste verdieping over de balustrade van de trapleuning omlaag tuurde toen wij de treden opstommelden. Wat een aandoenlijk aardig, ja zelfs nog mooi te noemen gezicht doemde daar op in het halfduister. Zo lieflijk omlijst met grijs haar. En toch bleek ze nog kwiek, en allemachtig aardig, maar tegelijkertijd, zo merkte ik al spoedig toen wij van een kopje thee waren voorzien, wat Vestdijk betrof een informante waar bedroevend weinig uit te halen viel. Al wat ze te vertellen had, was dat Vestdijk haar huis als alibicentrale en uitvalsbasis gebruikt had om Henriëtte van Eyck te veroveren.
Hoe dat precies z’n beslag had gekregen, en of Jeanne daar wellicht onder had geleden, of misschien zelfs jaloers was geweest, daarover kregen wij niets te horen. Ik had ook niet de indruk dat ik, zou ik daar ooit nog terugkomen, alsnog uitvoeriger geïnformeerd zou worden. Ik begreep wel dat ik daar ontzaglijk veel thee zou moeten drinken om akelig weinig te weten te komen. Zelfs over de roman in brieven die Vestdijk samen met haar heeft geschreven, een boek waar ik een groot zwak voor heb – mede omdat het speelt in het gebied waar ik als dienstplichtig militair tot vaandrig werd opgeleid -, kreeg ik van Jeanne alleen te horen dat Vestdijk de plot had bedacht, en dat het werk probleemloos ontstaan was: hij schreef een brief, zij schreef een brief terug, en zo maar door, zonder enig conflict of wanklank of zelfs overleg.
‘Jetje’, dat was het toverwoord dat steeds maar weer viel, die lange avond bij Jeanne van Schaik-Willing. Jetje, daar moesten we heen, dat was Simons grootste vlam, ja zijn grootste liefde geweest. Van Jetje had hij, voorzover hij überhaupt van iemand houden kon, echt opmerkelijk veel gehouden, en dat het niet tot een huwelijk was gekomen, bleef een groot raadsel dat om een oplossing smeekte.”

 

Maarten ’t Hart (Maassluis, 25 november 1944)

 

De Canadese dichteres en schrijfster Nicole Brossard werd geboren op 27 november 1943 in Montreal (Quebec). Zie ook alle tags voor Nicole Brossard op dit blog.

 

Steden met een terugkerende gedachte

Soms ontvlam ik
vanwege de bevolking
wie dan ook kan
nu de lijken tellen
met hun naam of zonder hun gezichten
in nachten dat het te donker is
ontvlam ik tenminste
in een stad
soms zijn het er twee op dezelfde avond
en ik glimlach niet

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Nicole Brossard (Montreal, 27 november 1943)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e november ook mijn blog van 25 november 2021 en ook mijn blog van 22 november 2018 en eveneens mijn blog van 22 november 2015 deel 2.

Maarten ’t Hart, Christian Filips

De Nederlandse schrijver Maarten ’t Hart werd geboren op 25 november 1944 in Maassluis. Zie ook alle tags voor Maarten ’t Hart op dit blog.

Uit: Verlovingstijd

“Uitvaart
Op een zonnige, windstille septemberdag stoven wij naar een groeve in Groningen. Jarenlang had mijn moeder daar met mijn stiefvader in Baflo gewoond. Zij was daar, ‘zo dicht onder de poolcirkel’, zoals zij zei, langzaam weggekwijnd. Uiteindelijk had zij mijn stiefvader, vlak voor hij begon te dementeren, zo ver gekregen dat hij erin toestemde om te verhuizen naar de landouwen onder Schipluiden, waar mijn moeder en hij geboren en getogen waren. Als voorwaarde stelde hij wel dat hij in Baflo begraven wilde worden. Vandaar dat wij ons drie dagen na zijn overlijden van Zuid-Holland naar Noord-Groningen begaven.
Dat wij die tocht per touringcar zouden maken, was bij wijze van spreken reeds van voor de grondlegging der wereld door God voorbeschikt. In onze clan worden steevast bij kraamvisites, doopplechtigheden, confirmaties, huwelijken en begrafenissen touringcars ingehuurd. Het kan ook moeilijk anders, daar zowel mijn vader als mijn moeder, prettig overzichtelijk, voorzien is van negen broers en drie zussen. Met wederhelften en nakroost erbij vul je dan algauw een dubbeldekker.
Eerder al waren we, vanwege de huwelijksvoltrekking van mijn moeder en stiefvader, met een touringcar diagonaal door Nederland gekruist. Daags na de begrafenis van mijn vader had mijn moeder mij bezworen dat ze nimmer meer zou huwen. Niettemin had ze mij, nota bene aan de telefoon, een dozijn jaar na de dood van mijn vader totaal overrompeld met de volstrekt onverwachte mededeling: ‘Ik ga weer trouwen.’
‘Met wie?’ had ik gevraagd.
‘Met Siem.’
‘Hoe kom je aan Siem?’
‘In de krant zag ik een overlijdensadvertentie van zijn vrouw. Ik heb hem opgebeld om hem te condoleren. Zo is ’t gekomen.’
Ze had niet toegelicht hoe uit haar condoleance zo miraculeus snel liefde opgebloeid was, maar uiteraard werden we gesommeerd naar de bruiloft in Baflo te komen. Toen mijn broer hoorde dat ons gehavende gezin dankzij dat condoleancehuwelijk met zes stiefzussen zou worden uitgebreid, had hij een week amper geslapen.
‘Niet te geloven, zomaar zes zusjes erbij! Het moet toch gek gaan wil daar niet een sexy stoot bij zijn waar je van omrolt.’
Na onze diagonale dubbeldekkerstocht zaten wij al in het krappe gemeentehuisje van Baflo toen die zes zusjes binnen marcheerden. Zes schonkige, vadsige, wijdbeense wijkverpleegsters. Stuk voor stuk zo hartelijk dat het mij niet deerde dat ze eruitzagen als Deense doggen. Desondanks was mijn broer diep ontgoocheld. Tijdens de trouwdienst-aan-huis weigerde hij om mee te zingen. Toen de dominee, aan het begin van die trouwdienst, bij wijze van alternatief voor het kerkorgel, een taperecorder in de vensterbank had geinstalleerd en daaruit geen ander geluid tevoorschijn wist te toveren dan hevige bandruis, zei mijn broer: ‘Hoor nou toch, lied 33.”

 

Maarten ’t Hart (Maassluis, 25 november 1944)
Portret door Jopie Roosenburg-Goudriaan, 1995

 

De Duitse dichter, schrijver, acteur en regisseur Christian Filips werd geboren op 22 november 1981 in Osthofen. Zie ook alle tags voor Christian Filips op dit blog.

 

Hete fusie met Aurora

Overschot, overschot, puur overschot.
Sperma van giraffen. rasechte honden.
artisjokharten. liefde, ongevraagd
Zoveel dat ons omringt. Ik droomde gewoon
leeg en wit over de mest, de mest van schapen.
Temidden van de kudde, de heiligste wolkencommune
verscheen ook jij aan mij, wilde met je naar bed,
maar in de vacht van mijn benen, was je al snel niet meer te zien
verdwenen uit angst voor mijn paal, je extravagante
daverend geblaat, dat maaide voor ons neer
al die prachtige Aurora-kosmologie!

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Christian Filips (Osthofen, 22 november 1981)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 25e november ook mijn blog van 25 november 2021 en ook mijn blog van 22 november 2018 en eveneens mijn blog van 22 november 2015 deel 2.