Jasper Fforde, Katharina Hacker, Marc Acito, Nikos Kavvadias, Mart Smeets, Oswald de Andrade, Eduardo Mendoza

De Britse schrijver en cameraman Jasper Fforde werd geboren op 11 januari 1961 in Londen. Zie ook alle tags voor Jasper Fforde op dit blog.

 

Uit: Something Rotten


“Bradshaw looked across at me and raised an eyebrow quizzically. As the Bellman—the head of Jurisfiction—I shouldn’t really be out on assignment at all, but I was never much of a desk jockey, and capturing the Minotaur was important. He had killed one of our own, and that made it unfinished business.
During the past week, we had searched unsuccessfully through six Civil War epics, three frontier stories, twenty-eight high-quality westerns and ninety-seven dubiously penned novellas before finding ourselves within Death at Double-X Ranch, right on the outer rim of what might be described as acceptably written prose. We had drawn a blank in every single book. No Minotaur, nor even the merest whiff of one, and believe me, they can whiff.
“A possibility?” asked Bradshaw, pointing at the PROVIDENCE sign.
“We’ll give it a try,” I replied, slipping on a pair of dark glasses and consulting my list of potential Minotaur hiding places. “If we draw a blank, we’ll stop for lunch before heading off into The Oklahoma Kid.”
Bradshaw nodded and opened the breech of the hunting rifle he was carrying and slipped in a cartridge. It was a conventional weapon, but loaded with unconventional ammunition. Our position as the policing agency within fiction gave us licensed access to abstract technology. One blast from the eraserhead in Bradshaw’s rifle and the Minotaur would be reduced to the building blocks of his fictional existence: text and a bluish mist—all that is left when the bonds that link text to meaning are severed. Charges of cruelty failed to have any meaning when at the last Beast Census there were over a million almost identical Minotaurs, all safely within the hundreds of books, graphic novels and urns that featured him. Ours was different—an escapee.“

 

Jasper Fforde (Londen, 11 januari 1961)

Lees verder “Jasper Fforde, Katharina Hacker, Marc Acito, Nikos Kavvadias, Mart Smeets, Oswald de Andrade, Eduardo Mendoza”

Jean de La Fontaine, Martin Jankowski, Wouter van Heiningen, Thijs Zonneveld, Mart Smeets, Eva Roman, Hanns Johst

De Franse dichter en schrijver Jean de La Fontaine werd op 8 juli 1621 geboren in Château-Thierry inChampagne. Zie ook mijn blog van 8 juli 2010 en eveneens alle tags voor Jean de La Fontaine op dit blog.

De twee muilezels

Muilezels, twee. Haver droeg ’t eerre dier,
Belastinggeld droeg d’andre van de muilen.
Het rijksbeest had, op ’t rijksvertrouwen fier,
Voor nog zoo veel zijn last niet willen ruilen.
Het stapte, rink’lend met zijn bellen van pleizier.
Tot plotsling een troep oorlogslién,
Die ’t op het rijksgeld had voorzien,
Den ezel overvalt, hem bij den teugel pakt,
Hem tegenhoudt, met knuppels op hem hakt.
Het arme dier, mishandeld, half gesmoord,
Zucht: „Dat is anders, dan ‘k had kunnen drooment
Mijn makker, die mij volgde, is aan ’t gevaar ontkomen,
Ik loop erin en word vermoord.”
„Vriend,” riep zijn kameraad hem tegen,
„Een hooge post brengt niet altoos geluk. voorwaar;
Was jouw baas, als de mijne, een simpel molenaar,
je hadt ’t niet zóó te kwaad gekregen.”

Jean de La Fontaine (8 juli 1621 – 13 april 1695)
Beeld van Pierre Julien in het Louvre, Parijs


Lees verder “Jean de La Fontaine, Martin Jankowski, Wouter van Heiningen, Thijs Zonneveld, Mart Smeets, Eva Roman, Hanns Johst”

Mart Smeets

De Nederlandse (sport)journalist, schrijver en radio- en televisiepresentator Martinus Jan (Mart) Smeets werd geboren in Arnhem op 11 januari 1947. Smeets is sinds 1974 verbonden aan Studio Sport als verslaggever en presentator en sinds 2002 in vaste dienst van de NOS. Hij doet al jaren vanuit Frankrijk verslag van de Ronde van Frankrijk. Hij doet tevens verslag van diverse schaatsevenementen, schrijft wekelijkse columns, onder andere voor Sportweek, Trouw, Haarlems Dagblad en VARA-gids. Over zijn werk en zijn passies (onder andere muziek en eten) schrijft hij boeken met losse verhalen, waarin hij op een persoonlijke wijze weergeeft wat hij van bepaalde zaken vindt Op 3 december 2008 gunde de jury van de Beeld en Geluid Awards, voorheen de Gouden Beelden, de oeuvreprijs aan Mart Smeets. Hij kreeg tevens een plek in de glazen Wall of Fame in het gebouw van Beeld en Geluid in Hilversum.

Uit: Sportzomerdagboek

„Het wordt elf uur en de telefoon blijft rustig. Geen geluid. Kwart over elf. Niets nog.
Half twaalf. Ik zet de radio iets harder en K. kijkt me weer aan. Ik zeg niets. Mijn binnenste rommelt en ik heb een lichte hoofdpijn.
Zeven minuten over half twaalf. Ik voel eerst de trilling van het apparaatje, hoor dan de ringtoon. Ik neem op: ‘Zeg het maar, Tjeb.’ Hij zegt met rustige stem: ‘Ik zie je volgende maand in Peking.’ Over
famous first words gesproken.
Ons gesprek duurt niet lang. Ik feliciteer hem en K. roept hard ‘
Yes, yes, yes,’ en balt haar vuist in de lucht. We hangen op en ik voel dat ik natte ogen krijg. Hij heeft bereikt wat hij wilde. Helemaal alleen. Ooit had hij een droom en die heeft hij helemaal zelf waargemaakt.“

 

Uit: Op de fiets lukte het Hamilton niet (Column in Trouw)

”Er is een tijd geweest dat ik met bewondering naar Tyler Hamilton keek. Hij was onder de vleugels van Lance Armstrong vertrokken naar graziger weiden en had het shirt van CSC aangedaan. Dat rood, wit en zwart stond hem goed en onder de kneedbare handen van Bjarne Riis kwam ineens een renner uit die veel beter leek te zijn dan knecht alleen.
Ik herinner me dat hij viel; een lullige val, over een stoeprand, en dat zijn schouder vet ingetapet moest worden en dat hij duizend doden stierf om nog maar op de fiets te kunnen blijven.
Dat was het Tour-jaar dat een complete filmploeg met veel tamtam hem tijdens de ronde volgde: 2003, zijn eerste jaar in eigen schoenen. Overal waren die mannen; ze filmden hem van ’s ochtends vroeg tot lang na de massagetafel. De film, die in 2004 uitgebracht zou worden, zou de intense schoonheid van het wielrennen in de Tour naar voren brengen.
Ik hoorde dat de film door kitsch heen vloog, maar dat de essentie mooi was: de kale mens op een ijzeren ros in de vrije natuur tegen een berg op klauterend. Alleen.
Ik weet nog van het gedoe van Hamilton met zijn hond: Tugboat, een trouw beest dat ziek werd en afgemaakt moest worden terwijl zijn baasje in de Franse ronde tegen grootmacht Armstrong opbood en voorzichtig ten onder ging.
Tugboat overleed en de halsband van het trouwe dier werd een houvast voor de kleine renner. Huilend en triest zocht hij zijn geluk in een ellenlange solovlucht door de Pyreneeën.
Het lukte en iedereen klapte hem toe: wat een karakter, wat een doorzettingsvermogen, wat een held.
Als je foto’s van die dag ziet, bemerk je de trotse Hamilton die zijn leermeester Armstrong vol liefde bij de schouders vasthoudt. De twee praten en hebben een uiterst tevreden trek om de mond. Allebei.
Dan wordt het augustus en wordt Hamilton olympisch kampioen. De olijftak op zijn hoofd knelt meteen: positief. Bloeddoping. B-staal niet mogelijk, want onzorgvuldig gedrag bij een laboratoriumbeambte. Hij houdt goud en trekt verder de wereld in.
De Vuelta in september, een gewonnen tijdrit en de leiderstrui; Grote Winst nadert, maar weer ontploffen de testketels: weer positief.
Twee maal in twee maanden; dat is iets teveel.”

Mart Smeets (Arnhem, 11 januari 1947)